DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
DROPS Vivaldi
DROPS Vivaldi
56% mohair, 30% polyamide, 14% wol
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24
DROPS 94-6
Maat: S - M - L - XL - XXL
Materialen: DROPS Alpaca van Garnstudio
200-250-250-300-300 gr nr. 0100, natuur
en gebruik: DROPS Vivaldi van Garnstudio
150-150-200-200-200 gr nr. 06, natuur

Of gebruik:
DROPS Alpaca van Garnstudio
200-250-250-300-300 g kleur nr. 0100, naturel
en gebruik
DROPS Brushed Alpaca Silk van Garnstudio
150-150-200-200-200 g kleur nr 01, naturel

DROPS Breinld en Rondbreinld nr. 7 - Of de breinld die u nodig heeft voor deze stekenverhouding: 13 st x 19 nld volgens het motief met 1 draad van beide garens = 10 x 10 cm.
DROPS Haaknld nr. 5 (voor de hoesjes om de knopen).
Accessoires: 3 knopen (een doorsnede van ca 2 cm) om hoesjes omheen te haken.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
DROPS Vivaldi
DROPS Vivaldi
56% mohair, 30% polyamide, 14% wol
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

Ribbelst: alle naalden recht.

Ajourmotief: zie de teltekeningen M.1 t/m M.4. De teltekening geeft de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

Boordsteek: * 3 r, 3 av *, herhaal steeds *-*.

Tips minderen (geldt voor de halslijn):
Na de 1e kantst minderen.
Het minderen wordt altijd op de heeng nld (goede kant) gedaan.
Na de 1e kantst minderen als volgt: haal 1 st r af , brei 1 r en haal de afgeh st daarover.
Voor de laatste kantst minderen als volgt: 2 st r sam.br.

Rugpand: Zet met breinld nr. 7 en met 1 draad van beide garens 59-65-71-77-83 st los op (incl. 1 kantst aan de weersz). Brei 4 nld r (1e nld = heeng nld/goede kant).

Lees a.u.b. het volgende stukje voordat u gaat breien!

Motief: Brei vervolgens teltekening M.1 als volgt: 1 kantst, M.1A over de volgende 54-60-66-72-78 st, M.1B (= 3 st) en 1 kantst. Brei door in patroon tot een hoogte van ca 11 cm – de hoogte aanpassen aan de laatste herhaling van het ajourmotief. Brei 4 nld r. Brei vervolgens teltekening M.2 als volgt: 1 kantst, M.2A (= 4 st), M.2B over de volgende 48-54-60-66-72 st, M.2C (= 5 st), 1 kantst. Brei na teltekening M.2 1 nld tricotst en brei dan verder volgens teltekening M.3 als volgt: 1 kantst, 4-1-4-1-4 tricotst, M.3 over de volgende 48-60-60-72-72 st, 5-2-5-2-5 tricotst, 1 kantst. Herhaal teltekening M.3, 4-4-4-5-5 keer . Na de herhalingen van M.3 heeft het werk een totale hoogte van ca 41-41-41-46-46 cm. Brei vervolgens 1 nld av op de terugg nld (verkeerde kant), en daarna 4 nld r. Brei teltekening M.1 nog een keer – kant tegelijkertijd bij een hoogte van 47-48-49-51-53 cm af voor de armsgaten aan weersz op elke 2e nld: 1 x 3 st keer, 0-1-1-3-4 x 2 st en 3-4-4-3-4 x 1 st = 47-47-53-53-53 st – LET OP: st, die geen onderdeel van het motief zijn bij het afkanten in tricotst breien.
Brei bij een hoogte van ca 52-54-54-56-60 cm – pas de hoogte aan de laatste herhaling van het ajourmotief – teltekening M.4, en brei vervolgens 4 nld r. Brei vervolgens teltekening M.2 op als volgt: 1 kantst, M.2A (= 4 st), M.2B over de volgende 36-36-42-42-42 st, M.2C (= 5 st) en 1 kantst. Brei na teltekening M.2 de rest van het werk in tricotst.

