DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 1.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 19.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Blue Glass

Gebreide trui in DROPS Paris. Het werk wordt van onder naar boven gebreid, met reliëfpatroon. Maten S - XXXL.

DROPS 230-34
DROPS Design: Patroon w-865
Garengroep C of A + A
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS PARIS van garnstudio (behoort tot garengroep C)
750-850-900-1000-1100-1200 g kleur 102, spray blauw

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 5 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 4 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5 MM.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4 MM.
DROPS KABELNAALD.
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – in dat geval heeft u alleen een rondbreinaald nodig van 80 cm in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
17 steken in de breedte en 22 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.
LET OP: De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 1.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 19.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.3. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

TIP VOOR HET MEERDEREN (voor de mouwen):
Brei tot er 1 steek over is voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het lijf wordt in de rondte gebreid met de rondbreinaald van onder naar boven, tot de armsgaten, dan worden de voor- en achterpanden apart heen en weer gebreid. De mouwen worden in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald, van onder naar boven. Het werk wordt samen genaaid en de hals wordt op het einde gebreid.

LIJF:
Zet 180-198-210-228-252-276 steken op met rondbreinaald 4 mm en DROPS Paris.
Brei A.1 in de rondte over alle steken voor 2 cm, brei dan A.2 over alle steken. Als A.2 klaar is in de hoogte, brei dan 1 naald recht terwijl u 18-20-20-22-22-26 steken verdeeld mindert = 162-178-190-206-230-250 steken.
Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald en 1 markeerdraad na 81-89-95-103-115-125 steken (zijkanten). Neem de markeerdraad gaandeweg mee tijdens het breien.

Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Brei in tricotsteek in de rondte tot het werk 6-6-6-8-8-10 cm meet. Brei de volgende naald als volgt: 8-12-9-13-13-12 steken in tricotsteek, A.3A, A.3B 4-4-5-5-6-7 keer, A.3C, dan tricotsteek tot het einde van de naald.
Ga verder met dit patroon. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

Als het werk 34-34-35-36-37-38 cm meet, kant dan af voor de armsgaten op de volgende oneven naald in de telpatronen als volgt: Begin 4-4-4-6-6-8 steken voor de eerste markeerdraad op het begin van de naald, kant 8-8-8-12-12-16 steken af, brei zoals hiervoor tot er 4-4-4-6-6-8 steken over zijn voor de tweede markeerdraad, kant 8-8-8-12-12-16 steken af en brei tricotsteek tot het einde van de naald.
Plaats de 73-81-87-91-103-109 steken aan de voorkant van het werk op een hulpdraad en brei het achterpand.

ACHTERPAND:
= 73-81-87-91-103-109 steken. Brei tricotsteek heen en weer gebreid tot het werk 49-50-52-54-56-58 cm meet, kant dan de middelste 23-25-25-27-29-29 steken voor de hals af en eindig elke schouder apart. Kant af op het begin van elke naald vanaf de hals als volgt: 1 keer 2 steken en 2 keer 1 steek = 21-24-27-28-33-36 steken op de schouder.
Brei tot het werk 53-54-56-58-60-62 cm meet. Kant af. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

VOORPAND:
= 73-81-87-91-103-109 steken. Ga verder in patroon heen en weer gebreid (de eerste naald is aan de verkeerde kant).
Als A.3 4½ keer in de hoogte is gebreid – eindig dan na naald 12 in de telpatronen, ga verder met tricotsteek tot het werk 48-48-49-51-52-54 cm meet (ongeveer 1-2-2-2-3-3 cm tricotsteek). Plaats op de volgende naald de middelste 19-21-21-23-25-25 steken op een hulpdraad voor de hals. Kant af op het begin van elke naald vanaf de hals als volgt: 2 keer 2 steken en 2 keer 1 steek = 21-24-27-28-33-36 steken op de schouder. Brei tot het werk 53-54-56-58-60-62 cm meet. Kant af.
Brei de andere schouder op dezelfde manier.

MOUWEN:
Zet 63-66-66-69-69-72 steken op met naalden zonder knop maat 4 mm en DROPS Paris. Brei A.1 in de rondte over alle steken voor 6 cm, brei dan A.2 over alle steken. Als A.2 klaar is in de hoogte, brei dan 1 naald recht terwijl u 13-14-14-15-13-14 steken verdeeld mindert = 50-52-52-54-56-58 steken.
Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald. Neem de markeerdraad mee tijdens het breien in de hoogte.
Ga verder met breinaalden zonder knop maat 5 mm en brei tricotsteek.
Als het werk 10-10-10-10-12-12 cm meet, meerder dan 2 steken onder de mouw – lees TIP VOOR HET MEERDEREN. Meerder zo iedere 6-5-4½-4-3-2½ cm in totaal 7-8-9-9-10-11 keer = 64-68-70-72-76-80 steken.
Brei verder tot de mouw 49-48-48-45-43-41 cm meet. Plaats de steken op rondbreinaald 5 mm en brei tricotsteek heen en weer gebreid voor de mouwkop (vanaf midden onder de mouw) voor 2-2-2-4-4-5 cm. Kant af.
Brei de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen.
Naai de mouwkop aan het armsgat aan de binnenkant van 1 steek op het voorpand en het achterpand. Naai de split aan de onderkant van het armsgat dicht – zie tekening.

