DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.57 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 7.85€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Scent of Lilac Vest

Gehaakte top in DROPS Safran. Het werk wordt van boven naar beneden gehaakt met kantpatroon. Maten S - XXXL.

DROPS 241-28
DROPS Design: Patroon e-346
Garengroep A
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

GAREN:
DROPS SAFRAN van garnstudio (behoort tot garengroep A)
250-250-300-300-350-350 g kleur 05, lavendel

KNOPEN:
DROPS KNOPEN NR 521: 5-5-5-6-6-6 stuks.

HAAKNAALD:
DROPS HAAKNAALD 3 MM.

STEKENVERHOUDING:
24 stokjes in de breedte en 13 toeren in de hoogte = 10 x 10 cm.
De haaknaald is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere haaknaald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere haaknaald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.57 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 7.85€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Op het begin van elke toer van stokjes haakt u 3 lossen welke het eerste stokje vervangen.

LOSSE:
Als u aan het uiteinde van de haaknaald haakt, is de losse vaak te strak.
1 losse zou even lang moeten zijn als 1 stokje breed is.
PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.6. Kies het telpatroon voor uw maat in A.1.


-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TOP - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
De voor- en achterpanden worden eerst apart heen en weer gehaakt en van boven naar beneden, dan samengevoegd en verder heen en weer gehaakt vanaf midden voor.

ACHTERPAND:
Haak 13-13-15-15-17-17 LOSSEN – lees beschrijving hierboven, met haaknaald 3 mm en DROPS Safran. Haak 1 stokje in de 4e losse vanaf de haaknaald (2 stokjes) – lees INFORMATIE VOOR HET HAKEN, 1 stokje in elk van de volgende 9-9-11-11-13-13 lossen = 11-11-13-13-15-15 steken. Ga verder met A.1, herhaal de 2 bovenste toeren tot het werk 7 cm meet. Laat het werk rusten en haak het tweede bandje op dezelfde manier.

Haak nu over beide bandjes als volgt: 1 stokje in elk van de 11-11-13-13-15-15 steken van het eerste bandje, haak 43-47-51-55-63-67 lossen, 1 stokje in elk van de 11-11-13-13-15-15 steken op het tweede bandje = 65-69-77-81-93-97 steken. Haak dan op de volgende toer als volgt: A.2 over de eerste 5 steken, 1 stokje in elk stokje/losse tot er 5 steken over zijn, haak A.2.

Lees het volgende deel door voordat u verder gaat, omdat u in patroon haakt en tegelijkertijd meerdert voor de armsgaten:
Op de volgende 2 toeren haakt u A.3 over de nieuwe steken op de hals, A.2 over de 5 buitenste steken en 1 stokje in elk van de overgebleven steken. Als A.3 klaar is, ga dan verder met 1 stokje in elke steek en A.2 aan elke kant. TEGELIJKERTIJD op de eerste toer in A.3, meerdert u 1 stokje aan elke kant door 2 stokjes in 1 steek te haken (meerder in de 5e steek vanaf de rand op beide kanten). Meerder iedere toer 11-12-13-14-16-17 keer. Na de meerderingen zijn er 87-93-103-109-125-131 steken en meet het werk ongeveer 17-18-19-19-21-22 cm. Eindig met een toer aan de verkeerde kant. Knip de draad af.

Laat het werk rusten en haak de voorpanden.

RECHTER VOORPAND:
Haak 13-13-15-15-17-17 lossen met haaknaald 3 mm en DROPS Safran. Haak 1 stokje in de 4e losse vanaf de haaknaald (2 stokjes), 1 stokje in elk van de volgende 9-9-11-11-13-13 lossen = 11-11-13-13-15-15 steken. Ga verder met A.1 voor 7 cm. Meerder nu aan elke kant (verschillend op het begin en einde van de toer). Ga verder met stokjes en A.2 over de buitenste 5 steken aan elke kant en meerder als volgt: Meerder 1 stokje richting de zijkant en 2 stokjes richting midden voor (meerder iedere toer in de 5e steek vanaf de zijkant en de 5e en 6e steek vanaf de rand midden voor door 2 stokjes in deze steken te haken). Meerder 11-12-13-14-16-17 keer (3 steken gemeerderd op elke toer).

