Frosted Mountains Cardigan |
|||||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||||
Gebreid vest in DROPS Paris of DROPS Bomull-Lin. Het werk wordt van onder naar boven gebreid met kantpatroon. Maat: S - XXXL
DROPS 240-15 |
|||||||||||||||||||||||||
---------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ---------------------------------------------------------- RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): Brei alle naalden recht. 1 ribbel = brei 2 naalden recht. PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.5. Kies het telpatroon voor uw maat (geldt voor A.2). De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien. TIP VOOR HET MINDEREN (geldt voor de hals als u 1 steek mindert): Minder voor de hals aan de binnenkant van 3 steken in tricotsteek. Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt! MINDER ALS VOLGT NA 3 STEKEN IN TRICOTSTEEK: 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 1 steek geminderd). MINDER ALS VOLGT VOOR 3 STEKEN IN TRICOTSTEEK: Brei tot er 5 steken over zijn midden voor, 2 recht samen, brei de laatste 3 steken in tricotsteek (= 1 steek geminderd). TIP VOOR HET MEERDEREN (geldt voor de mouwen): Begin 1 steek voor de markeerdraad, maak 1 omslag, brei 2 steken zoals hiervoor (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), maak 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in patroon. KNOOPSGATEN: Minder voor de knoopsgaten op de rechter voorbies. 1 KNOOPSGAT = brei de derde en vierde steek vanaf de rand samen en maak 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslag recht om een gaatje te maken. Minder voor de knoopsgaten bij een hoogte van: S: 7, 16, 26, 35 en 45 cm M: 7, 17, 27, 37 en 47 cm L: 7, 17, 28, 38 en 49 cm XL: 7, 16, 25, 34, 43 en 52 cm. XXL: 7, 16, 25, 35, 44 en 53 cm XXXL: 7, 16, 26, 35, 45 en 54 cm ---------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ---------------------------------------------------------- VEST - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Brei het achterpand en de voorpanden heen en weer gebreid op de rondbreinaald, van onder naar boven, apart. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop/rondbreinaald vanaf de onderkant en naar boven tot de mouwkop, brei dan de rest van mouw heen en weer gebreid op de rondbreinaald tot de gewenste afmetingen. Eindig met een halsrand. ACHTERPAND: Zet 94-98-110-122-134-138 steken op rondbreinaald 4 mm met DROPS Paris of DROPS Bomull-Lin. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant. Brei dan boordsteek als volgt aan de goede kant: 2 steken in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven - * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* tot er 4 steken over zijn, 2 recht en eindig met 2 steken in ribbelsteek. Ga zo verder in boordsteek voor 6 cm. Ga verder met rondbreinaald 5 mm, brei in tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant terwijl u tegelijkertijd 10-8-10-12-14-12 steken verdeeld mindert op de eerste naald = 84-90-100-110-120-126 steken. Ga verder in tricotsteek tot het werk 7-8-10-10-10-11 cm meet vanaf de opzetrand. Ga verder in patroon aan de goede kant als volgt: 1 kantsteek in ribbelsteek, brei A.1 tot er 1 steek over is, eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek. Op de laatste naald in A.1 mindert u 1-0-1-1-1-1 steek aan de binnenkant van 1 steek in ribbelsteek = 83-90-99-109-119-125 steken. Als A.1 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan als volgt aan de goede kant: 1 kantsteek in ribbelsteek, 0-0-0-1-2-1 steken als de eerste steek in A.2, brei A.2 10-11-12-13-14-15 keer in totaal, brei 1-0-1-2-3-2 