DROPS Cotton Merino
DROPS Cotton Merino
50% Wol, 50% Katoen
vanaf 3.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 26.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Beige Desert

Gehaakte top in DROPS Cotton Merino. Het werk wordt van boven naar beneden gehaakt met ronde pas, kantpatroon en een kantrand op de pas. Maten S - XXXL.

DROPS 231-45
DROPS Design: Patroon cm-144
Garengroep B
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS COTTON MERINO van garnstudio (behoort tot garengroep B)
400-450-500-500-550-600 g kleur 28, poeder

HAAKNAALD:
DROPS HAAKNAALD 4 MM.

STEKENVERHOUDING:
18 stokjes in de breedte en 9 toeren in de hoogte = 10 x 10 cm.
LET OP! De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, haak dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, haak dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Cotton Merino
DROPS Cotton Merino
50% Wol, 50% Katoen
vanaf 3.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 26.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:
-------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.3. Telpatroon A.1 laat zien hoe de toeren beginnen en eindigen.

LOSSE:
Als u aan het uiteinde van de haaknaald haakt, is de losse vaak te strak.
1 losse zou even lang moeten zijn als 1 stokje breed is.

TIP VOOR HET MEERDEREN: (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, tel het aantal steken (dus 86 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 25) = 3.4.
In dit voorbeeld meerdert u door ongeveer 2 stokjes in iedere 3e steek te haken.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------


TOP - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het werk wordt in de rondte gehaakt, van boven naar beneden. Op het einde wordt een kantrand gehaakt rondom de pas.

PAS:
Haak 86-90-94-100-104-108 LOSSEN – lees beschrijving hierboven, met haaknaald 4 mm en DROPS Cotton Merino. Vorm deze tot een ring met 1 halve vaste in de eerste losse. Haak 3 lossen, dan 1 stokje in elke losse = 86-90-94-100-104-108 steken. Haak 1 toer met 1 stokje in elk stokje en meerder 25-30-26-32-34-36 stokjes verdeeld – lees TIP VOOR HET MEERDEREN = 111-120-120-132-138-144 stokjes. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Haak A.1, dan A.2 tot het einde van de toer. A.1 laat zien hoe de toer begint en eindigt en wordt aanvullend op de steken in A.2 gehaakt. Elke keer dat de toeren 2 en 4 in A.2 worden gehaakt, meerdert u 21-21-21-21-21-24 stokjes verdeeld. Meerder 6-6-7-7-8-8 keer, meerder dan 1 keer 21-30-21-27-24-24 stokjes = 258-276-288-306-330-360 steken.

Ga verder met A.1 en A.2 tot het werk 18-20-22-24-26-28 cm meet; eindig na toer 1 of 3.

Verdeel nu het werk als volgt:
Haak 1 stokje in elk van de eerste 75-81-84-90-99-111 steken (achterpand), haak 6-6-9-9-12-12 lossen onder de mouw, sla 54-57-60-63-66-69 steken over, haak 1 stokje in elk van de volgende 75-81-84-90-99-111 steken (voorpand), haak 6-6-9-9-12-12 lossen onder de mouw, sla 54-57-60-63-66-69 steken over.
LIJF:
Haak de volgende toer in A.2 en haak 1 stokje in elke losse onder de mouwen = 162-174-186-198-222-246 steken. Ga verder in de rondte met A.1 en A.2 tot het werk 10 cm meet vanaf de scheiding. De volgende keer dat u toer 2 of 4 in A.2 haakt, meerdert u 6 stokjes verdeeld in alle maten = 168-180-192-204-228-252 steken. Ga verder met A.1 en A.2 tot het werk ongeveer 20 cm meet vanaf de scheiding. De volgende keer dat u toer 2 of 4 in A.2 haakt, meerdert u 6 stokjes verdeeld in alle maten = 174-186-198-210-234-258 steken. Haak verder tot het werk 27 cm meet vanaf de scheiding, eindig na toer 2 of 4 in A.2. Haak A.3 over alle steken, beginnend op toer 2. Knip en hecht de draad af.

KANTRAND:
De kantrand wordt ongeveer 13-17 cm vanaf de halslijn gehaakt. De eerste toer wordt gehaakt in toer 2 of 4 in A.2 als volgt:

TOER 1: Haak 1 vaste om een stokje, * haak 2 lossen, sla 2 stokjes over, haak 1 vaste om het volgende stokje *, herhaal van *-* tot het einde van de toer.
TOER 2: Haak 3 stokjes om elke lossenlus, Meerder tegelijkertijd verdeeld zodat het aantal steken deelbaar is door 17.

Haak verder zoals te zien is in A.3, beginnend op toer 2. Knip en hecht de draad af.

Telpatroon

symbols = losse
symbols = vaste in de steek
symbols = vaste om de steek
symbols = stokje in de steek
symbols = stokje om de losse
symbols = deze toer is reeds gehaakt; het laat zien hoe de volgende toer wordt gehaakt
symbols = halve vaste
diagram
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 231-45

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (17)

country flag Rocio C Torres MURILLO wrote:

Hola. No entiendo la secuencia de aumentos ni en canesú ni en la parte de abajo. No hay algún tutorial en video de este diseño?? Me sería mucho más útil. No entiendo cuántos aumentos en cada vuelta 2 y 4. Primero habla de un número de aumentos y luego de otro pero no especifica luego en cuáles. Preferiría si me explican con número de fila de 1 en adelante.

