DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.57 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 6.28€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS Baby 13-17
Jurkje, mutsje en sokken:
Maat: 1/3 - 6/9 - 12/18 maanden (2 - 3/4) jaar
Vergeleken in cm: 50/56- 62/68- 74/80 (86/92-98/104)
Materialen: DROPS Safran van Garnstudio
Jurkje:
150-150-200 (200-250) gr nr. 18, natuur
Mutsje + sokken:
50-50-50 (100-100) gr nr. 18, natuur
Hel hele setje:
200-200-250 (250-300) gr nr. 18, natuur
+ en een klein beetje lichtblauw en groen voor het bloemetje

DROPS Rond- en sokkenbreinld 3 mm – Of de breinld die u nodig heeft voor deze stekenverhouding: 24 st x 32 nld tricotst = 10 x 10 cm. En 27 st x 32 nld volgens teltekening M.1= 10 x 10 cm.

DROPS Haaknld 3 mm.

Satijnband: ca 10 mm breed: 180 cm lang.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.57 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 6.28€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

JURKJE:

Ribbelst (op rondbreinld):1 tr r, 1 tr av.

Ribbelst (heen en weer): alle naalden recht.

Motief: zie de teltekeningen M.1 en M.2. De teltekeningen tonen het motief op de goede kant.

Jurkje: Het jurkje wordt van beneden naar boven gebreid. Zet met rondbreinld 3 mm en Safran 192-216-240 (264-288) st losjes op en brei 1 nld r en 1 nld av. Brei door volgens teltekening M.1. Minder bij een hoogte van ca. 17-22-26 (31-35) cm – na een complete herhaling van het motief M.1 – naar een totaal van 112-126-140 (154-168) st als volgt: brei alle 3 r samen tot 1 r, verder elk 2e av-gedeelte van 3 av naar 2 av minderen door 2 av samen te br. Plaats als alle st zijn geminderd 1 merkdraad aan het begin van de nld en nog 1 merkdraad na 56-63-70 (77-84) st. Brei 8 nld ribbelst. Deel vervolgens het werk op bij de merkdraden, elk deel wordt afzonderlijk verder gebreid.

Rugpand: = 56-63-70 (77-84) st. Brei volgens teltekening M.2 – st, die geen deel van het motief vormen in tricotst breien. Kant tegelijkertijd vanaf een hoogte van 22-27-31 (36-40) cm af voor de armsgaten aan beide kanten in elke 2e nld: 1 keer 3 st , 1 keer 2 st en 2 keer 1 st = 42-49-56 (63-70) st. Kant bij een hoogte van 31-37-42 (48-53) cm de middelste 18-19-20 (21-22) st af voor de hals. Kant hierna 1 st af aan de halszijden in de volgende nld = 11-14-17 (20-23) st voor elke schouder. Kant deze st af bij een totale hoogte van 32-38-43 (49-54) cm.

Rechter voorpand: = 56-63-70 (77-84) st. Brei volgens teltekening M.2 en kant tegelijkertijd af voor de schuine voorkant als volgt: kant de eerste 10 st af. Kant hierna af aan het begin van elke 2e nld: 8-10-13(15-18) keer 2 st en vervolgens 12-12-10(10-8) keer 1 st. Kant tegelijkertijd vanaf een hoogte van 22-27-31 (36-40) cm af voor het armsgat aan de zijkant zoals op het rugpand. Als het afkanten voor het armsgat en de schuine voorkant voltooid is, zijn er in totaal 11-14-17 (20-23) st over voor de schouder. Kant deze st af bij een totale hoogte van 32-38-43 (49-54) cm.

Linker voorpand: neem 56-63-70 (77-84) st op langs de achterkant van het rechter voorpand met breinld 3 mm – neem de st van de laatste nld ribbelst. Brei nu door volgens teltekening M.2 en kant tegelijkertijd af voor de schuine voorkant en het armsgat zoals voor het rechter voorpand, maar in spiegelbeeld.

Mouw: zet met sokkenbreinld 3 mm en Safran 36-36-36 (42-42) st op en brei 8 nld ribbelst in het rond, brei daarna door volgens teltekening M.2. Meerder vanaf een hoogte van 5 cm 6-8-11-(10-12) keer 2 st in het midden van de ondermouw in elke 6-5-4(6-6) nld = 48-52-58 (62-66) st – de nieuwe st waar mogelijk in het motief van M.2 breien. Kant bij een hoogte van 17-18-20 (24-28) cm 6 st af van het midden van de ondermouw, de rest van de mouw wordt nu heen en weer gebreid. Kant hierna 2 st af aan beide kanten voor de mouwkop in elke 2e nld tot een hoogte van 21-22-24 (28-32) cm. Kant daarna 1 keer 3 st af aan beide kanten. Kant de overige st af, de mouw heeft een totale lengte van ca 22-23-25 (29-33) cm.

Afwerken: sluit de schoudernaden. Sluit de zijnaden in de laatste st, zodat de naad niet te dik wordt. Naai de mouwen aan.

