Fabled Harbour Cardigan |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gebreid vest in DROPS Alpaca en DROPS Kid-Silk. Het werk wordt van onder naar boven gebreid met kantpatroon. Maat: S - XXXL
DROPS 241-10 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
---------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ---------------------------------------------------------- RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): Brei alle naalden recht. 1 ribbel = brei 2 naalden recht. RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid): 1 ribbel = 2 naalden, dus brei 1 naald recht en 1 naald averecht. PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.7. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien. Wanneer in het patroon het aantal steken zijn opgegeven, telt u A.1a en A.5a als 5 steken ondanks dat er op sommige naalden in het patroon 6 steken zijn (vanwege het meerderen/minderen in het patroon). RECHT SAMEN: AAN DE GOEDE KANT: 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek. OP DE VERKEERDE KANT: 2 averecht samen. TRICOTSTEEK: Averecht aan de verkeerde kant, recht aan de goede kant. TIP VOOR HET MEERDEREN (geldt voor de mouwen): Begin 1 steek voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), maak 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen (= 2 steken gemeerderd). KNOOPSGATEN (van onder naar boven): Minder voor de knoopsgaten op de rechter voorbies. 1 KNOOPSGAT = brei de derde en vierde steek vanaf de rand samen en maak 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslag recht om een gaatje te maken. Minder voor de knoopsgaten bij een hoogte van: S: 6, 14, 22 en 30 cm M: 6, 14, 22 en 30 cm L: 6, 14, 23 en 32 cm XL: 7, 16, 25 en 34 cm XXL: 6, 14, 22, 29 en 36 cm. XXXL: 6, 14, 22, 29 en 36 cm. ---------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ---------------------------------------------------------- VEST - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Brei het lijf heen en weer gebreid op de rondbreinaald tot de armsgaten. Verdeel het lijf voor de voorpanden en het achterpand en eindig elk deel apart heen en weer gebreid. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald tot de mouwkop, brei dan de rest van de mouw heen en weer gebreid. LIJF: Zet 272-284-296-320-344-368 steken op rondbreinaald 4 mm met 1 draad van elke kwaliteit (2 draden). Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant. Brei boordsteek, begin aan de goede kant als volgt: 7 voorbiessteken in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven, * brei A.1, brei A.2. *, brei van *-* tot er 17 steken over zijn, brei 7 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga zo verder in patroon - denk om de knoopsgaten - lees uitleg hierboven. Als A.1 en A.2 1 keer in de hoogte zijn gebreid, zijn er 229-239-249-269-289-309 steken op de naald. Brei dan als volgt: 7 voorbiessteken in ribbelsteek, A.1a, herhaal A.2a tot er 12 steken over zijn, brei A.1a, meerder 1 steek, 7 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga verder met 7 voorbiessteken in ribbelsteek, A.1a, herhaal A.2a tot er 13 steken over zijn, brei A.1.a, 1 averecht, 7 voorbiessteken in ribbelsteek. Als A.2a 2 keer in totaal in de hoogte is gebreid, brei dan in patroon en begin aan de goede kant als volgt: Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Brei 7 voorbiessteken in ribbelsteek, A.1a, A.2a, 1 averecht, A.3a, brei A.3b tot er 28 steken over zijn. Minder tegelijkertijd 33 steken verdeeld over deze steken, A.3c, A.2a, A.1a, 1 averecht, 7 voorbiessteken in ribbelsteek = 197-207-217-237-257-277 steken. