DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 1.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 20.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
DROPS 34-7
Maat: Small (Medium - Large)
Materiaal: DROPS Muskat van Garnstudio,
650 (700-700) gr nr. 8, naturel

DROPS Rondbreinaald en breinaalden zonder knop 3 mm en 4 mm, of de breinaalden die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.
DROPS Haaknaald 3 mm.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 1.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 20.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

Steekverhouding:
20 st x 26 nld met Muskat op breinld 4 mm in tricotsteek = 10 x 10 cm. Gebruik indien nodig dikkere of dunnere naalden. Brei altijd een proeflapje!

Patroon:
Zie teltekening M.1 – M.5 (1 keer de teltekening = 1 herhaling). De teltekening geeft het motief weer aan de goede kant. Zowel de heengaande als de teruggaande nld zijn weergegeven. De Nederlandse verklaring van de symbolen in de teltekening staan onderaan dit patroon, in dezelfde verticale volgorde als de symbolen bij de teltekening

Nop:
Meerder tot 4 st in 1 st door afwisselend voor en achter in de st te steken. Brei 3 nld tricotsteek heen en weer over deze 4 st. Brei in de 4e nld de st r sm tot 1 st.

Ribbelst (op de rondbreinaald):
1e nld recht, 2e nld averecht. Herhaal steeds de 1e en 2e nld.

Panden:
Zet 192 (192-204) st op met rondbreinld 3 mm en naturel. Brei rond. Brei 4 nld ribbelst. Wissel naar rondbreinld 4 mm en brei dan 1 verticale herhaling van M.1 = 10 cm. Brei verder in tricotsteek. Meerder gelijkmatig verdeeld in de 1e nld tricotsteek: 44 (52-56) st = 236 (244-260) st. Brei de volgende nld als volgt: * 52 (56-64) st M.5, M.4, M.3, M.2, M.3, M.4 * herhaal steeds *-*, plaats een markeerring midden in de 52 (56-64) st van M.1 = zijkant en M.2 = middenvoor + middenachter. Brei verder volgens dit patroon. Let op de steekverhouding. Kant bij een hoogte van 27 (27-29) cm aan weerszijden 4 st af voor het armsgat. Brei ieder deel apart verder.

Voorpand: = 114 (118-126) st.
Kant daarna aan weerszijden af voor het armsgat in iedere 2e nld: 1 keer 2 st en 1 (1-3) keer 1 st = 108 (112-116) st. Kant bij een hoogte van 48 (48-50) cm de middelste 34 (34-34) st af de hals. Kant daarna aan beide halszijden af in iedere 2e nld: 1 keer 3 st, 2 keer 2 st en 2 keer 1 st. Kant alle st af bij een totale hoogte van 55 (55-57) cm.

Achterpand: = 114 (118-126) st.
Kant voor het armsgat af zoals bij het voorpand = 108 (112-116) st. Kant bij een hoogte van 53 (53-55) cm de middelste 48 (48-48) st af voor de hals. Kant in de volgende nld aan beide halszijden nog 2 st af. Kant alle st af bij een totale hoogte van 55 (55-57) cm.

Mouwen:
Zet 48 (48-48) st op met breinaalden zonder knop 3 mm en naturel. Brei rond. Brei 4 nld ribbelst en 1 herhaling van M.1 in de hoogte = 10 cm. Wissel naar breinaalden zonder knop 4 mm. Brei verder in tricotsteek. Meerder 2 (2-2) st gelijkmatig verdeeld in de 1e nld = 50 (50-50) st. Brei verder volgens teltekening M.5. Meerder bovendien 31 (31-31) keer 2 st midden in de ondermouw in om en om iedere 2e en 3e nld = 112 (112-112) st. Kant, als de mouw een hoogte heeft van 42 (42-42) cm, midden in de ondermouw 6 st af. Brei het werk verder heen en weer op de breinld. Kant daarna 6 keer 5 st aan weerszijden af voor de mouwkop in iedere 2e nld. Kant de resterende st af. De hoogte is nu ca 48 (48) cm.

Afwerken:
Sluit de schoudernaden. Neem rond de hals ca 110 st op met breinaalden zonder knop 3 mm en naturel. Brei 4 nld ribbelst. Kant alle st af. Haak een rand met haaknaald 3 mm onderaan de panden, de mouwen en rond de hals als volgt: 1 v * 3 l, 1 stk in de 1e l, sla 2 st over, haak 1 v*. Herhaal steeds *-*. Naai de mouwen in de panden. Naai in de buitenste st. Let er op dat de naad niet te dik wordt.

