DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 32.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
DROPS Baby 4-14
Maat: 3 – 6/9 – 12/18 maanden (2 - 3/4 jaar)

Materiaal: DROPS Baby Merino, van Garnstudio
Meisje/jongen/meisje/jongen:
150-150-150 (200-200) gr. nr. 25, lavendelblauw / 10 lichtturkoois / 05, lichtroze
100-150-150 (150-200) gr. nr. 10, lichtturkoois / 13, marineblauw / 14, lila
100-150-150 (150-200) gr. nr. 16, rood / 25, lavendelblauw / 06, roze
50-100-100 (100-100) gr f.nr 04, gul/ 02, natur/ 04, gul
50- 50- 50 (50- 50) gr f.nr 13, marine/ 16, rød/ 13, marine

Alleen voor het kruippak:
100-100-100 (150-150) gr. nr. 16, rood/ 28, licht mintgroen/ 05, lichtroze
100-100-100 (150-150) gr. nr. 10, lichtturkoois / 13, marineblauw / 14, lila
50-50-50 (100-100) gr. nr. 04, geel / 02, naturel / 04, geel
50- 50- 50 (100-100) gr. nr. 25, lavendelblauw / 12, lichtblauw / 05, lichtroze
50- 50- 50 ( 50- 50) gr. nr. 13, marineblauw / 16, rood / 13, marineblauw

DROPS breinld, rondbreinld en breinld zonder knop 2 mm en 2.5 mm
DROPS knoop, 5 stuks

Stekenverhouding: 26 st x 35 nld op nld 2.5 mm in tricotst = 10 x 10 cm.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 32.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

KRUIPPAK:

Stekenverhouding: 26 st x 35 nld op nld 2.5 mm in tricotst = 10 x 10 cm.

Boordsteek: * 1 recht, 1 averecht*. Herhaal van * - *.

Ribbelsteek, heen en weer gebreid: alle naalden recht.
Ribbelsteek, in de rondte gebreid: *naald 1: recht, naald 2: averecht *. Herhaal van * - *.

Patroon: Zie telpatronen. (1 telpatroon = 1 herhaling). De goede kant van het patroon is weergegeven en het patroon wordt geheel gebreid in tricotsteek.

Linkerpijp: Zet 80-88-88 (96-96) st op met rondbreinld 2 mm en geel en brei 4 cm Boordsteek. Ga verder met nld 2.5 mm en brei 2 nld in rood, 2 nld in lavendelblauw en ga verder in rood, meerder TEGELIJKERTIJD aan de binnenkant van de pijp elke 2-3-3 (4-5) cm: 4 x 2 st = 88-96-96 (104-104) st. Denk om de stekenverhouding. Splits bij een hoogte van 17-18-20 (25-28) cm het werk aan de binnenkant van de pijp (= split) en brei het werk verder heen en weer op de nld. Meerder 1 st aan iedere kant voor de naad = 90-98-98 (106-106) st. Kant bij een hoogte van 18-20-23 (27-30) cm 5-7-3 (5-5) st af aan iedere kant = 80-84-92 (96-96) st. Laat het werk rusten en brei de andere pijp.

Rechterpijp: brei als de linkerpijp, maar brei Boordsteek in lavendelblauw, dan 2 nld lichtturkoois, 2 nld geel en ga verder in lichtturkoois.

Lijf: Zet de linker- en rechterpijp op dezelfde rondbreinld = 160-168-184 (192-192) st. Ga verder in lichtturkoois boven de lichtturkooizen pijp en rood boven de rode pijp. Plaats een markeerder middenachter en ga verder heen en weer gebreid op de nld van middenvoor naar middenvoor. Meerder 1 st aan iedere kant middenvoor voor de naad = 162-170-186 (194-194) st. Meerder nu middenachter aan beide zijkanten van de middelste 2 st (markeerder) om de nld: 8 x 1 st, minder TEGELIJKERTIJD aan iedere kant middenvoor om de nld 8 x 1 st. Minder als volgt voor de markeerder: 2 st r samenbreien, na de markeerder: 1 st r afh, 1 r, afgeh st overh = 162-170-186 (194-194) st. Kant bij een hoogte van 25-26-28 (33-36) cm 5 st af aan iedere kant middenvoor voor de split = 152-160-176 (184-184) st. Ga bij een hoogte van 42-46-51 (56-59) cm verder als volgt: brei 1 nld av, brei 1 nld recht met lavendelblauw boven lichtturkoois en geel boven rood, brei 1 nld av met lavendelblauw boven lavendelblauw en geel boven geel en ga dan verder in tricotst in lavendelblauw en geel in plaats van lichtturkoois en rood. Brei na 1-1-2 (2-3) cm in de nieuwe kleuren – het werk meet nu 43-47-53 (58-62) cm - de volgende nld als volgt: 3 st blauw, M.1, 48-52-60 (64-64) st lavendelblauw, 48-52-60 (64-64) st geel, M.2, 3 st geel. Ga zo verder in patroon. Brei na het patroon het werk verder in de hoofdkleuren. Verdeel TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 47-51-56 (61-64) cm het werk als volgt: 35-37-41 (43-43) st = voorpand, kant 2 st af voor de armsgaten, 78-82-90 (94-94) st = achterpand, kant 2 st af voor de armsgaten, 35-37-41 (43-43) st = voorpand. Brei nu ieder deel apart verder.

