DROPS Angora-Tweed
DROPS Angora-Tweed
30% angora, 70% merinoswol
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Puddel
DROPS Puddel
94% mohair, 6% polyester
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24

Happy Pastels

DROPS Trui met boordsteek, kabels en raglanmouwen van "Angora-Tweed" en "Puddel". Maat S/M - XL. Sjaal met ajourmotief van "Camelia".

DROPS 70-5
TRUI
Maat: S/M - M/L - XL
De maten in de tekening zijn gemeten met iets uitgerekte panden. Door het patroon trekken de panden iets in elkaar.

Materiaal: DROPS Angora-Tweed van Garnstudio,
400-450-500 gr nr. 14, licht roze
Of gebruik:
DROPS SOFT TWEED van Garnstudio,
450-550-600 g. kleurnr. 12, aardbei ijs

en gebruik: DROPS Puddel van Garnstudio,
50-50-50 gr nr. 01, gebroken wit



DROPS Rondbreinaald en breinaalden zonder knop 3,5 mm, of de breinaalden die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

SJAAL
Maat: Ca 31 x 160 cm.
Materiaal: DROPS Camelia van Garnstudio,
200 gr nr. 08, gebroken wit.

DROPS Breinaalden 3 mm, of de breinaalden die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

DROPS Haaknaald 3 mm.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Angora-Tweed
DROPS Angora-Tweed
30% angora, 70% merinoswol
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Puddel
DROPS Puddel
94% mohair, 6% polyester
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

TRUI:
Steekverhouding:
22 st x 30 nld met Angora-Tweed op breinld 3,5 mm in tricotsteek= 10 x 10 cm. Gebruik indien nodig dikkere of dunnere naalden. Brei altijd een proeflapje!

Patroon:
Zie teltekening - M.1 tot M.3. De teltekening geeft het motief weer aan de goede kant.
Brei de trui rond.

Boordsteek-1:
* 3 av, 3 r *, herhaal steeds *-*.

Boordsteek-2:
* 2 av, 2 r *, herhaal steeds *-*.

Panden:
Zet 242-266-290 st op met rondbreinld 3,5 mm en Angora-Tweed. Brei rond. Brei als volgt: 57-69-81 st in Boordsteek-1 (begin met 3 av) de middelste van deze 57-69-81 st = de zijkant - plaats 1 markeerring, M.1 (= 64 st), 57-69-81 st in Boordsteek-1 (begin met 3 av) de middelste van deze 57-69-81 st = de andere zijkant - plaats 1 markeerring, M.1 over de resterende st (= 64 st). Brei verder volgens dit Patroon. Let op de steekverhouding! Zet bij een hoogte van 33 cm aan weerszijden 11 st op een hulpnld voor de armsgaten (dwz, 1 r, 3 av, 3 r, 3 av en 1 r). Er zijn nu 110-122-134 st over voor het voor- en achterpand. Leg het werk weg en brei de mouwen.

Mouwen:
Zet 60-60-60 st op met breinaalden zonder knop 3,5 mm en Puddel. Brei rond. Wissel naar Angora-Tweed en brei Boordsteek-1. Meerder vanaf een hoogte van 10 cm, 18-18-24 keer 1 st aan weerszijden van 3 st recht, midden in de ondermouw in iedere 6e-6e-4e nld = 96-96-108 m – brei de gemeerderde st in Boordsteek-1. Zet, als de mouw een hoogte heeft van 47-46-45 cm, midden in de ondermouw 11 st op een hulpnld (dwz 1 r, 3 av, 3 r, 3 av en 1 r) = 85-85-97 st over op de breinld. Leg het werk weg en brei nog een mouw.

Schouderpas:
Zet de mouwen op dezelfde rondbreinld als de Panden, daar waar de st op de hulpnld staan voor de armsgaten = 390-414-462 st. Plaats 1 markeerring op alle overgangen tussen de panden en de mouwen = 4 markeerringen. Brei verder volgens het Patroon, brei een kleine kabel over de 2 r aan weerszijden van de markeerring. De kabel loopt langs de raglan. Brei M.2 over deze 4 st aan de rechter kant (= rechts zoals u de trui draagt) en M.3 over de linker kant. Minder tegelijkertijd voor de raglan.

Raglan mindering:
Lees de hele beschrijving voor u verder breit. Er komen 8 minderingen in iedere nld en 8 st tussen de minderingen (dwz 4 st aan weerszijden van de markeerringen). Deze 8 st = raglanst. Brei deze st als volgt: 2 av, 4 r (is kabel = M.2 of M.3) en 2 av.

Brei 3 nld voor de minderingen beginnen.

Minder 26-30-29 keer 1 st aan weerszijden van de raglanst in iedere 2e nld, en 8-6-13 keer 1 st in iedere nld. Minder voor de raglan in totaal 272-288-336 st. Minder als volgt aan de goede kant voor en na de raglanst: 2 av sm. Minder als volgt aan de verkeerde kant voor en na de raglanst (geldt na de halsminderingen): 2 r sm.

Zet tegelijkertijd bij een hoogte van 49-51-53 cm de 20 st middenvoor op een hulpnld voor de hals. Kant daarna af aan beide halszijden in iedere 2e nld: 1 keer 2 st en 2 keer 1 st. Na alle minderingen voor de raglan en de hals zijn er 90-98-98 st over op de breinld. De totale hoogte is nu ca 54-56-58 cm.

