DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.05 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 3.15€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Spring Peak

Gebreide top/singlet in DROPS Safran. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met kantpatroon en splitten in de zijkanten. Maat: S - XXXL

DROPS 230-54
DROPS design: Patroon e-327
Garengroep A
----------------------------------------------------------

MAAT:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS SAFRAN van garnstudio (behoort tot garengroep A)
150-200-200-200-250-250 g kleur 70, zoete orchidee

NAALDEN:
DROPS NAALDEN MET KNOP MAAT 3 mm
DROPS RONDBREINAALD 2.5 mm: Lengte: 80 cm

STEKENVERHOUDING:
24 steken in de breedte en 32 naalden in de hoogte in tricotsteek = 10 x 10 cm.
LET OP! De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met grotere naalden. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met kleinere naalden.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.05 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 3.15€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

----------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel = brei 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

TIP VOOR HET MEERDEREN (geldt voor de armsgaten):
Meerder 1 steek door 1 omslag te maken aan de binnenkant van de buitenste 7-7-9-9-11-11 steken aan elke kant. Brei op de volgende naald de omslag gedraaid om gaatjes te voorkomen Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.

TIP VOOR HET MINDEREN (geldt voor de zijkanten op het voor- en achterpand):
Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt!
MINDER OP HET BEGIN VAN DE NAALD ALS VOLGT:
Brei 1 steek in ribbelsteek, 2 steken in tricotsteek, 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
MINDER OP HET EINDE VAN DE NAALD ALS VOLGT:
Brei tot er 5 steken over zijn, 2 recht samen, 2 steken in tricotsteek en 1 steek in ribbelsteek.

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

TOP - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Brei het voor- en achterpand apart heen en weer gebreid en brei van boven naar beneden. Naai het werk samen op de schouders en in de zijkanten.

VOORPAND:
Begin met de linkerschouder op het voorpand (als het kledingstuk gedragen wordt).

LINKER SCHOUDER:
Zet 19-19-21-21-23-23 steken op rondbreinaald 3 mm met DROPS Safran. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant.
Brei dan een boordsteek als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): 1 steek in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven - * 1 gedraaid recht, 1 averecht *, brei van *-* tot er 2 steken over zijn op de naald, 1 gedraaid recht en 1 steek in ribbelsteek.
NAALD 2 (= verkeerde kant): 1 steek in ribbelsteek, * 1 gedraaid averecht, 1 recht *, herhaal van *-* tot er 2 steken over zijn, 1 gedraaid averecht en 1 steek in ribbelsteek.
Herhaal de 1e en 2e naald tot het werk 8-8-8-9-9-9 cm meet – eindig na een naald op de verkeerde kant, keer het werk niet, maar zet 65 nieuwe steken op aan het eind van de naald voor de hals. Leg het werk terzijde en brei de rechter schouder.

RECHTER SCHOUDER:
Zet 19-19-21-21-23-23 steken op rondbreinaald 3 mm met DROPS Safran. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant. Brei dan boordsteek op dezelfde manier als op de linker schouder tot het werk 8-8-8-9-9-9 cm meet – eindig na een naald op de verkeerde kant.

SAMENVATTING VAN HET VOLGENDE DEEL:
Breng nu de delen samen en brei in patroon zoals uitgelegd hieronder – meerder daarnaast voor de armsgaten aan elke kant. Lees PATROON en ARMSGATEN voordat u verder gaat!

PATROON:
Brei aan de goede kant zoals hiervoor over de eerste 18-18-20-20-22-22 steken op de rechter schouder, brei de volgende steek averecht, ga verder met boordsteek over de 65 opgezette steken voor de hals, brei de eerste steek averecht op de linker schouder en brei de laatste 18-18-20-20-22-22 steken op de linker schouder in boordsteek zoals hiervoor = 103-103-107-107-111-111 steken.
Brei zo boordsteek over alle steken met 1 steek in ribbelsteek aan elke kant tot het werk 13-13-14-14-15-15 cm meet vanaf de opzetrand op de schouderbandjes.
Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: 1 steek in ribbelsteek, brei boordsteek zoals hiervoor over de volgende 6-6-8-8-10-10 steken, brei A.1 8 keer in totaal, A.2, boordsteek zoals hiervoor over de volgende 6-6-8-8-10-10 steken, en 1 steek in ribbelsteek.
Ga zo verder met dit patroon heen en weer gebreid. Als A.1 en A.2 in de hoogte zijn gebreid, brei dan in tricotsteek met 6-6-8-8-10-10 steken in boordsteek en 1 steek in ribbelsteek op de rand aan elke kant. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

ARMSGAT:
TEGELIJKERTIJD als de eerste naald in A.1/A.2 wordt gebreid, begint u met meerderen voor het armsgat – lees TIP VOOR HET MEERDEREN. Meerder 1 steek aan elke kant op iedere 4e naald 4-2-0-0-0-0 keer in totaal, op iedere andere naald 0-7-10-5-6-2 keer in totaal en dan iedere naald 0-0-0-11-13-24 keer in totaal = 93-103-109-121-131-145 steken.
Als een naald is gebreid na de laatste meerdering voor het armsgat, zet dan 4-4-6-6-8-8 nieuwe steken op voor het armsgat aan het einde van de volgende 2 naalden = 101-111-121-133-147-161 steken. Het werk meet ongeveer 18-19-20-21-22-23 cm vanaf de opzetrand op de schouderbandjes. Ga verder met het voorpand zoals uitgelegd hieronder.

