DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.40 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 26.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS Children 12-15
Trui:
Maat: 3/4-5/6-7/8 (9/10-11/12-13/14) jaar.
Materialen: DROPS Karisma Superwash van Garnstudio,
300-300-350 (400-400-450) gr nr. 21, grijs
100-100-100 (150-150-150) gr nr. 01, ecru
+ en een restje van bijvoorbeeld nr. 48, donkerrood.
DROPS Rondbreinld en mouwenbreinld 3mm en 4mm.

Muts:
Maat: 3/5 - 6/9 - 10/14 jaar.
Materialen: DROPS Snow van Garnstudio,
50-100-100 gr nr. 01, ecru
DROPS Breinld 9mm.

Sjaal:
Afmetingen: ca 14x70 - 16x80 - 18x90 cm.
Materialen: DROPS Snow van Garnstudio,
100-100-100 gr nr. 01, ecru.
DROPS Breinld 10mm.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.40 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 26.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

TRUI:

Steekverhouding: 21 x 28 nld op breinld 4mm in tricotst = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere naalden om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje!

Boordst: * 1 r, 1 av *, herhaal steeds *-*.

Motief: zie teltekeningen M.1 t/m M.4. De teltekening geeft het motief aan van de goede kant. De teltekeningen in tricotst breien. De pijlen gelden alleen voor M.3 en niet M.4.

Achter- en voorpand: Deze trui wordt in het rond gebreid op de rondbreinld, en bij het afwerken worden de armsgaten opengeknipt (zie afwerken).
Zet 144-160-176 (184-200-216) st op met rondbreinld 3mm en grijs. Brei 4-4-5 (5-6-6) cm Boordst. Wissel naar rondbreinld 4mm en brei door volgens M.1 en daarna M.2. Let op de steekverhouding! Brei bij een hoogte van 25-27-29 (31-32-33) cm de volgende nld als volgt: Kant 5-8-9 (9-11-13) st af voor het armsgat, brei 63-65-71 (75-79-83) st = voorpand, kant 9-15-17 (17-21-25) st af voor het armsgat, brei 63-65-71 (75-79-83) st = rugpand en kant 4-7-8 (8-10-12) st af voor het armsgat. Zet in de volgende nld 5 nieuwe st op over de net afgekante st in de armsgaten (deze st worden bij het afwerken opengeknipt, en maken daarom geen deel uit van het patroon). = 136-140-152 (160-168-176) st.
Brei vanaf een hoogte van 26-29-32 (35-37-39) cm teltekening M.3 – begin bij het pijltje van de gewenste maat op het voor- en achterpand. Kant bij een hoogte van 34-37-40 (42-44-46) cm de middelste 11-11-13 (15-17-19) st van het voorpand af voor de hals = 125-129-139 (145-151-157) st op de breinld. De rest van de trui wordt heen en weer op de breinld gebreid. Brei door volgens M.3. Kant daarbij af aan de halszijden in elke 2e nld: 3 st x 1, 2 st x 1 en 1 st x 4 = 107-111-121 (127-133-139) st. Kant bij een hoogte van 38-41-44 (47-49-51) cm de middelste 25-25-27 (29-31-33) st van het achterpand af voor de hals. Kant daarbij 2 st af aan de halszijden in de volgende nld = 39-41-45 (47-49-51) st op elke schouder (incl. de 5 nieuwe st in de armsgaten). Kant de overige st af als M.3 is beëindigt. De trui heeft een totale hoogte van ca 40-43-46 (49-51-53) cm.

