DROPS Alaska
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 37.23€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 28-6

Maat: S – M - L

Materiaal: DROPS Alaska, van Garnstudio
850-900-950 gr. kleur nr. 2, naturel

DROPS rondbreinld en breinld zonder knop 4 mm en 5 mm of de maat die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.
Stekenverhouding: 17 st keer 21 nld op nld 5 mm in patroon = 10 x 10 cm.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alaska
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 37.23€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon


Gerstekorrel:
Eerste nld: 1 st recht, 1 st av.
Tweede nld: av boven recht, recht boven av.
Herhaal steeds de tweede nld.

Bobbel: Gebreid aan de goede kant. Meerder tot 2 st in 1 st, brei 2 nld tricotst over deze 2 st. Brei in de volgende nld 2 st recht samen.

Patroon: De telpatronen geven de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

Achterpand en voorpand:
Worden in de rondte gebreid op de rondbreinld.
Zet 198-204-210 st op met rondbreinld 4 mm en brei 7 cm van M.1. Ga verder met nld 5 mm en pas TEGELIJKERTIJD het aantal st aan naar 192-204-216 st. Ga verder in M.2, brei dan M.3. Denk om de stekenverhouding. Splits bij een hoogte van 29-31-31 cm het werk in twee en brei ieder deel apart verder heen en weer gebreid op de nld tot het werk 32-34-34 cm meet. Minder nu 3 st aan iedere kant = 90-96-102 st voor elk deel. Laat de panden rusten en brei de mouwen.

Mouwen:
Wordt in de rondte gebreid op breinld zonder knop.
Zet 48-48-54 st op met breinld zonder knop 4 mm en brei 6 cm van M.1. Ga verder met nld 5 mm in M.6 en pas TEGELIJKERTIJD het aantal st aan naar 50-50-50 st. Ga verder in M.2, en dan M.3 – zorg dat er een patroonherhaling netjes midden bovenop de mouw komt. Denk om de stekenverhouding. Meerder TEGELIJKERTIJD na M.1, 2 st midden onder de arm 21 keer afwisselend elke 2e en 3e nld voor maat S en M en elke 3e nld voor maat L = 92 st. Splits bij een hoogte van 33-35-37 cm de mouw midden onder de arm en ga verder heen en weer gebreid op de nld tot het werk 35-37-39 cm meet. Kant 4 st af aan iedere kant, laat het werk rusten.

Pas:
Zet alle st op dezelfde rondbreinld = 90-96-102 st voor het achterpand, 84-84-84 st voor de rechtermouw, 90-96-102 st voor het voorpand, 84-84-84 st voor de linkermouw = totaal 348-360-372 st. Ga verder in M.4, minder TEGELIJKERTIJD in de laatste nld 5 st gelijkmatig voor maat S en meerder 5 st gelijkmatig voor maat L = 285-300-315 st. Brei de volgende nld als volgt: *14-15-16 gerstekorrel, M.5*, minder TEGELIJKERTIJD 1 st aan beide zijkanten van M.5 twee keer elke 9e nld. Na M.5 staan er 195-210-225 st op de nld. Brei nu 1 nld gerstekorrel over alle st en meerder TEGELIJKERTIJD 1 st in maat S en minder 1 st in maat L = 196-210-224 st. Brei nu 2 nld gerstekorrel en brei TEGELIJKERTIJD een bobbel in iedere 4-5-4 st in de eerste nld. Brei 1 nld av, brei 2 nld recht, brei 1 nld av, brei 1 nld recht en brei de volgende nld als volgt: *M.6, 10 st av*. Ga zo 8 cm verder en minder TEGELIJKERTIJD 1 st aan beide zijkanten van de kabels (2 st av samen) twee keer elke 2 cm = 140-150-160 st. Ga verder met nld 4 mm, brei 1 nld av, brei 1 nld recht, brei 1 nld av en minder TEGELIJKERTIJD tot 88-90-90 st in de eerste nld. Brei 4.5 cm gerstekorrel, 4 nld tricotst en brei de volgende nld als volgt: *2 st recht samen, 1 omsl*, 4 nld tricotst, 4 cm gerstekorrel en kant dan alle st af. Vouw de halsboord dubbel naar de verkeerde kant en zet vast.

