DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.15 € /50g
DROPS Cotton Viscose
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Super Sale

Rose Romance

Kort DROPS top en vest met ¾-mouw met Roospatroon van "Safran" en "Cotton Viscose". Maat S - XL.

DROPS 74-22
Maat: S/M - M/L - L/XL

DROPS TOP
Materiaal: DROPS Safran van Garnstudio
150-150-150 gr nr. 50, ijsblauw
en gebruik: DROPS Cotton Viscose van Garnstudio
50–50–50 gr nr. 03, oudroze
50–50–50 gr nr. 11, kakigroen.

DROPS Breinaalden 2,5 mm en 3 mm, of de breinaalden die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

DROPS VEST
Materiaal: DROPS Safran van Garnstudio
300-300-350 gr nr. 50, ijsblauw
en gebruik: DROPS Cotton Viscose van Garnstudio
50–50–50 gr nr. 03, oudroze
50–50–50 gr nr. 11, kakigroen.

DROPS Rondbreinaald en breinaalden zonder knop 2,5 mm en 3 mm, of de breinaalden die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

DROPS Parelmoerknoop: nr. 521: 6 stk

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.15 € /50g
DROPS Cotton Viscose
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

Steekverhouding: 24 st x 32 nld met Safran op breinld 3 in tricotsteek = 10 x 10 cm. Gebruik indien nodig dikkere of dunnere naalden. Brei altijd een proeflapje!

Patroon: Zie teltekening M.1 tot M.5. Het patroon in de teltekening is gezien vanaf de goede kant!

Ribbelst (heen en weer breien): Alle naalden recht breien.

Boordsteek: * 1 av, 1 r *, herhaal steeds *-*.

Tip afkanten (geldt voor de top):
Alle minderingen gebeuren aan de goede kant. Er wordt binnen 5 st afgekant (gezien vanaf de goede kant) als volgt: 1 ribbelst, 1 r, 1 av, 1 r en 1 av.
Kant af na de 5 kantst als volgt: Haal 1 steek recht af, brei 1 steek recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.
Kant af voor de 5 kantst als volgt: 2 st recht samenbreien.




TOP:

Voorpand: Zet 90-104-118 st (inclusief 1 kantsteek aan weerszijden) op met breinld 2,5 mm en ijsblauw. Brei 2 nld tricotsteek (1e nld = verkeerde kant). Wissel naar roze Viscose en brei 1 nld tricotsteek. Brei de volgende nld als volgt (aan de goede kant): 1 kantsteek, * 1 omslag, 2 r samenbreien *, herhaal steeds *-* eindig met 1 kantsteek. De gaatjesrand = de omslag, - Vanaf dit punt het werk verder meten! Wissel terug naar ijsblauw Safran. Brei 5 nld tricotsteek. Brei de volgende nld (aan de goede kant) als volgt: 1 kantsteek, teltekening M.3 over 84-98-112 st, daarna 1 av, 2 r (= een kleine kabel), 1 av en 1 kantsteek. Brei 10 nld van M.3. Zet na 24-31-31 st een markeerring aan beide zijden = het midden van een kleine kabel (er staan 42-42-56 st tussen de markeerringen).

Lees eerst de hele beschrijving voor u verder breit!
Wissel naar breinld 3 mm. Brei vervolgens verder in tricotsteek. Brei echter de 3 st aan weerszijden van iedere markeerring zoals ervoor, dwz: 2 av, 2 st in een kleine kabel en 2 av. Let op de steekverhouding! Meerder tegelijkertijd bij een hoogte van 6 cm 6 keer 1 st aan weerszijden in iedere 10e nld = 102-116-130 st – brei de gemeerderde st in tricotsteek. Brei tegelijkertijd bij een hoogte van 14 cm teltekening M.4 over de 4 st aan weerszijden van de markeerringen (de pijl in de teltekening geeft de markeerringen aan). Brei de overige st in tricotsteek. Brei tegelijkertijd bij een hoogte van 16-17-18 cm teltekening M.5 middenvoor – tel vanaf het midden, zie de pijl in de teltekening - NB: Let er op dat bij kleurwisselingen de draden netjes om elkaar worden gedraaid, zodat er geen gaatjes in het breiwerk ontstaan. Brei na M.5 verder met ijsblauw en tricotsteek tot de gewenste afmetingen. Brei tegelijkertijd bij een hoogte van ca 24-25-25 cm (er moeten minimaal 2 nld na M.5 gebreid zijn) de volgende nld als volgt (aan de goede kant): 1 kantsteek in ribbelst, * 1 av, 1 r *, herhaal steeds *-* over 8 st, 1 av, 36-43-50 tricotsteek, 1 av, 1 r, 1 av, 1 r, 2 av samenbreien (= middenvoor), 1 r, 1 av, 1 r, 1 av, 36-43-50 tricotsteek, * 1 av, 1 r *, herhaal steeds *-* over 8 st, 1 av, 1 kantsteek in ribbelst. Brei nog 1 nld in tricotsteek en Boordsteek. Brei de middelste st av (dwz de st die av werd samen gebreid). Kant in de volgende nld 5 st af voor het armsgat aan weerszijden van het werk – brei de andere st zoals in de vorige 2 nld. Zet de st van de linkerkant op een hulpnaald = 45-52-59 st. Er staan nu 46-53-60 st op de breinld. Ieder deel wordt apart verder gebreid.