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als A.3 een keer in de hoogte is gebreid, meet het werk ongeveer 21 cm. Brei dan in patroon als volgt (de eerste naald is aan de goede kant): 7 voorbiessteken in ribbelsteek, A.1a, A.2a, 1 averecht, 0-1-2-0-2-0 steken in tricotsteek, A.4 tot er 19-20-21-19-21-19 steken over zijn, brei 1-2-3-1-3-1 steek in tricotsteek, A.2a, A.1a, 1 averecht, 7 voorbiessteken in ribbelsteek. Als A.4 een keer in de hoogte is gebreid, meet het werk ongeveer 25 cm. Brei in patroon, begin aan de goede kant als volgt: 7 voorbiessteken in ribbelsteek, A.1a, A.2a, 1 averecht, brei in ribbelsteek tot er 18 steken over zijn, brei A.2a, A.1a, 1 averecht, 7 voorbiessteken in ribbelsteek. Brei 2 ribbels in totaal. Brei in patroon, begin aan de goede kant als volgt: 7 voorbiessteken in ribbelsteek, A.1a, A.2a, 1 averecht, brei A.5 tot er 19 steken over zijn, 1 averecht, brei A.2a, A.1a, 1 averecht, 7 voorbiessteken in ribbelsteek. Herhaal de eerste 2 naalden van A.5 tot de eerste naald in A.1a gebreid is (dit wordt gedaan zodat het patroon in A.5 op dezelfde naald is als in patroon A.1a). Brei A.5a over de steken in A.5 en in patroon zoals hiervoor tot het werk 33-34-35-36-37-38 cm meet. Verdeel nu het werk voor de voorpanden en het achterpand op de volgende naald aan de goede kant: 7 voorbiessteken in ribbelsteek, A.1a, A.2a, 1 averecht, 34-36-37-44-46-48 recht (rechter voorpand), zet de steken dan op een hulpdraad, kant 2-4-6-6-12-18 steken af voor het armsgat, brei 89-91-95-101-105-109 steken recht (achterpand), zet dan de steken op een hulpdraad, kant 2-4-6-6-12-18 steken af voor het armsgat, 34-36-37-44-46-48 recht, A.2a, A.1a, 1 averecht, 7 voorbiessteken in ribbelsteek (linker voorpand). Eindig nu elk deel apart. LINKER VOORPAND: = 52-54-55-62-64-66 steken. Brei de eerste naald op de verkeerde kant. Brei 3 naalden recht (ga verder met A.1a en A.2a zoals hiervoor). Brei in patroon, begin aan de goede kant als volgt: 1 steek in ribbelsteek, 0-2-3-2-4-6 steken in tricotsteek, brei A.6 tot er 19 steken over zijn, 1 steek in tricotsteek, A.2a, A.1a, 1 averecht, 7 voorbiessteken in ribbelsteek. Als A.6 een keer in de hoogte is gebreid, meet het werk ongeveer 47-48-49-50-51-52 cm. Brei in patroon, begin aan de goede kant als volgt: 1 steek in ribbelsteek, 0-1-1-1-2-3 steken in tricotsteek, brei A.7 tot er 19-20-21-20-21-22 steken over zijn, 1-2-3-2-3-4 steken in tricotsteek, A.2a, A.1a, 1 averecht, 7 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga verder met dit patroon tot de gewenste afmetingen. Brei tegelijkertijd, bij een hoogte van 51-53-55-57-59-61 cm, de diagonale schouder, begin op de volgende naald vanaf de hals als volgt: * Brei in patroon zoals hiervoor tot er 9-9-9-10-10-11 steken over zijn, keer het werk en brei terug *, brei van *-* 3 keer in totaal. Dus brei 9-9-9-10-10-11 steken minder, iedere keer dat u het werk keert vanaf de hals. Op de laatste naald richting de hals brei tot er 17-18-18-22-23-23 steken over zijn, zet de laatste 17-18-18-22-23-23 steken op een hulpdraad voor de sjaalkraag en zet 2 nieuwe steken