VERKLARING SYMBOLEN TELTEKENING:
= recht
= averecht
= omslag
= nop, zie de beschrijving in het patroon
= 2 r sm, 1 omslag
= 1 omslag, haal 1 st r af, brei 1 st r, haal de afgehaalde st over de gebreide st.
= zet 2 st op een hulpnld achter het werk, brei 2 st recht, brei de 2 st van de hulpnld recht
= zet 1 st op een hulpnld achter het werk, brei 1 st recht, brei de st van de hulpnld recht
= haal 1 st r af, brei 2 st r sm, haal de afgehaalde st over de samengebreide st.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 19.06.2020
Nieuw telpatroon M.1 + onder LIJF en MOUWEN brei 1 verticale herhaling van M.1 = 10 cm.

Telpatroon

symbols = naturel, recht
symbols = naturel, averecht
symbols = 1 omslag
symbols = bobbel, zie hierboven
symbols = 2 recht samen, 1 omslag
symbols = 1 omslag, 1 st recht afhalen, afgehaalde steek overhalen
symbols = zet 2 steken op een kabelnaald achter het werk, 2 recht, 2 recht van de kabelnaald
symbols = zet 1 steek op een kabelnaald achter het werk, 1 recht, 1 recht van de kabelnaald
symbols = haal 1 steek recht af, 2 recht samen, afgehaalde steek overhalen
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 34-7

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (10)

country flag Julia wrote:

Hallo, ich habe eine Frage zu der Aneinanderreihung der Muster. Auf dem Bild des Pullis ist nicht ganz ersichtlich, ob die bobbles immer direkt übereinander sein sollen, v. A. Ganz unten am Rand. Wenn ich das Muster so stricke, wie vorgegeben, werden ab dem Zeitpunkt, wo ich mit dem Muster M5, M4... beginne, die bobbles versetzt zu den bereits gestrickten aus M1. Ist das richtig so?

27.02.2024 - 06:39

DROPS Design answered:

Liebe Julia, nach M.1 werden die Noppen von den anderen Diagrammen nicht genau über die Noppen von M.1 anpassen, M.1 ist nur für die untere Rand. Hoffentlich misverstehe ich Ihre Frage nicht. Viel Spaß beim stricken!

27.02.2024 - 09:11

country flag Maria Sampaio wrote:

Também não percebo como é que na frente tem 55 cm de altura conforme descreve "Arrematar as restantes malhas para o ombro a 55-55-57 cm de altura total" e na parte de trás apenas 53 cm "A 53-53-55 cm de altura total, arrematar as 48-48-48 malhas centrais para o decote e depois 2 malhas no lado do decote na carreira seguinte. Arrematar as restantes malhas como se fez para a frente"

23.10.2022 - 17:40

DROPS Design answered:

Bom dia, À frente, o último remate (em que se rematam todas as malhas) para o ombro é feito a 55-55-57 cm. Nas costas, o primeiro remate para o decote é feito é a 53 cm (faz-se mais um remate e tricotam-se mais 4 carreiras). Bons tricõs!

25.10.2022 - 09:57

country flag Maria Sampaio wrote:

Obrigada pela confirmação. Gostaria de colocar outra pergunta relativa aos remates da frente da peça. Quando indica "Arrematar para o decote no princípio da carreira, em todas as carreiras a partir do meio da frente: 1 vez 3 malhas , 2 vezes 2 malhas, e 2 vezes 1 malha.", significa que em todas as carreiras arremato 3 malhas juntas, na mesma carreira mais 2 vezes 2 malhas juntas e ainda na mesma carreira mais 2 vezes 1 malha ou estes arremates sao em carreiras diferentes?

23.10.2022 - 11:10

DROPS Design answered:

Boa tarde, Estamos aqui para tentar ajudar. Em relação aos remates, eles são feitos em carreiras diferentes. Ou seja, remata-se 1 vez 3 malhas, tricota-se a carreira de ida, depois a carreira de volta (carreira do avesso) e, então, na carreira seguinte, remata-se 2 malhas. E repete-se para is restantes remates para criar a curva do decote. Bons tricôs!

23.10.2022 - 17:14

country flag Maria Sampaio wrote:

Boa noite, o gráfico M1 parece ter um erro na linha 16, pois falta-lhe uma laçada conforme encontramos na linha 4. Estou correta? Obrigada

15.09.2022 - 21:23

DROPS Design answered:

Olá Maria, sim, parece haver um erro no diagrama. A linha 16 deve ser trabalhada como a linha 4. Enviaremos a correção ao departamento de design. Obrigada!

17.09.2022 - 16:47

country flag Maria Neumann wrote:

Hallo, ich habe eine Verständnisfrage. Die Zunahme bei den Ärmeln ist mir nicht ganz klar. Und vor allem wo nehme ich zu? Es sind doch pro 2. oder 3. Runde 2 Maschen. Allerdings sieht die Zunahme nicht schön aus. Also wie ist die gleichmäßige Zunahme zu verstehen? 2 M. X 31? Das sind dann 62 Maschen. Bei mir entsteht eine Art Naht. Sehr unschön. Gibt es da eine Lösung?