Na alle meerderingen zijn er 44-47-52-55-63-66 steken en meet het werk ongeveer 17-18-19-19-21-22 cm. Eindig na een toer aan de verkeerde kant.

LINKER VOORPAND:
Haak 13-13-15-15-17-17 lossen met haaknaald 3 mm en DROPS Safran. Haak 1 stokje in de 4e losse vanaf de haaknaald (2 stokjes), 1 stokje in elk van de volgende 9-9-11-11-13-13 lossen = 11-11-13-13-15-15 steken. Ga verder met A.1 voor 7 cm. Meerder nu aan elke kant (verschillend op het begin en einde van de toer). Ga verder met stokjes en A.2 over de buitenste 5 steken aan elke kant en meerder als volgt: Meerder 2 stokjes richting midden voor en 1 stokje richting de zijkant (meerder iedere toer in de 5e en 6e steek vanaf de rand midden voor en de 5e steek vanaf de zijkant door 2 stokjes in deze steken te haken). Meerder 11-12-13-14-16-17 keer (3 steken gemeerderd op elke toer).

Na alle meerderingen zijn er 44-47-52-55-63-66 steken en meet het werk ongeveer 17-18-19-19-21-22 cm. Eindig na een toer aan de verkeerde kant, haak 8 lossen aan het einde van de toer.

Voeg nu de delen samen.

LIJF:
Haak 1 stokje in de 4e losse vanaf de haaknaald (2 stokjes), 1 stokje in elk van de 4 lossen, 1 stokje in elk stokje/losse op het linker voorpand, haak 8-12-12-18-16-20 lossen, 1 stokje in elk stokje/losse op het achterpand, haak 8-12-12-18-16-20 lossen, 1 stokje in elk stokje/losse op het rechter voorpand, haak 8 lossen aan het einde van de toer. Keer het werk en haak 1 stokje in de 4e losse vanaf de haaknaald (2 stokjes), 1 stokje in elk van de 4 lossen, 1 stokje in elk stokje/losse tot het einde van de toer = 203-223-243-267-295-315 steken. Ga verder met A.4 over de rechter voorbies, A.5 over de linker voorbies en 1 stokje in elk van de andere steken tot het werk 18-19-20-21-22-23 cm meet vanaf het samenvoegen. Haak 1 toer en meerder 14 stokjes verdeeld (meerder niet over A.4/ A.5) = 217-237-257-281-309-329 steken. Haak dan als volgt aan de goede kant: A.5, A.6 tot er 12 steken over zijn, haak de eerste steek in A.6, dan A.4. Als A.6 klaar is, knip de draad dan af. De top meet ongeveer 44-46-48-50-52-54 cm vanaf de schouder.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen. Naai de knopen op de linker voorbies; de bovenste knoop 1 cm onder de bovenrand, de onderste knoop 4 cm vanaf de onderrand, met de andere 3-3-3-4-4-4 knopen verdeeld hier tussen. De knopen worden vast gemaakt door de gaatjes in de rechter voorbies.

Telpatroon

symbols = 1 stokje in het stokje/om de losse
symbols = 1 losse
symbols = 3 stokjes in dezelfde steek
symbols = Haak 3 stokjes samen: Haak 1 stokje maar wacht met de laatste omslag en doorhaling (2 lussen op de haaknaald), haak nog 1 stokje in dezelfde steek, maar wacht met de laatste omslag en doorhaling (3 lussen op de haaknaald), haak nog 1 stokje in dezelfde steek en haal de laatste omslag door alle lussen opde haaknaald.
symbols = deze toer is reeds gehaakt; het laat zien hoe het patroon in de eerste toer wordt gehaakt.
diagram
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 241-28

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (17)

country flag Marga wrote:

Sigo sin entenderlo. Al final del delantero izquierdo se hacen 8 puntos de cadeneta y vuelvo hacia atrás, total me quedarán 6 puntos altos, y después debo hacer lo mismo con el delantero derecho, pero como no uno a la espalda?

