DROPS Highlander
DROPS Highlander
90% wol, 10% nylon
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24
DROPS 93-32
Poncho:
Maat: S/M - M/L - XL/XXL
Lengte: 76 - 80 - 84 cm
Breedte: 104 - 109 - 115 cm
Materialen: DROPS Highlander van Garnstudio,
250-300-300 gr nr. 13, bruinmix
200-200-200 gr nr. 15, oranjemix
150-200-200 gr nr. 03, mosterdgeel
100-100-100 gr nr. 07, cerise
50- 50- 50 gr nr. 04, licht olijfgroen
50- 50- 50 gr nr. 17, limoengroen

DROPS Rondbreinld 7 mm, of de maat die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

Sjaal:
Maat: ca 16 x 230 cm
Materialen: DROPS Highlander van Garnstudio,
100 gr nr. 04, licht olijfgroen
100 gr nr. 15, oranje mix
50 gr nr. 17, limoengroen
50 gr nr. 03, mosterdgeel
50 gr nr. 07, cerise

DROPS Haaknld 7 mm, of de maat die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

Muts:
Hoofdomtrek: ca 55-58 cm
Materialen: DROPS Highlander van Garnstudio,
Restjes van de sjaal.

DROPS Kleine rondbreinld 7 mm (40 cm), of de maat die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.
DROPS Haaknld 7 mm of de maat die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.


-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Highlander
DROPS Highlander
90% wol, 10% nylon
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

PONCHO:

Steekverhouding: 11 st x 17 nld met breinld 7 mm in tricotst = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere nld om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje!

Strepenmotief: Zie de teltekeningen M.1 en M.2. De teltekening geeft de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

Boordst: * 4 r, 4 av *, herhaal steeds *-*.

Ribbelst (heen en weer op de nld): Alle naalden recht breien.

Deze poncho wordt heen en weer op een rondbreinld gebreid.

Achterpand: Zet met rondbreinld 7 mm en kleur nr. 13 114-120-126 st op. Brei 9-11-13 cm tricotst. Brei vervolgens door volgens teltekening M.1. Brei na M.1 door volgens M.2. Wissel na M.2 naar kleur nr. 13 en brei door in tricotst. Kant bij een hoogte van 72-76-80 cm de middelste 14 st af voor de hals. Kant in de volgende nld 1 st af aan beide halszijden = 49-52-55 st op elke schouder. Kant de resterende st af bij een totale hoogte van 76-80-84 cm.

Voorpand: Het voorpand wordt in 2 delen gebreid. Zet met rondbreinld 7 mm en kleur nr. 13 57-60-63 st op. Brei 9-11-13 cm tricotst. Brei vervolgens door volgens teltekening M.1. Brei na M.1 door volgens M.2. Kant tegelijkertijd bij een hoogte van 56-60-64 cm 8 x 1 st af aan het middenvoor bij elke 2 cm = 49-52-55 st. Wissel tegelijkertijd na M.2 naar kleur nr. 13. Kant de resterende st af bij een totale hoogte van 76-80-84 cm.
Brei nog een voorpand op dezelfde manier, maar in spiegelbeeld.

Afwerken: Het afwerken van de poncho wordt op de verkeerde kant gedaan! Sluit de schoudernaden.

Kraag: Neem met rondbreinld 7 mm en kleur nr. 13 ca 36 tot 44 st op (het aantal st moet deelbaar met 8 + 4 zijn) langs het achterpand en ca 8 tot 12 cm langs de hals van de voorpanden. Brei 1 nld av op de verkeerde kant. Brei vervolgens de Boordst met 4 ribbelst en 4 st r aan de weerskanten (als gezien op de goede kant). Meerder bij een hoogte van 4-6-8 cm de 4r/4av naar 5r/5av – meerder ook de 4 ribbelst aan de weerskanten naar 5 ribbelst = totaal ca 45 tot 55 st. Meerder nog een keer bij een hoogte van 8-10-12 cm de 5r/5av naar 6r/6av – meerder ook in de ribbelst aan de weerskanten = ca 54 tot 66 st. Kant als de kraag een totale hoogte van 11-13-15 cm heeft, de st losjes af.

Franjes: 1 franje = 1 draad van cerise, licht olijfgroen en mosterdgeel. 2 draden van oranje- en bruinmix. Elke met een lengte van 40 cm (= totaal 7 draden). Leg deze dubbel, en stek het lusje door de eerste st aan de onderrand van de poncho en rijg de draadeinden door het lusje. Zet 1 franje aan de weerskanten en maak de overige franjes met ca 6-7 cm tussen elk franje.




SJAAL:

Steekverhouding: 2 herhalingen (1 herhaling = 3 stk + 1 l) breed en 5 toeren hoog met haaknld 7 mm en Highlander = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere nld om de juiste steekverhouding te krijgen. Haak een proeflapje!