07.12.2020 - 17:55

DROPS Design answered:

Liebe Frau Neumann, es werden zuerst 2 Maschen (= 50 M) regelmäßig verteilt zugenommen, dann nehmen Sie (mit Ihrer gewöhnlichen Technik) 2 Maschen in der Mitte unter die Ärmel, dh, stricken Sie bis 1 Masche bleibt vor Ende der Runde, nehmen Sie 1 Masche zu, stricken Sie 2 Maschen, nehmen Sie eine Masche zu. Dann stricken Sie 1 Runde ohne Zunahmen, 1 Runde mit Zunahmen, 2 Runde mit Zunahmen und diese 5 Reihen so wiederholen bis alle Zunahmen fertig sind. Viel Spaß beim stricken!

08.12.2020 - 08:29

country flag Fiona Cole wrote:

I have another query. Underneath the M1 chart it says 12m. Is this an abbreviation for the Norwegian word for stitch which translation hasn't picked up? In English 12 m would mean 12 metres so I know that it doesn't mean that.

08.04.2020 - 20:12

DROPS Design answered:

Dear Mrs Cole, the m in the diagram is for "masker" ie the Norwegian word to "stitches" - your previous query has been forwarded to our design team. Thank you in advance for your patience.

09.04.2020 - 17:28

country flag Fiona Cole wrote:

Using M1 chart, pattern says to repeat M1 twice but this gives 4 lacy arrow heads instead of 2 that are in picture. The first part of M1 does not give a bobble like the picture of the jumper sleeve suggests. To achieve the effect shown in the picture it would seem that you do the second half of M1 twice which would give a bobble at the point of each lacy pattern. Are we reading the pattern incorrectly or is there a mistake in the instructions or in the chart?

08.04.2020 - 18:33

DROPS Design answered:

Dear Mrs Cole, sorry for late answer - diagram M.1 has been edited to get 2 bobles and M.1 should be worked 1 time in height only . Happy knitting!

19.06.2020 - 10:55

country flag Laura wrote:

Hallo, ich habe eine Verständnisfrage. Ab der Passage "Die nächste R. wie folgt: * 52 (56-64) M. von M5, M4, M3, M2, M3, M4 * von *-* wiederholen. In der Mitte der 52 (56-64) M. M1 einen Markierungsfaden einziehen = Seite und in der Mitte von M2 einen Markierungsfaden einziehen = vordere und hintere Mitte." Versteh ich irgendwie nicht so richtig, wie ich nun stricken soll. Könnten Sie diesen Teil vielleicht etwas näher erklären? Liebe Grüße Laura

16.09.2019 - 13:16

DROPS Design answered:

Liebe Laura, die Runden beginnen nicht an der Seite; Sie stricken: *52-56-64 M von M.5 und setzen Sie eine Markierung in der Mitte dieser Maschen für die Seite = nach 26-28-32 Maschen; dann stricken Sie M.4, M.3, M.2 (= eine Markierung in der Mitte M.2 einsetzen = Mitte Vorderteil/Rückenteil), M.3, M.4*, und jetzt stricken Sie noch einmal von *bis* = es sind jetzt 4 Markierungen: 1 für jede Seite (= in der Mitte M.5) und 1 in der Mitte von beidem M.2 (= mitte Vorder- bzw Rückenteil). Viel Spaß beim stricken!

16.09.2019 - 15:14

country flag Jo Linder wrote:

I can't seem to print the diagram page completely. This has been a problem with other patterns. What am I doing wrong?

08.08.2017 - 21:48

DROPS Design answered:

Dear Mrs Linder, we successfully printed this pattern to test, check all the printer's settings, it may also come from your browser, you can clean the cash, refresh the page and try again. Happy knitting!

09.08.2017 - 08:37

country flag ARMAND Annie wrote:

Je ne comprends pas comment vous répartissez les points M2, M3, M4 et M5 sur les 244 mailles d'un modèle moyen : doit-on faire 56 mailles de chaque point (mais 244 n'est pas un multiple de 56) ou enchaîner les 4 points (mais alors le total M5+M4+M3+M2+M3+M4 est de 74 mailles) ? Merci de m'aider.

17.07.2016 - 14:28

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Armand, tricotez les 244 m ainsi: *56 m en suivant M.5 (= répétez 7 fois les 8 m de M.5 en largeur), puis tricotez M.4 (= 11 m), M.3 (= 12 m), M.2 (=20 m), M.3 (= 12 m), M.4 (= 11 m)*, répétez encore une fois de *-* = 244 m. Bon tricot!

18.07.2016 - 09:23