DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 31.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

DROPS Baby 14-29

Set bestaande uit gebreid vest met raglan, gestreepte broek met boordsteek en sloffen in DROPS Alpaca. Maten baby en kinderen van 1 maand tot 4 jaar.

DROPS Baby 14-29
Maat: 1/3 – 6/9 – 12/18 maanden (2 – 3/4 jaar)
Maat in cm: 50-56 – 62/68 – 74/80 (86/92 – 98/104)
Materialen: DROPS Alpaca van Garnstudio
Vestje:
150-200-200 (250-250) gr kleur nr. 2917, lichtturkoois

DROPS rondbreinld en sokkenbreinld 4.5mm
DROPS houten knopen, nr. 513, 5-5-6 (6-6) stuks

Broekje:
100-100-100 (100-150) gr kleur nr. 0618, beige-mix
50 gr voor alle maten en de volgende kleuren:
nr. 0302, camel, nr. 0501, lichtgrijs, nr. 2917, lichtturkoois

DROPS rondbreinld en sokkenbreinld 4mm
Elastiek: ca 50-60 cm voor de taille (1.5 cm breed)

Laarsjes:
50-50-100 (100-100) gr kleur nr. 2917, lichtturkoois
DROPS breinld 3.5mm (voor de boord) en 4mm.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 31.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

VESTJE:

Steekverhouding: 18 st x 23 nld met 2 draden Alpaca met breinld 4.5mm in tricotst = 10 x 10 cm.

Ribbelst (heen en weer op de nld): Alle nld recht breien.

Knoopsgat: Maak knoopsgaten in het rechter voorpand op de goede kant als volgt: Brei de 2e en de 3e st vanaf de kant samen en maak een omslag. Brei in de volgende nld de omslag als een st. Maak knoopsgaten als volgt:
Maat 1/3 maanden: 2, 8, 14 en 20 cm
Maat 6/9 maanden: 2, 8, 15 en 21 cm
Maat 12/18 maanden: 2, 8, 14, 20 en 26 cm
Maat 2 jaar: 2, 9, 16, 23 en 30 cm
Maat 3/4 jaar: 2, 10, 18, 26 en 34 cm
NB! Het laatste knoopsgat komt in het halsboord.

Tips voor het minderen (geldt voor de raglan): Alle minderingen komen op de goede kant van het werk.
Minder als volgt in elke overgang van mouw en panden (begin 3 st voor de merkdraad): 2 r sam, 2 st r (merkdraad zit tussen deze 2 st), 1 r afh, 1 r, afgeh st overh.

Voor- en achterpand: Het vestje wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld vanaf het middenvoor. Denk aan de knoopsgaten op de rechter knoopsgatbies – zie boven. Zet 132-138-150 (162-168) st op (incl. 5 voorbiesst langs het middenvoor aan weerskanten, die op het hele werk in ribbelst worden gebreid) met 2 draden lichtturkoois (dubbele draad) en breinld 4.5mm. Brei 1 nld av op de verkeerde kant en brei de volgende nld als volgt: 5 voorbiesst in ribbelst, *2 r, 4 av*, herhaal van *-* en eindig met 2 r en 4 voorbiest in ribbelst. Brei door met deze boordst tot een hoogte van 3-3-3 (4-4) cm. Ga vervolgens verder in tricotst met 5 voorbiesst aan weerskanten in ribbelst. Pas tegelijkertijd in de 1e nld na de boordst het aantal st aan naar 118-128-140 (146-158) st – minder niet tussen de 5 voorbiesst aan weerskanten. Plaats een merkdraad 32-34-38 (39-42) st vanaf beide kanten = 54-60-64 (68-74) st tussen de merkdraden op het achterpand. Minder bij een hoogte van 5-5-6 (6-6) cm 5 x 1 st aan weerskanten van de merkdraden op elke 3-3-3 (4-5) cm = 98-108-120 (126-138) st. Brei bij een hoogte van 19-20-23 (27-30) cm – zorg dat de volgende nld op de verkeerde kant komt – 3 nld ribbelst over alle st. Kant in de volgende nld 6-8-8 (8-10) st aan weerskanten voor de armsgaten (d.w.z. 3-4-4 (4-5) st aan weerskanten van de merkdraden) = 38-42-46 (50-54) st op het achterpand en 24-25-29 (30-32) st voor elk voorpand. Leg het werk terzijde en brei de mouwen.