Hals: kant tegelijkertijd bij een hoogte van 64-66-68-71-74 cm de middelste 11-11-13-13-13 st af voor de hals. Op de volgende nld 1 st minderen aan de halszijden – zie Tips minderen = 17-17-19-19-19 st voor elke schouder. Kant deze st af bij een totale hoogte van 66-68-70-73-76 cm.

Rechter voorpand:
Zet met breinld nr. 7 en met 1 draad van beide garens 32-32-38-38-44 st los op (incl. 1 kantst aan weersz). Brei 4 nld r (1e nld = heeng nld/goede kant).
Lees a.u.b. het hele stukje voordat u begint met breien!

Brei vervolgens teltekening M.1A met 1 kantst aan weersz. Brei na teltekening M.1 4 nld r, en ga verder met teltekening M.2 als volgt: 1 kantst, 3 tricotst, M.2A (= 4 st), M.2B over de volgende 18-18-24-24-30 st, M.2C (= 5 st), 1 kantst.
Brei na teltekening M.2 verder met teltekening M.3 als volgt: 1 kantst, 3-3-0-0-3 tricotst, M.3 over de volgende 30-30-30-30-40 st, 3-3-0-0-3 tricotst, 1 kantst. Brei 4-4-4-5-5 herhalingen van teltekening M.3 , en brei hierna 1 nld av op de terugg nld (verkeerde kant) en daarna 4 nld r. Brei vervolgens teltekening M.1A en kant tegelijkertijd bij een hoogte van 47-48-49-51-53 af voor het armsgat als voor het rugpand- Brei tot een totale hoogte van ca 52-54-54-56-60 cm (pas de lengte aan de laatste herhaling van het ajourmotief), en brei dan teltekening M.4 – zorg ervoor dat de av st boven elkaar komen te zitten, en brei daarna 4 nld r en vervolgens teltekening M.2 en daarna de rest van het werk in tricotst.
Halslijn: tegelijkertijd bij een hoogte van 43-44-45-46-47 cm 1 st minderen langs het midden van het voorpand – zie Tips minderen 9-6-10-7-10 keer voor Maat S, L en XXL: op elke 4e nld, Maat M en XL: op elke 6e nld – LET OP: st, die geen onderdeel van het motief zijn bij het afkanten in tricotst breien.

Als alle minderen en afkanten is gedaan voor het armsgat en de hals zijn er 17-17-19-19-19 st over op de schouder. Kant af bij een hoogte van 66-68-70-73-76 cm.


Linker voorpand: als het rechter voorpand breien, maar in spiegelbeeld – LET OP: zorg ervoor dat het motief van beide voorpanden symmetrisch is vanaf de beiden middenvoorranden.

Mouwen: zet met breinld nr. 7 en 1 draad van beide garens 32-32-38-38-38 st los op (incl. 1 kantst aan de weersz). Brei 4 nld r (1e nld = heeng nld/goede kant).
Lees a.u.b. het volgende stukje voordat u begint met breien!

Ajourmotief: brei vervolgens teltekening M.1 op als volgt: 1 kantst, M.1A over de volgende 30-30-36-36-36 st en 1 kantst. Brei door in patroon tot een hoogte van ca 14 cm – pas de hoogte aan de laatste herhaling van het ajourmotief. Brei verder volgens teltekening M.4, en brei daarna 5 nld r. Brei hierna door volgens teltekening M.3 als volgt: 1 kantst, 3-3-0-0-0 tricotst, M.3 over de volgende 24-24-36-36-36 st, 3-3-0-0-0 tricotst en 1 kantst. Als er 3 herhalingen van teltekening M. 3 zijn gebreid brei dan 1 nld av op de terugg nld/verkeerde kant en vervolgens 4 nld r, en brei hierna teltekening M.2 – st, die geen onderdeel van het ajourmotief zijn in tricotst breien. Brei na teltekening M.2 teltekening 1 herhaling van teltekening M.3 en brei de rest van de mouw in tricotst.