Gehaakte rand: haak aan de onderkanten van beiden mouwen en langs de onderrand van het jurkje met haaknld 3 mm als volgt: 1 v in de eerste st, * 4 l, 2 st overslaan, 1 v in de volgende st *, herhaal steeds *-*. Sluit af met 4 l en 1 hv in de eerste v van het begin van de tr.
Haak langs de schuine voorkant en de halslijn met haaknld nr. 3 als volgt: haak eerst een tr van v. Haak dan de volgende tr als volgt: 1 v in de eerste st, * 4 l, 1 stk in de eerste van deze l, 1 st overslaan en 1 v in de volgende st *, herhaal steeds *-*.

Gehaakt bloemetje: haak met haaknld 3 mm en lichtblauw 3 l en sluit deze tot een ring met 1 hv.
1e tr: haak 5 v in de ring en sluit af met 1 hv in de eerste v van het begin van de tr.
2e tr: * 4 l, 1 stk in de eerste van deze 4 l, 1 v in de volgende st *, herhaal steeds *-* op de tr = 5 bladen. Hecht de draad af.
Haak dan met haaknld nr. 3 en groen 3 l en sluit deze tot een ring met 1 hv.
1e tr: haak 5 v in de ring en sluit af met 1 hv in de eerste v van het begin van de tr.
2e tr: * 4 l, haak 3 stk in de eerste van deze 4 l, 1 v in de volgende st *, herhaal steeds *-* op de tr = 5 bladen. Hecht de draad af. Naai het lichtblauwe bloemetje op het groene bloemetje en naai deze op het jurkje.




MUTSJE:

Voor hoofdomtrek:
Ca 40/42 - 42/44 - 44/46 (48/50 - 50/52) cm

Mutsje: het mutsje wordt heen en weer op de rondbreinld gebreid.
Zet met rondbreinld nr. 3 en Safran 77-83-89 (95-101) st losjes op (incl. 1 kantst aan beide kanten). Brei 8 nld r.
Brei de volgende heeng nld als volgt: 1 kantst, teltekening M.1 over de volgende 72-78-84 (90-96) st, 3 av en 1 kantst. Brei door op deze manier tot een hoogte van ca 11-12-13 (14-15) cm. Eindig na een volledige herhaling van het motief en brei vervolgens 2 nld r over alle st. Kant vervolgens 26-28-30 (32-34) st af aan beide kanten = 25-27-29 (31-33) st op de nld (= het middenstukje achterop het mutsje). Vanaf hier meten! Brei door in ribbelst, en kant het middenstukje af bij een hoogte van 10-11-12 (13-14) cm. Naai het middenstukje aan de zijstukjes. Neem met rondbreinld nr. 3 78-82-90 (94-102) st op van de goede kant langs de onderrand van het mutsje. Brei 1 nld r en brei de volgende nld als volgt: * 2 st r sam.br, 1 omsl *, herhaal steeds *-*, en sluit af met 2 r. Brei nog 2 nld r en kant vervolgens alle st losjes af.
Rijg 1 satijnband van ca 80 cm door de gaatjes in de rand.




SOKKEN:

Voor voetlengte: 10-11-12 (14-15) cm

Sok: de sok wordt heen en weer vanaf het midden achter op de rondbreinld gebreid. Leg de rondbreinld nr. 3 dubbel en zet met Safran 47-53-53 (59-59) st op met de 2 nld (dit is bedoeld om de rand elastisch te maken). Trek de ene breinld uit het werk en brei 4 nld r.
Brei de volgende heeng nld als volgt: 1 tricotst, M.1 over de volgende 42-48-48 (54-54) st, 3 av en 1 tricotst. Brei op deze manier tot een hoogte van 5-6-6 (7-8) cm. Brei nu 1 nld av op een terugg nld en minder tegelijkertijd 9-11-7 (9-9) st gelijkmatig in deze nld = 38-42-46 (50-50) st. Brei de volgende heeng nld als volgt: 1 r, * 2 st r sam.br, 1 omsl *, herhaal steeds *-*, en sluit af met 1 r. Brei nog 1 nld av op de terugg nld. Plaats de eerste 13-15-17 (18-18) st van beide kanten op 1 draad (of hulpnld) en brei 3-4-5 (6-7) cm ribbelst over de middelste 12-12-12 (14-14) st. Zet de st van de draden terug op de breinld en neem daarbij 8-10-12 (14-16) st op aan beide kanten van het middenstukje = 54-62-70 (78-82) st op de breinld. Brei nu 3,5-4-4,5 (5-5,5) cm ribbelst over alle st en kant tegelijkertijd na 2-2-2 (3-3) cm af in elke 2e nld op de rest van het werk op deze manier: kant 1 st af aan het begin en aan het eind van het werk en brei daarbij 2 st r samen aan beide kanten van de 2 middelste st. Kant de overige st af en sluit de naad onder de voet en langs het midden achter in de laaste st, zodat de naad niet te dik wordt. Rijg 1 satijnband van ca 50 cm door de gaatjes beneden in teltekening M.1.