Mouw: De mouw wordt in het rond gebreid op sokkenbreinld. Zet 30-30-36 (36-36) st op met 2 draden lichtturkoois. Brei 1 nld r en ga verder in boordst 2r, 4 av, tot een hoogte van 3-3-3 (4-4) cm. Brei verder in tricotst en pas tegelijkertijd het aantal st aan naar 28-28-30 (30-32) op de 1e nld in tricotst. Meerder vanaf een mouwhoogte van 8-6-6 (6-6) cm, 2-4-5 (7-7) x 2 st op het midden ondermouw op elke 7-4-3 (3-3.5) cm = 32-36-40 (44-46) st. Brei bij een hoogte van 18-20-21 (26-30) cm 1 nld av, 1 nld r, 1 nld av en 1 nld r terwijl in deze laatste nld 6-8-8 (8-10) st van de middenondermouw worden afgekant = 26-28-32 (36-36) st. Leg het werk terzijde en brei de andere mouw.

Pas: Zet de mouwen op dezelfde rondbreinld als de voor- en achterpanden boven de st van de armsgaten = 138-148-168 (182-190) st. Plaats een merkdraad in alle overgangen tussen de panden en de mouwen (= 4 merkdraden).
Lees het onderstaande goed door voordat u verder gaat:
Brei ribbelst over alle st en brei 1 nld r op de verkeerde kant voordat de raglanminderingen beginnen.

Raglan minderingen: Minder 1 st aan weerskanten van alle merkdraden (= 8 minderingen per nld) – zie de tips voor het minderen – Minder in elke 4e nld in totaal 7-8-8 (9-10) keer en vervolgens in elke 2e nld 0-0-2 (2-2) keer.
Hals: Zet tegelijkertijd bij een hoogte van 25-27-31 (41-45) cm de buitenste 8-8-10 (10-10) st langs het middenvoor op een draad voor de hals. Kant vervolgens aan de halskant af in elke 2e nld: 2 x 2 st en 2 x 1 st.
Als de minderingen voor de raglan en de hals voltooid zijn resteren er 54-56-56 (62-62) st en heeft het werk een hoogte van ca 30-32-36 (41-45) cm.

Afwerking: Neem ca 80 tot 96 st langs de hals (incl. de st van de draden) met rondbreinld 4mm met 2 draden turkoois. Brei 1 nld r op de verkeerde kant en 1 nld r op de goede kant en pas tegelijkertijd het aantal st aan naar 54-60-60 (66-66). Brei verder in boordst als volgt (1e nld= verkeerde kant): 5 voorbiesst in ribbelst, *2 av, 4 r*, herhaal van *-* en eindig met 2 av en 5 ribbelst. Maak na 1 cm een knoopsgat boven de anderen in het rechter voorpand. Kant losjes af in patroon als de boord een hoogte heeft van 2 cm.
Sluit de opening onder de armen en naai de knopen aan.




BROEKJE:

Steekverhouding: 19 st x 25 nld met dubbele draad en breinld 4mm in tricotst = 10 x 10 cm.

Boordst: *3 r, 3 av*, herhaal van *-*

Strepen: zie teltekening M.1

Tips voor het meerderen: Neem het draadje tussen de linker- en rechternaald op en brei deze verdraaid r of av zodat het in de boordst past – d.w.z. brei de 1e 3 gemeerderde st r, brei de volgende 3 av etc.

Het broekje wordt van boven naar beneden gebreid.
Zet 84-96-96 (108-108) st op met 2 draden beige-mix en rondbreinld 4mm. Brei boordst. Begin na 2 cm met het streeppatroon – zie M.1, begin onderaan de teltekening. Meerder vanaf een hoogte van 10-13-14 (15-16) cm in elke 2e nld 12 x 1 st aan weerskanten van de 3 middelste rechte st – zie de tips voor het meerderen – = 108-120-120 (132-132) st. Na de laatste meerdering heeft het werk een hoogte van ca 20-23-24 (25-26) cm. Kant in de volgende nld 5 st af op het middenvoor en middenachter en brei de pijpen afzonderlijk verder.

