DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 13.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS Baby 11-28
Maat: hoogte = ca 38-40 cm.
Materialen: DROPS Alpaca van Garnstudio
200 gr nr. 607, lichtbruin.
+ een restje donkerbruin voor de oogjes en de snuit.
+ watten om het beertje mee te vullen

DROPS sokkenbreinld 5 mm, of de maat die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 13.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

Steekverhouding: 16 st x 21 nld op breinld 5mm en 3 draden Alpaca in tricotst = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere naalden om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje!

Info meerderen: Meerder 1 st als volgt: Maak 1 omsl. Brei de omsl in de volgende nld verdraait r, om gaatjes te voorkomen.

Beertje: het beertje wordt in tricotst met 3 draden gebreid. Brei eerst de poten, het lijf en de armen. Brei hierna het hoofdje en de oortjes.

Achterpoten: zet op breinld 5mm met 3 draden Alpaca 9 st op, en verdeel de st over 3 sokkenbreinld.
Plaats een merkdraad aan het begin van de nld.

1e – 6e nld: brei tricotst, en meerder tegelijkertijd, gelijkmatig verdeeld 3 st in elke nld (zie Info meerderen) = 27 st.
7e -11e nld: tricotst over alle st.
12e nld: *1 r afh, brei 2 st r samen, afgeh st overh*, herhaal steeds *-* 3 keer en brei de overige 18 st op de nld = 21 st.
13e -16e nld tricotst over alle st.
17e nld: Brei 2 st, meerder 1 st en brei de overige 19 st = 22 st.
18e - 19e nld: tricotst over alle st.
20e nld: Brei 2 st, meerder 1 st en de overige 20 st = 23 st.
21e – 22e nld: tricotst over alle st.
23e nld: Brei 3 st, meerder 1 st en brei de overige 21 st = 24 st.
Brei door in tricotst tot een totale hoogte van 12 cm.

Kant nu af voor het bovenbeen van het beertje als volgt:
Brei 6 st en plaats vervolgens deze op een hulpdraad = midden voor van het been. Plaats de overige st op dezelfde nld en brei de rest van de poot heen en weer. Brei totdat er 1 st over is op de nld (deze st niet breien). Keer het werk en brei terug als volgt: haal de eerste st av af en brei av totdat er 1 st over is op de nld. Keer het werk en brei als volgt: haal 1 st r af en brei totdat er 2 st over zijn op de nld. Keer het werk, haal 1 st av af en brei av totdat er 2 st over zijn op de nld. Keer het werk, haal 1 st r af en brei totdat er 3 st over zijn op de nld. Keer het werk, haal 1 st av af en brei av totdat er 3 st over zijn op de nld. Keer het werk, haal 1 st r af en brei alle st op de nld. Er staan nog steeds 24 st op de nld incl. de st op de hulpdraad.

Zet nu de st van de draad terug op de nld, en verdeel alle st over 3 sokkenbreinld. Brei 1 nld tricotst over alle st. Maar brei de 3 st aan de weerskanten van de 6 st die op de draad zaten als volgt: Haal 1 st op van de vorige nld en brei deze samen met de steken op de nld (dwz, de st wordt dubbel gebreid). Herhaal dit op de eerste 3 st aan de weerskanten van de 6 st.
Brei vervolgens 1 nld als volgt: 20 st, kant 2 st af (= binnenkant van de poot), 2 st = 22 st. Rijg een draad de opening van de poot. Leg het werk terzijde en brei nog een poot op dezelfde manier. Maar brei de laatste nld als volgt: 8 st, kant 2 st af (= binnenkant van de poot), 14 st = 22 st.

Lijf: zet beide achterpoten op 3 sokkenbreinld en zet tegelijkertijd 2 nieuwe st op tussen de poten – aan de voor- en achterkant = 48 st. Verdeel de st zo dat het begin van de nld op het middenachter van het beertje zit. (Plaats een merkdraad aan het begin van de nld). Meet het werk verder vanaf hier!
1e – 2e nld: brei tricotst over alle st.
3e nld: brei 14 st, 2 st r sam .br, 16 st, 2 st r sam.br, 14 st.
4e nld: brei 14 st, 2 st r sam.br, 14 st, 2 st r sam.br, 14 st = 44 st.
Brei door in tricotst tot een totale hoogte van 9 cm.
Volgende nld: brei 6 st, 2 st r sam.br, 2 st r sam.br, brei 2 r, 2 st r sam.br, 2 st r sam.br, 2 st r sam.br, brei 8 st, 2 st r sam.br, 2 st r sam.br, 2 st r sam.br, brei 2 r, 2 st r sam.br, 2 st r sam.br, brei 6 st = 34 st op de nld.
Volgende nld: brei 2 st, 2 st r sam.br, 2 st r sam.br, brei 1 st, kant 4 st af ( = ”armsgat”), brei 1 r, 2 st r sam.br, brei 6 st, 2 st r sam.br, kant 4 st af (= ”armsgat”), brei 1 r, 2 st r sam.br, 2 st r sam.br, brei 2 st, en brei vervolgens de 5 eerste st op nld tot het ‘armsgat’. Er zijn nu 10 st voor de buik en 10 st voor de rug. De delen worden afzonderlijk verder gebreid.