Afwerking: Naai de openingen onder de armen dicht.


Telpatroon

symbols = Bobbel, zie uitleg boven
symbols = Recht
symbols = Averecht
symbols = 2 st recht samen, 1 omsl
symbols = 1 omsl, 1 st r afh, 1 st recht, afgeh st overh
symbols = = 2 st recht samen
= zet 2 st op een kabelnld en hou deze voor het werk, 2 st recht, 2 st recht van de kabelnld
= 1 omsl
= zet 1 st op een kabelnld en hou deze voor het werk, 2 st recht, 1 st recht van de kabelnld
= 1 st r afh, 1 st recht, afgeh st overh
symbols = zet 2 st op een kabelnld en hou deze voor het werk, 2 st recht, 2 st recht van de kabelnld
symbols = 1 omsl
symbols = zet 1 st op een kabelnld en hou deze voor het werk, 2 st recht, 1 st recht van de kabelnld
symbols = 1 st r afh, 1 st recht, afgeh st overh
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 28-6

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (24)

country flag Françoise TEYCHENEY wrote:

Bonjour, je suis désolée mais je ne comprend pas comment compter les 15 mailles de point de riz. Faut-il intégrer dans ces 15 mailles les diminutions avant et après M5 ou faire i diminution , 13 mailles point de riz et une autre diminution ? Merci pour votre réponse

29.03.2023 - 18:35

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Teycheney, vous tricotez: *15 m point de riz, M.5* tout le tour. Vous diminuez de chaque côté de M.5 autrement dit, vous diminuez le nombre de mailles point de riz: *2 m ens, 11 m point de riz, 2 m ens, M.5*, il reste 13 m point de riz entre chaque M.5, puis la fois suivante, il ne restera que 11 m point de riz (= 2 m ens, 9 m point de riz, 2 m ens) entre chaque M.5 et ainsi de suite. Tricotez les 2 m ens à l'endroit ou à l'envers en fonction du point de riz. Bon tricot!

11.04.2023 - 09:32

country flag Françoise TEYCHENEY wrote:

Bonjour, dans ce modèle en taille M, lorsque je tricote 15 mailles en point de riz et les diminutions avant M5, doit-on faire les diminutions sur les 14 et 15ème mailles de point de riz ou bien faut-il faire 15 mailles et une diminution sur la 16 et 17ème maille ? Merci pour votre réponse

28.03.2023 - 18:41

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Teycheney, on doit ici diminuer 1 m de chaque côté de chaque M.5, autrement dit, vous allez tricoter ensemble les 2 premières mailles point de riz et les 2 dernières mailles point de riz (il reste 13 m point de riz après la 1ère diminution et 11 m point de riz après la 2ème diminution entre chaque M.5). Bon tricot!

29.03.2023 - 09:36

country flag Ilona Baker wrote:

I am confused when it comes to knitting the sleeves. When I have 50 sts on round how do I knit M.6 and the M.2 and M.3 as 50 is not divisible by 4 or 12?

23.09.2020 - 22:37

DROPS Design answered:

Dear Mrs Baker, there is a mistake in the English pattern, on sleeve you work M.1 for 6 cm then adjust the number of sts to 50 sts and work now M.2 one time in height, then work and repeat M.3 - centering one repeat mid on the sleeve - see this lesson. Pattern will be edited, thanks for your feedback, happy knitting!

24.09.2020 - 09:36

country flag Sharon Van Der Lee wrote:

My previous question was with regard to M5 in the yoke, not M4. Thank you.

01.01.2020 - 15:35

country flag Sharon Van Der Lee wrote:

When working the seed stitch and M4 in the yoke, do I keep knitting 15 seed stitches and M4 in every row, until the first decrease at the 9th row? That would mean there are 420 stitches in total at the 8th row. Is that correct? To me, it seems I should be making some kind of decrease in seed stitches on either side of M4 to compensate for the yarn over additional stitches in M4 on rows 3,5,7,9.

