DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 26.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

DROPS 92-19

DROPS Vest met ronde pas en kabeltjes met kralen knopen van “Karisma”. Maat S t/m XXL. DROPS Pluizige boasjaal van "Snow", "Puddel" en "Vivaldi".

DROPS 92-19
VEST
Maat: S - M - L - XL - XXL
Materialen: DROPS Karisma Superwash van Garnstudio
450-500-550-600-650 gr nr. 39, donkerroze

DROPS Rondbreinld en sokkenbreinld 3,5 mm en 4 mm – of de breinld, die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

DROPS Houten kralen: 9 stuk – voor knopen.

LET OP! De vernieuwde DROPS Karisma heeft een kortere looplengte: 100 meter i.p.v. 110 meter.
U heeft voor dit patroon dus 10% meer garen nodig dan aangegeven staat. Bereken eventueel 1 of 2 bollen extra.


BOASJAAL
Lengte: ca 150 cm
Materialen: DROPS Snow van Garnstudio
50 gr nr. 09, oudroze
En gebruik: DROPS Puddel van Garnstudio
50 gr nr. 03, bruin
En gebruik: DROPS Vivaldi van Garnstudio
50 gr nr. 13, beige

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 26.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

VEST:

Steekverhouding: 21 st x 28 nld met breinld 4 mm in tricotst = 10 x 10 cm.

Ribbelst (heen en weer op de nld): Alle naalden recht breien.

Boordst-1: *2 r, 4 av*, herhaal steeds *-*.

Boordst -2: *2 r, 5 av*, herhaal steeds *-*.

Motief: Zie de teltekeningen M.1 tot M.3. De teltekening geeft de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

Knoopgaten: Kant af voor de knoopsgaten in de rechter voorbies. Maak het knoopsgat als volgt (op de goede kant): 4 ribbelst, 1 omsl, 2 st verdraait r sam breien.
Brei in de volgende nld de omsl av.
Kant af voor de knoopsgaten bij een hoogte van:
Maat S: 2, 10, 17, 24, 31, 38, 45, 52 en 58 cm
Maat M: 2, 10, 17, 25, 32, 40,47, 54 en 60 cm
Maat L: 2, 10, 18, 25, 33, 41, 49, 55 en 62 cm
Maat XL: 2, 10, 18, 26, 34, 42, 50, 57 en 64 cm
Maat XXL: 2, 10, 18, 26, 34, 42, 51, 59 en 66 cm
NB: het laatste knoopgat moet ca 2 cm onder de bovenrand komen.

Achter- en voorpanden: Dit vest wordt heen en weer gebreid van middenvoor naar middenvoor op de rondbreinld. U zou ook rechte naalden kunnen gebruiken.
Zet 178-190-208-232-250 st op (incl. 16 voorbiesst aan weerskanten) met rondbreinld 3,5 mm en Karisma. Brei 1 nld av (1e nld = verkeerde kant). Brei vervolgens boordst-1 met 4 ribbelst en 2 r aan weerskanten (als gezien op de goede kant). Vergeet niet de knoopsgaten in de rechter voorbies – lees de instructie hierboven. Wissel bij een hoogte van 7 cm naar rondbreinld 4 mm en brei door in tricotst, maar brei steeds de 16 voorbiesst aan weerskanten zoals eerst. Dwz; 4 ribbelst, 2 r, 4 av, 2 r en 4 av, tot de vereiste afmetingen. Let op de steekverhouding. Plaats 1 merkdraad 48-51-55-61-66 st vanaf het middenvoor aan beide kanten = 82-88-98-110-118 st tussen de draden voor het achterpand. Meerder vanaf een hoogte van 10 cm 4 x 1 st aan weerskanten van beide merkdraden op elke 6 cm = 194-206-224-248-266 st. Kant bij een hoogte van 36-37-38-39-40 cm 5-5-5-6-6 st af aan weerskanten van beide merkdraden voor de armsgaten (dwz, totaal 10-10-10-12-12 st voor elk armsgat) = 80-86-96-106-114 st voor het achterpand en 47-50-54-59-64 st voor elk voorpand. Leg het werk terzijde en brei de mouwen.

Mouwen: De mouwen worden in het rond gebreid op de sokkenbreinld.
Zet 63-63-63-70-70 st op met sokkenbreinld 3,5 mm en Karisma. Brei 1 nld r. Brei vervolgens boordst-2. Minder na 4 nld boordst elke 5 av naar 4 av = 54-54-54-60-60 st. Brei zo door met 2 r/4 av. Wissel bij een hoogte van 14 cm naar sokkenbreinld 4 mm en brei door in tricotst. Meerder vanaf een hoogte van 17-17-17-18-20 cm 9-11-13-12-14 x 2 st in het midden van de ondermouw op elke 3-2½-2-2-1½ cm = 72-76-80-84-88 st. Kant bij een hoogte van 45-45-45-44-44 cm 10-10-10-12-12 st af in het midden van de ondermouw = 62-66-70-72-76 st. Leg het werk terzijde en brei nog een mouw op dezelfde manier.