Linker voorpand: = 35-37-41 (43-43) st. Minder voor de armsgaten om de nld: 2-1-1 (0-0) x 2 st = 31-35-39 (43-43) st. Minder bij een hoogte van 53-58-64 (69-75) cm voor de hals om de nld: 1 x 5-6-7 (7-10) st, 2-2-2 (3-3) x 2 st. Kant de overgebleven st af bij een hoogte van 57-62-68 (74-80) cm.

Rechter voorpand: Als het linker voorpand, maar in spiegelbeeld.

Achterpand: = 78-82-90 (94-94) st. Minder voor de armsgaten als beschreven voor het voorpand = 70-78-86 (94-94) st. Kant bij een hoogte van 55-60-66 (72-78) cm de middelste 20-22-24 (28-34) st af voor de hals en minder voor de hals om de nld: 1 x 2 st, 1 x 1 st. Kant af bij een hoogte van 57-62-68 (74-80) cm.

Linkermouw: Wordt in de rondte gebreid op breinld zonder knop. Zet 44-46-50 (52-52) st op met breinld zonder knop 2 mm en lavendelblauw en brei 4 cm Boordsteek. Ga verder met nld 2.5 mm in tricotst als volgt: 2 nld geel, 2 nld lavendelblauw en ga dan verder in geel, meerder TEGELIJKERTIJD 2 st midden onder de arm in totaal 4-6-6 (8-16) keer als volgt:
Maat 3 en 6/9 maanden en 2 jaar: afwisselend elke 6e en 7e nld
Maat 12/18 maanden: elke 8e nld
Maat 3/4 jaar: elke 4e nld
= 52-58-62 (68-84) st.

Kant bij een hoogte van 13-17-19 (21-26) cm 6 st af midden onder de mouw en brei het werk verder heen en weer op de nld. Minder voor de mouwkop aan iedere kant om de nld: 2 x 5 st, kant dan alle st af. De mouw meet ongeveer 15-19-21 (23-28) cm.

Rechtermouw: brei als de linkermouw maar brei Boordsteek in geel, dan 2 nld lavendelblauw,2 nld geel en ga verder in lavendelblauw.

Afwerking: Naai de schoudernaden dicht.

Linker voorbies: Neem ongeveer 86-96-108 (108-116) st op langs het linker voorpand met nld 2 mm en lichtturkoois, brei 1 nld av, brei 2,5 cm Boordsteek, brei 1 nld av en kant alle st af.
Rechter voorbies: Herhaal langs het rechter voorpand, maar maak na 1 cm 5 knoopsgaten gelijkmatig verdeeld over de nld. 1 Knoopsgat = kant 3 st af en zet 3 nieuwe st op in de teruggaande naald. Zet de voorpandranden vast aan de onderkant van de split. Neem ongeveer 90-100 st op rond de hals met nld 2 mm en lichtturkoois, brei 1 nld av, 2 cm in Boordsteek, kant alle st af. Naai de split samen aan de binnenkant van de pijpen en naai de opening samen tussen de pijpen van middenvoor naar middenachter. Naai de mouwen in het lijf en naai de knopen aan.




MUTS:

Maat: 3 – 6/9 – 12/18 maanden (2 - 3/4) jaar
Hoofdomtrek: 39-41-43 (46-46) cm.

DROPS breinld 2 mm

Stekenverhouding: 28 st x 38 nld op nld 2 mm in tricotst = 10 x 10 cm.

RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid op de nld):
Brei alle nld recht.

Wordt heen en weer gebreid op de breinld in 4 kleuren. Zet 110-118-122 (130-130) st op (incl 1 kant st aan iedere kant) met nld 2 mm en lichtturkoois en brei 4 nld ribbelst. Ga verder in tricotst als volgt: 28-30-31 (33-33) st rood (incl 1 kant st), 27-29-30 (32-32) st lichtturkoois, 27-29-30 (32-32) st lavendelblauw, 28-30-31 (33-33) st geel (incl. 1 kant st). Minder bij een hoogte van 9-10-10 (10.5-11.5) cm 1 st naast beide kant st en aan beide zijkanten van iedere kleurovergang door de eerste en de laatste 2 st samen te breien van iedere kleur (= 8 st minder per nld). Herhaal dit minderen afwisselend iedere nld en om de nld tot het werk 14-15-15 (16-17) cm hoog is. Knip de draad af en haal door de overgebleven st. Naai de rode en gele delen samen. Maak een klein klosje met alle 4 kleuren en bevestig deze aan de bovenkant van de muts.




SOKKEN:
Maat: 3 – 6/9 – 9/12 maanden (2 -3/4 jaar)
Voetlengte: 10-11-12 (14-15) cm.

DROPS breinld 2 mm en 2.5 mm
DROPS haaknld 2.5 mm

Stekenverhouding: 26 st x 52 nld op nld 2.5 mm in ribbelst = 10 x 10 cm.

Boordsteek: * 1 recht, 1 averecht*. Herhaal van * - *.

Ribbelsteek, heen en weer gebreid: alle naalden recht.

Zet 46-50-50 (54-54) st op met nld 2 mm en lichtturkoois en brei 6-7-7 (8-8) cm Boordsteek heen en weer op de nld. Brei 1 nld tricotst en ga verder met nld 2.5 mm, minder TEGELIJKERTIJD 10-14-8 (12-8) st = 36-36-42 (42-46) st. Brei de volgende nld als volgt aan de goede kant: *2 st r samenbreien, 1 omsl*, herhaal van *-*. Brei 1 nld tricotst. Zet 12-12-14 (12-14) st op een hulpdraad aan iedere kant en brei 6-7-9 (10-10) cm ribbelst over de middelste 12-12-14 (18-18) st. Zet de st van de hulpdraden terug op de nld en neem 16-18-23 (26-26) st op aan iedere zijkant van het midden = 68-72-88 (94-98) st. Brei 3-4-4 (5-5) cm ribbelst over alle st, minder TEGELIJKERTIJD na 2-2.5-2.5 (3-3) cm om de nld als volgt nog 3-4-4 (5-5) cm: 1 st aan het begin en 1 st aan het einde van de nld en brei 2 st r samen aan beide zijkanten van de middelste 2 st. Kant af en naai de naad onder de voet en langs de Boordsteek. Haak een ketting met haaknld 2.5 mm van ongeveer 30-35 cm lang en rijg deze door de gaatjesrij.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 28.04.2009
Verdeel TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 47-51-56 (61-64) cm het werk als volgt: 35-37-41 (43-43) st = voorpand, kant 2 st af voor de armsgaten, 78-82-90 (94-94) st = achterpand, kant 2 st af voor de armsgaten, 35-37-41 (43-43) st = voorpand.

Telpatroon

symbols = lavendelblauw
symbols = rood
symbols = lichtturkoois
symbols = geel
symbols = marineblauw
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 4-14

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (8)

country flag Jule Jariba Pape wrote:

Ich verstehe das mit der Mengenangabe der Wolle nicht ganz am Anfang. Warum tauchen einigen Farben da doppelt auf? Und warum gibt es bei der memgemanagabe für das ganze Set „Mädchen/Junge/Junge/Mädchen und da sind dann auch wieder mehrere Angaben - aber es gibt nur ein Muster und in der Anleitung sind auch die Farben klar definiert? Wieviel Wolle muss ich denn nun für ein ganzes set für ein Mädchen 6/9 Monate besorgen? Liebe Grüße Jule Pape

08.12.2023 - 16:26

DROPS Design answered:

Liebe Frau Pape, 6/9 Monate ist hier die 2. Größe, so lesen Sie die 2. Angaben in jeder Farbe für Set oder nur Anzug, dann wählen Sie einfach die gewünschte Farben. Da die Farbkarte aktualisiert wurde, kann Ihnen gerne Ihr DROPS Händler damit (auch per Telefon oder per E-Mail) helfen, die besten passenden Farben zu finden. Viel Spaß beim stricken!