Rug: brei tricotst, en brei tegelijkertijd de 2 eerste en de 2 laatste st op de nld r samen. Herhaal deze mindering in elke 2e nld totdat er 4 st over zijn. Plaats deze st op een hulpdraad.

Buik: zoals de rug breien.

Rechter voorpoot: Zet de st op en brei ze zoals de achterpoten tot de 16e nld. Brei vervolgens tricotst over alle 21 st tot en totale hoogte van 12 cm.
Volgende nld: brei 6 st, kant 2 st af (= het midden van de onderarm), brei 13 st. Brei de rest van de voorpoot heen en weer. Brei vervolgens de 2 eerste en de 2 laatste st van de nld r. samen. Herhaal deze mindering in elke 2e nld, totdat er 5 st over zijn. Plaats deze st op een hulpdraad. Rijg de opening aan de onderkant van de voorpoot samen, trek stevig aan en hecht af.

Linker voorpoot: Zet de st op en brei zoals de rechter voorpoot tot een hoogte van 12 cm.
Volgende nld: Brei 16 st, kant 2 st af = het midden van de onderarm), brei 3 st. Brei de rest van de poot af zoals de rechter voorpoot.

Hoofd: Verdeel de st van de rug, voorpoten, en buik over 3 breinld als volgt (=18 st): Het begin van de nld is het midden van de rug van het beertje. (Plaats 1 merkdraad aan het begin van de nld).
1e nld: brei tricotst over alle st.
2e nld: Meerder gelijkmatig verdeeld 6 st = 24 st.
3e – 6e nld: Meerder gelijkmatig verdeeld 3 st in elke nld.
7e – 8e nld: Meerder gelijkmatig verdeeld 9 st in elke nld = 54 st.
Brei door in tricotst totdat het hoofd een hoogte van 7 cm heeft.
Volgende nld: brei 21 st, * haal 1 st r af, brei 2 st r samen en haal de afgeh st over*, herhaal steeds *-* in totaal 4 keer, brei 21 st = 46 st.
Volgende nld: Brei 21 st, haal 1 st r af, brei 1 st r en haal de afgeh st over, haal 1 st r af, brei 1 st r en haal de afgeh st over, brei 21 st = 44 st.
Volgende nld: Brei * 2 r, 2 r samen *, herhaal steeds *-* x 4. Brei 12 r, *2 r samen, 2 r*, herhaal steeds *-* x 4 = 36 st.
Volgende nld: Brei 7 st, brei 3 st en plaats deze 3 op en veiligheidspeld (= st voor het oortje), 16 st, brei 3 st, en plaats deze 3 op een veiligheidsspeld (= st voor het oortje), 7 st. Neem in de volgende nld 1 nieuwe st op achter de 3 st op de veiligheidsspelden. Brei tricotst tot een hoogte van ca 14 cm. Brei vervolgens alle st 2 aan 2 samen = 18 st. Brei de st nog een keer 2 aan 2 samen. Knip de draad af en rijg deze door de overige 9 st. Hecht goed af.

Oortjes: neem de 3 st van de veiligheidsspeld op de nld. Brei het oortje in ribbelst.
1e nld: brei 1 r, 1 omsl, brei 1 r, 1 omsl, brei 1 r = 5 st.
2e nld: brei 5 st r.
3e nld: brei 1 r, *1 omsl, 1 r*, herhaal steeds *-* op de nld = 9 st.
4e nld: brei 9 st r.
5e nld: 1 r, *1 omslag, 1 r*, herhaal steeds *-* op de nld = 17 st.
Brei vervolgens door in ribbelst, totdat het oortje een hoogte van ca 6 cm heeft. *Volgende nld: brei alle st 2 aan 2 r samen, sluit af met 1 r, en brei de volgende nld in r*, herhaal van *-* 3 x= 3 st op de nld. Kant de st af.
Vul het oortje met watten en zet het oortje vast aan de kop. Herhaal dit op de st van de andere veiligheidsspeld.

Afwerken: Vul het beertje met watten – door de gaatjes onder de voorpoten.
Sluit de opening tussen de achterpoten. Naai met een donkerbruine of zwarte draad de oogjes, neus en een mond op het beertje. Naai de armen vast aan het lijf, duw de armen naar beneden, en zet ze vast ca 4 nld boven de eerste afgekante st voor het ‘armsgat’ (hierdoor krijgt het beertje een dikker buikje).