op de naald = 37-38-39-42-43-45 steken. Brei nu en kant af met een punnikrand over de schoudersteken. Brei de opgezette steken met schoudersteken als volgt: * Brei 1 steek in TRICOTSTEEK – lees uitleg hierboven, brei de volgende steek samen met de eerste/volgende steek van de schouder – lees RECHT SAMEN, zet de 2 steken terug op de naald waar ze vanaf kwamen met de draad op de achterkant kant van het werk, zorg ervoor dat u niet te veel aan de draad trekt *, brei van *-* tot alle steken van de schouder samen zijn gebreid met de 2 nieuwe steken die opgezet zijn. Kant de 2 steken af. SJAALKRAAG: Zet de 17-18-18-22-23-23 steken van de hulpdraad op rondbreinaald 5 mm. Brei de voorbies en patroon A.1a en A.2a zoals hiervoor en in ribbelsteek over de overgebleven steken. Brei tegelijkertijd verkorte toeren als volgt: NAALD 1 (= goede kant): Brei over alle steken, keer het werk en trek de draad aan. NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei de eerste 7 steken, keer het werk en trek de draad aan. NAALD 3 (= goede kant): Brei over de 7 steken, keer het werk en trek de draad aan. NAALD 4 (= verkeerde kant): Brei over alle steken. Brei de 1e tot 4e naald tot de sjaalkraag ongeveer 7-8-8-9-9-9 cm meet op zijn kortst. Brei 1 ribbel over alle steken. Kant af. RECHTER VOORPAND: = 52-54-55-62-64-66 steken. DENK OM DE KNOOPSGATEN! Brei de eerste naald op de verkeerde kant. Brei 3 naalden recht (ga verder met A.1a en A.2a zoals hiervoor). Brei in patroon, begin aan de goede kant als volgt: 7 voorbiessteken in ribbelsteek, A.1a, A.2a, 1 averecht, brei A.6 tot er 2-4-5-4-6-8 steken over zijn, 1-3-4-3-5-7 steken in tricotsteek en 1 steek in ribbelsteek. Als A.6 een keer in de hoogte is gebreid, meet het werk ongeveer 47-48-49-50-51-52 cm. Brei in patroon, begin aan de goede kant als volgt: 7 voorbiessteken in ribbelsteek, A.1a, A.2a, 1 averecht, 0-1-2-1-2-3 steken in tricotsteek, brei A.7 tot er 2-3-3-3-4-5 steken over zijn, 1-2-2-2-3-4 steken in tricotsteek, 1 steek in ribbelsteek. Ga verder met dit patroon tot de gewenste afmetingen. Brei, tegelijkertijd bij een hoogte van 51-53-55-57-59-61 cm, de diagonale schouder, begin op de volgende naald vanaf de hals als volgt: * Brei in patroon zoals hiervoor tot er 9-9-9-10-10-11 steken over zijn, keer het werk en brei terug *, brei van *-* 3 keer in totaal. Dus brei 9-9-9-10-10-11 steken minder op iedere keer dat u het werk keert vanaf de hals. Op de laatste naald richting de hals breit u tot er 17-18-18-22-23-23 steken over zijn, zet de laatste 17-18-18-22-23-23 steken op een hulpdraad voor de sjaalkraag en zet 2 nieuwe steken op de naald = 37-38-39-42-43-45 steken. Brei nu en kant af met een punnikrand over de schoudersteken. Brei de opgezette steken met de schoudersteken als volgt: Brei * 1 steek in tricotsteek, brei de volgende steek samen met de eerste/volgende steek van de schouder – denk om RECHT SAMEN, zet de 2 steken terug op de naald waar ze vandaan kwamen met de draad op de achterkant kant van het werk, zorg ervoor dat u niet te veel aan de draad trekt *, brei van *-* tot alle steken van de schouder samen zijn gebreid met de 2 nieuw opgezette steken. Kant de 2 steken af. SJAALKRAAG: Zet de 17-18-18-22-23-23 steken van de hulpdraad op rondbreinaald 5 mm. Brei voorbies en patroon A.1a en A.2a zoals hiervoor en in ribbelsteek over de overgebleven steken. Brei