Eendje: zie het patroon bij model nr. 8-13.

Telpatroon

symbols = recht op de goede kant, averecht op de verkeerde kant
symbols = averecht op de goede kant, recht op de verkeerde kant
symbols = 1 omslag
symbols = 2 st recht samen
symbols = 3 st recht samen
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 13-17

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (94)

country flag Anne wrote:

Wordt het onderste gedeelte in het rond gebreidt? Of heen en weer?

03.12.2022 - 15:58

DROPS Design answered:

Dag Anne,

Het rokgedeelte wordt in de rondte gebreid.

04.12.2022 - 16:02

country flag Veronique Renouard wrote:

Merci beaucoup pour votre réponse ! Je vais pouvoir continuer mon ouvrage Vos modèles et les explications sont vraiment très bien J adore tricoter vos ouvrages

23.11.2022 - 09:39

country flag Renouard Veronique wrote:

Bonjour , je suis en train de faire la robe, et je ne comprend pas les explications à partir du devant droit pour « rabattre les 10 premières mailles côté milieu devant » doit on rabattre les 10 premières des 70 mailles? , et pour le devant gauche je ne comprend pas « relever au dos du devant droit »et relever d’un côté à l autre sur le haut du rang envers » Merci pour votre aide

22.11.2022 - 17:15

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Renouard, pour le devant droit, vous rabattez les 10 premières mailles en début de rang sur l'endroit, puis diminuez pour l'encolure du même côté (début de rang sur l'endroit). Pour le devant gauche, relevez 1 maille derrière les mailles du devant droit (en commençant sur le côté, vous laisserez les 10 dernières mailles) - comme on le montre au time code 01:02 dans cette vidéo (pour un col châle, mais la technique pour relever les mailles sera la même), et vous diminuerez cette fois en fin de rang sur l'endroit. Bon tricot!

23.11.2022 - 08:49

country flag Jilke wrote:

Hallo!\r\n\r\nWat een schattig setje! Ik wil deze graag breien, maar ik zie de tekeningen M.1 en M.2 nergens staan. Kunt u helpen?\r\n\r\nAlvast veel dank!

16.08.2022 - 19:18

DROPS Design answered:

Dag Jilke,

De teltekeningen M.1 en M.2 staan rechts onder naast de maattekening van het jurkje onderaan de beschrijving.

16.08.2022 - 21:11

country flag Marja De Jonge wrote:

Ik ben dit patroon aan het breien maar kom nu wol tekort en kan het verfbad niet meer krijgen. dus dacht ik er een overgooiertje van te maken. nu denk ik dat ik bij de armsgaten dan anders moet gaan minderen zou u kunnen zeggen hoeveel en wanneer dat ik dan moet minderen? Met vr.gr. Marja de Jonge

17.11.2021 - 16:55

DROPS Design answered:

Dag Marja,

In principe hoef je het armsgat niet aan te passen. Je zou een rand rondom het armsgat kunnen haken, net als de rand bij de voorpanden.

23.11.2021 - 12:52

country flag Melody wrote:

How do you YO when next stitch is purl? Thanks so much for your help. I hope to do this lovely dress justice

19.05.2021 - 06:16

DROPS Design answered:

Hi Melody, The yarn over is worked in exactly the same way, whatever stitch comes next; you wrap the yarn around the right needle and then work the next stitch. The yarn over is worked as a new stitch on the next row/round in the way described in the tip or in the text. Happy knitting!

19.05.2021 - 07:30

country flag Nida Kamran wrote:

Hi! I am a bit confused with M.1 as the pattern is in round so can I do ( x square ) purl in all rounds and plain square knit..? Many thanks

12.02.2021 - 09:46

DROPS Design answered:

Dear Nida, the diagrams show the pattern as they look from the RS, So, if you knit them on the round, and empty square is alway a knit stitch, an X is always a purl stitch. I hope that helps. Happy Knitting!

12.02.2021 - 11:21

country flag Gry wrote:

Skal starte med venstre side skråfelling. Skal man også der felle av de første 10 maskene?

08.10.2020 - 10:52

DROPS Design answered:

Hei Gry. Ja, samme som høyre side, bare i motsatt side. God Fornøyelse!

12.10.2020 - 11:37

country flag Samira wrote:

Bonjour. Pour les chaussettes : comment sont reparties les diminutions? Merci

06.11.2019 - 17:45

DROPS Design answered:

Bonjour Samira, vous trouverez ici comment répartir des diminutions. Bon tricot!

07.11.2019 - 08:26

country flag Elena wrote:

Herzlichen Dank für die Erläuterung! Was mir nicht klar war, ist dass das Teil anfangs rund, und nicht hin und zurück gestrickt wird. Jetzt ergibt alles Sinn : )

24.07.2019 - 19:01