DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 1.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 14.30€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Frosted Mountains Cardigan

Gebreid vest in DROPS Paris of DROPS Bomull-Lin. Het werk wordt van onder naar boven gebreid met kantpatroon. Maat: S - XXXL

DROPS 240-15
DROPS design: Patroon w-883
Garengroep C of A + A
----------------------------------------------------------

MAAT:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

GAREN:
DROPS PARIS van garnstudio (behoort tot garengroep C)
550-600-650-750-800-850 g kleur 16, wit

Of gebruik:
DROPS BOMULL-LIN van garnstudio (behoort tot garengroep C)
500-550-600-700-750-800 g kleur 01, wit

KNOPEN:
DROPS KNOOP NR 522: 5-5-5-6-6-6 stuks

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 5 mm: Lengte 40 en 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 4 mm: Lengte 40 en 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5 mm
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4 mm
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – in dat geval heeft u alleen een rondbreinaald nodig van 80 cm in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
17 steken in de breedte en 22 naalden in de hoogte in tricotsteek = 10 x 10 cm.
LET OP! De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met grotere naalden. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met kleinere naalden.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 1.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 14.30€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

----------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel = brei 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.5. Kies het telpatroon voor uw maat (geldt voor A.2). De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

TIP VOOR HET MINDEREN (geldt voor de hals als u 1 steek mindert):
Minder voor de hals aan de binnenkant van 3 steken in tricotsteek.
Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt!
MINDER ALS VOLGT NA 3 STEKEN IN TRICOTSTEEK:
1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 1 steek geminderd).
MINDER ALS VOLGT VOOR 3 STEKEN IN TRICOTSTEEK:
Brei tot er 5 steken over zijn midden voor, 2 recht samen, brei de laatste 3 steken in tricotsteek (= 1 steek geminderd).

TIP VOOR HET MEERDEREN (geldt voor de mouwen):
Begin 1 steek voor de markeerdraad, maak 1 omslag, brei 2 steken zoals hiervoor (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), maak 1 omslag.
Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in patroon.

KNOOPSGATEN:
Minder voor de knoopsgaten op de rechter voorbies. 1 KNOOPSGAT = brei de derde en vierde steek vanaf de rand samen en maak 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslag recht om een gaatje te maken.
Minder voor de knoopsgaten bij een hoogte van:
S: 7, 16, 26, 35 en 45 cm
M: 7, 17, 27, 37 en 47 cm
L: 7, 17, 28, 38 en 49 cm
XL: 7, 16, 25, 34, 43 en 52 cm.
XXL: 7, 16, 25, 35, 44 en 53 cm
XXXL: 7, 16, 26, 35, 45 en 54 cm

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

VEST - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Brei het achterpand en de voorpanden heen en weer gebreid op de rondbreinaald, van onder naar boven, apart. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop/rondbreinaald vanaf de onderkant en naar boven tot de mouwkop, brei dan de rest van mouw heen en weer gebreid op de rondbreinaald tot de gewenste afmetingen. Eindig met een halsrand.

ACHTERPAND:
Zet 94-98-110-122-134-138 steken op rondbreinaald 4 mm met DROPS Paris of DROPS Bomull-Lin. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant. Brei dan boordsteek als volgt aan de goede kant: 2 steken in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven - * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* tot er 4 steken over zijn, 2 recht en eindig met 2 steken in ribbelsteek. Ga zo verder in boordsteek voor 6 cm. Ga verder met rondbreinaald 5 mm, brei in tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant terwijl u tegelijkertijd 10-8-10-12-14-12 steken verdeeld mindert op de eerste naald = 84-90-100-110-120-126 steken. Ga verder in tricotsteek tot het werk 7-8-10-10-10-11 cm meet vanaf de opzetrand.
Ga verder in patroon aan de goede kant als volgt: 1 kantsteek in ribbelsteek, brei A.1 tot er 1 steek over is, eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek. Op de laatste naald in A.1 mindert u 1-0-1-1-1-1 steek aan de binnenkant van 1 steek in ribbelsteek = 83-90-99-109-119-125 steken. Als A.1 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan als volgt aan de goede kant: 1 kantsteek in ribbelsteek, 0-0-0-1-2-1 steken als de eerste steek in A.2, brei A.2 10-11-12-13-14-15 keer in totaal, brei 1-0-1-2-3-2 steken zoals de laatste steek in A.2, eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek.