15.04.2024 - 06:30

DROPS Design answered:

Hola Marga, después de los 8 puntos de cadeneta del delantero izquierdo, giras y trabajas la fila 2: empiezas trabajando 1 punto alto en el 4º pt de cadeneta (los 3 puntos de cadeneta anteriores forman 1 punto alto) y después 1 punto alto en cada punto de la fila anterior (tanto puntos altos como de cadeneta). De este modo, trabajando puntos altos hasta sobre las cadenetas de unión entre las secciones, tendrás todos los puntos del cuerpo unidos/ juntos o regulares. No tienes que repetir lo del 4º pt de cadeneta al final de la fila, porque ya trabajaste así al inicio de la fila anterior, en el delantero derecho.

21.04.2024 - 23:57

country flag Marga wrote:

Como se unen los delanteros a la espalda, me lio con los 8 puntos y los doce puntos, no entiendo cómo hacerlos y tejerlos.

14.04.2024 - 21:22

DROPS Design answered:

Hola Marga, trabaja como sigue para la talla más pequeña: Trabajar 1 punto alto en el 4º punto de cadeneta desde el ganchillo (2 puntos altos), 1 punto alto en cada uno de los 4 puntos de cadeneta, 1 punto alto en cada punto alto/punto de cadeneta del delantero izquierdo, trabajar 8 puntos de cadeneta, 1 punto alto en cada punto alto/ puntos de cadeneta de la espalda, trabajar 8 puntos de cadeneta, 1 punto alto en cada punto alto/ puntos de cadeneta del delantero derecho, trabajar 8 puntos de cadeneta al final de la fila. Cuando te señalan la secuencia de números con guiones significa que es un número diferente para cada talla.

14.04.2024 - 23:52

country flag Marga wrote:

Las explicaciones no se entienden demasiado bien. Sobre todo a la hora de hacer las uniones, imposible de entender. No sé si podré terminarlo.

14.04.2024 - 21:10

country flag Jenny wrote:

Hi, I’m writing to ask about the instructions for the back, where you say increase 5 stitches in from the edge on A3. Does this mean after completing A2 and the remaining 6 trebles on the shoulder strap please? Also, it states 2 rows of A3, do I do A3 along the whole of the 43 chain stitches or just the first few as per the diagram? Do I do A3 then for all of the remaining rows on the back. Thank you

27.03.2024 - 21:02

DROPS Design answered:

Dear Jenny, you increase 1 stitch on each side, working the 5th stitch from the side edge of the piece as follows: 2 treble crochet in 1 treble crochet. So you would be increasing in the last A.2 treble crochet at the beginning of the row and the first A.2 treble crochet at the end of the row. A.3 is worked over the new cast on stitches, so you repeat A.3 over all of the new chain stitches. Once you have finished working A.3 you only work A.2 and the treble crochets. Happy crochetting!

01.04.2024 - 00:25

country flag Jenny wrote:

Hi, I’m writing to ask about the instructions for the back, where you say increase 5 stitches in from the edge on A3. Does this mean after completing A2 and the remaining 6 trebles on the shoulder strap please? Also, it states 2 rows of A3, do I do A3 along the whole of the 43 chain stitches or just the first few as per the diagram? Do I do A3 then for all of the remaining rows on the back. Thank you

27.03.2024 - 21:01

DROPS Design answered:

Dear Jenny, you increase 1 stitch on each side, working the 5th stitch from the side edge of the piece as follows: 2 treble crochet in 1 treble crochet. So you would be increasing in the last A.2 treble crochet at the beginning of the row and the first A.2 treble crochet at the end of the row. A.3 is worked over the new cast on stitches, so you repeat A.3 over all of the new chain stitches. Once you have finished working A.3 you only work A.2 and the treble crochets. Happy crochetting!