11.12.2023 - 07:11

country flag Heidi wrote:

Forstår ikke forklaringen til hvordan det skal økes og felles i bolen. Vennligst hilsen Heidi Bentzen

26.02.2019 - 09:21

DROPS Design answered:

Hei Heidi. Du skal øke masker bak, og samtidig felle masker midt foran, dette gjør du på hver 2. pinne. Du øker 1 maske på hver side av de 2 midterste maskene bak (Altså 2 masker økt hver gang), og dette gjør du 8 ganger (altså over 16 omganger. = 16 masker økt). Samtidig feller du 1 maske i hver side mot midt foran, innenfor 1 kantmaske. Du feller 8 ganger totalt (= 16 masker felt). God fornøyelse

26.02.2019 - 15:01

country flag Heidi Bentzen wrote:

Har strikket det ene beinet til Circus smiles. Forstår ikke hvordan jeg lager splitt.

18.02.2019 - 15:13

DROPS Design answered:

Hei Heidi. Det betyr rett og slett at du slutter å strikke rundt men går over til å strikke frem og tilbake slik at du får en split i arbeidet. Altså når arbeidet måler 17-18-20 (25-28) cm deles arbeidet på innsiden av benet: strikk til innsiden av benet, snu og strikk den andre veien til du er på innsiden av benet igjen (du strikker nå fra vrangen), snu og strikk tilbake igjen fra retten osv. Husk å øke 1 kantmaske i hver side til å sy sammen arbeidet i etterpå. God fornøyelse

21.02.2019 - 13:28

country flag Mette Thomsen wrote:

Jeg forstår ikke hvad det er jeg skal når de 2 ben samles, skal der tages ind eller ud midt på rygge og foran?

29.01.2019 - 14:14

DROPS Design answered:

Hei Mette. Når bena settes inn på samme pinne setter du et merke midt bak og strikker frem og tilbake over alle maskene, med åpning midt foran. Du øker i tillegg 1 kantmaske i hver side mot åpningen midt foran. Videre skal det felles på innsiden av disse kantmaskene, samtidig som det økes på hver side av merket du satte midt bak. God fonrøyelse

30.01.2019 - 08:18

country flag FOIRATIER wrote:

Bonsoir. Pour la combinaison après avoir fait les 8 augmentations et les 8 diminutions on a 162 mailles. Ensuite il faut diminuer d’1 maille de part et d’autre du marqueur ce qui nous donne 160 mailles. Ensuite, à 25 cm il faut réaliser 5 diminutions de chaque côté des devants soit 10 mailles de moins. Le texte dit qu’il reste à ce moment-là 152 mailles mais s’il reste 160 mailles moins dix cela donne 150 mailles et non 152, sauf si je fais une erreur de calcul.

12.09.2018 - 21:51

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Foiratier, la phrase sur les diminutions explique juste comment diminuer ces mailles sur le dos et les devants, je l'ai décalée avant le nombre total de mailles pour qu'elle ne crée pas un problème de compréhension. Bon tricot!

13.09.2018 - 09:07

country flag Marjo Leppänen wrote:

Mikähän kokoinen pyöröpuikko tulee kysymykseen kun noin ohuella langalla vain 80 silmukkaa?

22.01.2014 - 06:34

DROPS Design answered:

Lahkeet voidaan neuloa 40 cm:n pituisella pyöröpuikolla.

23.01.2014 - 14:24

country flag Lotte Patheier wrote:

Er det mig der ikke kan se ? Skal mønsterets strikkes ind i eller broderes på bagefter, kan ikke se det i opskriften

10.07.2013 - 14:55

DROPS Design answered:

Hej Lotte. Mönstret strikkes ind i dragten. Se under ryg- og forstykke, 3e sidste linie: 3 m lavendel, M.1, 48-52-60 (64-64) m lavendel, 48-52-60 (64-64) m gul, M.2, 3 m gul. M.1 og M.2 er mönstrene med bamserne

11.07.2013 - 13:22

country flag Bente Bigum wrote:

Jeg kan ikke finde diagrammet til bamsen og aben på opskrift 4 - 14

22.07.2007 - 14:32