Meerderen: tegelijkertijd vanaf een hoogte van 18 cm 1 cm meerderen aan de weersz op elke 4,5.-3,5.-4.-3.-2,5.cm in totaal 7-8-7-9-10 keer = 46-48-52-56-58 st – de nieuwe steken waar mogelijk in patroon mee breien.

Mouwkop: kant bij een hoogte van 49-47-47-45-44 cm af voor de mouwkop aan de weersz op elke 2e nld: 1 x 3 st, 2-1-1-1-1 x 2 st en 2-6-5-6-7 x 1 st. Kant verder 2 st af aan weersz tot een totale hoogte van 56 cm, en kant daarna 1 x 3 st af aan weersz. Kant de overige st bij een totale hoogte van ca 57 cm af.

Afwerken: sluit de schoudernaden.

Voorkant/kraag: neem met een rondbreinld nr. 7 en met 1 draad van beide garens ca 189 tot 219 st op (het aantal st moet deelbaar zijn door 6 + 3 ) langs het rechter voorpand, rondom de halslijn, en naar beneden langs het linker voorpand. Brei 1 nld r op de verkeerde kant en 1 nld r op de goede kant. Brei vervolgens boorsteek met 3 ribbelst en 3 r aan weersz (goede kant voor). Kant als de voorkant een hoogte van ca 1,5 cm heeft af voor 3 knoopsgaten op de rechter voorkant. Het bovenste knoopsgat moet ca 1 cm vanaf het begin van de minderingen voor de hals zijn, en het laatste ca 20 cm vanaf de onderrand. 1 knoopsgat = brei 2 st r samen, en maak vervolgens 1 omsl (het geeft het mooiste resultaat als u de 2 av st samen breit).
Als de voorkant een hoogte van ca 3 cm heeft, kant dan af vanaf de onderrand van beide voorkanten tot net boven het bovenste knoopsgat (zorg ervoor dat er precies 3 r of 3 av worden afgekant aan de bovenkant). Brei door in boordsteek op de overige st om de kraag te maken – zet tegelijkertijd de eerste en laatste 3 st aan weersz op 1 hulp draad in elke 2e nld 6-6-7-7-7 keer. De boord heeft nu een hoogte van ca 9-9-10-10-10 cm op het breedste deel. Zet alle st van de draden terug op de breinld. Kant vervolgens los af in patroon.

Gehaakte knopen: haak een hoesje voor elke knoop met een haaknld nr. 5 en met 1 draad van beide garens.
1 knoop: haak 2 l, en haak vervolgens 6 v in de eerste van de 2 net gehaakte, sluit af met 1 hv in de eerste van de v (= 1e tr).
2e tr: haak 2 v in elke v en sluit af met 1 hv in de eerste v van het begin van de tr (= 12 v).
3e + 4e tr: haak 1 v in elke v en sluit af met 1 hv in de eerste v van het begin van de tr (= 12 v).
5e rd: haak 1 v in elke 2e v en sluit af met 1 hv in de eerste v van de tr (= 6 v).
Leg de knoop in het hoesje en naai de opening goed dicht.

Zet de mouwen in het vestje. Sluit de mouw- en zijnaden vlak langs de kantst. Naai de knopen op het voorpand.

Telpatroon

symbols = r op de goede kant, av op de verkeerde kant
symbols = av op de goede kant, r op de verkeerde kant
symbols = 1 omslag
symbols = 2 st r samenbreien
symbols = haal 1 st r van de nld af, 1 r, haal de afgeh st daarover
symbols = haal 1 st r van de nld af, 2 st r samenbreien, haal de afgeh st daarover
symbols = Nopje: Brei 5 st in de st door steeds voor en achter in de st te breien. Keer het werk en brei 4 nld tricotst over deze st. Haal vervolgens de 2e st over de 1e st, haal dan de 3e st over de 1e st, de 4e st en uiteindelijk de 5e st over de 1e st (= 1 st)
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 94-6

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (25)

country flag Sue wrote:

I am confused by Row 5 (bottom up) on M2. M2A (4 st) and M2C (5 st) are included only as a border on each row with M2B (6 st) to be repeated numerous times between M2A and M2C. Yet on Row 5 in the diagram, the two stitch combinations on the diagram include stitches from the two borders - A & C.