Rechter zijde: = 46-53-60 st. Kant daarna tegelijkertijd af voor het armsgat en de hals. Lees de hele beschrijving voor u verder breit!
Armsgat: Kant voor het armsgat af aan de zijkant - zie Tip afkanten - in iedere 2e nld: 4-10-16 keer 1 st, daarna in iedere 4e nld: 4-4-4 keer 1 st en vervolgens in iedere 6e nld: 4-3-2 keer 1 st.

Hals: De halsminderingen beginnen tegelijk met de armsgatminderingen - zie Tip Afkanten: Kant af in iedere 2e nld: 19-21-23 keer 1 st, kant daarna af in iedere 4e nld: 4-4-4 keer 1 st.
Na alle minderingen voor het armsgat en de hals zijn er 11 st Boordsteek over voor de schouder. De totale hoogte is nu ca 42-44-46 cm. Brei nog 2 cm Boordsteek. Zet de st op een hulpnaald, kant niet af.

Linker zijde: Zet de st van de hulpnld terug op de breinld = 45-52-59 st. Brei verder zoals bij de rechter zijde – brei de 1e nld vanaf middenvoor, dwz aan de verkeerde kant. - Neem 1 st van de afgekante st middenvoor op en brei deze st steeds in ribbelst = 46-53-60 st op de breinld. (Dit om een inkeping onder in de V-hals te voorkomen.).

Achterpand: Zet op en brei zoals het voorpand. Brei 10 nld van teltekening M.3. Brei daarna verder in tricotsteek over alle st, (M.4 en M.5 worden niet gebreid). Brei bij een hoogte van 24-25-25 cm de volgende nld als volgt (aan de goede kant): 1 kantsteek in ribbelst, * 1 av, 1 r *, herhaal steeds *-* over 8 st, 1 av, 82-96-110 tricotsteek, 1 av, * 1 r, 1 av *, herhaal steeds *-* over 8 st, 1 kantsteek in ribbelst. Kant daarna af voor het armsgat als bij het voorpand. Kant niet af voor de hals. Brei bij een hoogte van 34-36-38 cm middenachter 2 st recht samen. Brei daarna 3 nld in Boordsteek (met 1 st av aan weerszijden) over de middelste 47-51-55 st. Kant daarna middelste 37-41-45 st af. Er zijn nu 5 st Boordsteek over aan beide zijden van de hals. Kant daarna af voor de hals – zie Tip afkanten: In iedere 4e nld: 4 keer 1 st. Na alle minderingen voor het armsgat en de hals zijn er 11 st Boordsteek over voor iedere schouder. Zet bij een totale hoogte van 44-46-48 cm alle st op een hulpnld.

Afwerken: Sluit de zijnaden met de kantsteek als naadtoeslag. Maas de schouders onzichtbaar aan elkaar.




VEST:

Panden: Het vest wordt heen en weer gebreid op de rondbreinaald vanaf middenvoor naar middenvoor.
Zet 193-221-242 st (inclusief 1 kantsteek in iedere zijde van middenvoor die niet in Patroon worden gebreid) op met rondbreinaald 2,5 mm en ijsblauw. Brei 2 nld tricotsteek (1e nld= verkeerde kant). Wissel naar roze Viscose en brei 1 nld tricotsteek. Brei de volgende nld als volgt (aan de goede kant): 1 kantsteek, 1 r, * 1 omslag, 2 r samen *, herhaal steeds *-*. Eindig met: Maat S/M en M/L: 1 kantsteek, Maat XL: 1 r en 1 kantsteek. De gaatjesrand= de omslag - Vanaf dit punt het werk verder meten! Wissel terug naar ijsblauw Safran. Brei 5 nld tricotsteek. Brei daarna verder volgens teltekening M.3 – begin en eindig met 1 kantsteek + 2 st r (= een kleine kabel). Brei 10 nld van M.3. Wissel naar rondbreinaald 3 mm. Brei verder volgens teltekening M.1, brei 1 kantst aan weerszijden in ribbelst. Meerder tegelijkertijd in de 1e nld gelijkmatig verdeeld 4-0-3 st = 197-221-245 st. Zet tegelijkertijd na de 1e nld van M.1 1 markeerring op 50-56-62 st vanaf beide zijkanten = 97-109-121 st middenachter tussen de markeerringen. Let op de steekverhouding! Meerder bij een hoogte van 6-7-7 cm 6 keer 1 st aan weerszijden van de markeerringen in iedere 7e nld= 221-245-269 st - de gemeerderde st mee breien in het Patroon. Brei bij een hoogte van ca 18-19-19 cm – er zijn minstens 5 nld tricotsteek boven de laatste toer met gaatjes gebreid - 1 nld tricotsteek met roze Viscose. Brei de volgende nld met ijsblauw Safran als volgt : 1 kantsteek, * 2 r samen, 1 omslag *, herhaal steeds *-*, eindig met 1 r en 1 kantsteek. Brei daarna 5 nld tricotsteek met ijsblauw – meerder tegelijkertijd in de laatste nld gelijkmatig verdeeld 2 st op achterpand = 223-247-271 st. Brei de volgende nld als volgt (goede kant): 1 kantsteek, M.2A (= 12 st), M.2B over 84-96-108 st, M.2C (= 29 st), 84-96-108 st van M.2D eindig met M.2E (= 12 st) en 1 kantsteek. Brei na M.2 verder in tricotsteek met ijsblauw Safran tot de gewenste afmetingen. Kant af voor het armsgat bij een hoogte van 27 cm (M.2 moet helemaal gebreid zijn): 8 st aan weerszijden (dwz, 4 st aan iedere zijde van de markeerringen). Brei ieder deel apart verder.

Rechter voorpand: = 52-58-64 st. Kant daarna af voor het armsgat aan de zijkant in iedere 2e nld: 1-1-1 keer 3 st, 0-2-4 keer 2 st en 4-5-5 keer 1 st= 45-46-48 st. Kant bij een hoogte van 34-35-36 cm 8 st middenvoor af voor de hals. Kant daarna af aan de halszijde in iedere 2e nld: 2 keer 3 st, 3 keer 2 st en 6 keer 1 st = 19-20-22 st over voor de schouder. Kant de resterende st af bij een totale hoogte van 46-48-50 cm.

Linker voorpand: = 52-58-64 st. Brei dit zoals bij het rechter voorpand, maar dan in spiegelbeeld.

Achterpand: = 103-115-127 st. Kant daarna af voor het armsgat aan weerszijden zoals bij het voorpand = 89-91-95 st over op de breinld. Kant bij een hoogte van 44-46-48 cm de middelste 47 st af voor de hals. Kant dan nog 2 keer 1 st af aan beide halszijden in iedere 2e nld: = 19-20-22 st over voor iedere schouder. Kant de resterende st af bij een totale hoogte van 46-48-50 cm.

Mouwen: De mouwen worden in het rond gebreid.
Zet 56-63-63 st op met breinaalden zonder knop 2,5 mm en ijsblauw Safran. Brei 2 nld tricotsteek. Wissel naar roze Viscose. Brei 1 nld tricotsteek. Brei de volgende nld als volgt: * 2 r samen, 1 omslag *, herhaal steeds *-*, voor Maat M/L en XL kan er 1 st niet worden mee gebreid in de gaatjesrand, brei deze st r. De gaatjesrand= de omslag - Vanaf dit punt het werk verder meten! Wissel terug naar ijsblauw Safran. Brei 4 nld tricotsteek. Brei daarna 10 nld volgens teltekening M.3. Wissel naar breinaalden zonder knop 3 mm. Brei verder met ijsblauw Safran in tricotsteek tot de gewenste afmetingen. Meerder tegelijkertijd bij een hoogte van 5 cm 13-14-19 keer 2 st in het midden van de ondermouw in: Maat S/M: Om en om iedere 6e en 7e nld. Maat M/L: Iedere 6e nld. Maat L/XL: Iedere 4e nld = 82-91-101 st. Kant bij een hoogte van 32-31-30 cm 6 st af in het midden van de ondermouw. Brei verder heen en weer op de breinld. Kant vervolgens af voor de mouwkop aan weerszijden in iedere 2e nld: 4-2-3 keer 2 st, 4-10-13 keer 1 st. Kant daarna steeds 2 st af aan weerszijden tot totale een hoogte van 40-41-42 cm, en kant dan nog 1 keer 3 st af aan weerszijden. Kant de resterende st af bij een totale hoogte van ca 41-42-43 cm.

