DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 2.10 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Beach Rendezvous Top

Gehaakte top in DROPS Muskat. Het werk wordt van boven naar beneden gehaakt met kantpatroon. Maten S - XXXL.

DROPS 239-29
DROPS Design: Patroon r-818
Garengroep B
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

GAREN:
DROPS MUSKAT van garnstudio (behoort tot garengroep B)
250-250-300-300-350-400 g kleur 09, nootmuskaat

HAAKNAALD:
DROPS HAAKNAALD 4 MM.

STEKENVERHOUDING:
18 stokjes in de breedte en 9 toeren in de hoogte = 10 x 10 cm.
De haaknaald is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere haaknaald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere haaknaald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 2.10 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

LOSSE:
Als u aan het uiteinde van de haaknaald haakt, is de losse vaak te strak.
1 losse zou even lang moeten zijn als 1 dubbel stokje/stokje breed is.

PATROON:
Zie telpatroon A.1.

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Op het begin van elke toer van stokjes haakt u 3 lossen, welke niet het eerste stokje vervangen.

Als u in de rondte haakt, keer dan het werk na elke toer, haak heen en weer gehaakt afwisselend aan de goede en de verkeerde kant. Dit geeft dezelfde structuur als wanneer u de toeren heen en weer haakt. Begin elke toer met 3 lossen en eindig met 1 halve vaste in de 3e losse.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Als u 1 stokje meerdert, haak dan 2 stokjes in 1 steek (meerder aan de binnenkant van 1 steek aan elke kant van het werk).
Als u 2 stokjes meerdert haak dan 2 stokjes in elk van de volgende 2 steken (meerder aan de binnenkant van 1 steek aan elke kant van het werk).

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder 1 stokje door 2 stokjes samen te haken.
Haak 1 stokje in de eerste steek maar wacht met de laatste omslag en doorhaling (2 lussen op de haaknaald), haak 1 stokje in de volgende steek/om de losse en haal de laatste omslag door alle 3 lussen op de haaknaald (1 stokje geminderd).

--------------------------------------------------------

TOP - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Elke schouder wordt apart heen en weer gehaakt. Het werk wordt samengevoegd, na de armsgaten en verder in de rondte gehaakt, keer het werk na elke toer en haak afwisselend aan de goede en de verkeerde kant zodat de textuur overal hetzelfde is.

VOORPAND:
Rechter schouder:
Haak 20-21-21-22-22-23 LOSSEN – lees beschrijving hierboven, haak 1 stokje in de 4e losse vanaf de haaknaald, dan 1 stokje in elk van de volgende 16-17-17-18-18-19 lossen = 17-18-18-19-19-20 stokjes en 3 lossen om het werk mee te keren. Ga verder heen en weer gehaakt met stokjes – lees INFORMATIE VOOR HET HAKEN.
DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Als het werk 10-10-10-10-12-12 cm meet (eindig na een toer aan de goede kant), knip dan de draad af en laat het werk rusten.

Linker schouder:
Haak 20-21-21-22-22-23 lossen, haak 1 stokje in de 4e losse vanaf de haaknaald, dan 1 stokje in elk van de volgende 16-17-17-18-18-19 lossen = 17-18-18-19-19-20 stokjes en 3 lossen om het werk mee te keren. Ga verder heen en weer gehaakt met stokjes. Als het werk ongeveer 10-10-10-10-12-12 cm meet, haak dan de volgende toer aan de verkeerde kant als volgt:
Haak 1 stokje in elk van de 17-18-18-19-19-20 stokjes op de linker schouder, haak 28-28-30-30-32-34 lossen (hals), 1 stokje in elk van de 17-18-18-19-19-20 stokjes op de rechter schouder.

Er zijn 62-64-66-68-70-74 steken.
Ga verder heen en weer gehaakt met 1 stokje in elke steek en begin op de eerste toer met meerderen voor de armsgaten aan elke kant – lees TIP VOOR HET MEERDEREN. Meerder op iedere toer als volgt: 3-4-4-4-0-0 keer 1 stokje, dan 2-3-4-5-9-10 keer 2 stokjes = 76-84-90-96-106-114 steken. Als de meerderingen klaar zijn, meet het werk ongeveer 17-19-21-22-23-24 cm, haak verder, indien nodig, tot de juiste lengte. Eindig na een toer aan de verkeerde kant. Laat het werk rusten.

ACHTERPAND:
Linker schouder:
Haak 20-21-21-22-22-23 lossen, haak 1 stokje in de 4e losse vanaf de haaknaald, dan 1 stokje in elk van de volgende 16-17-17-18-18-19 lossen = 17-18-18-19-19-20 stokjes en 3 lossen om het werk mee te keren. Ga verder heen en weer gehaakt met stokjes. Als het werk ongeveer 3 cm meet (eindig na een toer aan de goede kant), knip dan de draad af en laat het werk rusten.

Rechter schouder:
Haak 20-21-21-22-22-23 lossen, haak 1 stokje in de 4e losse vanaf de haaknaald, dan 1 stokje in elk van de volgende 16-17-17-18-18-19 lossen = 17-18-18-19-19-20 stokjes en 3 lossen om het werk mee te keren. Ga verder heen en weer gehaakt met stokjes. Als het werk ongeveer 3 cm meet, haak dan de volgende toer aan de verkeerde kant als volgt:
Haak 1 stokje in elk van de 17-18-18-19-19-20 steken op de rechter schouder, haak 28-28-30-30-32-32 lossen (hals), haak 1 stokje in elk van de 17-18-18-19-19-20 steken op de linker schouder.

