DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 1.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 14.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
DROPS 50-11
VEST:
Maten: Small (Medium - Large)
Maten in cm: 92 (98-104) cm

Materiaal: DROPS Muskat van Garnstudio
450 (500-550) gr. Kleur. Nr. 18, Wit.

7 DROPS knopen (knoop nr. 527).

DROPS rondbreinld en breinld zonder knop 3.5 mm en 4 mm of de maat die u nodig heeft voor de juiste stekenverhouding.
DROPS Haaknld 3 mm.

GILET
Maten: Small (Medium - Large)
Maten in cm: 92 (98-104) cm
Let op: De maten op het telpatroon gelden nadat het werk is opgespannen. Voor het opspannen zal het werk smaller zijn door het patroon.

Materiaal: DROPS Muskat van Garnstudio
200 (250-250) gr. Kleur. Nr. 18, Wit.
4 DROPS knopen (knoop nr. 527).

DROPS rondbreinld 4 mm of de maat die u nodig heeft voor de juiste stekenverhouding.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 1.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 14.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

VEST:
Stekenverhouding: 20 st en 26 nld op 4 mm in
tricotst = 10 x 10 cm.

Patroon: Zie telpatroon. Een telpatroon = een patroonherhaling. De goede kant van het patroon is weergegeven en het patroon wordt geheel gebreid in tricotsteek.

Ribbelsteek (heen en weer gebreid op de nld):
Brei alle nld recht.

Ribbelsteek (in de rondte):
* brei 1 nld recht, 1 nld averecht *. Herhaal van * - *.

Lijf:
Brei het vest heen en weer op de rondbreinld.
Zet 185 (197-209) st op (inclusief 2 kant st - 1 st aan iedere kant middenvoor – de kantst worden gebreid in Ribbelst) met rondbreinld 4 mm en brei 4 nld in Ribbelst. Brei dan Patroon 1 tot het werk klaar is als volgt: 1 kant st, Patroon 1: 15 (16-17) keer en dan de eerste 3 st van Patroon 1, 1 kant st.
Brei TEGELIJKERTIJD, bij een hoogte van 30 (30-31) cm, de volgende nld als volgt: brei 45 (48-51) st voor het voorpand, kant 4 st af voor het armsgat, brei 87 (93-99) st voor het achterpand, kant 4 st af voor het armsgat, brei 45 (48-51) st voor het voorpand. Brei de rest van de voorpanden en het achterpand apart verder vanaf dit punt.

Voorpand:
= 45 (48-51) st. Kant af voor de armsgaten om de nld: 1 (1-2) x 2 st, 2 (4-4) x 1 st = 41 (42-43) st. Kant bij een hoogte van 46 (47-48) cm af voor de hals om de nld: 1 x 4 (5-5) st, 1 x 3 st, 2 x 2 st, 5 x 1 st. Kant alle st af bij een hoogte van 54 (55-56) cm.

Achterpand:
= 87 (93-99) st. Kant af voor armsgaten als op het voorpand = 79 (81-83) st. Kant bij een hoogte van 52 (53-54) cm de middelste 25 (27-27) st af voor de hals. Kant dan 2 st af aan iedere kant voor de hals in de volgende nld. Kant alle st af bij een hoogte van 54 (55-56) cm.

Mouw:
Zet 40 (42-44) st op met breinld zonder knop 4 mm en wit en brei in de rondte; plaats een markeerdraad waar de eerste en de laatste steek samenkomen. Brei 4 nld Ribbelst. Brei dan Patroon 1 tot het werk klaar is. Meerder TEGELIJKERTIJD 2 st midden onder de mouw elke 4e nld 28 (29-28) keer = 96 (100-100) st. Kant bij een hoogte van 50 (49-49) cm 4 st af midden onder de mouw en brei verder heen en weer op de nld. Ga verder en kant 6 (7-8) x 5 (4-4) st af aan iedere kant voor de mouwkop om de nld, kant dan alle st af. Het werk meet ongeveer 55 (55-56) cm.