TEGELIJKERTIJD verkorte toeren als volgt: NAALD 1 (= verkeerde kant): Brei over alle steken, keer het werk en trek de draad aan. NAALD 2 (= goede kant): Brei de eerste 7 steken, keer het werk en trek de draad aan. NAALD 3 (= verkeerde kant): Brei over de 7 steken, keer het werk en trek de draad aan. NAALD 4 (= goede kant): Brei over alle steken. Brei de 1e en de 4e naald tot de sjaalkraag ongeveer 7-8-8-9-9-9 cm meet op zijn kortst. Brei 1 ribbel over alle steken. Kant af. ACHTERPAND: = 89-91-95-101-105-109 steken. 3 naalden recht (brei de eerste naald op de verkeerde kant). Brei in patroon, begin aan de goede kant als volgt: 1 steek in ribbelsteek, 3-0-2-1-3-1 steken in tricotsteek, brei A.6 tot er 5-2-4-3-5-3 steken over zijn, 4-1-3-2-4-2 steken in tricotsteek, 1 steek in ribbelsteek. Als A.6 een keer in de hoogte is gebreid, meet het werk ongeveer 47-48-49-50-51-52 cm. Brei in patroon, begin aan de goede kant als volgt: 1 steek in ribbelsteek, 3-0-2-1-3-1 in tricotsteek, brei A.7 tot er 5-2-4-3-5-3 steken over zijn, 4-1-3-2-4-2 steken in tricotsteek, 1 steek in ribbelsteek. Ga verder met dit patroon tot de gewenste afmetingen. Kant dan, bij een hoogte van 50-52-54-56-58-60 cm, de middelste 17-17-19-19-21-21 steken voor de hals af en eindig elk schouder apart (36-37-38-41-42-44 steken over op elke schouder). Ga verder in patroon over de steken die in het patroon passen, brei de overgebleven steken in tricotsteek. Kant op de volgende naald vanaf de hals 1 steek af op het begin van de naald = 35-36-37-40-41-43 steken. Bij een hoogte van 51-53-55-57-59-61 cm, breit u de diagonale schouder, begin op de volgende naald vanaf de hals als volgt: * Brei in patroon zoals hiervoor tot er 9-9-9-10-10-11 steken over zijn, keer het werk en brei terug *, brei van *-* 3 keer in totaal. Dus brei 9-9-9-10-10-11 steken minder op iedere naald vanaf de hals. Zet op de laatste naald richting de hals, 2 nieuwe steken op aan het einde van de naald = 37-38-39-42-43-45 steken. Brei nu en kant af met een punnikrand over de schoudersteken. Brei de opgezette steken met de schoudersteken als volgt: * Brei 1 steek in tricotsteek, brei de volgende steek samen met de eerste/volgende steek van de schouder - denk om RECHT SAMEN, zet de 2 steken terug op de naald waar ze vandaan kwamen met de draad op de verkeerde kant van het werk, zorg ervoor dat de draad niet te strak is *, brei van *-* tot alle steken van de schouder samen zijn gebreid met de 2 nieuw opgezette steken. Kant de 2 steken af. Brei de andere schouder op dezelfde manier. MOUWEN: Zet 60-60-60-72-72-72 steken op breinaalden zonder knop maat 4 mm met 1 draad van elke kwaliteit. Brei 1 naald recht. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald. * Brei A.1, brei A.2 *, brei van *-* over alle steken. Als A.1 en A.2 1 keer in totaal in de hoogte zijn gebreid, zijn er 50-50-50-60-60-60 steken op de naald. Herhaal nu A.1a en A.2a tot A.2a 2 keer in totaal in de hoogte is gebreid (=A.1a = 4 keer). Brei 2 ribbels in RIBBELSTEEK in de rondte over alle steken - lees uitleg hierboven. Minder TEGELIJKERTIJD op de eerste naald 22-2-2-4-4-4 steken verdeeld = 48-48-48-56-56-56 steken. Brei verder met breinaalden zonder knop maat 5 mm. Brei A.7 in de rondte over alle steken. Herhaal A.7 in de hoogte tot de gewenste afmetingen. Meerder bij een hoogte van 14-14-13-13-13-12 cm, 1 steek