Mouwen: Zet 44-48-48 (52-52-56) st op met mouwenbreinld 3mm en grijs. Brei 4-4-5 (5-6-6) cm Boordst. Wissel naar mouwenbreinld 4mm en brei volgens M.1, en daarna volgens M.2. Meerder tegelijkertijd vanaf een hoogte van 8 cm 2 st x 10-10-12 (12-14-14) in het midden van de ondermouw in Maat 3/4 jaar: In elke 7e nld. In Maat 5/6, 9/10 en 13/14 jaar: In elke 8e nld en in Maat 7/8 en 11/12 jaar: Afwisselend in de 7e en 8e nld = 64-68-72 (76-80-84) st - de nieuwe st geleidelijk volgens M.2. breien.
Lees a.u.b. de rest van het mouwenpatroon voordat u doorgaat met het breien!
Deel bij een hoogte van 34-37-40 (43-46-49) cm de mouw in het midden van de ondermouw en brei vanaf hier heen en weer. Brei tegelijkertijd vanaf een hoogte van 33-37-41 (44-48-52) cm volgens teltekening M.4 – begin aan de rechterkant van de teltekening voor alle maten. Brei na M.4 door met grijs in tricotst tot een hoogte van ca 36-40-44 (47-51-55) cm. Brei vervolgens 2 cm averechte tricotst met grijs (av op de heeng, en r op de terugg nld breien). Dit stukje wordt later over de afgeknipte rand van het armsgat gezet. Kant de st af.

Afwerken: Rijg een draad door het midden van de gemeerderde st aan weerskanten. Naai vervolgens met de naaimachine 2 naden naast deze rijgdraad: 1e naad = ½ st naast de rijgdraad, 2e naad = ½ st van de 1e naad. Knip vervolgens de armsgaten open tussen de naden. Sluit de schoudernaden.

Hals: Neem ca 80 tot 100 st op (het aantal st moet deelbaar met 2 zijn) rondom de hals met mouwenbreinld 3mm en grijs. Brei 1 nld av en 1 nld r. Brei vervolgens 5-5-5 (6-6-6) cm Boordst en kant daarna af met r over r en av over af. Vouw de halsrand naar binnen om en naai hem vast. Zet de mouwen in de trui als volgt (goede kanten op elkaar): naai afwisselend 1 steek in de laatste nld van tricotst voor het extra stukje op de mouw en vervolgens 1 steek in de trui net voor de naad. Leg aan de binnenkant van de trui het extra stukje van de mouw over de afgeknipte rand, en naai deze vast met mooie kleine steken, zodat dit stukje de afgeknipte rand bedekt.




MUTS:

Steekverhouding: 10 x 14 nld op breinld 9mm in tricotst = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere naalden om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje!

Boordst: * 2 r, 2 av *, herhaal steeds *-*.

Muts: Zet 44-48-52 st op met breinld 9mm en Snow en brei 4 nld tricotst (= gekrulde rand). Vanaf hier het werk meten. Brei 3 cm boordst en brei daarna door in tricotst op de rest van de muts. Minder tegelijkertijd gelijkmatig 4-3-2 st in de 1e nld na de Boordst = 40-45-50 st. Plaats bij een hoogte van 10½-11-11½ cm 5 merkdraden in het werk als volgt: 1 st, 1 merkdraad, * 8-9-10 st, 1 merkdraad *, herhaal steeds *-* in totaal 4 keer. Na de laatste merkdraad zijn er 7-8-9 st over. Minder vervolgens aan de linkerkant van alle merkdraden 1 st 6-7-8 keer 1 st in elke nld door de st 2 aan 2 r samen te breien = 10 st. Rijg 1 draad door de overige st en hecht stevig af. De muts heeft een totale hoogte van ca 19-21-23 cm. Sluit de naad achterin de muts in de eerste st, zodat de naad niet te dik wordt.




SJAAL:

Steekverhouding: 9 st x 9 nld op breinld 10mm in tricotst = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere naalden om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje!

Ribbelst (heen en weer op de breinld): Alle naalden rechts breien.

