DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 29.15€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 52-11
Maat:
Dames: S – M - L .
Heren: (S/M - M/L).
Materialen: DROPS Karisma Superwash van Garnstudio

Versie 1: (blauwe ondergrond)
400-450-500 (550-600) gr nr. 37, blauwgroen
300-350-400 (400-450) gr nr. 55, lichtbruin mix
50- 50- 50 ( 50- 50) gr nr. 48, donkerrood
50- 50- 50 ( 50- 50) gr nr. 52, mosterdgroen
50- 50- 50 ( 50- 50) gr nr. 45, licht olijfgroen
Versie 2: (witte ondergrond)
400-450-500 (550-600) gr nr. 01, natuur
300-350-400 (400-450) gr nr. 37, blauwgroen
50- 50- 50 ( 50- 50) gr nr. 48, donkerrood
50- 50- 50 ( 50- 50) gr nr. 45, licht olijfgroen
50- 50- 50 ( 50- 50) gr nr. 47, donker olijfgroen
Versie 3: (rode ondergrond)
400-450-500 (550-600) gr nr. 48, donkerrood
300-350-400 (400-450) gr nr. 55, lichtbruin mix
50- 50- 50 ( 50- 50) gr nr. 36, groen
50- 50- 50 ( 50- 50) gr nr. 52, mosterdgroen
50- 50- 50 ( 50- 50) gr nr. 45, licht olijfgroen

DROPS rondbreinld en DROPS sokkenbreinld 2,5mm en 3,5mm.
Trui met rits: rits 20 cm zwart.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 29.15€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

Steekverhouding: 22 st x 30 nld op breinld 3,5mm in tricotst = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere naalden om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje!

Motief: zie de teltekening (1 teltekening = 1 rapport). De teltekening geeft het patroon weer op de goede kant.

Boordsteek: *1 r, 1 av*, herhaal steeds *-*.

Rug- en voorpand: De getallen tussen () = herentrui, en de kleuren tussen () = versie 2 en 3. De trui wordt helemaal op rondbreinld gebreid, en vervolgens worden de armsgaten opengeknipt.
Zet 190-198-210 (200-212) st met rondbreinld 2,5mm met lichtbruin mix (blauwgroen, lichtbruin mix) en brei boordst als volgt: 1 nld lichtbruin mix, (blauwgroen, lichtbruin mix), wissel naar blauwgroen (natuur, donkerrood) en brei totdat de boord een hoogte van 5 cm heeft. Wissel naar rondbreinld 3,5mm en brei teltekening M.1 (M.7, M.1) en meerder tegelijkertijd gelijkmatig verdeeld 62-66-66 (64-64) st in de 1e nld = 252-264-276 (264-276) st. Plaats nu 1 merkdraad aan weerskanten; voor- en rugpand = 126-132-138 (132-138) st. Brei teltekening M.1, teltekening M.2 – begin bij het pijltje op de teltekening en brei de st van het voorpand, begin weer bij het pijltje voor het rugpand. Brei vervolgens teltekening M.3 over alle st tot een hoogte van ca 22-24-26 (29-32) cm – d.w.z. na een volledige herhaling van het motief (er moet vanaf dit punt nog 38 cm gebreid worden tot dat het werk voltooid is). Brei nu door als volgt: voorpand; begin bij het pijltje en brei 36-39-42 (39-42) st van teltekening M.3, M.4 (= 54 st), 36-39-42 (39-42) st van teltekening M.3. Herhaal dezelfde st/teltekening op het rugpand. Brei 24 nld op deze manier. Brei vervolgens: voorpand; begin bij het pijltje en brei 36-39-42 (39-42) st van teltekening M.5, M.4 (= 54 st), 36-39-42 (39-42) st van teltekening M.5. Herhaal dezelfde st/teltekening op het rugpand. Meerder tegelijkertijd bij een hoogte van 33-35-36 (39-41) cm 5 st aan weerskanten (bij de merkdraden). Deze st zijn voor de armsgaten, en maken geen deel uit van het motief (deze st worden later doormidden geknipt). Brei door in het motief.