Afwerking: Sluit de schoudernaden. Sla de onderkant van de panden naar binnen (de gaatjes is de vouw) en zoom deze vast.

Voorbies: Neem langs het linkervoorpand voor de voorbies ca 82 tot 92 st op met breinld 2,5 mm en ijsblauw Safran. Brei 6 nld tricotsteek (buitenkant voorbies), 1 nld averechte tricotsteek (= omslagkant) en 6 nld tricotsteek voor het beleg. Kant de st af. Sla het beleg naar binnen. Naai dit met onzichtbare steekjes vast. Herhaal dit voor de rechter voorbies. Kant na 2 nld gelijkmatig verdeeld af voor 5 knoopsgaten – kant af voor het onderste knoopsgat 1 cm van de onderkant en voor het bovenste knoopsgat ca 4 cm van de bovenkant (er wordt ook afgekant voor 1 knoopsgat in het halsboord). 1 knoopsgat = kant 2 st af en zet in de volgende nld 2 nieuwe steken op boven de afgekante steken. NB: Vergeet de knoopsgaten in het beleg niet!

Hals: Neem ca 144 tot 158 st op rond de hals (het aantal steken moet deelbaar zijn door 7+4 st, neem ook st op boven de voorbiezen) met rondbreinaald 2,5 mm en ijsblauw Safran. Brei 6 nld volgens teltekening M.3 met 1 st ribbelst + 1 kleine kabel aan beide zijden van middenvoor. Brei daarna 3 nld tricotsteek – minder tegelijkertijd in de 1e nld gelijkmatig verdeeld 20 st - Kant tegelijkertijd in de 2e nld af voor 1 knoopsgat boven de andere knoopsgaten in de voorbies – kant de 3e en 4e st van middenvoor af. Wissel naar roze Viscose. Brei 1 nld tricotsteek. Brei de volgende nld als volgt (goede kant): 1 st ribbelst, * 2 r samen, 1 omslag *, herhaal steeds *-* eindig met 1 st ribbelst. De gaatjesrand= de omslag. Wissel naar ijsblauw Safran. Brei 3 nld tricotsteek, kant alle st af – denk aan het knoopsgat in het beleg.
Sla het halsboord en de mouwboorden om naar binnen op de gaatjesrand en zoom deze netjes vast. Zet de mouwen in. Naai de knopen aan.

Telpatroon

symbols = ijsblauw: r aan de goede kant, av aan de verkeerde kant
symbols = ijsblauw: av aan de goede kant, r aan de verkeerde kant
symbols = oudroze: r aan de goede kant, av aan de verkeerde kant
symbols = kakigroen: r aan de goede kant, av aan de verkeerde kant
symbols = zet 1 st op een hulpnaald achter het werk, brei 1 st recht, brei de st van de hulpnaald recht
symbols = zet 1 st op een hulpnaald voor het werk, brei 1 st recht, brei de st van de hulpnaald recht
symbols = 2 st r samen, 1 omsl
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 74-22

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (3)

Lynn wrote:

I would like to knit this pattern but I need a little help with it. At the beginning of the cardigan it mentions Pattern 3 but I cant see Pattern 3 on the drawings, I only see M1, upto M5, I am confused? After the folding edge change to ice blue safran etc then pattern 3 for 189 stitches?

14.07.2017 - 10:05

DROPS Design answered:

Dear Lynn, Pattern 3 is M.3, you will find it on the right side of M.1 next to M.5 (under M.2). Happy knitting!

14.07.2017 - 10:14

country flag Ga wrote:

Is the right side the knit side or the purl side

21.10.2016 - 22:11

DROPS Design answered:

Dear Ga, when you are starting front piece 1st row worked will be P from WS, and 2nd row will be K from RS. Then you will work K from RS when working diagrams. Happy knitting!

24.10.2016 - 09:08

country flag Jeanette Kristensen wrote:

Jeg vil SÅ gerne strikke denne trøje men kan den mon forlænges til ca. hoftelængde? Jeg er ikke så god til at lave om på opskrifter men hvis det bare handler om at ændre på de angivne cm i opskriften så går det måske nok.

29.08.2013 - 15:38

DROPS Design answered:

Hej Jeanette. Det tror jeg godt du kan. Du kan maale hvor meget laengere du vil have den og saa vil jeg foreslaa du strikker hulkanten og M.3 som beskrevet og strikker M.4 laengere end i mönstret. Roserne begynder lige ved brystet, du kan maale dig frem. Vil du evt have indtagninger til talje kan du göre det - evt sammenligne med et lignende mönster med talje og se hvordan det göres der. God fornöjelse.

30.08.2013 - 17:01