27.11.2023 - 16:37

DROPS Design answered:

Hola Rocio, todos los videos relevantes para este patrón se encuentran en la sección de videos tutoriales, después del patrón escrito y los diagramas. En cuanto a los aumentos, en el TIP PARA LOS AUMENTOS especifican que se aumentan puntos repartidos trabajando 2 puntos altos en el mismo punto cada cierto número de puntos. Una vez comenzados los diagramas, aumentas cada vuelta 2 y 4 21-21-21-21-21-24 puntos altos 6-6-7-7-8-8 veces en total ( es decir, en 3 vueltas 2 y 3 vueltas 4) y después 21-30-21-27-24-24 puntos altos 1 vez en la siguiente vuelta 2 o 4, dependiendo de la talla.

03.12.2023 - 19:31

country flag Elise wrote:

Jeg klarer ikke å få M3 til å stemme overens med bildet. Kan det være noe feil i mønsteret?

07.09.2023 - 20:04

country flag Tiina Rauta wrote:

Piirroksen a3 ohje ei vastaa kuvassa olevaa reunuspitsiä. Ohjeessa puhutaan piilosilmukoista mutta kuvassa on selkeästi 3 pylvään popcorn.

29.06.2023 - 19:47

country flag Asun wrote:

Hola, muchas gracias por este patrón tan bonito. Ya estoy terminándolo y por lo visto en el diagrama de las ondas del final esta incompleto. En la 5ª fila no se cómo seguir después de las dos ultimas cadenetas.

09.04.2023 - 13:21

DROPS Design answered:

Hola Asun, la última fila se trabaja como sigue: (2 puntos bajos alrededor del arco de cadenetas, punto bajo en el punto,* 2 puntos bajos alrededor del siguiente arco, 1 cadeneta*, repetir de * a * 4 veces más, 2 puntos bajos en el siguiente arco, 1 punto bajo en el siguiente punto, 2 puntos bajos en el siguiente arco). Repite las instrucciones entre paréntesis toda la vuelta.

10.04.2023 - 17:24

country flag Sylvie Bouchet wrote:

Bonjour, j'ai commencé ce modele et je suis bloqué avec le schema a2 et les 21 augmentations au rang 2.j'ai fait 1b+1men l'air+1b puis 1b+1m+1b+1m+1b. pour le rang 3 je ne peux pas respecter 1b,1bdans maille en l'air 1b car j'ai par intervalle 3 brides pour augmentation. comment je peux faire. merci pour votre reponse car je suis bloquée.

07.10.2022 - 17:28

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Bouchet, les augmentations dans A.2 se font aux rangs 2 et 4 du diagramme, autrement dit des rangs de brides uniquement - cette leçon explique comment répartir des augmentations à intervalles réguliers. Bon crochet!

10.10.2022 - 08:17

country flag Eva Medina García wrote:

Hola!! Una pregunta... El patrón de las ondas es el mismo para las del canesú y las de la orilla inferior? Es que me da la impresión de que es distinta, no sé... Y otra cosa, qué significa en el patrón de las ondas el dibujito de la última vuelta entre los puntos bajos? Por otro lado, me ha encantado tejer el punto del suéter, muy sencillo y nada aburrido al mismo tiempo. Gracias

12.07.2022 - 22:18

DROPS Design answered:

Hola Eva, las ondas son iguales. La diferencia es el inicio, para las ondas del canesú se trabajan 2 vueltas según el patrón en "Orilla calada" y después se continuar con A.3. En la orilla inferior se trabaja solo A.3. El símbolo del arco parece faltar en las explicaciones del diagrama, enviaremos tu consulta al departamento de diseño para corregir la errata.

13.07.2022 - 11:59

country flag Eva Medina García wrote:

Hola!! Una pregunta... El patrón de las ondas es el mismo para las del canesú y las de la orilla inferior? Es que me da la impresión de que es distinta, no sé... Y otra cosa, qué significa en el patrón de las ondas el dibujito de la última vuelta entre los puntos bajos? Por otro lado, me ha encantado tejer el punto del suéter, muy sencillo y nada aburrido al mismo tiempo. Gracias

12.07.2022 - 19:26

DROPS Design answered:

Hola Eva, ver respuesta arriba.

13.07.2022 - 11:59

country flag Irene wrote:

Grazie per il chiarimento sulla lavorazione del bordo, ho appena finito il modello e sono molto soddisfatta del risultato

18.06.2022 - 14:01

country flag Heather wrote:

Hi on the yoke it reads Each time rounds 2 and 4 in A.2 are worked, increase 21-21-21-21-21-24 treble crochets evenly spaced. Increase 6-6-7-7-8-8 times, then increase 21-30-21-27-24-24 treble crochets 1 time. I get up to where it says Increase 6-8 times but after I am lost. Where does this fit in? Is thus after all the increases or in addition to?\r\n\r\nThank you!

18.06.2022 - 12:42

DROPS Design answered:

Dear Heather, you first increase every round 2 and round 4 in A.2 21-21-21-21-21-24 treble crochets evenly spaced 6-6-7-7-8-8 times (that is, 6-6-7-7-8-8 rounds). The next time you work round 2 or 4, you increase 21-30-21-27-24-24 treble crochets evenly spaced (but only in one round). Happy crocheting!

18.06.2022 - 15:52

country flag Irene wrote:

Ho realizzato il modello ma ho difficoltà per il diagramma A3: il simbolo T rappresenta una maglia alta o una mezza maglia alta? A quale punto corrisponde il simbolo di un archetto tra due gruppi di 2 maglie basse sull'ultimo giro di A3? Viringrazio e aspetto il vostro suggerimento per completare il modello

04.06.2022 - 18:43

DROPS Design answered:

Buongiorno Irene, abbiamo corretto il testo: il simbolo T corrisponde a una maglia bassa.. L'altro simbolo è la catenella. Buon lavoro!

05.06.2022 - 14:36