Voeg 1 markeerdraad in op de naald – meet nu het werk vanaf deze markeerdraad.
Brei in tricotsteek met 6-6-8-8-10-10 steken in boordsteek en 1 steek in ribbelsteek op de rand aan elke kant.
Bij een hoogte van 2 cm vanaf de markeerdraad, brei in tricotsteek met 1 steek in ribbelsteek op de rand aan elke kant.
Bij een hoogte van 5 cm vanaf de markeerdraad, mindert u 1 steek aan elke kant - lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 5 cm 4 keer in totaal aan elke kant = 93-103-113-125-139-153 steken.
Bij een hoogte van 20-21-22-23-24-25 cm vanaf de markeerdraad, breit u 1 naald recht aan de goede kant en meerdert u 28-30-34-38-42-46 steken verdeeld = 121-133-147-163-181-199 steken. Het werk meet nu ongeveer 38-40-42-44-46-48 cm vanaf de opzetrand op de schouderbandjes.
Ga verder met rondbreinaald 2.5 mm.
Brei dan een boordsteek als volgt:
NAALD 1 (= verkeerde kant): 1 steek in ribbelsteek, * 1 gedraaid averecht, 1 recht *, herhaal van *-* tot er 2 steken over zijn, 1 gedraaid averecht en 1 steek in ribbelsteek.
NAALD 2 (= goede kant): 1 steek in ribbelsteek, * 1 gedraaid recht, 1 averecht *, brei van *-* tot er 2 steken over zijn, 1 gedraaid recht en 1 steek in ribbelsteek.
Herhaal de 1e en 2e naald tot de boordsteek 6 cm meet. Kant dan losjes af. De voorkant van het werk meet ongeveer 44-46-48-50-52-54 cm.

ACHTERPAND:
Zet op en brei zoals het voorpand – de achter- en voorpanden worden exact hetzelfde.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen. Naai de zijnaden dicht in de buitenste lussen van de kantsteek - begin de naad op de armsgaten en stop als er 6 cm over is op de onderkant aan elke kant (split).

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = gedraaid recht aan de goede kant, averecht gedraaid op de verkeerde kant
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = haal 1 steek recht af, brei 2 steken recht samen, haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken
symbols = begin op deze naald met meerderen voor de armsgaten
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Spring Peak

knittingeon, Spain

Spring Peak

Ana, Spain

Laat een opmerking achter voor DROPS 230-54

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (19)

country flag Else Rasmussen wrote:

Kan ikke finde ud af mønsteret

24.03.2024 - 11:23

DROPS Design answered:

Hej Else, er det selve diagrammet du ikke kan finde ud af. Prøv at strikke de få masker i selve diagrammet, så du kan se hvordan det skal se ud :)

03.04.2024 - 13:54

country flag Corina wrote:

Thank you! But I don’t understand what “put aside” means. I keep the left shoulder and the 65 sts for neck on the needle I worked then and then cast on (on the same needle ) the right shoulder? Or do I take another pair of needles and work the right shoulder as indicated? And how do I put them together? Please help:) thanks

06.03.2024 - 16:35

DROPS Design answered:

Dear Corina, you can slip them on a thread or another holder, then work the right shoulder, then after the last row worked on right shoulder, work from RS the stitches of right shoulder, and the stitches put aside (starting with the 65 sts); read PATTERN and ARMHOLE. Happy knitting!

07.03.2024 - 07:55

country flag Corina wrote:

Hello! I don't understand this part: Left shoulder - " cast on 65 new stitches at the end of row for the neck. Put piece aside and work the right shoulder" I followed the instructions, but it's not clear to me: do I put the stitches on a holder? should I have spare 3mm needles to work the next part? Thanks

06.03.2024 - 15:54

DROPS Design answered:

Dear Corina, after you have worked the left shoulder for 8-9 cm (see size) you cast on 65 new stitches for neck (between both straps/shoulders) and put aside. work now the right shoulder for 8-9 cm and then from RS work both shoulders together as follows: work the right shoulder, then work the 65 sts cast on + the left shoulder = you have now front piece and you will now increase for armholes on each side. Happy knitting!

06.03.2024 - 16:30

country flag Zuzana wrote:

Skvelý model. Páči sa mi tento patentový vzor. Podľa návodu sa mi dobre plietlo a top veľmi pekne sedí. Mám z neho radosť. Plietla som vo farbe 06 džínovo modrej.