Afwerken:
Zet de st rond de hals op breinaalden zonder knop 3,5 mm, neem boven het voorpand nog ca 30 tot 40 st op (inclusief de st van de hulpnld) = 120 tot 138 st. Brei 1 nld tricotsteek en minder tegelijkertijd gelijkmatig verdeeld tot 92-96-100 st. Wissel naar Puddel. Brei 2 nld Boordsteek-2, wissel terug naar Angora-Tweed en brei verder volgens Boordsteek-2 tot het halsboord een hoogte heeft van ca 11 cm. Kant alle st af met Puddel en r boven r en av boven av. Maas de openingen onder de mouwen met dicht, zodat de naad elastisch wordt.




SJAAL:

Steekverhouding:
24 st x 32 nld met Camelia op breinld 3 mm in tricotsteek = 10 x 10 cm. Gebruik indien nodig dikkere of dunnere naalden. Brei altijd een proeflapje!

Ribbelst (heen en weer breien):
Alle naalden recht breien.

Patroon:
Zie teltekening M.4. De teltekening geeft het motief weer aan de goede kant.

Sjaal:
Zet losjes 75 st op met breinld 3 mm en 2 draden Camelia. Knip 1 draad af en brei 2 nld ribbelst. Brei de volgende nld als volgt: 2 ribbelst, M.4 over 71 st, 2 ribbelst. Brei volgens dit Patroon tot een hoogte van ca 156 cm – eindig na 1 heel rapport. Brei 2 nld ribbelst over alle st. Kant alle st losjes af met 2 draden.

Gehaakte randen:
Haak aan beide korte zijden van de sjaal met haaknaald 3 mm als volgt: 1v, * 3 l, maak vast met 1 v in de volgende st, 1 v *, herhaal steeds *-*.

Telpatroon

symbols = recht (geldt voor de trui)
symbols = averecht (geldt voor de trui)
symbols = 2 st op een hulpnld achter het werk leggen, 2 r, 2 r van de hulpnld (geldt voor de trui)
symbols = 2 st op een hulpnld voor het werk leggen, 2 r, 2 r van de hulpnld (geldt voor de trui)
symbols = 3 st op een hulpnld achter het werk leggen, 3 r, 3 r van de hulpnld (geldt voor de trui)
symbols = 3 st op een hulpnld voor het werk leggen, 3 r, 3 r van de hulpnld (geldt voor de trui)
symbols = 1 r (geldt voor de sjaal)
symbols = 1 av (geldt voor de sjaal)
symbols = 1 omslag (geldt voor de sjaal)
symbols = 2 st r samen (geldt voor de sjaal)
symbols = haal 1 st r van de nld af, 1 r en haal de afgeh st daarover (geldt voor de sjaal)
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 70-5

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (5)

country flag Sheeba wrote:

Au fait j'utilise des aiguilles circulaires donc je travaille tjs sur le côté endroit. je suis seulement au début des diminutions raglan loin de l,'encolure. si j'ai bien compris les diminutions raglan se font tjs en jersey envers. donc pour la première diminution raglan ça donne les cotes 3ev 3end 3ev 3 end 3ev puis 2end, 2 m tricoter ensemble à l'envers puis les 8m raglan(2ev,4end torsades m2 ou m3,2ev) 2 ensemble à l'envers, 2 endroit, 2 env .......

27.09.2021 - 10:36

DROPS Design answered:

Bonjour Sheeba, l'empiècement se tricote en rond jusqu'aux diminutions du raglan, on continue ensuite en allers et retours à partir de l'encolure devant et vous devez diminuer d'abord tous les 2 tours puis tous les rangs/tours (= sur l'endroit en rond et sur l'endroit + l'envers après l'encolure). Tricotez vos diminutions ainsi: 2 m ens à l'env, (les mailles du raglan: 2 m env, torsade, 2 m env), 2 m ens à l'env. Bon tricot!

27.09.2021 - 16:50

country flag Sheeba wrote:

Bonjour, je n'ai pas très bien compris comment tricoter les diminutions du raglan. dois je les tricoter à l'envers ou à l'endroit

26.09.2021 - 16:47

DROPS Design answered:

Bonjour Sheeba, quand vous les tricotez sur l'endroit: vous tricotez 2 mailles ensemble à l'envers, mais quand vous les ferez sur l'envers (après avoir rabattu les mailles de l'encolure devant), vous tricoterez 2 mailles ensemble à l'endroit, autrement dit, les diminutions du raglan se tricotent en jersey envers. Bon tricot!

27.09.2021 - 08:32

country flag Kirsten Leidal wrote:

Hei! Det står at de ferdige målene på genseren skal stå nederst i oppskriften. Jeg kan ikke finne dette. Er spesielt interessert i brystvidden på den største størrelsen (L).

21.01.2021 - 14:27

DROPS Design answered:

Hej Kirsten, målene er skrevet i måleskitsen. Størrelse L måler 57 cm i bredden = 114 cm i brystvidden. God fornøjelse!

21.01.2021 - 14:37

country flag Louise Tanaka wrote:

In the Body instructions it says to start the Rib-1 with K3 however, if you do this you end up with a P3 at the middle of the side where you are supposed to put the 11 stitches on a stitch holder for the sleeve opening (P1, K3, P3, K3, P1). This then does not match up with the K3 at the middle of the sleeve. Instead, the Rib-1 should start with P3 as listed in the Rib-1 definition.

06.12.2019 - 05:18

DROPS Design answered:

Dear Mrs Tanaka, you are right, there is a mistake in the English pattern, you are supposed to start rib with P3, then repeat K3, P3. So that the 11 stitches should be correct. Pattern will be edited asap. Thanks for you feedback, happy knitting!

06.12.2019 - 09:39

country flag Ruth Irish wrote:

On page 4symbol for cable 2back should be K2,K2 not P2, K2 also on small/ medium I added 2 stitches (244 instead of 242) to make sides even. Not sure yet what effect this will have when adding sleeves in but will figure that out when I get there

02.01.2016 - 23:38