Strepenmotief: Zie de teltekening M.3. 1 rij van de teltekening is vergelijkbaar met 1 gehaakte toer.

Sjaal: Haak met haaknld 7 mm en kleur nr. 04 losjes 20 l. Haak de strepen volgens teltekening M.3 als volgt:
1e tr: 1 stk in de 4e l van de haaknld, 1 stk in de volgende l, * 1 l, 2 l overslaan, 1 stk in de 3 volgende l*, herhaal *-* 3 keer. Keer het werk.
2e tr: 4 l, 3 stk om de eerste l, * 1 l, 3 stk om de volgende l *, herhaal *-* 2 keer. Eindig met 1 l en 1 stk om het laatste stk. Keer het werk.
3e tr: 3 l, 2 stk om de eerste l, * 1 l, 3 stk om de volgende l *, herhaal *-* 3 keer. Keer het werk.
Herhaal steeds de 2e en 3e toer tot een totale hoogte van ca 230 cm. Knip de draad en hecht stevig af.




MUTS:

Steekverhouding: 2 herhalingen (1 herhaling = 3 stk + 1 l) breed en 5 toeren hoog met haaknld 7 mm en Highlander = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere nld om de juiste steekverhouding te krijgen. Haak een proeflapje!

Steekverhouding: 11 st x 17 nld met breinld 7 mm in tricotst = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere nld om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje!

Strepenmotief: Zie de teltekening M.4. 1 rij van de teltekening is vergelijkbaar met 1 gehaakte toer.

Boordst: * 2 r, 3 av *, herhaal steeds *-*.

Muts: Deze muts wordt van boven naar beneden gehaakt. Neem vervolgens st op langs de rand met de rondbreinld en brei de Boordst.
Haak met haaknld 7 mm en licht olijfgroen 5 l en sluit deze tot een ring met 1 hv.
Haak de strepen volgens teltekening M.4 als volgt.
1e tr: 3 l, 2 stk om de ring, * 1 l, 3 stk om de ring *, herhaal *-* 3 keer. Eindig met 1 l en 1 hv in de 3e l van het begin van de tr = 4 stk-groepen.
2e tr: 4 l, 3 stk om de eerste l, 1 l, 3 stk om dezelfde l, 1 l, 3 stk om de volgende l, 1 l, 3 stk om de volgende l, 1 l, 3 stk om dezelfde l, 1 l, 2 stk om de volgende l. Eindig met 1 hv in de 3e l van het begin van de tr = 6 stk-groepen.
3e tr: 3 l, 2 stk om de eerste l, 1 l, 3 stk om de volgende l, 1 l, 3 stk om de volgende l, 1 l, 3 stk om dezelfde l, 1 l, 3 stk om de volgende l, 1 l, 3 stk om de volgende l, 1 l, 3 stk om de volgende l, 1 l, 3 stk om dezelfde l, 1 l. Eindig met 1 hv in de 3e l van het begin van de tr = 8 stk-groepen.
4e tr: 4 l, 3 stk om de eerste l, 1 l, 3 stk om dezelfde l, 1 l, *3 stk om de volgende l, 1 l*, herhaal *-* 3 keer. 3 stk om de volgende l, 1 l, 3 stk om dezelfde l, * 3 stk om de volgende l, 1 l *, herhaal *-* 2 keer. Eindig met 2 stk om de laatste l en 1 hv in de 3e l van het begin van de tr = 10 stk-groepen.
5e tr: 3 l, 2 stk om de eerste l, * 1 l, 3 stk om de volgende l *, herhaal *-*. Eindig met 1 l en 1 hv in de 3e l van het begin van de tr = 10 stk-groepen.
6e tr: 4 l, 3 stk om de eerste l, * 1 l, 3 stk om de volgende l *, herhaal *-*. Eindig met 1 l, 2 stk om de laatste l en 1 hv in de 3e l van het begin van de tr.
7e tr: Haak deze toer als de 5e tr. De muts heeft nu een hoogte van ca 16 cm (is de muts kleiner, haak vervolgens de 6e toer nog een keer).

Gebreide rand: Neem met de kleine rondbreinld 7 mm en licht olijfgroen 60 st langs de laatste gehaakte toer – neem 1 st van elk stk en 3 stk van elke l.
Brei 1 nld av en 1 nld r. Brei door in Boordst – zie de beschrijving hierboven. Kant als de Boord (incl. de 1e nld av) een hoogte van 7 cm – de muts heeft een totale hoogte van ca 23 cm – losjes af.

Telpatroon

symbols = mosterdgeel
symbols = oranje
symbols = bruin mix
symbols = licht olijfgroen mix
symbols = cerise
symbols = limoengroen
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 93-32

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (11)

country flag Paula wrote:

¿Los patrones M1 y M2 se tejen en punto jersey también? No me queda claro y en la imagen no lo parece. Mil gracias.Paula

08.04.2020 - 18:10

DROPS Design answered:

Hola Paula! Los patrones M1 y M2 se tejen en punto jersey. Buen trabajo!