21.08.2023 - 09:26

country flag Ratna wrote:

Hi -- can you pls help with the count of the increases at the armhold. I am knitting a size XL. At the beginning of the armhole increase I have 107 stitches, same as in the pattern. Pattern calls for 5 increases every other row (10 stitches) and 11 increases every row (22 stitches) -- At this point, I will have 107 + 32 = 149 stitches. This is very different from the stitch count given in the pattern (121 stitches) Pls help

21.02.2023 - 11:15

DROPS Design answered:

Dear Ratna, please note that when you work the first row in A.1/A.2 before you will decrease 2 sts in each diagram (= there will remain 89 stitches after first row has been worked, then you increase 31 sts for armholes and get 121 stitches. Happy knitting!

21.02.2023 - 17:37

country flag Pia Mortensen wrote:

Skal man stikke A1 eller A2 A1 - 8 gange og så A2 til slut og så starte med A2 på vrang siden og resten af pinden med A 1 det passer med maske antal men synes ikke det er sådan det står i forklaringen

20.02.2023 - 10:10

DROPS Design answered:

Hej Pia, du starter med 1 m retstrik, så rib (antal masker i din størrelse) så strikker du A.1 8 gange, så A.2 og sidst rib og 1 retstrik ifølge opskriften :)

23.02.2023 - 15:34

country flag Elise wrote:

Bonjour ! Je ne comprends pas le choix des aiguilles. Cet ouvrage est fait avec des aiguilles droites ou des aiguilles circulaires n°2.5 ou les deux ? Merci beaucoup pour la réponse.

21.01.2023 - 17:16

DROPS Design answered:

Bonjour Elise, on tricote en allers et retours sur aiguilles droites puis sur aiguille circulaire pour avoir suffisamment de place pour y loger toutes les mailles. Vous pouvez utiliser des aiguilles droites si vous préférez, vos mailles seront juste plus serrées. Bon tricot!

23.01.2023 - 09:12

country flag Ania wrote:

Dzień dobry, przebrnęłam przez schematy z Waszą pomocą. Dziękuję! Teraz mam dodać dla rozm. L 12 oczek na końcu 2 kolejnych rzędów(na podkroje).Jestem na prawej str. robótki. I tu nie wiem. Dodawać 6 ocz. na jednym końcu i potem kolejne 6ocz. na drugim końcu rzędu czy dzielić to i równomiernie po 3 ocz. dodawać z każdej strony. I jeszcze drugie ważne pytanie: Dodać je na końcu rzędów czy w odległości 9 ocz. od brzegu( tak jak dotychczas je dodawałam)?

15.01.2023 - 11:15

DROPS Design answered:

Brawo Aniu! Teraz nabierasz na podkroje rękawów 6 oczek na końcu 2 kolejnych rzędów, czyli przerabiasz rząd na prawej stronie i na końcu nabierasz 6 oczek (tak jak się nabiera oczka na początku robótki). Obracasz i przerabiasz rząd na lewej stronie, na końcu tego rzędu nabierasz 6 oczek. Powodzenia i miłej pracy!

16.01.2023 - 19:16

country flag Anna wrote:

Przerobiłam 1raz na długość wz. a1 i a2 ( ost. ich rząd to same oczka lewe) Podczas przerabiania tych wzorów dodałam łącznie 8ocz.(po 1 z każdej strony co drugi rząd). Nast.zrobiłam 2 rzędy dżersejem zachowując 8 ocz. ściąg.+ocz. brzeg. jak wcześniej. Przy tych 2 rzędach narzuciłam po 3 oczka z każdej str. robótki. Czyli dodałam w sumie 12 ocz. Mam 109 ocz., nie zaś 121. Gdzie robię błąd? Skomplikowana jest ta instrukcja.

10.01.2023 - 15:10

DROPS Design answered:

Witaj Aniu, jak skończysz przerabiać schematy A.1 i A.2 to dalej dodajesz po 1 o. z każdej strony co 2 rzędy, jeszcze 6 razy 6 razy (tu jest 12 brakujących oczek) na formowanie skosu podkroju rękawa. Dodawanie oczek na podkrój rękawa (skos) miało być 10 razy w rozmiarze L, a nie 4. Pozdrawiamy!

11.01.2023 - 08:41

country flag Ania wrote:

Witam, dziękuje za odp. Widzę, że schemat A2 się różni od A1( nie ma on 8-ego rzędu). Przerobiłam 7 rzędów schematu A1 i A2 i nie wiem co dalej. Dodałam dotychczas łącznie 8ocz. ( w co drugim rzędzie po oczku z każdej strony robótki) Gdzie dodać pozostałe 12 ocz? Czy przerabiać 8 rząd schematu A1 z pustymi kratkami? a co wtedy ze schematem A2? Po przerobieniu 1 rzędu od ostatnich dod. ocz. na podkroje, nabrać na podkroje 6 oczek na końcu 2 kolejnych rz.

09.01.2023 - 19:33

DROPS Design answered:

Witaj Aniu, 1) w schemacie A.2 brakuje ostatniego rzędu. Jest taki sam jak w schemacie A.1. 2) Po przerobieniu 1 rzędu od ostatnich dodanych oczek na podkroje rękawów, nabrać na podkroje rękawów 6 oczek na końcu 2 kolejnych rzędów. Pozdrawiamy!

10.01.2023 - 08:33