aan elke kant van de markeerdraad - lees TIP VOOR HET MEERDEREN! Meerder zo iedere 5½-4-3-4½-3-2½ cm 6-8-10-7-9-11 keer in totaal = 60-64-68-70-74-78 steken. Brei de gemeerderde steken in het patroon (brei verder met een korte rondbreinaald als u steken meerdert). Als de mouw 45-45-44-43-41-39 cm meet, brei dan de mouwkop heen en weer gebreid (vanaf de markeerdraad midden onder de mouw) op de rondbreinaald tot de gewenste afmetingen. Kant af als de mouw ongeveer 46-46-46-45-45-45 cm meet. Brei een andere mouw op dezelfde manier. AFWERKING: Naai de schoudernaden dicht aan de binnenkant van 1 steek op de punnikrand. Naai de sjaalkraag samen midden achter (zorg ervoor dat de naad aan de goede kant zit wanneer het kledingstuk gedragen wordt) Naai de sjaalkraag aan de halslijn in de achterkant van de hals. Naai de mouwkop aan het armsgat. Naai dan de split aan de bovenkant van de mouw tot de onderkant van het armsgat - zie tekening. Naai de knopen op het linker voorpand. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Opmerkingen / Vragen (30)
Grit wrote:
Hallo, die abgebildete Jacke (Foto) hat weder Schalkragen noch Armkugeln (wie in der Anleitung beschrieben). Auch im Diagramm gibt es keine Armkugel. Das irritiert.... LG
14.12.2023 - 20:14DROPS Design answered:
Liebe Grit, diese Jacke hat einen einfachen Schalkragen, der wie in Video (aber mit mehr Maschen) gestrickt wird. Es sind keine richtige Armkugel, aber die letzten cm werden in Hin- und Rückreihen gestrickt - siehe Maßskizze und passende Video. Viel Spaß beim stricken!
15.12.2023 - 08:18Katie Miller wrote:
Help please! I can’t find a video for “sew shoulder seams inside 1 stitch on I-cord edge”. I’m so excited to have completed this and can’t wait to wear it.
06.12.2023 - 06:14DROPS Design answered:
Dear Katie! All the relevant videos for every pattern can be found below the instructions and diagrams. Do not forget that you van roll down the list, if you click within the frame itself- I hope this helps. Happy Knitting!
10.12.2023 - 21:01Grit wrote:
Die vorletzte und letzte Reihe von A1a gehen nicht auf. Die vorletzte Reihe von A1a ergeben 4 Maschen, darüber soll man aber 5 Maschen stricken. ich denke, da müssen ZWEI BLINDFELDER in die letzte Reihe von A1a.
05.12.2023 - 10:00DROPS Design answered:
Liebe Grit, beachten Sie, daß bei der 3. Reihe in A.1a nur 1 Masche abgenommen wird: 1 Masche wie zum Rechtsstricken abheben, 2 Maschen rechts, die abgehobene Masche über die gestrickten ziehen, die 3 rechte Maschen sind jetzt nur noch 2, so A.1a ist nach dieser Reihe und bei der letzten Reihe nur 5 Maschen, und bei der 1. Reihe wieder 6 Maschen. Viel Spaß beim stricken!
05.12.2023 - 15:59Kathrin wrote:
Ich bin beim linken Vorderteil und frage mich, was ich mit den 9 Maschen machen soll, die ich laut Anleitung 3x weniger stricken muss. Ich finde leider nicht, was ich am Ende mit diesen 9 Maschen machen soll. Soll ich sie abketten? Danke
02.10.2023 - 23:55DROPS Design answered:
Liebe Kathrin, hier werden verkürzten Reihen gestrickt, dh die letzten 9 Maschen der Reihe (für den Schulter) nicht stricken, wenden und die nächste Reihe stricken, wenden, diese 2 Reihen stricken Sie insgesamt 3 Mal - schauen Sie mal dieses Video, wir zeigen, wie man solche verkürzten Reihen strickt, und wie die Maschen für den Schulter abgekettet werden. Viel Spaß beim stricken!