01.01.2020 - 15:31

DROPS Design answered:

Dear Mrs Van Der Lee, the decreases in the seed stitch has to be worked two times on every 9th round, the increases in M.5 will be then decreased in the 2nd half of M.5. Happy knitting!

02.01.2020 - 15:31

country flag Monique AUBERT wrote:

Bonjour , J'ai un doute : M6 et les 10 mailles envers se font avec des aiguilles 5 ou 4 . Ou est-ce que je prends les aig. 4 après les 8 cm *M6 , 10 m envers*. Merci et à très bientôt .

17.04.2019 - 16:26

DROPS Design answered:

Bonjour Monique. Vous tricotez M6 e les 10 m envers avec les aiguilles n° 5. Vous passez aux aiguilles n° 4 après les 8 cm * M6, 10 m env* et quand vous restez avec 150 m (en taille M). Bon tricot !

17.04.2019 - 17:03

country flag Monique AUBERT wrote:

En partant avec 300 mailles j'ai fait un premier tour en diminuant d'une maille de chaque côté de M 5 = 28 diminutions sur le tour mais le point de riz ne correspond pas avec M 5 , il me reste 6 mailles. j'ai bien vérifié , il n'y a pas d'erreur . J'ai peut-être mal compris . Que faire ? Dans l'attente de vous lire , recevez mes remerciements

12.04.2019 - 15:22

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Aubert, il faut en fait tricoter (15 m - et non 16 m en taille M) point de riz, M.5) et on répète de (à) tout le tour = 15 fois au total. La correction a été faite. Bon tricot!

12.04.2019 - 16:05

country flag Monique AUBERT wrote:

A quel moment de M5 je dois diminuer les mailles dans le point de riz ? Merci

12.04.2019 - 10:57

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Aubert, vous diminuez ainsi dans M.5, je cite: Tricoter ensuite le tour suivant : *14-16-16 m point de riz, M5*, EN MÊME TEMPS, diminuer 1 m de chaque côté de M5, 2 fois tous les 9 tours. , donc la 1ère fois au 1er tour de M.5 puis encore une fois au 10ème tour de M.5. Bon tricot!

12.04.2019 - 12:07

country flag Monique Aubert wrote:

Je ne comprends pas M5 : Si je fais les jetés au centre cela augmente le nombre de maille . A quel moment doit on faire des diminutions. Merci pour votre dévouement.

12.04.2019 - 10:26

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Aubert, tout à fait, dans la 1ère partie de A.5, on va augmenter le nombre de mailles pour former la feuille, mais dans la 2ème moitié de M.5, on va diminuer ces mailles pour le haut de la feuille. Quand M.5 est terminé, il reste 3 mailles (au lieu de 5 au 1er rang). Mais en même temps que l'on tricote M.5, on va diminuer dans les mailles point de riz de chaque côté de M..5. Bon tricot!

12.04.2019 - 10:38

country flag Monique AUBERT wrote:

Dans les explications du modèle 28-6 , pour l'empiècement , J'ai repris les manches 2 fois 96 m + 84 m pour le dos + 84 m pour le devant = 360 m . Pour continuer en suivant M4 il faut 300 m , quelle sont les diminutions à faire entre les 360 m des dos, devant et manches rassemblés pour avoir les 300 m pour suivre M4 . Je vous remercies de me donner les explications pour continuer mon ouvrage. A très bientôt et encore Merci !

08.04.2019 - 17:23

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Aubert, en taille M, on ne diminue pas au dernier rang comme en taille S et L: on répète 30 fois M.4 au total = 12 m x 30 = 360 m. Mais on va diminuer 2 m dans chaque M.4 (cf diagramme), quand M.4 sera terminé, on aura diminué 2 m x 30 = 60 m = il reste 300 m. Bon tricot!

09.04.2019 - 09:54