Als A.2 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan als volgt aan de goede kant: 1 kantsteek in ribbelsteek, 0-0-2-1-0-0 steken in tricotsteek, A.3A, brei A.3B 12-13-14-16-18-19 keer in totaal, A.3C, brei 0-1-2-1-0-0 steken in tricotsteek, 1 kantsteek in ribbelsteek.
Als A.3 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan A.1 met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant, meerder tegelijkertijd 1-0-1-1-1-1 steek op eerste naald aan de binnenkant van 1 steek in ribbelsteek = 84-90-100-110-120-126 steken. Als A.1 een keer in de hoogte is gebreid meet het werk ongeveer 26-27-29-30-30-31 cm.

Brei dan A.2 aan de goede kant zoals hier uitgelegd terwijl u tegelijkertijd 1-0-1-1-1-1 steek mindert op de eerste naald = 83-90-99-109-119-125 steken. Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, 0-0-0-1-2-1 steken zoals de eerste steek in A.2, brei A.2 10-11-12-13-14-15 keer in totaal, brei 1-0-1-2-3-2 steken zoals de laatste steek in A.2, eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek.
Kant tegelijkertijd bij een hoogte van 28-29-30-31-32-33 cm, 2-3-7-9-12-11 steken af voor de armsgaten op het begin van de volgende 2 naalden = 79-84-85-91-95-103 steken. Als A.2 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan als volgt aan de goede kant: 1 kantsteek in ribbelsteek, 3-0-1-4-1-0 steken zoals de eerste steek in A.4A, A.4A, brei A.4B 6-7-7-7-8-9 keer in totaal, brei A.4C, 3-1-1-4-1-0 steken zoals de laatste steek in A.4C en 1 kantsteek in ribbelsteek. Als A.4 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan A.5 met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Herhaal A.5 2 keer in totaal in de hoogte. Brei dan in tricotsteek tot de gewenste afmetingen met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant.

SAMENVATTING VAN HET VOLGENDE DEEL:
Minder bij een hoogte van 46-48-50-52-54-56 cm voor de hals en zet steken op een hulpdraad voor de diagonale schouder zoals uitgelegd hieronder. Lees de paragraaf HALS en DIAGONALE SCHOUDER voordat u verder gaat.

HALS:
Kant dan de middelste 21-22-23-25-25-27 steken voor de hals af en eindig elke schouder apart. Minder dan 1 steek voor de hals op iedere naald aan de goede kant 3 keer in totaal - lees TIP VOOR HET MINDEREN.

DIAGONALE SCHOUDER:
Zet tegelijkertijd bij een hoogte van 46-48-50-52-54-56 cm, de buitenste steken richting het armsgat op een hulpdraad voor de diagonale schouder, brei ze voordat u ze op een hulpdraad zet om te voorkomen dat u de draad af moet knippen. Zet 3 keer 7-7-7-8-8-9 steken op een hulpdraad, en zet dan de laatste 5-7-7-6-8-8 steken op de hulpdraad. Alle steken zijn nu afgekat of op een hulpdraad gezet. Zet de 26-28-28-30-32-35 steken van de hulpdraad terug op rondbreinaald 5 mm. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant maar om een gaatje te voorkomen waar u het werk keert, neemt u de draad tussen 2 steken op en brei deze gedraaid samen met de eerste steek op de linker naald. Kant dan losjes alle steken af met recht aan de goede kant. Het werk meet ongeveer 50-52-54-56-58-60 cm vanaf de bovenkant van de schouder. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

LINKER VOORPAND:
Zet 53-57-61-65-73-77 steken op rondbreinaald 4 mm met DROPS Paris of DROPS Bomull-Lin. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant, brei dan boordsteek als volgt aan de goede kant: 2 steken in ribbelsteek, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* tot er 7 steken over zijn, 2 recht en 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga zo verder in boordsteek voor 6 cm. Ga verder met rondbreinaald 5 mm en brei aan de goede kant als volgt: 1 steek in ribbelsteek, brei in tricotsteek tot er 5 steken over zijn op de naald en minder tegelijkertijd 5-7-5-5-7-9 steken verdeeld over deze steken, eindig met 5 steken in ribbelsteek = 48-50-56-60-66-68 steken. Ga verder in tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek richting de zijkant en 5 voorbiessteken in ribbelsteek richting midden voor tot het werk 7-8-10-10-10-11 cm meet vanaf de opzetrand.