Pas: Lees a.u.b. het stukje zorgvuldig door voordat u gaat breien!
Zet de mouwen op dezelfde rondbreinld als de panden boven de afgekante st = totaal 298-318-344-368-394 st op de breinld. Brei de volgende nld op de goede kant. Brei volgens teltekening M.1 (de 16 voorbiesst aan weerskanten breien zoals eerst) – en minder tegelijkertijd gelijkmatig 10-12-2-8-16 st in de 3e nld van de teltekening (minder niet tussen de voorbiesst) = 288-306-342-360-378 st.
Brei de volgende nld als volgt (goede kant): 16 voorbiesst, teltekening M.2 over de volgende 252-270-306-324-342 st, teltekening M.3 (= 4 st) en eindig met 16 voorbiesst. Brei zo door en minder tegelijkertijd zoals beschreven in teltekening M.2. Als de teltekening M.2 één keer is gebreid, staan er 204-216-240-252-264 st op de breinld. Minder in de volgende nld (= goede kant) 2 st boven elke kabel als volgt: 2 st r sam breien, haal 1 st r van de breinld af, 1 r, en haal de afgeh st daarover (de overige st breien zoals eerst) = 174-184-204-214-224 st. Brei nu door met r boven r en av boven av. Minder bij een hoogte van 48-50-52-51-53 cm herhaling van av-st als volgt (dit geldt allen de av-st van teltekening M.2, niet de voorbiezen): 6 x 1 st in elke 4e nld op maat S + M + L, en 6 x 1 st in elke 6e nld op maat XL + XXL. NB: brei eerst de eerste 2 av samen en vervolgens de laatste 2 av enz (de 2 st boven elke kabel in tricotst breien). Als alle minderingen voltooid zijn, staan er 90-94-102-106-110 st op de nld. Brei bij een hoogte van 59-61-63-65-67 cm 4 nld tricotst over alle st (nu ook boven de voorbiezen). Kant vervolgens losjes af (omdat de rand niet te strak mag zijn, maak dan tegelijkertijd met het afkanten 1 omsl na elke 5 st (kant ook de omsl af)).

Afwerken: Sluit de naden onder de mouwen. Naai de knopen aan het vest.




BOASJAAL:

Boasjaal: Teken een «U» op stevig papier met de juiste afmetingen en knip deze uit – zie tegn. 1. Markeer het midden met een lijntje. Een prik een gaatje waar het eerste lusje moet komen.

Maak 1 lusje van Vienna en bevestig dit door het gaatje in de kam zodat het lusje naar beneden wijst aan de voorkant van de kam en de draad van de bol aan de achterkant zit - zie tegn. 2.
Houd met de linkerduim het Vienna-lusje en de draadeinden van 1 draad Puddel + 1 draad Snow + 1 draad Vienna vast (haal de draad Vienna uit het binnenste van de bol, dan hoeft u maar 1 bolletje te gebruiken voor zowel de lussen als de wikkelingen). Voer de draden van Puddel + Snow + Vienna naar rechts, rond en achter de rechtertand van de kam, naar voren, rond en achter de linkertand van de U, en vervolgens naar voren en naar beneden en laat de draden weer samen komen boven het lusje - zie tegn. 3 (u heeft nu een 8-tal met Puddel + Snow + Vienna rondom de kam gemaakt).
Haal het Vienna-lusje en haak met uw vingers 1 l om de plek waar de Puddel + Snow + Vienna-draden elkaar kruisen (= in het midden van de U) als volgt: Steek de duim en wijsvinger van uw rechterhand door het lusje. Pak de draad Vienna en haal deze door het lusje. Het lusje wijst nu naar boven en er is 1 l gemaakt om de kruising van de draden - zie tegn. 4.
Maak en nieuw 8-tal met Puddel + Snow + Vienna door draden op dezelfde manier te wikkelen: rondom de rechtertand van de U, naar voren, rondom en achter de linkertand van de U, naar voren en naar beneden.
NB! Als de Puddel + Snow + Vienna-draden achter de U langs worden gewikkeld is het belangrijk dat het Vienna-lusje naar u toe wijst, en dat de draad van het Vienna-bolletje achter de U ligt. Haal verder het lusje op en haak nog een l op de plek waar de Puddel + Snow + Vienna-draden elkaar kruisen. Ga door op deze manier. Als de U helemaal vol is, haalt u het werk eraf en legt het voor de U, maar u zet het laatste lusje van beide kanten terug op de U en dan gaat door met wikkelen en lossen haken.
Werk zo door aan de boa totdat hij ca 150 cm lang is.

NB: De lusjes zitten heel los tussen elke l, en het gevaar bestaat dat u ergens achter blijft haken en dat de lusjes los gaan. Om dit te voorkomen moet u met een stiksteek door de hele rij lossen naaien – zie tegn.5 met Vienna zodat de lusjes vast komen te zitten. Het is belangrijk om goed door alle de draden te naaien.

Telpatroon

symbols = r op de goede kant, av op de verkeerde kant
symbols = av op de goede kant, r op de verkeerde kant
symbols = 2 st av samenbreien
symbols = 2 st av verdraait samenbreien
symbols = zet 2 st op de hulpnld achter het werk, 2 r, 2 r van de hulpnld
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 92-19

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (3)

country flag Essi wrote:

Hei! En ymmärrä tuota kohtaa, että neulo kummassakin reunassa 4 ainaoikeaa s ja 2 oikeaa s (oikealta puolelta katsottuna).

26.04.2021 - 16:40

DROPS Design answered:

Hei, oikean puolen kerroksella neulotaan 4 silmukkaa ainaoikeaa ja 2 oikeaa silmukkaa, nurjalta puolelta neulotaan reunasta alkaen 2 nurjaa silmukkaa ja 4 silmukkaa ainaoikeaa.

05.05.2021 - 17:09

country flag DROPS / Lena wrote:

No wonder - this sentence was a total mess. Thank you so much for letting us know. I've now been able to correct it! Please try again, and let me know if you have further problems.

25.10.2007 - 00:11

country flag Carmela wrote:

I don't quite understand what this means in the pattern: When the piece measures 48-50-52-51-53 cm dec 1 st in each purl rib (as seen from the right side – &&¬ over sts on buttonbands) as follows: dec a total of 6 times:dec by att knit alternately the 2 first am purl tills and the 2 last am vridna reverse stockinette st tills (de 2 sts over every fläta continues i slätst).

24.10.2007 - 22:47