04.11.2020 - 17:51

country flag Cynthia wrote:

Does anyone have a free Knitting pattern for the Clint Eastwood Poncho?

27.02.2018 - 22:00

DROPS Design answered:

Dear Cynthia, we have many patterns for ponchos, please see the detailed search, you might even find one that is similar to teh one you are looking for. Happy Crafting!

27.02.2018 - 23:24

country flag Cat wrote:

Bonjour, je vos qu'il faut remplacer la laine de départ par d'autres qualités Cependant, j'aimerais connaître le métrage du fil utilisé à l'origine Merci d'avance

14.02.2018 - 10:30

DROPS Design answered:

Bonjour Cat, Vous trouverez toutes ces informations sur le nuancier de DROPS Highlander ainsi que dans la liste des qualités épuisées. Bon tricot!

14.02.2018 - 11:41

country flag Lilou wrote:

Bonjour, je me retrouve avec le poncho beaucoup plus log devant que derrière, malgré les bonnes mesures. Avec l'écharpe on ne voit pas bien si le poncho est fermé devant. Merci d'avance pour votre réponse

18.09.2017 - 20:36

DROPS Design answered:

Bonjour Lilou, le devant et le dos ont exactement la même longueur (= 76-80-84 cm) - le poncho n'est pas assemblé au milieu devant, sur la photo, on le maintient avec un épingle. Bon tricot!

19.09.2017 - 08:49

country flag Kathleen wrote:

What does nr 13 mean?

04.08.2017 - 19:31

DROPS Design answered:

Hi Kathleen, The numbers refer to the different colour yarns. So no 13 is brown-mix, no 15 is orange....etc. as shown at the top of the page. Happy knitting!

05.08.2017 - 16:44

Sharon Bryan wrote:

Hi. I have just finished a drops poncho. 93_32 and although i have used the recomended wool, it curls up on the edges. The edges are not straight like your pattern. Any ideas how i can flattern the edges or do somtbing to stop them curling over..... Thankyou

13.01.2016 - 22:39

country flag Sharon Bryan wrote:

Hi.. I have just started the neck on the poncho 93-32, but i am a bit confused on how to do the neck. I have picked up 36 stitches and purled one row.. And nowi am stuck!!! do i have to add extra stiches on.? Thankyou. Sharon

03.01.2016 - 18:02

DROPS Design answered:

Dear Mrs Bryan, after the P row, work in rib K4/P4 with 4 sts in garter st on each side. After 4-6-8 cm, inc 1 st in each K section and in each P section + in garter st on each side and continue in rib K5/P5 with 5 sts in garter st on each side. Happy knitting!

04.01.2016 - 09:46

country flag Sharon Bryan wrote:

I have neally finished a drops pattern poncho drops 93-32 but not sure what it means when on the left front piece it says decrease 1 stitch towards mid front on every 2cm (does this mean to say 2 stitches or is 2cm correct) a total of 8 times that should leave you with 55cm (i assume that meant 55 stitchs) then on the right front piece it tells you to cast on and knit as the left front - but mirrored. But i have knitted the left and right side the same. What am i doing wrong. Thankyou. Sharon

21.12.2015 - 23:54

DROPS Design answered:

Dear Mrs Bryan, typo will be corrected, thank you. Both front pieces are the same but in order to get the dec for neck on mid front, dec should be done on the other side - On left front piece, you dec 1 st from RS = at the end of row from RS, on right front piece, you dec 1 st from RS = at beg of row from RS. Happy knitting!

22.12.2015 - 10:48

country flag Patricia wrote:

Bonsoir à tous. Le dos pas de soucis mais pour réaliser le devant droite puis le gauche (encolure en V) c'est la que ça coince. Comment et partie de quand faire cette forme en V ? Merci d'avance

21.12.2015 - 23:04

DROPS Design answered:

Bonjour Patricia, le devant gauche a été corrigé - les diminutions de l'encolure V manquaient. Merci. Bon tricot!

22.12.2015 - 10:23

country flag Emelyne wrote:

Bonjour, je viens de finir la partie dos, mais il me semble que les partie devant droites et gauches sont mal expliqué, comment devons nous faire étant donné que l'on doit monter 57 mailles pour finir avec 49 mailles après avoir rabattue les 14 mailles centrales? cela me semble fort compliqué, pouvez-vous me réexpliquer ?

09.11.2014 - 08:04

DROPS Design answered:

Bonjour Emelyne, vous avez 114m, vous rabattez les 14 m centrales pour l'encolure (il reste 100 m soit 50 m pour chaque épaule) et terminez chaque épaule séparément en diminuant 1 m côté encolure, il reste 49 m pour chaque épaule. Bon tricot!

10.11.2014 - 09:33