Trui met split (voor de rits): brei bij een hoogte van 36-38-40 (43-46) cm (er moet nog ca 24 cm gebreid worden voordat het werk voltooid is) de volgende nld als volgt: 5 armsgatst, 62-65-68 (65-68) st voorpand, kant 3 st af voor de split, 61-64-67 (64-67) st voorpand en 5 armsgatst breien, 126-132-138 (132-138) st op het rugpand. Brei de rest van het werk heen en weer op de breinld. Brei na de teltekeningen M.4 en M.5 teltekening M.6, en ten slotte M.1 (M.7-M.1) tot de vereiste afmetingen. Kant tegelijkertijd bij een hoogte van 53-55-57 (60-63) cm af voor de halsopening aan weerskanten van het split op het voorpand, in elke 2e nld: 1 x 11-12-13 (13-13) st, 1 x 3 st, 2 x 2 st, 3 x 1 st. Er is een verschillend aantal st op elke schouder; rechter schouder = 40-42-44 (41-44) st, linker schouder = 41-43-45 (42-45) st). Kant tegelijkertijd bij 58-60-62 (65-68) cm de middelste 42-44-46 (46-46) st van het rugpand af voor de halsopening. Kant hierna nog 2 st af aan de halszijden op het rugpand in de volgende nld. Kant na teltekening M.1 (M.7-M.1) af. Het werk heeft een totale hoogte van ca 60-62-64 (67-70) cm.

Trui met ronde halsopening: brei na de teltekeningen M.4 en M.5, teltekening M.6 en brei ten slotte teltekening M.1 (M.7-M.1) breien tot de vereiste afmetingen. Kant tegelijkertijd bij ca 53-55-57 (60-63) cm – de middelste 26-28-30 (30-30) st van het voorpand af voor de halsopening en brei nu heen en weer op de nld. Kant vervolgens af aan de halszijden in elke 2e nld: 1 x 3 st, 2 x 2 st en 3 x 1 st. Kant tegelijkertijd bij een hoogte van 58-60-62 (65-68) cm de middelste 42-44-46 (46-46) st af van het rugpand voor de halsopening. Kant hierna nog 2 st af aan de halszijden in de volgende nld. Kant na teltekening M.1 (M.7-M.1) de overige st af – het breiwerk heeft een totale hoogte van ca 60-62-64 (67-70) cm.

Mouwen: zet 48-50-50 (52-52) st op sokkenbreinld 2,5mm met lichtbruin mix (blauwgroen, lichtbruin mix) en brei boordst als volgt: 1 nld lichtbruin mix (blauwgroen, lichtbruin mix), wissel naar blauwgroen (natuur, donkerrood) en brei 5 cm boordst. Wissel naar sokkenbreinld 3,5mm en brei teltekening M.1 (M.7-M.1) en meerder tegelijkertijd gelijkmatig verdeeld 10-10-10 (8-10) st in de 1e nld = 58-60-60 (60-62) st. Meerder tegelijkertijd na de boord in het midden van de ondermouw: 30-29-32 (32-33) x 2 st voor de damestrui S+M. Voor de herentrui S/M+M/L: in elke 4e nld, damestrui L: afwisselend in elke 3e en 4e nld = 118-118-124 (124-128) st. Brei tegelijkertijd na teltekening M.1 (M.7-M.1) teltekening M.2 (het midden van de teltekening moet op het midden van de mouw komen te zitten), en ten slotte teltekening M.3 tot de vereiste afmetingen. Brei bij een hoogte van 49-49-48 (54-54) cm 2 cm averechte tricotst. Dit stukje wordt later over de afgeknipte rand van het armsgat gezet om deze mooi af te werken. Kant de st af.

Afwerken:

Trui met rits: rijg een draad door het midden van de gemeerderde st aan weerskanten op het rug- en voorpand. Maak met de naaimachine 2 stiknaden naast deze draden als volgt: 1e naad = ½ st vanaf de draad, 2e naad = ½ st vanaf de 1e naad. Knip vervolgens de armsgaten open tussen deze naden. Sluit de schoudernaden. Neem met sokkenbreinld 2,5mm en blauwgroen (blauwgroen, donkerrood) ca 40 st op langs de linkerkant van het split, net binnen de 1e st en brei vervolgens 2 nld tricotst. Herhaal dit aan de rechterkant van het split. Sluit de onderkant van het split op de buitenkant. Neem met sokkenbreinld 2,5mm met blauwgroen (blauwgroen, donkerrood) ca 100-110 st op langs de halsopening vanaf het midden op het voorpand (vanaf de split) en brei 2,5 tricotst, wissel naar lichtbruin mix (natuur, lichtbruin mix) en brei nog 1 nld tricotst en 1 nld av (=vouwlijn). Wissel weer naar blauwgroen (blauwgroen, donkerrood) en brei 2,5 cm tricotst, en kant af. Vouw het boordje naar binnen om en zet het vast. Zet de mouwen in de panden, leg de goede kanten op elkaar: steek in de laatste nld tricotst van de mouw en daarna in het pand net voor de machinenaad. Leg vervolgens het extra stukje van de mouw aan de binnenkant over de afgeknipte rand en zet het vast, zodat de rand mooi bedekt is. Naai de rits in het voorpand.

Trui met ronde halsopening: rijg een draad in het midden van de gemeerderde st aan weerskanten van het rug- en voorpand. Maak met de naaimachine 2 stiknaden naast deze draden: 1e naad = ½ st vanaf de draad, 2e naad = ½ st vanaf de 1e naad. Knip vervolgens de armsgaten open tussen deze naden. Sluit de schoudernaden. Neem met sokkenbreinld 2,5mm met blauwgroen (blauwgroen, donkerrood) ca 100-110 st op langs de halsopening en brei 2,5 cm tricotst. Wissel naar lichtbruin mix (natuur, lichtbruin mix) en brei nog 1 nld tricotst en 1 nld av (= vouwlijn), wissel terug naar blauwgroen (blauwgroen, donkerrood) en brei 2,5 cm tricotst. Kant vervolgens de st af. Vouw de boord naar binnen om en zet hem vast. Zet de mouwen in de panden, leg de goede kanten op elkaar: steek in de laatste nld tricotst van de mouw en daarna in het pand net voor de machinenaad. Leg vervolgens het extra stukje van de mouw aan de binnenkant over de afgeknipte rand en zet het vast, zodat de rand mooi bedekt is.

Telpatroon

symbols = Alt 1: blauwgroen, Alt 2: natuur. Alt 3: donkerrood
symbols = Alt 1: lichtbruin mix, Alt 2: blauwgroen, Alt 3: lichtbruin mix
symbols = Alt 1: mosterdgroen, Alt 2: donkerrood, Alt 3: licht olijfgroen
symbols = Alt 1: donkerrood, Alt 2: donker olijfgroen, Alt 3: groen
symbols = Alt 1: licht olijfgroen, Alt 2: licht olijfgroen, Alt 3: mosterdgroen
symbols = M.4a+M.4b
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 52-11

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (17)

country flag Lesley Simpson wrote:

I have started knitting the pattern and have worked up to the part where the front is knitted patterns M3 (39stchs), M4, M3(39stchs). The instructions then state 'Repeat over the back'. There are no photographs of the back of the sweater. Is the neck pattern repeated around the back or is the back just made up of the diamond shapes? Thank you.

09.08.2022 - 23:47

DROPS Design answered:

Dear Mrs Simpson, back and front pieces will be worked the same way, starting on the side of the jumper work (39 sts M.3, the 54 sts M.4 and 39 sts M.3 = 132 sts), front piece is now worked, repeat the same pattern over back piece (=39 sts M.3, 54 sts M.4 and 39 sts M.3 = 132 sts). So that you will continue M.3 as before over the first 39 sts on the round, and over the 39 sts before 2nd marker + 39 sts after 2nd marker and over the last 39 sts on the round. And work M.4 on mid front + on mid back. Happy knitting!

10.08.2022 - 09:08

country flag Lesley Simpson wrote:

I have found DROPs Puna is an alpaca wool in the same yarn group as Karisma. There are not, however, as many colour choices. Is it possible to mix the yarns, using a base of Puna and colour pattern of Karisma wool?

11.03.2022 - 18:49

DROPS Design answered:

Dear Lesley, although they belong to the same group, Karisma is a bit thicker and less soft, since it's pure wool. So there will be a noticeable difference in the texture of the garment, if you work with both yarns. Happy knitting!

