DROPS Alaska
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 45.99€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
DROPS 85-15
Maat: 12/14 jaar - S/M - L - XL – XXL
Afmetingen:
Bovenwijdte: 98-104-112-118-126 cm
Zoom: 90-98-104-112-120 cm
Materialen: DROPS Alaska van Garnstudio,
700-850-950-1050-1150 gr nr. 02, naturel
50-100-100-100-100 gr nr. 49, beige
50-100-100-100-100 gr nr. 50, bruinmix
En gebruik: DROPS Alpaca van Garnstudio,
50 gr nr. 0100, ecru
DROPS houten buffelknopen, nr. 520: 4 stuks.

DROPS Sokkenbreinld en rondbreinld 3mm, 4mm en 5mm, of de maat die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.
DROPS Haaknld 4mm, of de maat die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alaska
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 45.99€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

Steekverhouding: 17 st x 22 nld met breinld 5 mm in tricotst = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere naalden om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje!

Boordst: *3 r, 2 av*, herhaal van *-*.

Patroon: Zie de teltekening hieronder. Alle naalden van het patroon zijn weergegeven op de goede kant en het patroon wordt helemaal in tricotst gebreid.

Panden: Zet 155-170-180-190-210 st op met rondbreinld 3 mm en naturel Alaska. Brei 2 nld ribbelst. Brei dan verder met boordst als volgt (op de goede kant): 1 r (kantst in ribbelst), *3 r, 2 av*, herhaal *-*, eindig met 3 r en 1 r (kantst in ribbelst). Wissel bij een hoogte van 4-5-5-5-5 cm naar rondbreinld 4 mm en brei 2 nld ribbelst, en pas in de 1e nld het aantal st (minderen/meerderen) aan naar 155-167-179-191-207 st. Ga verder met tricotst, met 1 kantst aan weerskanten (middenvoor) in ribbelst. Plaats merkdraden in het werk op 39-42-45-48-52 st vanaf weerskanten = 77-83-89-95-103 st tussen de merkdraden voor het achterpand. Meerder vanaf een hoogte van 5-6-6-6-10 cm 3-3-3-3-2 x 1 st aan weerskanten van de merkdraden op elke 3½ -7-7-8-10 cm = 167-179-191-203-215 st. Brei vanaf een hoogte van 13-21-22-23-24 cm verder volgens Patroon 1, met 1 kantst aan weerskanten (middenvoor) in ribbelst. Brei bij een hoogte van 33-41-42-43-44 cm de volgende nld als volgt (goede kant): 39-42-45-48-51 st (= rechter voorpand), kant 6 st af voor het armsgat, 77-83-89-95-101 st (= achterpand), kant 6 st af voor het armsgat, 39-42-45-48-51 st (= linker voorpand). Brei de delen afzonderlijk verder.

Linker voorpand: = 39-42-45-48-51 st. Kant af aan de zijkant voor het armsgat in elke 2e nld: 1-1-1-2-2 x 2 sten 4-2-3-3-4 x 1 st. Minder tegelijkertijd bij een hoogte van 36-43-44-45-47 cm voor de hals in elke 2e nld: 12-14-14-15-15 x 1 st = 21-24-26-26-28 st resteren voor de schouder. Kant de resterende st af bij een hoogte van 54-64-66-68-70 cm.

Rechter voorpand: = 39-42-45-48-51 st. Brei zoals het linker voorpand, maar in spiegelbeeld.

Achterpand: = 77-83-89-95-101 st. Kant af voor de armsgaten aan weerskanten zoals beschreven voor de voorpanden = 65-75-79-81-85 st resteren op breinld. Kant bij een hoogte van 52-62-64-66-68 cm de middelste 19-23-23-25-25 st af voor de hals. Minder vervolgens nog 2 x 1 st aan beide halskanten in elke 2e nld = 21-24-26-26-28 st resteren voor elke schouder. Kant de resterende st af bij een hoogte van 54-64-66-68-70 cm.