steken zoals de laatste steek in A.2, eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek. Als A.2 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan als volgt aan de goede kant: 1 kantsteek in ribbelsteek, 0-0-2-1-0-0 steken in tricotsteek, A.3A, brei A.3B 12-13-14-16-18-19 keer in totaal, A.3C, brei 0-1-2-1-0-0 steken in tricotsteek, 1 kantsteek in ribbelsteek. Als A.3 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan A.1 met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant, meerder tegelijkertijd 1-0-1-1-1-1 steek op eerste naald aan de binnenkant van 1 steek in ribbelsteek = 84-90-100-110-120-126 steken. Als A.1 een keer in de hoogte is gebreid meet het werk ongeveer 26-27-29-30-30-31 cm. Brei dan A.2 aan de goede kant zoals hier uitgelegd terwijl u tegelijkertijd 1-0-1-1-1-1 steek mindert op de eerste naald = 83-90-99-109-119-125 steken. Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, 0-0-0-1-2-1 steken zoals de eerste steek in A.2, brei A.2 10-11-12-13-14-15 keer in totaal, brei 1-0-1-2-3-2 steken zoals de laatste steek in A.2, eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek. Kant tegelijkertijd bij een hoogte van 28-29-30-31-32-33 cm, 2-3-7-9-12-11 steken af voor de armsgaten op het begin van de volgende 2 naalden = 79-84-85-91-95-103 steken. Als A.2 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan als volgt aan de goede kant: 1 kantsteek in ribbelsteek, 3-0-1-4-1-0 steken zoals de eerste steek in A.4A, A.4A, brei A.4B 6-7-7-7-8-9 keer in totaal, brei A.4C, 3-1-1-4-1-0 steken zoals de laatste steek in A.4C en 1 kantsteek in ribbelsteek. Als A.4 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan A.5 met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Herhaal A.5 2 keer in totaal in de hoogte. Brei dan in tricotsteek tot de gewenste afmetingen met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. SAMENVATTING VAN HET VOLGENDE DEEL: Minder bij een hoogte van 46-48-50-52-54-56 cm voor de hals en zet steken op een hulpdraad voor de diagonale schouder zoals uitgelegd hieronder. Lees de paragraaf HALS en DIAGONALE SCHOUDER voordat u verder gaat. HALS: Kant dan de middelste 21-22-23-25-25-27 steken voor de hals af en eindig elke schouder apart. Minder dan 1 steek voor de hals op iedere naald aan de goede kant 3 keer in totaal - lees TIP VOOR HET MINDEREN. DIAGONALE SCHOUDER: Zet tegelijkertijd bij een hoogte van 46-48-50-52-54-56 cm, de buitenste steken richting het armsgat op een hulpdraad voor de diagonale schouder, brei ze voordat u ze op een hulpdraad zet om te voorkomen dat u de draad af moet knippen. Zet 3 keer 7-7-7-8-8-9 steken op een hulpdraad, en zet dan de laatste 5-7-7-6-8-8 steken op de hulpdraad. Alle steken zijn nu afgekat of op een hulpdraad gezet. Zet de 26-28-28-30-32-35 steken van de hulpdraad terug op rondbreinaald 5 mm. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant maar om een gaatje te voorkomen waar u het werk keert, neemt u de draad tussen 2 steken op en brei deze gedraaid samen met de eerste steek op de linker naald. Kant dan losjes alle steken af met recht aan de goede kant. Het werk meet ongeveer 50-52-54-56-58-60 cm vanaf de bovenkant van de schouder. Brei de andere schouder op dezelfde manier. LINKER VOORPAND: Zet 53-57-61-65-73-77 steken op rondbreinaald 4 mm met DROPS Paris of DROPS Bomull-Lin. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant, brei dan boordsteek als volgt aan de goede kant: 2 steken in ribbelsteek, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* tot er 7 steken over zijn, 2 recht en 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga zo verder in boordsteek voor 6 cm. Ga verder met rondbreinaald 5 mm en brei aan de goede kant als volgt: 1 steek in ribbelsteek, brei in tricotsteek tot er 5 steken over zijn op de naald en minder tegelijkertijd 5-7-5-5-7-9 steken verdeeld over deze steken, eindig met 5 steken in ribbelsteek = 48-50-56-60-66-68 steken. Ga verder in tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek richting de zijkant en 5 voorbiessteken in ribbelsteek richting midden voor tot het werk 7-8-10-10-10-11 cm meet vanaf de opzetrand. Ga verder met breien in patroon aan de goede kant als volgt: 1 kantsteek in ribbelsteek, brei A.1 tot er 5 steken over zijn, eindig met 5 steken in ribbelsteek richting midden voor. Minder op de laatste naald in A.1 1 steek aan de binnenkant van 1 kantsteek in ribbelsteek = 47-49-55-59-65-67 steken. Als A.1 een keer in de hoogte is gebreid, ga dan verder als volgt: 1 kantsteek in ribbelsteek, 0-1-0-2-1-2 steken zoals de eerste steek in A.2, brei A.2 5-5-6-6-7-7 keer in totaal, brei 1-2-1-3-2-3 steken zoals de laatste steek in A.2, eindig met 5 steken in ribbelsteek. Als A.2 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan als volgt aan de goede kant: 1 kantsteek in ribbelsteek, 1-2-2-1-1-2 steken in tricotsteek, A.3A, brei A.3B 5-5-6-7-8-8 keer in totaal, A.3C, brei 1-2-2-1-1-2 steken in tricotsteek en 5 steken in ribbelsteek. Als A.3 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan A.1 met 1 kantsteek in ribbelsteek richting de zijkant en 5 steken in ribbelsteek zoals hiervoor richting midden voor, meerder tegelijkertijd 1 steek op de eerste naald = 48-50-56-60-66-68 steken. Als A.1 een keer in de hoogte is gebreid meet het werk ongeveer 26-27-29-30-30-31 cm. Brei dan A.2 aan de goede kant zoals hier uitgelegd terwijl u tegelijkertijd 1 steek mindert op de eerste naald = 47-49-55-59-65-67 steken. Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, 0-1-0-2-1-2 steken zoals de eerste steek in A.2, brei A.2 5-5-6-6-7-7 keer in totaal, brei 1-2-1-3-2-3 steken zoals de laatste steek in A.2, eindig met 5 steken in ribbelsteek richting midden voor. Bij een hoogte van 28-29-30-31-32-33 cm, kant 2-3-7-9-12-11 steken af voor het armsgat = 45-46-48-50-53-56 steken (brei de steken die niet in het patroon passen in tricotsteek). Als A.2 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan A.4 aan de goede kant zoals hier uitgelegd terwijl u tegelijkertijd het aantal steken aanpast naar 47-47-49-49-53-57 steken op de eerste naald. Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, 0-0-1-1-3-0 steken zoals de eerste steek in A.4A, A.4A, brei A.4B 3-3-3-3-3-4 keer in totaal, brei A.4 C, 0-0-1-1-3-0 steken zoals de laatste steek in A.4C en 5 steken in ribbelsteek. Als A.4 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan A.5 met 1 kantsteek in ribbelsteek richting de zijkant en 5 steken in ribbelsteek richting midden voor. Pas tegelijkertijd het aantal steken aan naar 45-47-48-50-53-56 steken op de eerste naald. Herhaal A.5 2 keer in totaal in de hoogte. Eindig dan het voorpand in tricotsteek met 1 steek in ribbelsteek richting de zijkant en 5 steken in ribbelsteek richting midden voor. Zet bij een hoogte van 44-46-47-49-50-52 cm, de buitenste 15-15-16-16-17-17 steken richting midden voor op een hulpdraad voor de hals, brei ze voordat u ze op een hulpdraad zet om te voorkomen dat u de draad af moet knippen. SAMENVATTING VAN HET VOLGENDE DEEL: Kant af voor de hals en zet steken op een hulpdraad voor de diagonale schouder zoals uitgelegd hieronder. Lees de paragraaf HALS en DIAGONALE SCHOUDER voordat u verder gaat. HALS: Minder als volgt: Minder 1 steek voor de hals