Sjaal: Zet 12-14-16 st losjes op met breinld 10mm en Snow en brei ribbelst. Plaats bij een hoogte van 10-12-14 cm de helft van de st op 1 draad. Brei door over de overige 6-7-8 st tot een hoogte van 19-22-25 cm. Plaats deze st op een tweede draad. Zet dan de st van de eerste draad terug op de breinld en breinld ribbelst tot hetzelfde hoogte: 19-22-25 cm. Zet alle st terug op de breinld en brei ribbelst over alle st tot een totale hoogte van ca 70-80-90 cm. Kant losjes af.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 12.04.2018
Correctie in telpatroon M.1, M.2, M.3 en M.4

Telpatroon

symbols = grijs
symbols = naturel
symbols = rood
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Children 12-15

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (6)

country flag Ingrid Reyneke wrote:

How do I assemble the sleeves. The bodice makes a small square under the arm?

31.03.2024 - 16:48

DROPS Design answered:

Dear Ingrid, since knitted fabric is pretty flexible, you should treat it as a regular armhole, and ease the sleeves into it as you would with any other sleeves. Happy Knitting!

31.03.2024 - 21:01

country flag Ingrid Reyneke wrote:

If I cast off the front centre neck stitches, how do I carry on as I can not work on the circular needle anymore?You can't carry yarn for the pattern? You also,if you change to straight needles have a right and wrong side how do you then knit the pattern?

11.03.2024 - 10:09

DROPS Design answered:

Dear Mrs Reyneke, after the stitches for neck on front piece are cast off you continue in rows, ie back and forth on needle starting from neck and casting off stitches at the beg of every row from neck (both from RS and from WS), then cast off the middle stitches for neck on back piece and finish each shoulder separtely. At the same time continue pattern - read now diagrams from the left towards the right from WS making sure pattern will still be lined up. Happy knitting!

11.03.2024 - 14:30

country flag Kari Hodne wrote:

Hei. Strikker genser i mønster smådrops 12 - 15 str. 7-8. Holder på med første arm og tror at lengden på armen må være feil. Kan det være korrekt at armen skal være 44 cm før belegget skal strikkes i denne str.?? Vennligst sjekk dette og gi tilbakemelding, Pft. Kari

10.11.2015 - 16:53

DROPS Design answered:

Hej Kari, ja opskriften og målene stemmer, så det er bare at følge opskriften. Men du er naturligvis altid velkommen til at lave ærmerne kortere eller længere (hvis du har garn nok). God fornøjelse!

26.11.2015 - 09:25

country flag Madeleine Harding wrote:

Perhaps this is just fear of the unknown but I am concerned at cutting the knitting for the armhole. Will this make the jumper less robust considering it is for a VERY active 5 year old and the knitted fabric is a looser texture than you would buy as fabric in the shops. Would it be much more difficult to revert to splitting the seam in the normal way i.e. switching to 2 needles and knitting front and back separately when the armhole is reached?

21.04.2015 - 10:32

DROPS Design answered:

Dear Mrs Harding, you can have a look on the video below showing how to cut steek sts, remember you can also contact your DROPS store for further assistance, they will give you tips & advices. Happy knitting!

21.04.2015 - 13:33

country flag Elke Rabsch wrote:

Hallo, Ich stricke dieses Modell gerade für meinen Sohn, und möchte genau das gleiche Modell auch für meinen Mann stricken. Nun bräuchte ich Hilfe was die Maschenanzahl für Gr. XL betrifft und wieviel ich genau für das Armloch abketten müsste. Für Hilfe wäre ich echt dankbar. Liebe Grüße Elke Rabsch

12.01.2013 - 08:17

DROPS Design answered:

Liebe Frau Rabsch, dieses Modell haben wir nur als Kindermodell. Leider fehlt uns die Zeit, einzelne Modelle auf Kundenwunsch umzurechnen. Aber wir haben viele Anleitungen für Herrenpullover online, bitte suchen Sie dort ein Modell aus.

14.01.2013 - 12:17

Virginia McGannon wrote:

I have bought and knit Many patterns and yarn from your site. This one gives me trouble after I cast off front center neck stitches. The pattern starts at side. You can't carry yarn for the pattern from there for the rows. Very confusing. I finally cut and started at neck front and then the pattern doesn't work unless you carry both all the way each row?????I changed the top of the pattern so I don't have to do that. Written very unclear.

29.12.2011 - 01:30