Pijpen: Zet de st van een pijp op een draad en de st van de andere pijp op sokkenbreinld 4mm = 49-55-55 (61-61) st. Brei in het rond (en laat het streeppatroon doorlopen) en minder in de 1e nld de 4 av aan de binnenkant van de pijp naar 3 av = 48-54-54- (60-60) st. Ga door in boordst met het streeppatroon tot de pijp een lengte heeft van 18-21-24 (29-34) cm. Wissel naar beige-mix en brei 6 cm boordst voor de omslag. Kant losjes af in patroon.
Brei de andere pijp op dezelfde manier.

Afwerking: Sluit de opening tussen de benen. Vouw de bovenste 2 cm van de tailleband naar de verkeerde kant en zet deze netjes vast – laat een stukje open en rijg hier het elastiek door. Vouw de omslag van de pijpen naar buiten om.




LAARSJES:

Voor een voetlengte van: 10-11-12 (14-15) cm

Steekverhouding: 19 st x 38 nld met een dubbele draad en breinld 4mm in ribbelst = 10 x 10 cm.

Ribbelst (heen en weer op de nld): Alle nld recht breien

Boordst: *2 r, 2 av*, herhaal van *-*.

De laarsjes worden van boven naar beneden gebreid en later op de middenachter gesloten. Zet losjes 14-16-16 (18-18) st op met 2 draden lichtturkoois en breinld 4mm en brei ribbelst tot een lengte van 3-3-3 (4-4) cm. Zet de st op een draad en brei eenzelfde stukje (= het bovendeel van het laarsje). Zet de 2 stukjes op dezelfde nld en brei 1 nld ribbelst over alle st = 28-32-32 (36-36) st (de opening in het midden van het werk = middenvoor).
Wissel naar breinld 3.5mm en brei de volgende nld als volgt op de goede kant: 1 kantst in ribbelst, *2 r, 2 av*, herhaal van *-* en eindig met 2 r en 1 kantst in ribbelst. Brei de boordst zo verder tot een hoogte van 3.5-4.4.5 (5-5) cm. Zet vervolgens de buitenste 10-11-11 (12-12) st aan weerskanten op een draad. Ga weer verder met breinld 4mm en brei 4-5-6 (7-8) cm ribbelst over de resterende 8-10-10 (12-12) st van de middenvoor. Minder nu in elke 2e nld aan weerskanten 2 x 1 st = 4-6-6 (8-8) st over, knip de draad af. Neem 10-11-13 (15-17) st op aan weerskanten van het middenstukje en zet de st van de draad weer terug op de nld = 44-50-54 (62-66) st. Brei 3-3.5-4 (4.5-5) cm ribbelst over alle st, en minder tegelijkertijd na 1.5-2-2.5 (3-3.5) cm in elke 2e nld als volgt tot de vereiste afmetingen: Kant 1 st af aan het begin en het eind van de nld en brei 2 st samen aan weerskanten van de middelste st = ca 32-38-42 (50-54) st over. Kant losjes af. Brei nog een laarsje.
Sluit de naad onder de voet en middenachter – naai in de buitenste lusjes om een mooie vlakke naad te krijgen.




KNUFFEL: zie patroon nr. 13-34

Telpatroon

symbols = beige mix
symbols = licht turkoois
symbols = camel
symbols = lichtgrijs
symbols = brei eerst M.1a, dan M.1b = 78 naalden = 31 cm
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 14-29

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (31)

country flag Cathy Hansen wrote:

Hei. Hva er garnmengden på buksen når du strikker den i 1 farge ?

02.10.2022 - 14:48

DROPS Design answered:

Hej Cathy, du skal nok bruge 1 nøgle mere i bundfarven, hvis du strikker bukserne ensfarvede :)

03.10.2022 - 15:10

country flag Katharina wrote:

Schon alles verstanden bzw. gefunden... 😉

28.02.2019 - 21:34

country flag Katharina wrote:

Jacke = beidseiteig der Makierung eine Masche abk. ? = einfach zwei Maschen zusammenstricken ? :-)

28.02.2019 - 17:40

DROPS Design answered:

Liebe Katharina, für die Raglanabnahmen sollen Sie 1 Masche abnehmen, nicht abketten - siehe Tipp zum Abketten - die deutsche Anleitung wird angepasst. Viel Spaß beim stricken!