13.03.2022 - 22:45

country flag Lesley Simpson wrote:

I would like to have a go at knitting this pattern with Drops Alpaca. Is this possible and how do I calculate how much wool I need? Would it be less chunky? Thank you

28.01.2022 - 18:02

DROPS Design answered:

Dear Lesley, you can't apply this pattern for Alpaca, because it's made for Karisma, of a different yarn group. In any case, you would need 1 ball of each of the different colors and from 250 gr of the main color (depending on the size), but the jumper would be too thin. Happy knitting!

31.01.2022 - 00:11

country flag BillyIsoft wrote:

Ciągnik Ursus C330 Zamiar budowie elektrycznej Zetor 72- spisany w Armatura elektryczna: Macham chce zarys instalacji elektrycznej w kabinie BK Zamiar armatur elektrycznej Zetor 8111. Czasami aktualny, p t ę ż n i ekspansja, którą przezornie moglibyśmy kupić bez wyciągania twórczego związku w o

05.08.2019 - 14:53

country flag Helene Anker Knudsen wrote:

Jeg er i gang med at strikke damestørrelse Medium. Jeg har strikket M2 og M3 i størrelse Medium og er startet ved pilen M+S/M. Nu er mit spørgsmål: Hvor skal jeg starte, når jeg skal strikke M5 og M4? Jeg er startet ved M+S/M, men kan ikke få det til at passe. Desuden når jeg skal strikke ærmer, hvor skal jeg så starte ved M2 og M3?

24.05.2018 - 11:02

DROPS Design answered:

Hej Helene, du starter i siden og strikker M.3 så det passer over M.2 til arb måler ca 24 cm (hel rapport i højden). Nu fortsætter du med M.3 men strikker M.4 over de midterste masker på forstykket, så mønsteret fortsat passer. God fornøjelse!

29.05.2018 - 14:08

country flag Mario 105 wrote:

What color yarns was used on the man sweater. Can't tell if is the Alt #1 or Alt # 2. If along with the yarn you list the color numbers it would be much easy to see the color combinations.

22.07.2017 - 21:13

DROPS Design answered:

Dear Mario, the pattern you are asking about is an older one, and the colors slightly changed since, and so did the way the patterns are written. The newer patterns do list the colors with the actual numbers. Also, this pattern was designed to suit several color combination. If I would do the man's sweater in a color combo similar to the one on the picture, from the currently available colors, I would use a dark blue for the base (Karisma 17 or 37), a light grey for the contrast color (Karisma 72), and a dark mustard or orange (52 or 11). I hope this helps. Happy knitting!

23.07.2017 - 10:47

country flag Barbara wrote:

Ich habe die 5 Hilfsmaschen für die Ärmelausschnitte in einem anderen, gleichmäßige Muster gestrickt, das erleichtert das Mitführen des 2. Fadens und das spätere Nähen, ich brauchte keinen Markierungsfaden mehr durchzuziehen. Vielen Dank für die vielen tollen Anleitungen!

30.05.2016 - 15:16

country flag Barbara wrote:

Dann hatte ich Schwierigkeiten, die Musterangabe zu interpretieren. M1 oder (M7-M1)? Wann wird was gestrickt? Ich habe nur M1 genommen, leider, M7 wurde m.E. im Musterpulli gestrickt. Dort ist mehr rot drin, in M1 mehr weiß. Vom Muster her sind sie identisch. Also: wann wird nur M1 gestrickt, wann (M7-M1)? Die Angabe fehlt m.E. in der Anleitung.

30.05.2016 - 15:16

country flag Barbara wrote:

Beim Bestellen der Wolle habe ich leider feststellen müssen, dass Nr. 47 von Karisma nicht dunkeloliv, sondern tannengrün ist. Geht zusammen gar nicht! Bitte die Nr. ändern.

30.05.2016 - 15:15

country flag Anita Nordberg wrote:

Har kommit på vart jag gjorde fel,,,, mönstret stämde inte när jag la ihop mönstret på papper sida vid sida ,,,men det va "rutorna" som inte var lika stora....så där hade jag ju felet.:)...så nu ska det flyta bra.

29.07.2015 - 00:28