op iedere naald aan de goede kant 4 keer in totaal - denk om TIP VOOR HET MINDEREN. DIAGONALE SCHOUDER: Zet tegelijkertijd bij een hoogte van 46-48-50-52-54-56 cm, de buitenste steek op een hulpdraad voor de diagonale schouder op dezelfde manier als op het achterpand. Als alle steken geminderd zijn en op een hulpdraad gezet zijn, zet dan de 26-28-28-30-32-35 steken van de hulpdraad terug op rondbreinaald 5 mm. Brei 1 naald in tricotsteek, op dezelfde manier als op het achterpand en kant dan losjes alle steken af. Het werk meet ongeveer 50-52-54-56-58-60 cm vanaf de bovenkant van de schouder. RECHTER VOORPAND: Zet 53-57-61-65-73-77 steken op rondbreinaald 4 mm met DROPS Paris of DROPS Bomull-Lin. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant, brei dan boordsteek als volgt aan de goede kant: 5 voorbiessteken in ribbelsteek, * 2 recht, 2 averecht *, herhaal van *-* tot er 4 steken over zijn, 2 recht en 2 steken in ribbelsteek. Ga zo verder in boordsteek voor 6 cm. Ga verder met rondbreinaald 5 mm en brei aan de goede kant als volgt: 5 steken in ribbelsteek, brei in tricotsteek tot er 1 steek over is op de naald en minder tegelijkertijd 5-7-5-5-7-9 steken verdeeld over deze steken, eindig met 1 steek in ribbelsteek = 48-50-56-60-66-68 steken. Ga verder in tricotsteek met 5 voorbiessteken in ribbelsteek richting midden voor en 1 kantsteek in ribbelsteek richting de zijkant tot het werk 7-8-10-10-10-11 cm meet vanaf de opzetrand. Ga verder met breien in patroon aan de goede kant als volgt: 5 steken in ribbelsteek, brei A.1 tot er 1 steek over is, eindig met 1 steek in ribbelsteek. Minder op de laatste naald in A.1 1 steek aan de binnenkant van 1 kantsteek in ribbelsteek = 47-49-55-59-65-67 steken. Als A.1 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan als volgt aan de goede kant: 5 steken in ribbelsteek, 0-1-0-2-1-2 steken zoals de eerste steek in A.2, brei A.2 5-5-6-6-7-7 keer in totaal, brei 1-2-1-3-2-3 steken zoals de laatste steek in A.2, eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek. Als A.2 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan als volgt aan de goede kant: 5 steken in ribbelsteek, 1-2-2-1-1-2 steken in tricotsteek, A.3A, brei A.3B 5-5-6-7-8-8 keer in totaal, A.3C, brei 1-2-2-1-1-2 steken in tricotsteek en 1 kantsteek in ribbelsteek. Als A.3 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan A.1 met 5 steken in ribbelsteek richting midden voor en 1 kantsteek in ribbelsteek richting de zijkant, meerder tegelijkertijd 1 steek op de eerste naald = 48-50-56-60-66-68 steken. Als A.1 een keer in de hoogte is gebreid, meet het werk ongeveer 26-27-29-30-30-31 cm. Brei dan A.2 aan de goede kant zoals hier uitgelegd terwijl u tegelijkertijd 1 steek mindert op de eerste naald = 47-49-55-59-65-67 steken. Brei 5 steken in ribbelsteek, 0-1-0-2-1-2 steken zoals de eerste steek in A.2, brei A.2 5-5-6-6-7-7 keer in totaal, brei 1-2-1-3-2-3 steken zoals de laatste steek in A.2 en 1 kantsteek in ribbelsteek. Kant bij een hoogte van 28-29-30-31-32-33 cm, 2-3-7-9-12-11 steken af voor het armsgat = 45-46-48-50-53-56 steken (brei de steken die niet in het patroon passen in tricotsteek). Als A.2 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan A.4 aan de goede kant zoals hier uitgelegd terwijl u tegelijkertijd het aantal steken aanpast naar 47-47-49-49-53-57 steken op de eerste naald. Brei 5 steken in ribbelsteek, 0-0-1-1-3-0 steken zoals de eerste steek in A.4A, A.4A, brei A.4B 3-3-3-3-3-4 keer in totaal, brei A.4C, 0-0-1-1-3-0 steken zoals de laatste steek in A.4C en 1 steek in ribbelsteek. Als A.4 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan A.5 met 5 steken in ribbelsteek richting midden voor en 1 kantsteek in ribbelsteek richting de zijkant. Pas tegelijkertijd het aantal steken aan naar 45-47-48-50-53-56 steken op de eerste naald. Herhaal A.5 2 keer in totaal in de hoogte. Eindig dan het voorpand in tricotsteek met 5 steken in ribbelsteek richting midden voor en 1 steek in ribbelsteek richting de zijkant. Zet bij een hoogte van 44-46-47-49-50-52 cm, de buitenste 15-15-16-16-17-17 steken richting midden voor op een hulpdraad voor de hals, brei ze voordat u de steken op een hulpdraad zet om te voorkomen dat u de draad af moet knippen. SAMENVATTING VAN HET VOLGENDE DEEL: Kant af voor de hals en zet steken op de hulpdraad voor de diagonale schouder zoals uitgelegd hieronder. Lees de paragraaf HALS en DIAGONALE SCHOUDER voordat u verder gaat. HALS: Minder voor de hals als volgt: Kant 1 steek af voor de hals op iedere naald aan de goede kant 4 keer in totaal - denk om TIP VOOR HET MINDEREN. DIAGONALE SCHOUDER: Zet tegelijkertijd bij een hoogte van 46-48-50-52-54-56 cm, de buitenste steek op een hulpdraad voor de diagonale schouder op dezelfde manier als op het achterpand. Als alle steken zijn geminderd en op een hulpdraad zijn gezet, zet dan de 26-28-28-30-32-35 steken van de hulpdraad terug op rondbreinaald 5 mm. Brei 1 naald in tricotsteek, op dezelfde manier als op het achterpand en kant dan losjes alle steken af. Het werk meet ongeveer 50-52-54-56-58-60 cm vanaf de bovenkant van de schouder. MOUWEN: Zet 56-56-60-60-64-64 steken op breinaalden zonder knop maat 4 mm met DROPS Paris of DROPS Bomull-Lin. Brei 1 naald recht. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald. Brei boordsteek (2 recht/2 averecht) voor 10 cm. Brei verder met breinaalden zonder knop maat 5 mm. Brei 1 naald recht en minder 11-9-11-9-11-9 steken verdeeld = 45-47-49-51-53-55 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in de 23e-24e-25e-26e-27e-28e steek op de naald (midden op de bovenkant van de mouw). De markeerdraad midden onder de mouw wordt gebruikt voor het meerderen onder de mouw en de markeerdraad op het midden van de bovenkant van de mouw wordt gebruikt om uit te tellen waar het patroon begint. Brei nu in patroon en meerder steken zoals uitgelegd hieronder: Tel uit vanaf de middelste steek waar het patroon moet beginnen – de steek met de markeerdraad op de mouw moet overeenkomen met de middelste steek in het telpatroon. Brei de steken die niet in het patroon passen in tricotsteek. Brei patroon in de hoogte als volgt: A.1, A.2, A.4B, A.5. Als de patronen zijn gebreid in deze volgorde, brei dan in tricotsteek tot de gewenste afmetingen. Meerder tegelijkertijd bij een hoogte van 12-12-12-13-14-12 cm, 1 steek aan elke kant van de markeerdraad - lees TIP VOOR HET MEERDEREN. Meerder zo iedere 4½-4-3½-3-2½-2½ cm 8-9-9-10-11-12 keer in totaal = 61-65-67-71-75-79 steken (deze meerderingen worden gemaakt voordat de mouwkop wordt gebreid). Als het werk ongeveer 47-46-44-42-41-42 cm meet, verdeel dan het werk op de markeerdraad en brei de mouwkop heen en weer gebreid op de rondbreinaald. Kant af als de mouw 48 cm meet in alle maten. Brei de andere mouw op dezelfde wijze. AFWERKING: Naai de schoudernaden samen. Naai de zijnaden dicht aan de binnenkant van 1 kantsteek – begin op het armsgat en naai naar beneden tot de boordsteek om splitten in de zijkanten te maken. Naai de mouwkop aan het armsgat aan de binnenkant van de kantsteek op de voorpanden / het achterpand. Naai dan de split op de bovenkant van de mouw aan de onderkant van het armsgat - zie tekening. HALSRAND: Begin aan de goede kant en neem ongeveer 88 tot 106 steken op rondom de hals (inclusief de steken op de hulpdraad midden voor) op rondbreinaald 4 mm met DROPS Paris of DROPS Bomull-Lin. Het aantal steken moet deelbaar zijn door 4. Brei boordsteek als volgt op de verkeerde kant: 5 voorbiessteken in ribbelsteek, * 2 averecht, 2 recht *, herhaal van *-* tot er 7 steken over zijn op de naald, 2 averecht en eindig met 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga zo verder in boordsteek voor 4 cm. Kant af met recht aan de goede kant. |