Afwerking:
Naai de schoudernaden dicht. Kraag: Neem ongeveer 120 st op met nld 3.5 mm langs de hals van de verkeerde kant en brei in Ribbelst, meerder TEGELIJKERTIJD iedere 4e nld: 2 st midden op elke schouder en kant 1 st af aan iedere kant middenvoor. Kant bij een hoogte van 6 cm de middelste 100 st af en brei de rest van iedere "punt" apart verder als volgt: kant af aan de schouderkant van de "punt" (ga ook verder met minderen vanaf middenvoor) om de nld: 2 x 4 st en dan 2 st om de nld tot alle st zijn afgekant.

Knoopbies:
Haak langs het linker voorpand: 2 toeren met vasten (ongeveer 76 v). Herhaal langs het rechter voorpand, maar maak na de 1e tr (die u begint aan de onderkant) 7 knoopsgaten in de 2e tr (die u begint aan de bovenkant) als volgt: 2 v, * 2 v, sla 2 v van de toer eronder over, 8 v *. Herhaal * - *.
Naai de mouwen in het vest en zet de knopen aan.




GILET:

Stekenverhouding: 20 st en 26 nld op nld 4 mm in
tricotst = 10 x 10 cm.

Patroon: * 4 st tricotst, 3 st Gerstekorrel *.
Herhaal steeds van * - *.

Gerstekorrel (bij een even aantal steken):
Naald 1: * 1 r, 1 av*
Naald 2: * 1 av, 1 r*

Gerstekorrel (bij een oneven aantal steken):
Alle nld: 1 r, * 1 av, 1 r*

Knoopsgaten: Maak bij een hoogte van 1 (1-1), 8.5 (8.5-9), 15.5 (16.5-17), 23 (24-25) cm knoopsgaten op het rechter voorpand als volgt: Kant de 3e en 4e st af vanaf middenvoor en zet 2 nieuwe st op boven de afgekante st in de volgende nld.

LIJF
Brei het gilet heen en weer op de rondbreinld.
Zet 182 (191-210) st op (inclusief 10 st voor de knoopbiezen) met de rondbreinld en brei 5 nld in Gerstekorrel.
Denk erom knoopsgaten te maken op het rechter voorpand (zie instructies boven).
Brei in patroon tot het werk klaar is (zie instructies boven).
Brei in patroon als volgt:
Maten Small (Large): 5 st Gerstekorrel voor de knoopbies, brei Patroon * - * 6 (7) x = (42 (49) st), brei 2 st tricotst, plaats een markeerdraad (zijkant), brei 2 st tricotst, brei 3 st Gerstekorrel, brei Patroon * - * 11 (13) x = (77 (91) st), brei 2 st tricotst, plaats een markeerdraad, brei 2 st tricotst, brei 3 st Gerstekorrel, brei Patroon * - * 5 (6) x = (35 (42) st), brei 4 st tricotst, en eindig met 5 st in Gerstekorrel voor de knoopbies. Meerder TEGELIJKERTIJD 1 st aan iedere kant van de kant st (2 meerderingen naast de 2 markeerders) 4 x iedere 11e nld = 198 (226) st. Brei de gemeerderde st in patroon.

Maten Medium: 5 st Gerstekorrel voor de knoopbies, brei Patroon * - * 6 x = 42st, brei 2 st tricotst, brei 1 kantst in tricotst, plaats een markeerdraad (zijkant), brei 2 st tricotst, brei 3 st Gerstekorrel, brei Patroon * - * 12 x = 84 st, brei 2 st tricotst, brei 1 kantst in tricotst, plaats een markeerdraad (zijkant), brei 2 st tricotst, brei 3 st Gerstekorrel, brei Patroon * - * 5 x = 35st, brei 4 st tricotst, en eindig met 5 st in Gerstekorrel voor de knoopbies. Meerder TEGELIJKERTIJD 1 st aan iedere kant van de kant st (2 meerderingen naast de 2 markeerders) 4 x iedere 11e nld = 207 st. Brei de gemeerderde st in patroon.

