DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 29.15€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 85-16
Maat: 12/14 jaar - S/M - L - XL – XXL
Afmetingen:
Bovenwijdte: 100-108-118-124-134 cm
Zoom: 88-96-106-114-122 cm
Materialen: DROPS Karisma Superwash van Garnstudio,
Trui:
450-550-600-650-750 gr nr. 16 donkergrijs
Slip-over:
350-400-400-450-550 gr nr. 16 donkergrijs

DROPS breinld en rondbreinld 3 mm en 4 mm, of de maat die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

LET OP! De vernieuwde DROPS Karisma heeft een kortere looplengte: 100 meter i.p.v. 110 meter.
U heeft voor dit patroon dus 10% meer garen nodig dan aangegeven staat. Bereken eventueel 1 of 2 bollen extra.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 29.15€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

Steekverhouding: 21 st x 28 nld met breinld 4 mm in tricotst = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere naalden om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje!

Boordst: *1 r, 2 av*, herhaal van *-*.

Patroon: Zie de teltekening hieronder. Alle naalden van het patroon zijn weergegeven op de goede kant van het werk.

Tips voor het minderen (voor het armsgat van de slip-over):
Alle minderingen komen op de goede kant van het werk. Minder naast de 7 st die als volgt worden gebreid, vanaf de kant (op de goede kant): 1 r (kantst in ribbelst), 1 r, 2 av, 1 r en 2 av. Minder 1 st als volgt:
Na de 7 kantst: 1 r afh, 1 r, afgeh st overh.
Voor de 7 kantst: 2 r samenbr.

Voorpand: Zet 95-104-113-122-131 st op met breinld 3 mm. Brei 3 nld av (nld 1 = verkeerde kant), en ga verder met boordst, met 1 kantst aan weerskanten in ribbelst (volg de instructies hierboven). Brei bij een hoogte van 5-6-6-6-6 cm – zorg dat de volgende nld een heengaande nld is – 2 nld r, en pas in de 1e nld (meerderen/minderen) het aantal st aan naar 95-103-113-121-131 st. Wissel naar breinld 4 mm en ga verder als volgt: 1 r (kantst in ribbelst), 25-28-32-36-40 st tricotst, Patroon 1 op de volgende 43-45-47-47-49 st, 25-28-32-36-40 st tricotst en 1 r (kantst in ribbelst). Meerder vanaf een hoogte van 10 cm 6 x 1 st aan weerskanten op elke 4-5-5-5-5 cm = 107-115-125-133-143 st.

Lees het onderstaande eerst goed door voordat u verder gaat:
Armsgat (Slip-over): Brei bij een hoogte van 34-42-43-44-45 cm als volgt op de buitenste 13 st aan weerskanten (op de goede kant): 1 r (kantst in ribbelst), *1 r, 2 av *, herhaal van *-* in totaal 4 keer (brei de overige st zoals eerst). Kant bij een hoogte van 36-44-45-46-47 cm 6 st af aan weerskanten voor de armsgaten. Minder vervolgens 8-2-6-9-13 x 1 st aan weerskanten in elke 2e nld – zie de tips voor het minderen hierboven.

Armsgat (Trui): Kant bij een hoogte van 36-44-45-46-47 cm af voor de armsgaten aan weerskanten in elke 2e nld: 1 x 3 st, 3-1-2-4-5 x 2 st en 5-3-5-4-6 x 1 st.

Hals: Kant bij een hoogte van 36-44-44-46-46 cm de middelste 17 st af voor de hals. Brei de delen afzonderlijk verder.
1e kant: = (31) 41-42-43-44 st. Brei door in tricotst en Patroon 1 op de 13-14-15-15-16 st van de middenvoor. Minder vanaf een hoogte van 45-53-55-56-57 cm 7-8-9-9-10 x 1 st aan de halskant in elke 4e nld. Als alle minderingen voor het armsgat en de hals voltooid zijn resteren er 24-33-33-34-34 st voor de schouder. Ga verder in tricotst en patroon (voor de slip-over: en 7 st boordst langs het armsgat). Kant af bij een hoogte van 56-66-68-70-72 cm.
2e kant: Brei gelijk aan het 1e deel maar in spiegelbeeld.

Achterpand: Zet op en brei zoals beschreven voor het voorpand maar laat het patroon achterwege. Kant af voor de armsgaten zoals beschreven voor het voorpand = 79-99-101-103-105 st. Kant bij een hoogte van 54-64-66-68-70 cm de middelste 27-29-31-31-33 st af voor de hals. Minder vervolgens 2 x 1 st aan beide halskanten in elke 2e nld = 24-33-33-34-34 st resteren voor elke schouder. Kant af bij een hoogte van 56-66-68-70-72 cm.