|||||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Opmerkingen / Vragen (5)
Sylvia wrote:
I've just finished knitting the cardigan and sleeve cape is much shorter than armhole for joining and I done everything by the pattern what have I done wrong ? I increased the 65sts as stated
13.06.2023 - 12:26DROPS Design answered:
Dear Sylvia, in this video we show how to finish such a sleeve (first worked in the round then back and forth) and how to sew the sleeve around armhole. In the 2nd size you should have 65 sts = appro. 38 cm / 2 = 19 cm just as deep as the armhole in this size (see chart). Happy assembly!
13.06.2023 - 13:40Sylvia wrote:
I’m struggling to understand left front neck shaping m size after says slip 15sts of for neck it says decrease 1st 4 times do I start that on next row or wait till measures 48cm? If I do it then will have to carry on bit longer for shoulder. After casting off for shoulder should I be left with the 15sts for neck?
01.06.2023 - 14:32DROPS Design answered:
Dear Sylvia, you are working size M, right? then when piece measures 46 cm, work one row from wrong side slipping the first 15 sts on a thread (work them first), then work row to the end and continue in pattern as before and decrease for neck on next row from RS (at the end of row) as explained under DECREASE TIP. At the same time, work short rows for shoulder when piece measures 48 cm. After all stitches are decreased for neck there are 28 sts for shoulder. You will work the 15 sts from thread when working neck edge afterwards. Happy knitting!
01.06.2023 - 16:46Rey wrote:
Bonjour Je ne comprend pas pour la tete manche : Diviser l ouvrage au fil marqueur ? Il faut que je tricote separement en 2 fois au fil marqueur ? Et après faire une couture sur l épaule ? Merci pour votre réponse. Bonne journée
03.04.2023 - 08:45DROPS Design answered:
Bonjour Mme Rey, la manche se tricote en rond jusqu'à la tête de manche, on continue ensuite en rangs, en commençant au milieu sous la manche (au niveau du marqueur du début des tours), Dans cette vidéo, nous montrons comment nous continuons la manche en rangs. Bon tricot!
11.04.2023 - 10:57Hiiroki wrote:
Bonjour, Je ne comprends pas comment faire l'encolure. Si on prend celle du dos tailles S, j'ai 26 mailles de chaque côté en attentes, 21 mailles rabattues au milieu et 3 mailles entre chaque.... "Diminuer ensuite pour l'encolure 3 fois 1 maille tous les rangs sur l'endroit " cela me semble impossible d'autant que si je dois rabattre les mailles du milieu en premier je ne peux plus faire de diminution.... Merci d'avance de votre aide
28.03.2023 - 19:59DROPS Design answered:
Bonjour Mme Hiiroki, vous devez former l'encolure et le biais des épaules en même temps; rabattez les 21 mailles centrales pour l'encolure et mettez les mailles de l'épaule en attente (= en début de rang sur l'envers (épaule gauche dos) / sur l'endroit (épaule droit dos), et en même temps, rabattez pour l'encolure en début de rang à partir de l'encolure (sur l'endroit, épaule gauche dos / sur l'envers, épaule droite dos). Bon tricot!
29.03.2023 - 09:46Janne wrote:
Lumi mereliival
19.01.2023 - 22:03