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 11-28

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (42)

country flag Casting wrote:

Bonjour, Ou trouve-t-on la quantité de laine nécessaire a un jouet au tricot ? Dans les explication je ne vois rien ? Merci de vtre réponse

23.02.2015 - 20:31

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Casting, vous trouverez la laine, quantité et aiguilles sous l'onglet "Fournitures" à droite de la photo, c'est-à-dire 200 g DROPS Alpaca / 50 g la pelote = 4 pelotes. Bon tricot!

24.02.2015 - 09:06

country flag Kathryn wrote:

When starting the body, I have no idea how to join the 2 legs together on 3 needles and then, also to then knit increases, this section is very vague, I need more detailed instruction or photo or video please. Thank you.

23.12.2014 - 00:02

DROPS Design answered:

Dear Kathryn, put all the sts from st holder/thread on to the double pointed needles and distribute the sts onto 3 double pointed needles. Increase tips says to increase with a YO - see video below. Happy knitting!

23.12.2014 - 19:00

country flag Dolina Von Raedern wrote:

Hallo, ich habe eine Frage zum Ohr:In der Anleitung steht nur,dass die Nadeln von der Sicherheitsnadel aufgenommen und gestrickt werden. Das ergibt dann aber nur eine Ohrhälfte. Logisch wäre für mich, die 3 zugenommenen Maschen auch aufzunehen und dann? Schon mal herzlichen Dank.

13.07.2014 - 20:35

DROPS Design answered:

Liebe Frau von Raedern, Sie stricken wirklich nur mit den 3 stillgelegten M weiter. Sie nehmen dann ja durch die Umschläge zu, und hinterher wieder ab, sodass sich eine gerundete Form ergibt, dann wird das Ohr längs gefaltet und an den Seiten und oben am Kopf angenäht. ("Ndl." steht hier übrigens für "R", bei Gelegenheit wird diese Anleitung sprachlich noch überarbeitet).

14.07.2014 - 22:51

country flag Eva Poulsen wrote:

Jeg vil gerne strikke med kun en nøgle af gangen, kan jeg i stedet bruge Karisma? Hvad skal løbelængden være?

09.03.2014 - 13:07

DROPS Design answered:

Hej Eva. Det kan du sagtens. Du regner det ud med laengden fra Alpaca 4 x 167 m = 668/3 traade = 223 / 100 (laengden Karisma) = 2,23 = 3 nögler Karisma. God fornöjelse.

10.03.2014 - 13:05

country flag Eva Poulsen wrote:

Hvis jeg vælger at strikke med Baby Merino skal jeg så stadig strikke med tre nøgler/tråde ad gangen?

14.10.2013 - 00:12

DROPS Design answered:

Hej Eva. Ja, det skal du

14.10.2013 - 11:09

country flag Eva Poulsen wrote:

Er det meningen at man strikker med tråd fra tre nøgler på en gang? Kan I anbefale noget andet garn da det er til en lille nyfødt baby?

08.10.2013 - 10:45

DROPS Design answered:

Hej Eva. Ja, den er strikket med 3-dobbelt traad. Du kan eventuelt erstatte med Baby Merino, det er samme kategori som Alpaca

08.10.2013 - 13:27

country flag Tina wrote:

Dear DD, because of "Round 12: *Slip a st as if to knit, K2 tog psso* , repeat 3 times..." If you knit both arms the same one hand will face forward and the other backwards. This might seem incidental, but it throws off the symmetry of the project. I did: K17, bind off 2, k2. This successfully mirrored the pattern to make a right arm. The short rows started in the next round. Thanks for your response to my question, but if I make this project again I will be using my slight mod.

03.10.2013 - 16:02

country flag Tina wrote:

I have a question about the right arm. The directions give "Next round: K6, bind off 2 sts (= mid under arm), K 13 sts." This works for the left arm, but there are no directions to change for the right arm. I plan to try K16, Bind off 2, k3 then do the short rows. Have there been any pattern corrections?

02.10.2013 - 23:17

DROPS Design answered:

Dear Tina, both arms are the same, you can work the right arm as you did for the left one. Happy knitting!

03.10.2013 - 10:20

country flag Clare wrote:

Hello, please can you help with the top of the legs. I put 6 stitches on a holder and then knit 7 row back and forth with the remaining 18 sts. surely when I join them all back up I end up with big holes where the edges with the 7 longer rows join the 6 stitches? I hope that makes sense and please do answer as if I'm a complete novice!!!

02.10.2013 - 13:12

DROPS Design answered:

Dear Clare, when the 6 sts are on a holder, you continue back and forth on the remaining sts working short rows at the same time (see video below), then work all sts back around. Happy knitting!

02.10.2013 - 17:50

country flag Roxanne wrote:

Bonjour! Je ne comprends pas ce que veut dire tricoter avec 3 fils ! Pouvez-vous m'aider ??

19.06.2013 - 23:19

DROPS Design answered:

Bonjour Roxane, il faut tricoter avec le fil en triple = 3 fils de pelote. Bon tricot!

19.06.2013 - 23:51