Mouwen (Trui): Zet 47-50-50-53-53 st op met breinld 3 mm. Brei 3 nld av (1e nld = verkeerde kant), en ga verder met boordst, met 1 kantst aan weerskanten – volg de instructies hierboven. Brei bij een hoogte van 4-5-5-5-5 cm – zorg, dat de volgende nld een heengaande nld is – 2 nld r. Wissel naar breinld 4 mm en ga verder met tricotst. Meerder vanaf een hoogte van 9-13-9-9-13 cm 15-17-20-20-23 x 1 st aan weerskanten op elke 2½-2-2-2-1½ cm = 77-84-90-93-99 st. Kant bij een hoogte van 46-49-49-50-50 cm aan weerskanten af voor de mouwkop in elke 2e nld: 1 x 4 st, 2-3-3-3-3 x 3 st, 1-1-2-2-2 x 2 st en 1-1-2-2-2 x 1 st. Kant hierna steeds 2 st af aan weerskanten tot een hoogte van 55-56-58-60-62 cm, en vervolgens nog 1 x 3 st aan weerskanten. Kant de resterende st af, het werk heeft een hoogte van ca. 56-57-59-61-63 cm.

Afwerken: Sluit de schoudernaden.

Boord: Begin aan de linkerkant van de 17 afgekante st op de middenvoor, neem ca. 127-163 st op (deelbaar door 3 + 1) met rondbreinld 3 mm langs de hals, en eindig aan de goede kant van de 17 afgekante st. Brei heen en weer op de rondbreinld als volgt: Brei 1 nld r op de verkeerde kant, en zet 1 nieuwe st op aan weerskanten (= kantst) = 129-165 st.
Brei verder als volgt (op de goede kant): 1 r (kantst in ribbelst), 1 r, *2 av, 1 r*, herhaal van *-* en eindig met 1 r (kantst in ribbelst). Plaats een merkdraad in de 23-23-26-26-29e st vanaf weerskanten (=1 r op de goede kant). Meerder bij een hoogte van 3½ cm de 2 av aan weerskanten van de st met de merkdraden naar 3 av = 133-169 st. Brei 2 nld r op alle st en kant af. Zet het halsboord op de middenvoor vast tot aan de merkdraden – zet de randen met de goede kanten op elkaar met mooie kleine steekjes. Naai de randen van de boord aan de 17 afgekante st.

Trui: Zet de mouwen in de trui. Sluit de zij- en mouwnaden met de kantst als naadtoeslag.

Slip-over: Sluit de zijnaden met de kantst als naadtoeslag.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 01.04.2009
Hals:......1e kant: = (31) 41-42-43-44 st.

Telpatroon

symbols = r op de goede kant, av op de verkeerde kant
symbols = av op de goede kant, r op de verkeerde kant
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 85-16

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (35)

country flag Sharon Hunt-Edwards wrote:

Hello Am working on the neck of this sweater and I have taken it out one and restarted it but am still not sure 🤔 I understand the instructions. The 17 sts for the front I have bound off am I supposed to pick up sts in these sts? Also says to sew edge to edge from right side. Does this the bottom of the collar?

08.12.2023 - 21:35

DROPS Design answered:

Dear Sharon, you pick up the stitches around the neck, but not at the bottom of the neckline, where you have cast off the 17 stitches. When you finished knitting the edge/corral, it will have an edge, that you should sew to the bottom of the neckline, to the cast off stitches. I hope this helps. Happy Knitting!

10.12.2023 - 21:15

country flag Sharon Hunt wrote:

Collar: Starting at the left side of the 17 bound-off sts at center front, pick up approx. 127-163 sts (divisible by 3 + 1) on smaller circular needles around the neck, …. Dos the 125-163 included the stitches cast off for back avd from. I did not bind off these stitches because i thought the would be picked up later. Read a reply to a question which said to put the front sts on a string so I did same for the back??? S

28.11.2023 - 01:01

DROPS Design answered:

Hi Sharon, Yes, the stitch count includes knitting up (or including the stitches on the stitch holder) mid-back of neck. Happy knitting!

28.11.2023 - 06:44

country flag Sharon Hunt wrote:

Hi the armhole on the above sweater is not long enough it is shorter than on the schematic. The armhole on the sweater I like is 28 cm. Do I just knit longer after neck and shoulder shaping. Sharon

25.11.2023 - 13:39

DROPS Design answered:

Dear Sharon, the armhole on the schematic starts when the piece measures approx. 36 cm from the bottom of the piece (for the shortest size). After that, it should be an armhole of approx. 20cm for the smallest size. Please check the measurements in the schematic below; if you wish to make a longer armhole you will need to bind off for the armhole earlier in the piece. You can't continue working after the neck and shoulder shaping, since you will displace the shaping. That is why it's more difficult to adjust the measurements when you are working from the bottom up. Also take into account that the model is usually wearing an M size. Happy knitting!

