DROPS Children 12-30 |
|
|
|
DROPS Vest, muts, sjaal en sloffen
DROPS Children 12-30 |
|
VEST: Steekverhouding: 17 st x 22 nld met 2 draden (1 van elke kleur) Alpaca met breinld 5 mm in tricotst = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere naalden om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje! Ribbelst (heen en weer): Alle nld recht. Tips voor het minderen (voor het armsgat): Minder naast de kantst + 2 st tricotst. De minderingen komen op de goede kant van het werk! Minder na de 3 st als volgt: 1 st r afh, 1 r, afgeh st overh. Minder voor de 3 st: 2 st samenbr. Achterpand: Zet 51-56-61(66-71-76) st op (incl. 1 kantst aan weerskanten) met breinld 4.5 mm en 1 draad van elke kleur. Brei 6-6-6 (7-7-7) cm ribbelst, wissel naar breinld 5 mm en ga verder in tricotst. Meerder vanaf een hoogte van 8 cm 3 x 1 st aan weerskanten op elke 5-6-7(7-8-8) cm = 57-62-67 (72-77-82) st. Kant bij een hoogte van 25-27-29 (39-31-32) cm 3-3-3(4-4-4) st af aan weerskanten = 51-56-61 (64-69-74) st. Minder vervolgens aan weerskanten in elke 2e nld nog 8-9-11(11-12-13) x 1 st in elke 2e nld naast de 3 st – zie de tips voor het minderen hierboven –= 35-38-39(42-45-48) st. Kant bij een hoogte van 38-41-44(46-48-50) cm, de middelste 13-14-15 (16-17-18) st af voor de hals. Kant hierna aan de halskant nog 1 st af in de volgende nld = 10-11-11 (12-13-14) st resteren voor elke schouder. Kant de overige st af bij een hoogte van 40-43-46 (48-50-52) cm. Linker voorpand: Zet 30-32-35 (37-40-42) st op (incl. 1 kantst aan de zijkant en 4 st voor de knoopsgatbiezen langs het middenvoor) met breinld 4.5 mm en 1 draad van elke kleur. Brei 6-6-6 (7-7-7) cm ribbelst, en wissel naar breinld 5 mm en ga verder in tricotst en 4 knoopsgatbies st in ribbelst tot de vereiste afmetingen. Meerder vanaf een hoogte van 8 cm zoals beschreven voor het achterpand = 33-35-38 (40-43-45) st. Kant bij een hoogte van 25-27-29 (39-31-32) cm af voor het armsgat zoals bij het achterpand. Zet tegelijkertijd bij een hoogte van 32-34-36 (37-38-39) de 6 st van de middenvoor op een draad, voor de hals. Kant vervolgens aan de halskant nog af in elke 2e nld als volgt: 1 x 2 st en 4-4-5 (5-6-6) x 1 st = 10-11-11 (12-13-14) st resteren voor de schouder. Kant de overige st af bij een hoogte van 40-43-46 (48-50-52) cm. Rechter voorpand: Zet op en brei als het linkervoorpand maar in spiegelbeeld. Maak daarbij knoopsgaten in de bies langs de middenvoor. 1 knoopsgat = Brei de 2e en de 3e st vanaf het middenvoor samen en maak een omslag. Maak knoopsgaten bij een hoogte van: NB: Maak het laatste knoopsgat als er nog 2 nld ribbelst gebreid moeten worden voordat de st op een draad worden gezet. Maat 3/4 jaar: 7, 13, 19, 25 and 31 cm. Maat 5/6 jaar: 9, 15, 21, 27 and 33 cm. Maat 7/8 jaar: 9, 16, 22, 29 and 35 cm. Maat 9/10 jaar: 9, 17, 23, 30 and 36 cm. Maat 11/12 jaar: 9, 16, 23, 30 and 37 cm. Maat 13/14 jaar: 10, 17, 24, 31 and 38 cm. Mouw: Zet 31-33-35 (35-37-37) st op (incl. 1 kantst aan weerskanten) met breinld 4.5 mm en 1 draad van elke kleur. Brei 6-6-6 (7-7-7) cm ribbelst, en wissel naar breinld 5 mm en ga verder in tricotst – en meerder tegelijkertijd na 1 nld 9-10-11 (12-13-15) x 1 st aan weerskanten op elke 2.5 cm = 49-53-57 (59-63-67) st. Kant bij een hoogte van 27-30-33 (37-40-44) cm af voor de mouwkop in elke 2e nld als volgt: 1 x 3-3-3 (4-4-4) st, 2 x 2 st en vervolgens 1 st aan weerskanten tot een hoogte van 33-37-41 (45-49-50) cm, en hierna 2 x 2 st aan weerskanten en kant daarna de resterende st af. De mouw heeft een lengte van ca. 35-39-43 (47-51-56) cm. Afwerking: Sluit de schoudernaden. Hals: Neem ca. 52-76 st op langs de hals (incl. de st van de draden van de voorpanden) met breinld 4.5 mm en 1 draad van elke kleur. Brei 3 cm ribbelst en kant af. Zet de mouwen in en sluit de zij- en mouwbaden vlak langs de kantst. Naai de knopen aan. MUTS : Steekverhouding: 16 st x 20 nld met Alaska en breinld 5.5 mm in tricotst = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere naalden om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje! Ribbelst (heen en weer): Brei alle naalden recht. Ribbelst (in het rond): 1 nld r, 1 nld av. Oorklepje: Zet 5-5-5 st op met Alaska en breinld 5.5mm. Brei ribbelst, en begin tegelijkertijd na 2 nld ribbelst te meerderen als volgt: Maak een omsl naast de kantst aan weerskanten, brei in de volgende nld