Mouwen: Zet 40-40-45-45-45 st op met sokkenbreinld 4 mm en naturel Alaska. Brei in het rond en plaats een merkdraad aan het begin van de toer. Brei 2 nld ribbelst, en ga dan verder met boordst tot een hoogte van 5-6-6-6-6 cm. Wissel naar sokkenbreinld 5 mm en brei 2 nld ribbelst, en pas in de 1e nld het aantal st aan naar (minderen/meerderen) 38-40-43-43-43 st. Brei verder met tricotst. Meerder vanaf een hoogte van 10-8-8-12-11 cm 14-17-17-18-20 x 1 st aan weerskanten van de merkdraad op elke 2½ -2½-2½-2-2 cm = 66-74-77-79-83 st. Brei tegelijkertijd vanaf een hoogte van 17-18-18-19-19 cm, Patroon 1 (brei de gemeerderde st gaandeweg mee in het patroon). Kant bij een hoogte van 47-50-50-51-51 cm 3 st af aan weerskanten van de merkdraad. Kant vervolgens af voor de mouwkop aan weerskanten in elke 2e nld: 2 x 3 st, 2-2-2-3-4x 2 st, 2-2-2-3-4 x 1 st. Kant hierna steeds 2 st aan weerskanten tot een hoogte van 55-57-58-60-61 cm, en kant dan nog 1 x 3 st af aan weerskanten. Kant de resterende st af, het werk meet ca 56-58-59-61-62 cm.

Afwerken: Sluit de schoudernaden.

Knoopsgatbies: Neem 209-319 st op (deelbaar door 5 + 4) langs het rechter voorpand, langs de achterhals en dan langs het linker voorpand met rondbreinld 4 mm en naturel Alaska. Brei 1 nld r op de verkeerde kant en 1 nld r op de goede kant. Brei vervolgens boordst, met 3 st in ribbelst aan weerskanten en begin de boordst met 3 r (op de goede kant). Meerder bij een hoogte van 6-7-7-7-7 cm, (op de verkeerde kant) alle 3 av naar 4 av boven de middelste 38 st (achterhals). Kant af in patroon bij een hoogte van 8-9-9-9-9 cm. Neem 300-400 st op met ecru Alpaca op breinld 3 mm langs de buitenrand van de knoopsgatbies. Brei 4 nld tricotst, kant af. Naai de afgekante rand aan de knoopsgatbies naast de 1e st.

Lusjes: Haak 4 knoopsgatlusjes op het linker voorpand met naturel Alaska. 1 lusje = 1 v in de laatste st van de knoopsgatbies, 7 l, sla 1 st over, 1 v. Zet het bovenste lusje bij het begin van het halsboord, en haak vanaf daar lusjes met een tussenruimte van 5-6-6-6-6 cm. Zet de mouwen in het vest. Naai de knopen aan.

Telpatroon

symbols = naturel
symbols = beige
symbols = donkerbruin
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 85-15

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (17)

country flag Amanda Karlsson wrote:

Does the pattern continue after I have separated the fronts from the back?

18.01.2023 - 11:35

DROPS Design answered:

Dear Mrs Karlsson, yes, if the diagram M.1 is not done when you divide piece, continue the pattern on each front pieces/back piece - making sure to line it up over the first part before dividing. Happy knitting!

18.01.2023 - 16:59

country flag Joan Høst wrote:

Hvad er en ærmepind. Skal/kan man strikke ærmerne på rundpind?

03.01.2023 - 14:09

DROPS Design answered:

Hej Joan, det er samme som strømpepinde, du kan vælge at strikke på strømpepinde eller lille rundpind :)

05.01.2023 - 10:35

country flag Joan Høst wrote:

Man skal på ryg og forstykke starte med at tage ud når arbejdet måler 6 cm (str. XL) Når I skriver arbejdet er det så hele arbejdet eller er det efter ribben? Når jeg har strikket ribben og 2 p retstrik måler arbejdet allerede 7 cm

10.11.2022 - 19:41

DROPS Design answered:

Hej Joan, det er hele arbejdet (incl ribben), se også måleskitsen nederst i opskriften :)

11.11.2022 - 14:58

country flag Coulom Jacqueline wrote:

Je ne comprends pas les explications lors de l'assemblage: relever 209mailles ou 319 mailles? faut-il relever 209 mailles sur chaque devant et 110mailles sur le dos? ça me semble beaucoup! laine de belle qualité qui fait un excellent tricot. merci pour ce complément d'information.

24.10.2022 - 13:06

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Coulom, en fonction de la taille tricotée et de votre tension en hauteur (votre nombre de rangs le long des devants), vous devrez relever entre 209 et 319 mailles, veillez juste bien à ce que votre nombre de mailles soit multiple de 5 + 4 pour que les côtes tombent juste ensuite. Bon tricot!