03.10.2023 - 08:13Isabelle Mallet wrote:
Bonjour, je ne comprends pas les explications. Faut il tricoter A1et ensuite A2 pendant 9 rangs don on retrouve avec 2 m endroit, 2 m envers 4 m endroits et 2 m envers et 2 m endroit et le 10 eme rang on effectue les diminutions…et ensuite on tricote en suivant A1a et A2 a? Merci pour votre reponse
22.09.2023 - 19:30DROPS Design answered:
Bonjour Mme Mallet, vous tricotez d'abord alternativement (A.1 et A.2) en entier (vous allez diminuer au 10ème rang), puis vous tricotez A.1a après les mailles de bordure devant comme avant, vous répétez ensuite A.2a jusqu'au dernier A.1 du rang, avant la bordure devant, et vous terminez par A.1a et la bordure devant. Bon tricot!
25.09.2023 - 08:16Hazel wrote:
For the shawl collar, are the short rows worked over the garter stitch edge or the inner A.2a section?
07.09.2023 - 09:18DROPS Design answered:
Dear Hazel, the short rows for shawl collar are worked starting from WS (with 7 sts in garter stitch) on left front piece / from RS (with 7 sts in garter stitch) on right front piece. Happy knitting!
07.09.2023 - 09:26Giada wrote:
Hi, I have a question related to the last comment. The instructions says “7 band stitches, A1a, repeat A2a untill 13 stitches, work A1a, purl 1, 7 band stitches”. A 1a is shorter then A 2a, so my question is, once I reached the end of A1a do I just work A2a all the way right after the 7 band?
19.08.2023 - 08:55DROPS Design answered:
Dear Giada, once you finish a vertical repeat of A.1a, you will restart the repeat, that is, you will start working row 1 of A.1a again and continue upwards. You will repeat A.2a and A.7 in the same way later on, if you need to repeat them several times vertically before reaching the final length. Happy knitting!
20.08.2023 - 17:32Julia wrote:
At the beguiling of the “BODY” : «When A2a has been worked 2 times vertically…” does it mean that at the end of A1a I work just A2a, and then start again with A1a-A2a and then only A2a again untill the end? I’m so confused..😵💫
18.08.2023 - 11:55DROPS Design answered:
Dear Julia, A.1a and A.2a are worked over a different number of rows (4 rows for A.1a and 8 rows for A.2a), so that when you have worked A.2a a total of 2 times (= 16 rows), you have worked A.1a a total of 4 times. Happy knitting!
18.08.2023 - 16:12Shelley Bilodeau wrote:
Is the bottom rib 4p, 2k? If you run A1 then A2 that’s what I see… pls clarify
13.08.2023 - 04:42DROPS Design answered:
Hi Shelley, Yes, that is correct, the rib is purl 4, knit 2. Happy knitting!
14.08.2023 - 06:49Päivi Hoivala wrote:
Kuuluuko A3a, A3b ja A3c neuloa koko rivi vai vain yhtä näistä?. Mielestä silmukat ei riitä. Ohjeessa sanotaan, kun olet neulonut piirroksen 3A loppuun, työn pituus on 21 cm. Pusero-ohjeessa ei ole kuin yksi A3.
25.07.2023 - 10:07DROPS Design answered:
Piirroksen A.3 mallineule neulotaan seuraavasti: Neulo 7 ainaoikeinneulottua silmukkaa (etureuna), A.1a, A.2a, 1 silmukka nurin, A.3a, neulo mallineuletta piirroksen A.3b mukaisesti, kunnes jäljellä on 28 silmukkaa, ja kavenna SAMALLA tasavälein näiden silmukoiden kohdalla 33 silmukkaa, A.3c, A.2a, A.1a, 1 silmukka nurin, 7 ainaoikeinneulottua silmukkaa (etureuna) = 197-207-217-237-257-277 silmukkaa. Eli piirroksen A.3a mallikerta neulotaan kerran, piirroksen A.3b mallikertaa toistetaan ja piirroksen A.3c mallikerta neulotaan kerran kerroksella.
21.08.2023 - 16:55