08.07.2020 - 00:02

DROPS Design answered:

Dear Sue, on row 5 you work k3, YO (= 4 sts for M.2A), then work the last st of M.2 tog with the first stitch on M.2B (= first st in M.2B) and finish M.2B with a YO, the last stitch in M.2B will be worked tog with the first stitch next M.2B and then M.2C. Happy knitting!

08.07.2020 - 08:19

country flag Maria Rieg wrote:

Das Modell finde ich wunderschön. ich weiß nur nicht, wann ich welche Wolle verarbeiten soll.

17.06.2020 - 18:29

country flag Maria Rieg wrote:

Woran erkenne ich wenn ich das Garn wechseln soll- von Alpaka zu Brushed Alpaka Slk? Vielen Dank

17.06.2020 - 18:26

DROPS Design answered:

Liebe Frau Rieg, die ganze Jacke wird mit 1 Faden Alpaca + 1 Faden Brushed Alpaca Silk gestrickt, dh 2 Fädig. Viel Spaß beim stricken!

18.06.2020 - 09:33

country flag Lucia wrote:

Buongiorno, potrei realizzare questo modello con 2 capi di Fabel o di Delight con ferri 7, naturalmente previa verifica del campione? Grazie❣

15.05.2020 - 16:22

DROPS Design answered:

Buongiorno Lucia, può sostituire il filato verificando che il suo campione corrisponda a quello indicato nel modello. Buon lavoro!

15.05.2020 - 16:44

country flag Lynette Coqui wrote:

If use a double knit yarn how many sts for XL

04.08.2019 - 19:39

DROPS Design answered:

Dear Mrs Coqui, we are unfortunately not able to adjust every pattern to every single request. For any further individual assistance please contact the store where you bought the yarn. Thanks for your comprehension. Happy knitting!

07.08.2019 - 10:01

country flag Margo wrote:

The knitting gauge for this cardigan does not correspond with the gauge recommended for this yarn. Just wanted to make sure that this is correct. Would this just be a very loose knit?

25.04.2019 - 09:35

DROPS Design answered:

Dear Margo, you will work here with 1 strand Alpaca + 1 strand Vivaldi or Brushed Alpaca Silk = 2 strands together with a quite loose tension to give you 13 sts x 19 rows = 10 x 10 cm - make sure to get the correct tension, change needle size if required. Happy knitting!

25.04.2019 - 09:56

country flag Caroline Desterbecq wrote:

Ik doe de M3 anders, want het lukt mij niet, ik doe 1KT, 3 tricotsteek, 24 M3, 3 tricotsteek, 1 KT. want ik krijg geen mooie rechte lijn aan de zijkant.

22.05.2012 - 20:35

country flag Caroline Desterbecq wrote:

Moet ik nu tot 11cm breien met mijn M1 bij mijn voorpand?

22.05.2012 - 16:41

DROPS Design answered:

Ja - net zoals op het achterpand

23.05.2012 - 13:10

country flag DROPS Design NL wrote:

Dus de laatste keer brei je 1 omslag en de st 5 en 6 r: haal 1 r st van de nld, 1 r en haal de afgeh st daarover.

22.05.2012 - 16:34

country flag Caroline Desterbecq wrote:

1 kantst, 3-3-0-0-3 tricotst, M.3 over de volgende 30-30-30-30-40 st, 3-3-0-0-3 tricotst, 1 kantst: klopt niet, M3 24 steken!

22.05.2012 - 16:05

DROPS Design answered:

Het klopt! M.3 = 12 st per herhaling, 30 st = 2,5 keer herhalen. 2 x volledig en laatste keer de eerste 6 st van het motief.

22.05.2012 - 16:32