DROPS Children 6-3
Maten: 3/4 - 5/6 - 7/8 (9/10 - 11/12) jaar
Maten in cm: 80-86-94 (98-104) cm

Materiaal: DROPS Camelia van Garnstudio (niet meer in het assortiment)

Voor het vest en de sokken:
250-250-300 (300-350) gr. Kleur. 08, naturel
200-200-250 (250-300) gr. Kleur. 05, grijs

Alleen voor het vest:
200-200-250 (250-300) gr. Kleur. 08, naturel
150-150-200 (200-250) gr. Kleur. 05, grijs

Alleen voor de sokken:
100-100-100 (100-100) gr. Kleur. 08, naturel
50-50-50 (50-50) gr. Kleur. 05, grijs

5-5-6 (6-6) DROPS knopen

DROPS rondbreinld en breinld zonder knop 2.5 mm en 3.5 mm of de maat die u nodig heeft voor de juiste stekenverhouding.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Instructies voor het patroon

Stekenverhouding: 23 st x 30 nld met nld 3.5 mm in patroon = 10 x 10 cm.

Patroon: Zie telpatroon (1 telpatroon = 1 herhaling). De goede kant van het patroon is weergegeven en het patroon wordt geheel gebreid in tricotsteek. De telpatronen zijn vertikaal weergegeven. De pijlen geven de startpunten aan voor de verschillende maten in het telpatroon voor Patroon M.1.

Boordsteek: * 1 st r, 1 st av *.

Rand: Brei 3 cm tricotst, brei 1 nld averecht (= vouwrand), brei 3 cm tricotst.




VEST:

Lijf: Brei het vest in de rondte op de rondbreinaalden en knip later de armsgaten en het middenvoorpand in.
Zet 60-170-180 (190-200) st op met rondbreinld 2.5 mm en naturel en brei 5 cm boordsteek heen en weer op de nld. Ga verder met rondbreinld 3.5 mm. Brei in de rondte; plaats een markeerdraad waar de eerste en de laatste steek samenkomen.
Ga verder in tricotst en meerder 24-28-36 (36-40) st gelijkmatig verdeeld over de 1e nld en meerder ook 5 st middenvoor (deze st zijn voor de knipbies en worden niet in patroon gebreid) = 184-198-216 (226-240) st (en 5 knipbies st). Brei Patroon M.1. Brei TEGELIJKERTIJD, bij een hoogte van 26-28-31 (32-33) cm de volgende nld als volgt: 46-50-54 (57-60) st voorpand, meerder 5 st, 92-98-108 (112-120) st achterpand, meerder 5 st, 46-50-54 (57-60) st voorpand (de gemeerderde st aan iedere kant zijn voor de knipbiezen voor de armsgaten en worden niet in patroon gebreid). Wissel TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 26-28-31 (32-33) cm (pas zo aan dat dit na een hele of halve ster is), de patroonkleuren, zodat grijs = naturel en naturel = grijs. Kant bij een hoogte van 40-43-48 (50-52) cm de middelste 28-30-30 (32-32) st (en 5 knipbies st) af op het voorpand voor de hals en brei de rest heen en weer op de nld. Kant dan af aan iedere kant voor de hals om de nld 2 x 2 st, 3 x 1 st. Brei TEGELIJKERTIJD, bij een hoogte van 42-45-50 (52-54) cm Patroon M.2. Kant bij een hoogte van 43-46-51 (53-55) cm de middelste 40-40-42 (42-44) st af op het achterpand voor de hals. Minder dan 1 st aan iedere kant voor de hals in de volgende nld. Kant na Patroon M.2 alle st af. Het werk meet ongeveer 45-48-53 (55-57) cm.