Ga verder met breien in patroon aan de goede kant als volgt: 1 kantsteek in ribbelsteek, brei A.1 tot er 5 steken over zijn, eindig met 5 steken in ribbelsteek richting midden voor. Minder op de laatste naald in A.1 1 steek aan de binnenkant van 1 kantsteek in ribbelsteek = 47-49-55-59-65-67 steken. Als A.1 een keer in de hoogte is gebreid, ga dan verder als volgt: 1 kantsteek in ribbelsteek, 0-1-0-2-1-2 steken zoals de eerste steek in A.2, brei A.2 5-5-6-6-7-7 keer in totaal, brei 1-2-1-3-2-3 steken zoals de laatste steek in A.2, eindig met 5 steken in ribbelsteek. Als A.2 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan als volgt aan de goede kant: 1 kantsteek in ribbelsteek, 1-2-2-1-1-2 steken in tricotsteek, A.3A, brei A.3B 5-5-6-7-8-8 keer in totaal, A.3C, brei 1-2-2-1-1-2 steken in tricotsteek en 5 steken in ribbelsteek. Als A.3 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan A.1 met 1 kantsteek in ribbelsteek richting de zijkant en 5 steken in ribbelsteek zoals hiervoor richting midden voor, meerder tegelijkertijd 1 steek op de eerste naald = 48-50-56-60-66-68 steken. Als A.1 een keer in de hoogte is gebreid meet het werk ongeveer 26-27-29-30-30-31 cm.
Brei dan A.2 aan de goede kant zoals hier uitgelegd terwijl u tegelijkertijd 1 steek mindert op de eerste naald = 47-49-55-59-65-67 steken. Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, 0-1-0-2-1-2 steken zoals de eerste steek in A.2, brei A.2 5-5-6-6-7-7 keer in totaal, brei 1-2-1-3-2-3 steken zoals de laatste steek in A.2, eindig met 5 steken in ribbelsteek richting midden voor.

Bij een hoogte van 28-29-30-31-32-33 cm, kant 2-3-7-9-12-11 steken af voor het armsgat = 45-46-48-50-53-56 steken (brei de steken die niet in het patroon passen in tricotsteek). Als A.2 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan A.4 aan de goede kant zoals hier uitgelegd terwijl u tegelijkertijd het aantal steken aanpast naar 47-47-49-49-53-57 steken op de eerste naald. Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, 0-0-1-1-3-0 steken zoals de eerste steek in A.4A, A.4A, brei A.4B 3-3-3-3-3-4 keer in totaal, brei A.4 C, 0-0-1-1-3-0 steken zoals de laatste steek in A.4C en 5 steken in ribbelsteek. Als A.4 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan A.5 met 1 kantsteek in ribbelsteek richting de zijkant en 5 steken in ribbelsteek richting midden voor. Pas tegelijkertijd het aantal steken aan naar 45-47-48-50-53-56 steken op de eerste naald. Herhaal A.5 2 keer in totaal in de hoogte. Eindig dan het voorpand in tricotsteek met 1 steek in ribbelsteek richting de zijkant en 5 steken in ribbelsteek richting midden voor.

Zet bij een hoogte van 44-46-47-49-50-52 cm, de buitenste 15-15-16-16-17-17 steken richting midden voor op een hulpdraad voor de hals, brei ze voordat u ze op een hulpdraad zet om te voorkomen dat u de draad af moet knippen.

SAMENVATTING VAN HET VOLGENDE DEEL:
Kant af voor de hals en zet steken op een hulpdraad voor de diagonale schouder zoals uitgelegd hieronder. Lees de paragraaf HALS en DIAGONALE SCHOUDER voordat u verder gaat.

HALS:
Minder als volgt: Minder 1 steek voor de hals op iedere naald aan de goede kant 4 keer in totaal - denk om TIP VOOR HET MINDEREN.