Er zijn 62-64-66-68-70-74 steken.
Ga verder heen en weer gehaakt met 1 stokje in elke steek. Als het werk 11-11-11-11-13-13 cm meet, begin dan met meerderen voor de armsgaten aan elke kant. Meerder op iedere toer als volgt: 3-4-4-4-0-0 keer 1 stokje, dan 2-3-4-5-9-10 keer 2 stokjes = 76-84-90-96-106-114 steken. Als de meerderingen klaar zijn meet het werk ongeveer 17-19-21-22-23-24 cm, haak verder, indien nodig tot de juiste lengte. Eindig na een toer aan de verkeerde kant.

Op de volgende toer aan de goede kant haak dan als volgt: Haak stokjes over de steken op het achterpand, 6-6-8-10-12-14 lossen, stokjes over de steken van het voorpand, 6-6-8-10-12-14 lossen, eindig met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van het achterpand = 164-180-196-212-236-256 steken. Het werk wordt nu vanaf hier gemeten! Keer het werk en haak 1 halve vaste in elk van de eerste 3-3-4-5-6-7 lossen, de toer begint hier. Ga verder in de rondte, haak 1 stokje in elk stokje en in elke losse – lees INFORMATIE VOOR HET HAKEN. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 6-6-8-10-12-14 nieuwe steken aan elke kant. Als het werk 4 cm meet, minder dan 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden (4 steken geminderd) – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Herhaal dit minderen als het werk 6 en 8 cm meet = 152-168-184-200-224-244 stokjes. Als het werk 10 cm meet, minder dan 8-12-12-12-12-12 steken verdeeld = 144-156-172-188-212-232 steken. Haak A.1 over alle steken. Als A.1 klaar is, meet het werk ongeveer 23 cm. Haak de volgende toer als volgt: 1 vaste om de eerste losse, * 3 lossen, 1 vaste om de volgende losse *, haak van *-* tot het einde van de toer. De top meet ongeveer 40-42-44-45-47-48 cm. Knip en hecht de draad af.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen rand tegen rand zodat de naad plat is.

RAND:
Haak een rand rondom de hals en de armsgaten met haaknaald 4 mm als volgt: 1 vaste in de eerste steek, * 3 lossen, 1 stokje in de 3e losse vanaf de haaknaald, sla 1 cm over, 1 vaste in de volgende steek*, haak van *-* tot het einde van de toer en eindig met 1 halve vaste in de eerste vaste van het begin van de toer.

Telpatroon

symbols = 1 stokje in de steek/om de losse
symbols = 1 losse
symbols = 3 stokjes in dezelfde steek/om de losse
symbols = Haak 2 stokjes in de steek maar wacht met de laatste omslag en doorhaling op beide steken (= 3 lussen op de haaknaald), haak nog 1 stokje in dezelfde steek en haal de laatste omslag door alle 4 lussen op de haaknaald
symbols = deze toer is reeds gehaakt; het laat zien hoe het patroon in de eerste toer wordt gehaakt
symbols = begin hier
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 239-29

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (4)

country flag Shirley wrote:

I don’t understand the increase for the armhose on each side. Increase on every row as follows: 1 double crochet 3-4-4-4-0-0 times, then 2 double crochets 2-3-4-5-9-10 times = 76-84-90-96-106-114 stitches. Could you please explain. Thanks!

03.09.2023 - 02:13

DROPS Design answered:

Dear Shirley, you can see the INCREASE TIP above: When increasing 1 double crochet, work 2 double crochets in 1 stitch (increase inside 1 stitch on each side of the piece). When increasing 2 double crochets work 2 double crochets in each of the next 2 stitches (increase inside 1 stitch on each side of the piece). Happy crochetting!

03.09.2023 - 23:40

country flag Ellie wrote:

I am struggling to follow the diagram part - could someone break it down for me please in rows?

29.08.2023 - 13:43

DROPS Design answered:

Dear Ellie, in this lesson, we explain how to read crochet diagrams, it might be helpful. Start at the bottom on the right corner and read towards the left from the right side and from the left towards the right from the wrong side. Each symbol used in the diagram is explained just above it. Happy crocheting!

30.08.2023 - 07:48

country flag BROIGNART wrote:

Bonjour Je ne sais pas combien de pelotes il faut pour réaliser une taille 42

09.06.2023 - 10:57

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Broignart, vous trouverez les quantités requises pour chaque taille au poids, en haut de page, autrement dit, il faut par exemple 250 g DROPS Muskat / 50 g la pelote = 5 pelotes en taille S et en taille M; 300 g / 50 g = 6 pelotes en taille L et en taille XL etc... Pour trouver votre taille, mesurez un vêtement similaire que vous avez et dont vous aimez la forme et comparez les mesures à celles du schéma du bas de page. Retrouvez plus d'infos ici. Bon tricot!

09.06.2023 - 13:27

country flag Monica wrote:

Atemporelle

20.01.2023 - 09:04