Mouwen: Zet 36-38-40 (42-44) st op met breinld zonder knop 2.5 mm en naturel. Brei in de rondte; plaats een markeerdraad waar de eerste en de laatste steek samenkomen. Brei 4 cm boordsteek. Ga verder met breinld zonder knop 3.5 mm en brei Patroon M.1 (zorg ervoor dat een patroonherhaling netjes midden op de mouw komt) en meerder 10-8-10 (14-12) st gelijkmatig verdeeld over de 1e nld = 46-46-50 (56-56) st. Meerder TEGELIJKERTIJD na de boordsteek 1 st aan iedere kant van de markeerdraad 21-23-26 (25-27) keer:
Maat 3/4 jaar: afwisselend iedere 2e en 3e nld
Maten 5/6 en 7/8 jaar: iedere 3e nld
Maten 9/10 en 11/12 jaar: afwisselend iedere 3e en 4e nld
= 88-92-102 (106-110) st.
Brei bij een hoogte van 26-29-32 (36-40) cm 2 cm averechte tricotst met grijs voor een naadtoeslag over de knipbiezen op het lijf. Kant alle st af.

Afwerking: Rijg een markeerdraad door het midden van de knipbies st op ieder armsgat en middenvoor. Naai met de naaimachine twee zomen aan iedere kant van de markeerdraad, 1/2 st van de markeerdraad. Knip de biezen in tussen de genaaide zomen. Naai de schoudernaden dicht.

Neem ongeveer 90-110 st op langs het linker voorpand met rondbreinld 2.5 mm en naturel en brei de Rand. Herhaal langs het rechter voorpand, maar maak na 1 cm 5-5-6 (6-6) knoopsgaten gelijkmatig verdeeld over de naald. (1 knoopsgat = kant 2 st af en zet 2 nieuwe st op boven de afgekant st in de volgende naald) - denk erom ook knoopsgaten te maken in de toeslag = gedeelte na de averechte naald voor de vouwrand).

Neem ongeveer 96-108 st op langs de hals met naalden 2.5 mm en brei Patroon M.2 heen en weer op de nld, brei 1 nld av (voor de vouwrand) en brei dan 9 nld tricotst, kant dan af.

Naai de mouwen in het lijf op de goede kant als volgt: Naai afwisselend een steek in de laatste naald gebreid op de mouw voor de naadtoeslag en een steek op de lijf na de naaimachine zoom. Keer de trui binnestebuiten en naai de naadtoeslag van de mouw met de hand over de knipbiesranden op het lijf. Naai de knopen aan.




SOKKEN:

Maten: 3/4 - 5/6 - 7/8 (9/10 - 11/12) jaar
Voetlengte van de sokken: 17-18-20 (22-24) cm

Boordsteek: *1 st r, 1 st av *

Sokken: Zet 50-52-54 (58-60) st op met breinld zonder knop 2.5 mm en grijs en brei 5 cm boordsteek. Ga verder met breinld zonder knop 3.5 mm in tricotst en meerder 1-3-1 (3-1) st gelijkmatig verdeeld over de 1e nld = 51-55-55 (61-61) st. Brei 48-52-52 (58-58) st van Patroon M.1 (Zie telpatroon M.1 – begin bij de pijl met de tekst «start sokker») en brei dan Patroon M.3 (= middenachter). Minder bij een hoogte van 11-12-12 (13-13) cm 1 st middenachter aan iedere kant van Patroon M.3: 5-6-4 (7-6) keer:
Maten 3/4 en 9/10 jaar: afwisselend iedere 3e en 4e nld
Maten 5/6 en 7/8 en 11/12: iedere 4e nld
= 41-43-47 (47-49) st.
Brei bij een hoogte van 30-32-34 (36-38) cm de rest met grijs en brei als volgt:

Hiel: Brei 4-4-5 (5-5) cm tricotst heen en weer over 21 st middenachter (zet de overgebleven 20-22-26 (26-28) st op een hulpdraad).
Vorm de hiel (1e nld aan de goede kant):
1e nld: 11 st r, 2 st recht samen achter in de st, 1 st r, keer het werk.
2e nld: 1 st afh, 3 st av, 2 st av samen, 1 st av, keer het werk.
3e nld: 1 st afh, 4 st recht, 2 st recht samen achter in de st, 1 st r, keer het werk.
4e nld: 1 st afh, 5 st av, 2 st av samen, 1 st av, keer het werk.
5e nld: 1 st afh, 6 st recht, 2 st recht samen achter in de st, 1 st r, keer het werk.
6e nld: 1 st afh, 7 st av, 2 st av samen, 1 st av, keer het werk.
7e nld: 1 st afh, 8 st recht, 2 st recht samen achter in de st, keer het werk.
8e nld: 1 st afh, 9 st av, 2 st av samen, 1 st av, keer het werk.
9e nld: 2 st recht samen, 9 st recht, 2 st recht samen achter in de st = 11 st op de nld.
Plaats een markeerdraad in het werk. Neem 10-10-10 (10-10) st op aan iedere kant van de hiel en zet de st van de hulpdraad terug op de nld = 51-53-57 (57-59) st. Minder dan 1 st aan iedere kant van de 20-22-26 (26-28) st voor de bovenkant voet 4-3-3 (3-3) keer om de nld = 43-47-51 (51-53) st - (als het kind een smalle voet heeft, kun u ook 5 keer minderen). Minder als de voet 13-14-16 (18-20) cm meet (vanaf de hulpdraad bij de hiel) voor de teen. Bevestig een markeerdraad aan iedere zijkant (21-23-25 (25-27) st voor de onderkant voet en 22-24-26 (26-26) st voor de bovenkant voet). Minder 1 st aan iedere kant van elke markeerder (4 minderingen per nld) 8-9-11 (11-11) keer afwisselend iedere nld en iedere 2e nld = 11-11-7 (7-9) st. Haal een dubbele draad door de laatste st en zet vast.

Telpatroon

symbols = naturel
symbols = grijs
symbols = begin lijf hier
symbols = begin sok hier
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Children 6-3

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (5)

country flag Gabi Forsthuber wrote:

Wenn ich die Kante stricke und Knopflöcher einarbeite, diese Kante aber in der Hälfte ab der linken Reihe umnähe, dann sind die Knopflöcher doch wieder verdeckt, oder sehe ich das falsch?

14.01.2023 - 18:22

DROPS Design answered:

Liebe Frau Forsthuber, ja deshalb muss man die Knopflöcher noch einmal bei der 2. Hälfte von der Kante arbeiten. Viel Spaß beim stricken!

16.01.2023 - 08:58

country flag Aila Haataja wrote:

Piirros kuvioon ei näy

08.03.2021 - 18:09

DROPS Design answered:

Nyt piirros avautuu.

09.03.2021 - 16:52

country flag Heléne Hartman wrote:

Hej! Jag har stickat hela bålen men förstår inte ökningarna på ärmen, de som är efter ökningarna efter resåren.. HJÄLP

13.02.2018 - 18:15

DROPS Design answered:

Hei Helene. Når vrangborden/resåren er ferdig strikket skal du øke 2 masker 21 ganger vekselsvis (annen hver gang). Første øking er på 2. omgang, deretter strikkes det 2 omganger og økes på 3. omgang etter 1. økning). Så strikkes det 1 omgang og så økes det (= 2.omgangs økning), så strikkes det 2 omganger og på neste omgang økes det (= 3.gangs økning). Slik økes det vekselsvis. God Fornøyelse!

14.02.2018 - 14:00

Klara wrote:

Ich mag die alten Designs sehr! Ich würde mich sehr freuen, wenn Drops endlich ein reines dünnes (am besten nicht superwash behandelts) Schurwollgarn ins Programm nehmen würde. Gibt es Pläne dazu? Wie kommt es das Estnische Garne mit langen Farbverläufen und diesen wunderbar satten Farben so erfolgreich sind, und Drops erkennt diese Vorliebe der Stricker-Community nicht?

08.03.2016 - 07:58

DROPS Design answered:

Liebe Klara, unser Einkaufsteam ist immer am Evaluieren, welche Garne unser Sortiment am besten ergänzen würden und Sie dürfen im Laufe des Jahres wieder neue Qualitäten erwarten.

08.03.2016 - 08:38

country flag Monica De Leeuw wrote:

Moet armsgat t/m schouderpatroon ingeknipt worden, of er onder blijven. Dan is armsgat nl 22 cm ipv 19 cm bij maat 86. op de foto kan ik het niet goed zien. Patroon tekening lijkt dat het helemaal ingeknipt moet worden en dan de schoudernaden weer dicht naaien.

14.11.2013 - 22:26

DROPS Design answered:

Hoi Monica. Je knipt alleen de armsgaten open - vanaf waar je de 5 st hebt opgezet tot aan de afkantnld. De schoudernaden zijn niet dicht, deze naai je gewoon samen bij het afwerken.

21.11.2013 - 14:26