DIAGONALE SCHOUDER:
Zet tegelijkertijd bij een hoogte van 46-48-50-52-54-56 cm, de buitenste steek op een hulpdraad voor de diagonale schouder op dezelfde manier als op het achterpand.
Als alle steken geminderd zijn en op een hulpdraad gezet zijn, zet dan de 26-28-28-30-32-35 steken van de hulpdraad terug op rondbreinaald 5 mm. Brei 1 naald in tricotsteek, op dezelfde manier als op het achterpand en kant dan losjes alle steken af. Het werk meet ongeveer 50-52-54-56-58-60 cm vanaf de bovenkant van de schouder.

RECHTER VOORPAND:
Zet 53-57-61-65-73-77 steken op rondbreinaald 4 mm met DROPS Paris of DROPS Bomull-Lin. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant, brei dan boordsteek als volgt aan de goede kant: 5 voorbiessteken in ribbelsteek, * 2 recht, 2 averecht *, herhaal van *-* tot er 4 steken over zijn, 2 recht en 2 steken in ribbelsteek. Ga zo verder in boordsteek voor 6 cm. Ga verder met rondbreinaald 5 mm en brei aan de goede kant als volgt: 5 steken in ribbelsteek, brei in tricotsteek tot er 1 steek over is op de naald en minder tegelijkertijd 5-7-5-5-7-9 steken verdeeld over deze steken, eindig met 1 steek in ribbelsteek = 48-50-56-60-66-68 steken. Ga verder in tricotsteek met 5 voorbiessteken in ribbelsteek richting midden voor en 1 kantsteek in ribbelsteek richting de zijkant tot het werk 7-8-10-10-10-11 cm meet vanaf de opzetrand.

Ga verder met breien in patroon aan de goede kant als volgt: 5 steken in ribbelsteek, brei A.1 tot er 1 steek over is, eindig met 1 steek in ribbelsteek. Minder op de laatste naald in A.1 1 steek aan de binnenkant van 1 kantsteek in ribbelsteek = 47-49-55-59-65-67 steken. Als A.1 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan als volgt aan de goede kant: 5 steken in ribbelsteek, 0-1-0-2-1-2 steken zoals de eerste steek in A.2, brei A.2 5-5-6-6-7-7 keer in totaal, brei 1-2-1-3-2-3 steken zoals de laatste steek in A.2, eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek. Als A.2 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan als volgt aan de goede kant: 5 steken in ribbelsteek, 1-2-2-1-1-2 steken in tricotsteek, A.3A, brei A.3B 5-5-6-7-8-8 keer in totaal, A.3C, brei 1-2-2-1-1-2 steken in tricotsteek en 1 kantsteek in ribbelsteek. Als A.3 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan A.1 met 5 steken in ribbelsteek richting midden voor en 1 kantsteek in ribbelsteek richting de zijkant, meerder tegelijkertijd 1 steek op de eerste naald = 48-50-56-60-66-68 steken. Als A.1 een keer in de hoogte is gebreid, meet het werk ongeveer 26-27-29-30-30-31 cm.
Brei dan A.2 aan de goede kant zoals hier uitgelegd terwijl u tegelijkertijd 1 steek mindert op de eerste naald = 47-49-55-59-65-67 steken. Brei 5 steken in ribbelsteek, 0-1-0-2-1-2 steken zoals de eerste steek in A.2, brei A.2 5-5-6-6-7-7 keer in totaal, brei 1-2-1-3-2-3 steken zoals de laatste steek in A.2 en 1 kantsteek in ribbelsteek.