Brei bij een hoogte van 20 (20-20) cm als volgt:
Maten S en L: 3 (4) st aan iedere kant van de markeerdraad in Gerstekorrel.
Maat M: 4 st aan iedere kant van de kant st in Gerstekorrel, 9 st in totaal inclusief de kant st. Brei in de volgende 2 nld 6 st aan iedere kant van de kant st in Gerstekorrel, 13 st in totaal inclusief de kant st.
Het werk meet nu 21 cm.
De volgende nld wordt gebreid als volgt: 5 st gerstekorrel voor de knoopbies, 47 (46-53) st in Patroon voor het voorpand, 3 st Gerstekorrel, kant 6 (9-8) st af voor het armsgat, 3 st Gerstekorrel, 80 (85-92) st in Patroon voor het achterpand, 3 st Gerstekorrel, kant 6 (9-8) st af voor het armsgat, 47 (46-53) st in Patroon voor het voorpand, 5 st gerstekorrel voor de knoopbies. Brei de rest van ieder deel apart verder vanaf dit punt.

VOORPAND
= 50 (49-56) st. De buitenste 3 st langs de armsgaten worden gebreid in Gerstekorrel tot het werk klaar is. Vorm de armsgaten en de hals door steken te minderen naast de 3 en 5 st Gerstekorrel als volgt:
Aan de rechterkant van de Gerstekorrel: Minder 1 st = 2 st recht samen. Minder 2 st = 3 st recht samen.
Aan de linkerkant van de Gerstekorrel: Minder 1 st = 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh. Minder 2 st = 1 st r afh, 2 st recht samen, afgeh st overh.

Minder 1 st voor de armsgaten om de nld 6 (4-7) keer en dan iedere 4e nld: 5 (3-5) x 1 st.
Minder TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 24 (25-26) cm voor de hals naast de 3 eerste Gerstekorrel st om de nld * 1 x 2 st, 1 x 1 st * - herhaal * - * 5 x (= 15 st geminderd), minder dan 1 st elke 4e nld 4 (5-5) keer = 20 (22-24) st over voor de schouder.
Kant bij een hoogte van 41 (42-43) cm af langs de schouder richting de hals om de nld: 4 (2-1) x 5 (5-6) st, 0 (2-3) x 6 st.
Alle st zijn nu afgekant en het werk meet 44 (45-46) cm.

ACHTERPAND
86 (91-98) st. De buitenste 3 st aan iedere kant aan de armsgaten worden gebreid in Gerstekorrel tot het werk klaar is. Minder voor de armsgaten naast de 3 st Gerstekorrel om de nld: 6 (5-6) x 1 st, en iedere 4e nld: 3 (4-4) x 1 st = 68 (73-78) st.
Kant bij een hoogte van 41 (42-43) cm af vanaf de zijkant om de nld als volgt: 4 (2-1) x 5 (5-6) st, 0 (2-3) x 6 st.
Vorm TEGELIJKERTIJD de hals als volgt: brei de 24 (25-26) middelste st op het achterpand in Gerstekorrel, brei in de volgende 2 nld de middelste 28 (29-30) st in Gerstekorrel; brei steeds de buitenste 3 st langs de hals in Gerstekorrel tot het werk klaar is.
Kant de middelste 24 (25-26) st af voor de hals. Minder dan 2 st naast de 3 Gerstekorrel st aan iedere kant in de volgende nld voor de hals. Als alle schouder st zijn afgekant meet het werk 44 (45-46) cm.

AFWERKING
Naai de schoudernaden dicht. Naai de knopen aan.