de omsl verdraaid r om een gaatje te voorkomen – meerder 2-3-4 keer in elke 2e nld en daarna 3-3-3 keer in elke 4e nld = 15-17-19 st. Brei door in ribbelst tot de oorklep een hoogte heeft van 7-8-9 cm. Leg het werk terzijde en brei nog een oorklepje. Muts: Zet een van de oorklepjes op breinld 5 mm, zet 11-12-14 nieuwe st op, zet het andere oorklepje op de nld = 41-46-52 st. Brei4 nld ribbelst heen en weer op de breinld over alle st – meerder tegelijkertijd in elke 2e nld aan weerskanten 2 keer 1 st ( op dezelfde manier als voor de klepjes), zet vervolgens 21-22-24 nieuwe st op tussen de oorklepjes voor de voorkant = 66-72-80 st. Wissel naar sokkenbreinld 5 mm en meet het werk verder vanaf hier. Brei 6 nld ribbelst over alle st, knip de draad af, wissel naar sokkenbreinld 5.5 mm brei in het rond en begin op de achterkant van de muts. Brei verder in tricotst. Brei, als de muts een hoogte heeft van 5-6-7 cm 1 nld av, 3 nld r en nog 1 nld av, ga verder in tricotst tot de vereiste afmetingen. Plaats bij een hoogte van 12-13-13 cm 6-6-8 merkdraden in het werk met een tussenruimte van 11-12-10 st tussen elke draad. Minder nu aan de rechterkant van elke merkdraad als volgt: brei 2 st r samen in elke 2-2-3 nld in totaal 7-8-6 keer = 24-24-32 st, vervolgens nog 3 keer in elke 3-3-4 nld. Knip de draad af en haal deze door de overgebleven st, trek stevig aan en hecht af. De muts heeft een lengte van ca 22-24-26 cm vanaf de middenvoor tot de punt. Vlechten: Bevestig een vlecht aan elke oorklep en aan de punt van de muts. 1 vlecht = knip 6 draden Alaska van ca. 50 cm lang. Vouw dit bundeltje dubbel en haal de lus door de 2nd nld ribbelst aan de onderkant van de oorklep en trek de uiteinden door de lus. Verdeel de bundel in 3 strengen van 4 draden en maak er losjes een vlecht in en leg een knoop in het uiteinde. De vlechten zijn ca. 10 – 12 cm lang. Herhaal dit voor de andere oorklep en naai een vlecht aan de punt van de muts als volgt: haal de lus door de laatste nld. SJAAL: Steekverhouding: 14 st x 16 nld met breinld 7 mm in tricotst = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere naalden om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje! Ribbelst (heen en weer): Alle naalden recht breien. Zet 20-24-28 st op met Alaska met breinld 7 mm en brei ribbelst – haal de 1e st recht af. Kant af als de sjaal een lengte heeft van 100-120-140 cm. Vlechten: Bevestig 4 vlechten gelijkmatig verdeeld aan elk uiteinde van de sjaal. 1 vlecht = knip 6 draden Alaska van ca 50 cm lang. Vouw ze dubbel en haal de lus door de 2nd nld ribbelst aan het uiteinde van de sjaal, trek de uiteinden door de lus. Verdeel de bundel in 3 strengetjes van 4 draden en vlecht ze losjes samen en leg een knoop in het uiteinde. De vlechten zijn ca. 10 – 12 cm lang. SLOFFEN: Steekverhouding: 16 st x 32 nld met breinld 5.5 mm in ribbelst = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere naalden om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje! Ribbelst (heen en weer): Alle naalden recht breien. De sloffen worden aan een stuk gebreid en later aan elkaar gezet op de middenvoor en het middenachter. Begin aan de bovenkant van de enkel. Sloffen: Zet 18-19-20 (22-25-26) st op met Snow en breinld 4 mm en brei ribbelst. Zet, bij een hoogte van 8-8-9(9-9-10) cm aan een kant van de voet nieuwe st op in elke 2e nld als volgt: 3-4-5 (6-6-7) x 2 st en 3 x 1 st = 27-30-33 (37-40-43) st. Kant bij een hoogte van 18.5–20-22 (23.5-25-26) cm af voor de enkel aan dezelfde kant als waar er eerder nieuwe st werden opgezet, in elke 2e nld als volgt: 3 x 1 st en 3-4-5 (6-6-7) x 2 st = 18-19-20 (22-25-26) st. Kant af bij een hoogte van 30-32-36 (38-40-42) cm. Vouw de slof dubbel en naai de achterkant dicht in het buitenste lusjes van de laatste st. Doe hetzelfde aan de voorkant maar laat 4 cm open aan de bovenkant van de enkel. U kunt een leren veter kruislings over de voorkant van de sloffen rijgen (zie foto). |
|
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Opmerkingen / Vragen (2)
Drops Design wrote:
Jo men det er de 2 omg vrang med 3 omg ret imellem som giver de 2 riller du ser.
05.10.2009 - 09:14Marianne Schultz wrote:
Problemer vedr. smaa-drops 12.30! Efter samling af maskerne til huen paa aermepinde mener jeg, at der mangler nogle retriller paa retsiden inden glatstrikningen, som starter efter pindeskift!?
03.10.2009 - 15:50