24.10.2022 - 16:23

country flag Nathan wrote:

Bonjour, Je ne suis pas sûr de comprendre ce passage : (ASSEMBLAGE) "Avec le fil Naturel Alpaca et les aiguilles 3 relever sur la bordure extérieure de la bordure de boutonnage env 300-400 m." Sur quelle portion des côtes dois-je relever ces 300-400m ? Tout le tour ? Seulement un côté ? Les deux ? Le reste du gilet s'est fait tout seul, Alaska est très agréable à tricoter ! Merci d'avance pour votre réponse.

05.12.2019 - 15:34

DROPS Design answered:

Bonjour Nathan, cette partie a été reformulée pour qu'elle soit plus claire, vous allez en fait faire une sorte de petite "doublure" sur l'envers pour cacher les mailles relevées des bordures des devants et du col: vous relevez les mailles sur l'envers tout le long de la bordure en côtes (dans le 1er rang rang des bordures devants/le col) et assemblez cette petite partie de l'autre côté des mailles relevées (côté dos cette fois). En espérant que ces explications supplémentaires vous aideront. Bon tricot!

06.12.2019 - 08:43

country flag Doris Steinmayr wrote:

Ich habe Probleme mit den Ärmeln, wie teile ich das Muster ein, wenn ich alle 5 Reihe 2 Maschen zunehme

10.09.2018 - 11:48

DROPS Design answered:

Liebe Frau Steinmayr, am Anfang der Runde werden die Maschen in M.1 wie die letzten Maschen im Diagram gestrickt und am Ende der Runde werden die Maschen in M.1 wie die ersten Maschen im Diagram gestrickt, so haben Sie immer mehr Maschen in M.1 gestrickt und das Muster wird herum gestrickt. Diese Lektion kann Ihnen damit helfen. Viel Spaß beim stricken!

11.09.2018 - 08:58

country flag Eva Karlsen wrote:

Når en har lagt til stolpen , blir ikke da vidden på forstykkene for stor i forhold til ryggen ?? Er dette regnet med i måleskjema ??

28.07.2016 - 13:33

DROPS Design answered:

Hej Eva, ja det stemmer, det er meningen at den skal overlappe foran. God fornøjelse!

22.12.2016 - 09:45

country flag Anja wrote:

Hallo Ich möchte mit dem Schalkragen starten. Gemäss Anleitung muss die Zahl der aufzunehmenden Maschen durch 5 und 4 teilbar sein. 209 und 319 sind nicht durch 4 und 5 teilbar, wohl aber zB 320. Bin ich in dem korrekt oder habe ich da was falsch verstanden. Hat es am Schalkragen auch Randmaschen zu beachten? Vielen Dank für Ihre Rückmeldung.

05.11.2015 - 23:28

DROPS Design answered:

"5 + 4" bedeutet, dass die Maschenzahl durch 5 teilbar sein muss und dann noch 4 M übrig sein müssen. 209 = 41 x 5 + 4 und 319 = 63 x 5 + 4. Die Randmaschen sind in den Schalkragen-Maschen enthalten.

07.11.2015 - 12:14

country flag Anja wrote:

Hallo Ich möchte mit dem Schalkragen starten. Gemäss Anleitung muss die Zahl der aufzunehmenden Maschen durch 5 und 4 teilbar sein. 209 und 319 sind nicht durch 4 und 5 teilbar, wohl aber zB 320. Bin ich in dem korrekt oder habe ich da was falsch verstanden. Hat es am Schalkragen auch Randmaschen zu beachten? Vielen Dank für Ihre Rückmeldung.

05.11.2015 - 22:41

DROPS Design answered:

Antwort siehe oben! :-)

07.11.2015 - 12:14

country flag Lis Berenkuil wrote:

Mønsteret viser ret siden, hvordan strikkes der tilbage.

08.07.2015 - 17:11

DROPS Design answered:

Hej Lis. Mönstret strikkes i glatstrik, saa du strikker vrang tilbage. Hver anden raekke i diagrammet er vrangen (altsaa 2, 4, 6 osv). Du kan se her hvordan vores diagrammmer laeses. God fornöjelse.

30.07.2015 - 13:52