Telpatroon

symbols = recht
symbols = averecht
symbols = 2 r samen, 1 omslag
symbols = 1 omsl, haal 1 st r van de nld af, 1 r, haal de afgeh st over
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 50-11

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (6)

country flag Linda wrote:

I am confused about the sleeve cap bind off. At the point of binding off, there are 100 stitches (large size), the directions call for 4 stitches at the middle of the underarm and then worked flat. Continue bind off 4 stitches for top shaping EVERY OTHER ROW 8 times. Does that mean at the beginning of every row 8 times? The bind off has to be done equally on each side to maintain balance. How many stitches are remaining for the final bind off?

25.10.2023 - 01:34

DROPS Design answered:

Hi Linda, You can either bind off at the beginning of every row or bind off at the beginning and end of every 2nd row. With the original 4 stitches + 8 x 8 = 68 stitches bound off in total, you will have 32 stitches remaining. Happy knitting!

25.10.2023 - 07:19

country flag Christina wrote:

La quantité de fil pour le gilet est la même que pour le cardigan, ce qui n‘est pas possible! Déjà en 2017 on vous a posé la question concernant de la quantité, …j‘ai trouvé la bonne quantité dans l’explication en allemand, veuillez bien corriger l’explication en français! Meilleures salutations, Christina

22.05.2022 - 10:29

DROPS Design answered:

Bonjour Christina, vous avez tout à fait raison, la quantité indiquée pour le gilet sans manches était erronée, la correction a été faite, merci pour votre retour, bon tricot!

23.05.2022 - 08:27

country flag Véronique wrote:

Bonjour, Le poids de fil correspond t-il à l'ensemble cardigan + gilet sans manche ? ou pour chaque ouvrage séparément ? Merci pour tous ces beaux modèles. Bonne journée. Salutations distinguées.

26.06.2017 - 13:20

DROPS Design answered:

Bonjour Véronique, vous trouverez d'abord la quantité pour le gilet (sous CARDIGAN) puis plus bas sur la page des explications, la quantité pour le gilet. Bon tricot!

26.06.2017 - 15:18

country flag Maartje wrote:

Ik heb een aantal beginners vragen; Het telpatroon, lees je dat van links naar rechts of anders om? En de achterkant van het werk, de teruggaande naald, hoe brei je die? Averecht? Groetjes Maartje

27.10.2016 - 07:13

DROPS Design answered:

Hoi Maartje. Je kan hier lezen hoe je onze telpatronen moet lezen. Bij de beschrijving staat r (dit is de goede kant), dus dat wordt av aan de verkeerde kant en av wordt r aan de verkeerde kant.

27.10.2016 - 09:53

country flag Kerstin Gerding wrote:

Ich habe die Jacke vom Modell 50-11 gearbeitet, die Angaben zum Ärmelausschnitt passen nicht gut... Aber nun die Weste: Die Anleitung ist nicht verständlich!! WELCHES Muster soll nach den 5 ersten Reiehen im Perlmuster gestrickt werden?? Was heißt dabei "*-*"?? Sollte das Diagramm mit dem Lochmuster gemeint sein würde ein Rapport aus 12 Maschen bestehen, hier sind es 7 !!?? Herzliche Grüße, Kerstin Gerding

20.11.2014 - 08:15

DROPS Design answered:

Liebe Kerstin, die Anleitung ist bedauerlicherweise fehlerhaft und wird gleich korrigiert. Dann sollten sich Ihre Fragen beantworten, ansonsten melden Sie sich einfach noch einmal.

20.11.2014 - 09:28

country flag Antoinette wrote:

Ik zie dat voor dit patroon voor het vest net zoveel wol nodig is als voor de gilet. Maar dat kan toch helemaal niet: het vest heeft ook mouwen en een kraagje. Dan zou dat toch veel meer moeten zijn?

20.05.2014 - 13:47

DROPS Design answered:

Hoi Antoinette. Je hebt gelijk. Dat was een klein foutje in de vertaling. Ik heb het nu aangepast. Bedankt voor het melden.

20.05.2014 - 16:42