26.11.2023 - 22:17

country flag Sharon Hunt wrote:

Hi the armhole on the above sweater is not long enough it is shorter than on the schematic. The armhole on the sweater I like is 28 cm. Do I just knit longer after neck and shoulder shaping. Sharon

25.11.2023 - 13:20

DROPS Design answered:

Dear Sharon, the armhole on the schematic starts when the piece measures approx. 36 cm from the bottom of the piece (for the shortest size). After that, it should be an armhole of approx. 20cm for the smallest size. Please check the measurements in the schematic below; if you wish to make a longer armhole you will need to bind off for the armhole earlier in the piece. You can't continue working after the neck and shoulder shaping, since you will displace the shaping. That is why it's more difficult to adjust the measurements when you are working from the bottom up. Also take into account that the model is usually wearing an M size. Happy knitting!

26.11.2023 - 22:17

country flag Sharon Hunt wrote:

Hi drops, i need help her. Am making size large , pullover. I have knitted up to the armhole and I have 109 sts and I have not cast off for the neck. When do I start casting off for the neck.

22.11.2023 - 20:07

DROPS Design answered:

Dear Mrs Hunt, in size L you start binding off for neck when piece measures 44 cm and you start to cast off for armhole when piece measures 44 cm, this means you first divide piece for neck in this size, then cast off for neck at the beg of every row from the side/armhole + decrease for neck. Happy knitting!

23.11.2023 - 08:32

country flag Sharon Hunt - Edwards wrote:

Hi am making size 46- the size that has a cast on of 113 sts. An I not supposed to cast off for the shoulders at the same time as I cast off 17 sts for the front? How many sts should i have for the shoulders. My count is not the same on both sides of the middle. Thanks

22.11.2023 - 10:31

DROPS Design answered:

Dear Mrs Hunt-Edwards, in size L you cast off for armhole on each side 3 sts 1 time + 2 sts 2 times + 1 stitch 5 times, at the same time, cast off the middle 17 sts for neck then decrease for neck 1 stitch 9 ganger = 125 sts (before armhole) - 24 sts (armhole, ie 12 sts on each side) = 101 sts - 17 sts for neck = 42 sts for each front piece - 9 sts decreased for neck = 33 sts remain for shoulder. Cast off when piece measures 68 cm. Happy knitting!

23.11.2023 - 08:23

country flag Sharon Hunt wrote:

Hei drops! Making the pullover, instruction says: Neck opening: At the same time when the piece measures 36-44-44-46-46 cm bind off the center 17 sts separately. I have already cast off 3 sts on each side. I cast off 2 sts about to cast off 17 middle sts. How many should I have between these 17 sts . Right side is facing me and I have allready cast off the first 3 sts on RS and WS. I have casted off 2 sts . So the RS is facing with 2 sts cast off. Thanks for a quick reply.

22.11.2023 - 07:28

DROPS Design answered:

Dear Mrs Hunt, not sure even from your previous questions which size you are working, but casting off for armhole on each side (then only towards armhole after dividing for neck) and dividing + decreasing for neck will give you 24-33-33-34-34 sts left for shoulder. Happy knitting!

22.11.2023 - 09:15

country flag Sharon Hunt wrote:

Hi Drops will be travelling and need to know the answer to this question. I would like yo knit this sleeve top down by picking up for the sleeve cap and following the pattern as written. Is this an impossible task. I know I could knit bottom up but want to avoid seeing. Thanks for responding. Sharon

17.11.2023 - 08:30

DROPS Design answered:

Dear Mrs Hunt, you can probably adapt the pattern to work the sleeve top down, but we are unfortunately not able to adjust every pattern to every single request, do not hesitate to contact your yarn store for any further assistance. Thanks for your comprehension. Happy knitting!

17.11.2023 - 08:50

country flag Sharon Hunt wrote:

Hi, am aking the pullover size 46,5 snd it states: Pullover): When the piece measures 36-44-45-46-47 cm bind off for armhole at each side every other row: 3 sts 1 time, 2 sts 3-1-2-4-5 times and 1 st 5-3-5-4-6 times. Question was how to decrease 3 sts? Thanks for responding Sharon

16.11.2023 - 17:48

DROPS Design answered:

Dear Mrs Hunt, you won't have to decrease here but to cast off the stitches at the beginning of each row on each side, ie at the beginning of a row from RS and as the beginning of a row from WS. Happy knitting!

17.11.2023 - 08:47

country flag Sharon Hunt- Edwards wrote:

Hi! Started this sweater and decided to make it in the round. When I started M1 over 47 sts I ended with a purl st after the first row. Since am doing this in the round and not back and forth am wondering if I should start from the left instead og the right on the chart. Thanks for your help.

16.11.2023 - 07:34

DROPS Design answered:

Dear Mrs Hunt-Edwards, it looks fine as you say, the diagram worked over 47 sts will start and end with a Purl stitch on 1st row (so that pattern is symmetrical), when working in the round, just work the stitches as they should be seen from RS, ie P1, K1 on first round and K all sts on every other round. Happy knitting!

16.11.2023 - 10:28