Kant bij een hoogte van 28-29-30-31-32-33 cm, 2-3-7-9-12-11 steken af voor het armsgat = 45-46-48-50-53-56 steken (brei de steken die niet in het patroon passen in tricotsteek). Als A.2 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan A.4 aan de goede kant zoals hier uitgelegd terwijl u tegelijkertijd het aantal steken aanpast naar 47-47-49-49-53-57 steken op de eerste naald. Brei 5 steken in ribbelsteek, 0-0-1-1-3-0 steken zoals de eerste steek in A.4A, A.4A, brei A.4B 3-3-3-3-3-4 keer in totaal, brei A.4C, 0-0-1-1-3-0 steken zoals de laatste steek in A.4C en 1 steek in ribbelsteek. Als A.4 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan A.5 met 5 steken in ribbelsteek richting midden voor en 1 kantsteek in ribbelsteek richting de zijkant. Pas tegelijkertijd het aantal steken aan naar 45-47-48-50-53-56 steken op de eerste naald. Herhaal A.5 2 keer in totaal in de hoogte. Eindig dan het voorpand in tricotsteek met 5 steken in ribbelsteek richting midden voor en 1 steek in ribbelsteek richting de zijkant.

Zet bij een hoogte van 44-46-47-49-50-52 cm, de buitenste 15-15-16-16-17-17 steken richting midden voor op een hulpdraad voor de hals, brei ze voordat u de steken op een hulpdraad zet om te voorkomen dat u de draad af moet knippen.

SAMENVATTING VAN HET VOLGENDE DEEL:
Kant af voor de hals en zet steken op de hulpdraad voor de diagonale schouder zoals uitgelegd hieronder. Lees de paragraaf HALS en DIAGONALE SCHOUDER voordat u verder gaat.

HALS:
Minder voor de hals als volgt: Kant 1 steek af voor de hals op iedere naald aan de goede kant 4 keer in totaal - denk om TIP VOOR HET MINDEREN.

DIAGONALE SCHOUDER:
Zet tegelijkertijd bij een hoogte van 46-48-50-52-54-56 cm, de buitenste steek op een hulpdraad voor de diagonale schouder op dezelfde manier als op het achterpand.
Als alle steken zijn geminderd en op een hulpdraad zijn gezet, zet dan de 26-28-28-30-32-35 steken van de hulpdraad terug op rondbreinaald 5 mm. Brei 1 naald in tricotsteek, op dezelfde manier als op het achterpand en kant dan losjes alle steken af. Het werk meet ongeveer 50-52-54-56-58-60 cm vanaf de bovenkant van de schouder.

MOUWEN:
Zet 56-56-60-60-64-64 steken op breinaalden zonder knop maat 4 mm met DROPS Paris of DROPS Bomull-Lin. Brei 1 naald recht. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald.
Brei boordsteek (2 recht/2 averecht) voor 10 cm. Brei verder met breinaalden zonder knop maat 5 mm. Brei 1 naald recht en minder 11-9-11-9-11-9 steken verdeeld = 45-47-49-51-53-55 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in de 23e-24e-25e-26e-27e-28e steek op de naald (midden op de bovenkant van de mouw). De markeerdraad midden onder de mouw wordt gebruikt voor het meerderen onder de mouw en de markeerdraad op het midden van de bovenkant van de mouw wordt gebruikt om uit te tellen waar het patroon begint.

Brei nu in patroon en meerder steken zoals uitgelegd hieronder:
Tel uit vanaf de middelste steek waar het patroon moet beginnen – de steek met de markeerdraad op de mouw moet overeenkomen met de middelste steek in het telpatroon. Brei de steken die niet in het patroon passen in tricotsteek. Brei patroon in de hoogte als volgt: A.1, A.2, A.4B, A.5. Als de patronen zijn gebreid in deze volgorde, brei dan in tricotsteek tot de gewenste afmetingen.

Meerder tegelijkertijd bij een hoogte van 12-12-12-13-14-12 cm, 1 steek aan elke kant van de markeerdraad - lees TIP VOOR HET MEERDEREN. Meerder zo iedere 4½-4-3½-3-2½-2½ cm 8-9-9-10-11-12 keer in totaal = 61-65-67-71-75-79 steken (deze meerderingen worden gemaakt voordat de mouwkop wordt gebreid).
Als het werk ongeveer 47-46-44-42-41-42 cm meet, verdeel dan het werk op de markeerdraad en brei de mouwkop heen en weer gebreid op de rondbreinaald. Kant af als de mouw 48 cm meet in alle maten. Brei de andere mouw op dezelfde wijze.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen. Naai de zijnaden dicht aan de binnenkant van 1 kantsteek – begin op het armsgat en naai naar beneden tot de boordsteek om splitten in de zijkanten te maken.
Naai de mouwkop aan het armsgat aan de binnenkant van de kantsteek op de voorpanden / het achterpand. Naai dan de split op de bovenkant van de mouw aan de onderkant van het armsgat - zie tekening.