01.03.2019 - 09:39

country flag Sophie wrote:

Hallo, ich fange jetzt das Oberteil an. Mein Nadelspiel für die Ärmel 4,5 ist ein klein bisschen dünner als die Rundstricknadel für den Körper. Wenn ich jetzt mit Rundstricknadel Nr 5 weiter stricke, ist der Unterschied dann nicht zu groß (man soll ja Nr 4 nehmen)? Soll ich vielleicht einfach mit der bereits verwendeten Rundstricknadel weiter stricken? Ich bedanke mich im Voraus für die Hilfe. Leider hab ich es nicht bemerkt.

21.10.2018 - 22:32

DROPS Design answered:

Liebe Sophie, die ganze Jacke wird mit der selben Nadel bzw Nr 4.5 gestrickt, am besten stricken Sie die Passe auch mit einer Nadel Nr 4,5 sonnst werden die Anleitung nicht mehr stimmen (mit größeren Nadeln wird die Maschenprobe nicht mehr stiimmen). Viel Spaß beim stricken!

22.10.2018 - 09:57

country flag Betty Larose wrote:

Pour la réalisation du pantalon, lorsque vous demandez d'augmenter une maille de chaque côté des 3 mailles à l'endroit, 12 fois tous les 2 rangs, je ne comprends absolument pas où je dois augmenter puisque je tricote en côtes 3/3. Après 12 tours d'augmentation, je devrais avoir 24 mailles en plus. Je ne comprends pas. Pouvez-vous me donner plus d'explications ? Merci !

11.12.2016 - 03:01

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Larose, vous augmentez de chaque côté des 3 m end au milieu de l'ouvrage - tricotez les augmentations en côtes (cf AUGMENTATIONS). Augmentez ainsi 12 fois 2 m = 24 augmentations = 108-120-132 m (cf taille). Bon tricot!

12.12.2016 - 09:23

country flag Vibeke wrote:

Hvis jeg velger å strikke denne buksa i Drops Delights (som er et garnalternativ). Hvor mye garn beregner jeg i str 3-4 år da? regner med at man ikke trenger like mye som når man strikker den med striper.

16.11.2015 - 14:29

DROPS Design answered:

Hej Vibeke. Se de her bukser er strikket i dobbelt traad Delight. Jeg ville nok ogsaa tage et nöste mere, naar der strikkes rib, for at vaere sikker. God fornöjelse.

20.11.2015 - 15:48

country flag Katharina wrote:

Hallo Liebes Drops-Team, Wieso beantworten sie meine Frage nicht?

12.11.2015 - 03:50

DROPS Design answered:

Haben Sie die Maschenprobe auch wieder genau eingehalten? Ebenso das Längenmaß? Bislang hatten wir keine Rückmeldungen, dass die Garnmenge nicht passt.

19.11.2015 - 10:11

country flag Katharina wrote:

Hallo, ich habe die Jacke jetzt das zweite mal gestrickt, das erste mal in der Größe 6/9 M, kam ich mit der Mengenangabe. Jetzt allerdings habe ich die Jacke in der Größe 3/4 J gestickt und kam mit den angegebenen 250 g nicht aus. Ich habe ein Käuel Alpaca nachbestellt, was auch nicht reichte, ich habe jetzt den Hals mit einigen R weniger gestrickt. Kann es sein, dass die Mengenangabe 350 hier eher passen würde?

24.08.2015 - 09:31

country flag Hilde Ellingsen wrote:

Tusen takk for svar!

20.02.2015 - 11:00

country flag Hilde Ellingsen wrote:

Hei. I felletips står det at all raglanfellingen skjer fra retten, men det står at det skal felles på hver 4. pinne (?) da blir andre felling fra vrangen, skal jeg da felle på samme måte fra vrangen?

20.02.2015 - 02:09

DROPS Design answered:

Hej Hilde, Nej du skal felle fra retten. Hvis første pind er fra retten kan du fex felle på 1.-5.-9. osv da bliver det for hver 4.pind og altid fra retten. God fornøjelse!

20.02.2015 - 09:36