01.04.2024 - 00:25

country flag Conny wrote:

Aan het einde van het lijf A6. Als je 3 stokjes in dezelfde steek haakt, krijg je steeds meer steken. Slechts één keer moet je ook minderen door 3 stokjes samen te haken. Je krijgt dus steeds meer steken en gezien de foto is dat niet de bedoeling. Hoe moet dat?

21.12.2023 - 22:14

DROPS Design answered:

Dag Conny,

Ja, dat is verwarrend, waarschijnlijk moet deze ene steek in dat geval gewoon een stokje zijn.

14.01.2024 - 19:04

country flag Brigitte Le Gac wrote:

Bonjour je ne comprends pas l étape de l assemblage du dos et des devants a propos des 8 maille en l air pourrais ton m éclairer par avance merci

12.09.2023 - 21:20

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Le Gac, les 8 mailles en l'air en taille S sont crochetés à la transition entre le devant gauche et le dos (pour le côté = sous le bras) et à la transition entre le dos et le devant droit (pour le côté = sous le bras); ce sont les mailles des emmanchures. Bon crochet!

13.09.2023 - 08:26

country flag Justyna wrote:

Nie rozumiem w jaki sposób połączyć przody z tyłem. Robię 8 o łańcuszka potem w moim przypadku 12 o lewego przodu i dalej kompletnie nie wiem jak ruszyć.

08.09.2023 - 20:51

DROPS Design answered:

Witaj Justyno, przerabiasz teraz na prawej stronie robótki: bierzesz lewy przód i przerabiasz zgodnie z opisem na początku części TYŁ & PRZODY, dalej przerabiasz 12 oł (podkrój rękawa), bierzesz tył i łączysz z przodem w jedną część przerabiając 1 słupek w każdy słupek/każde oczko łańcuszka tyłu (czyli wykonujesz narzut i wbijasz szydełko w pierwszy sł tyłu i przerabiasz słupek, itd.), przerabiasz 12 oł na podkrój rękawa i łączysz z prawym przodem przerabiając 1 słupek w każdy słupek/każde oczko łańcuszka prawego przodu, przerobić 8 oczek łańcuszka na końcu rzędu. Pozdrawiamy!

12.09.2023 - 08:55

country flag Evelyn wrote:

Ich habe eine Bitte ich weiss grad nicht weiter bei diesem Top.Ich habe auf beiden Seiten 20 Maschen für die Ärmel mit Luftmaschen gehäkelt .Muss ich diese getzt auch mit Stäbchen bis zu einer Länge von 22cm behandeln oder nicht?

25.07.2023 - 14:02

DROPS Design answered:

Liebe Evelyn, beim Rumpfteil häkeln Sie: (von der Vorderseite gesehen): linkes Vorderteil, die 20 Luftmaschen, Rückenteil, 20 Luftmaschen, rechtes Vorderteil. Dann bei der 2. Reihe häkeln Sie 1 Reihe Stäbchen und dann häkeln Sie Stäbchen mit A.4 und A.5 beidseitig. Viel Spaß beim häkeln!

27.07.2023 - 14:03

country flag Irene Santos wrote:

Muchas gracias por la respuesta. ¿Y en el caso de los delanteros? Una vez tejidos los 7cm del principio, comienzan las 11 filas de aumentos. ¿Habría que hacer también dos filas antes de comenzar los aumentos? ¿Como serían estas dos filas? Muchas gracias.

17.07.2023 - 15:00

DROPS Design answered:

Hola Irene, sí, la espalda y los delanteros se trabajan de la misma manera. Lo único a tener en cuenta en los delanteros es que la sisa se trabaja solo a un lado (de cada delantero) y en el otro lado de los delanteros se trabaja el escote.

20.07.2023 - 14:32