HALSRAND:
Begin aan de goede kant en neem ongeveer 88 tot 106 steken op rondom de hals (inclusief de steken op de hulpdraad midden voor) op rondbreinaald 4 mm met DROPS Paris of DROPS Bomull-Lin. Het aantal steken moet deelbaar zijn door 4. Brei boordsteek als volgt op de verkeerde kant: 5 voorbiessteken in ribbelsteek, * 2 averecht, 2 recht *, herhaal van *-* tot er 7 steken over zijn op de naald, 2 averecht en eindig met 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga zo verder in boordsteek voor 4 cm. Kant af met recht aan de goede kant.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = 1 steek recht afhalen, 2 recht samen en haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken
symbols = naai de split aan het armsgat: a tegen A en b tegen B
symbols = middelste steek
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 240-15

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (5)

country flag Sylvia wrote:

I've just finished knitting the cardigan and sleeve cape is much shorter than armhole for joining and I done everything by the pattern what have I done wrong ? I increased the 65sts as stated

13.06.2023 - 12:26

DROPS Design answered:

Dear Sylvia, in this video we show how to finish such a sleeve (first worked in the round then back and forth) and how to sew the sleeve around armhole. In the 2nd size you should have 65 sts = appro. 38 cm / 2 = 19 cm just as deep as the armhole in this size (see chart). Happy assembly!

13.06.2023 - 13:40

country flag Sylvia wrote:

I’m struggling to understand left front neck shaping m size after says slip 15sts of for neck it says decrease 1st 4 times do I start that on next row or wait till measures 48cm? If I do it then will have to carry on bit longer for shoulder. After casting off for shoulder should I be left with the 15sts for neck?

01.06.2023 - 14:32

DROPS Design answered:

Dear Sylvia, you are working size M, right? then when piece measures 46 cm, work one row from wrong side slipping the first 15 sts on a thread (work them first), then work row to the end and continue in pattern as before and decrease for neck on next row from RS (at the end of row) as explained under DECREASE TIP. At the same time, work short rows for shoulder when piece measures 48 cm. After all stitches are decreased for neck there are 28 sts for shoulder. You will work the 15 sts from thread when working neck edge afterwards. Happy knitting!

01.06.2023 - 16:46

country flag Rey wrote:

Bonjour Je ne comprend pas pour la tete manche : Diviser l ouvrage au fil marqueur ? Il faut que je tricote separement en 2 fois au fil marqueur ? Et après faire une couture sur l épaule ? Merci pour votre réponse. Bonne journée

03.04.2023 - 08:45

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Rey, la manche se tricote en rond jusqu'à la tête de manche, on continue ensuite en rangs, en commençant au milieu sous la manche (au niveau du marqueur du début des tours), Dans cette vidéo, nous montrons comment nous continuons la manche en rangs. Bon tricot!

11.04.2023 - 10:57

country flag Hiiroki wrote:

Bonjour, Je ne comprends pas comment faire l'encolure. Si on prend celle du dos tailles S, j'ai 26 mailles de chaque côté en attentes, 21 mailles rabattues au milieu et 3 mailles entre chaque.... "Diminuer ensuite pour l'encolure 3 fois 1 maille tous les rangs sur l'endroit " cela me semble impossible d'autant que si je dois rabattre les mailles du milieu en premier je ne peux plus faire de diminution.... Merci d'avance de votre aide

28.03.2023 - 19:59

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Hiiroki, vous devez former l'encolure et le biais des épaules en même temps; rabattez les 21 mailles centrales pour l'encolure et mettez les mailles de l'épaule en attente (= en début de rang sur l'envers (épaule gauche dos) / sur l'endroit (épaule droit dos), et en même temps, rabattez pour l'encolure en début de rang à partir de l'encolure (sur l'endroit, épaule gauche dos / sur l'envers, épaule droite dos). Bon tricot!

29.03.2023 - 09:46

country flag Janne wrote:

Lumi mereliival

19.01.2023 - 22:03