HALS:
Begin op een schouder en neem aan de goede kant 81 tot 99 steken op rondom de hals (inclusief de steken van de hulpdraad en het aantal steken moet deelbaar zijn door 3) met korte rondbreinaald 4 mm. Brei A.1 in de rondte over alle steken voor 4 cm. Kant ietwat losjes af.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = 2 averecht samen
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = plaats 1 steek op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 1 recht, 1 recht van de kabelnaald
symbols = plaats 1 steek op een kabelnaald achter het werk, 1 recht, 1 recht van de kabelnaald
symbols = plaats 2 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 1 recht, voeg de rechter naald vanaf de achterkant in tussen de 2 steken op de kabelnaald en brei de linker steek, laat de steek niet van de naald af glijden, brei dan de rechter steek zodat hij diagonaal over de andere 2 steken ligt en laat beide steken van de linker naald af glijden
symbols = de mouwkop wordt tegen het armsgat genaaid: Naai a tegen A en b tegen B
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 230-34

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (14)

country flag Patty Walk wrote:

I do not like the look of the baggy cuff for the sleeve of this sweater. Could I cast on less stitches to make it not look so baggy? The number to cast on has to be divisible by three, correct?

15.12.2023 - 07:06

DROPS Design answered:

Dear Mrs Walk, correct, the number of stitches to cast on has to be divisible by 3, you can adjust that way to the desire circumference. Happy knitting!

15.12.2023 - 08:31

country flag Patty Walk wrote:

Good morning, On the body of the sweater it says to work A2 over all stitches. When A2 has been completed in height.......does this mean I do the 5 rows of A2 from the diagram once then continue on ? Thank you

29.10.2023 - 06:37

DROPS Design answered:

Dear Patty, when A.2 has been completed in height means that you have worked all 5 rounds of A.2. So, after the 5 round, on the next round, continue as indicated in the pattern. Happy knitting!

29.10.2023 - 20:08

country flag Dorthe Kolster wrote:

Forklaring på ændring af pindestørrelse under strikkefasthed er forkert- der er byttet rundt på større og mindre pinde….

27.06.2023 - 08:59

country flag Noa wrote:

Hello can i use drops nepal?

25.02.2023 - 02:55

DROPS Design answered:

Hi, yes, DROPS Nepal will work very good with this pattern. Happy knitting!

25.02.2023 - 10:41

country flag Sylvie Lachance wrote:

Diagramme A.3A, au premier rang: est ce qu'il existe une vidéo pour expliquer quoi faire avec les 3 mailles en torsade? Aussi, je dois vraiment laisser tomber 2 mailles de l'aiguille dans ma main gauche? Comment puis-je garder un motif à 10 mailles de cette façon, en laissant tomber 2 m? Ça va faire des trous?

13.10.2022 - 00:16

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Lachance, au 1er rang de A.3 vous allez tricoter les 2 dernières m de A.3A avec la 1ère de A.3B, les 2 dernières de A.3B avec la 1ère m du A.3B suivant/de A.3C; mettez 2 m sur l'aiguille auxiliaire devant l'ouvrage, tricotez 1 maille endroit, tricotez ensuite les mailles de l'aiguille à torsades en commençant par la 2ème puis la 1ère - comme dans cette vidéo, 2ème torsade au time code 1:03. Bon tricot!

13.10.2022 - 09:22

country flag Mark Cameron wrote:

Can someone tell me why the sleeves are transferred from DPN to circular? I don't understand the sleeve cap instruction. Why can't it just continue on DPNs?

22.09.2022 - 13:21

DROPS Design answered:

Dear Mrs Cameron, the sleeve cap is worked back and forth reason why stitches are transfered from DPN to circular needle, but you can also keep them on the DPN and continue back and forth - this video might help you; we show there how to work the sleeve cap on DPN in the round then how to sew sleeve onto armhole. Happy knitting!

23.09.2022 - 07:59

country flag Claudia Wächtler wrote:

Hallo liebes Drops Team Ich möchte mich ganz lieb bei Euch bedanken.Ihr habt mir immer geholfen wenn ich nicht weiter wußte.Bin sehr froh darüber.Kaufe seit Jahren Wolle von Drops und sehr zufrieden. Liebe Grüße Claudia

24.06.2022 - 10:38

country flag Claudia wrote:

Hallo Wie ist das gemeint 4Maschen vor dem Markierungsfaden.Ich habe das Vorderteil ,die erste Masche bis zur 81 Masche die letzte.Das sind die Maschen mit Diagramm.Da die 4Maschen abketten.Das Rückenteil sind nur rechte Maschen .Danke für eure Hilfe\r\n\r\nClaudia

24.06.2022 - 07:25

DROPS Design answered:

Liebe Claudia, die letzte gerade Reihe in Diagram stricken Sie bis 4 Maschen vor der Rundebeginn übrig sind, dann ketten Sie Maschen für die Armausschnitte so ab: die 4 M vor der Markierung (= die 4 letzten Maschen der Runde) + die 4 ersten Maschen nach der Markierung, dann stricken Sie wie zuvor bis 4 Maschen vor der nächsten Markierung übrig sind, und ketten die nächsten 8 Maschen für den 2. Armausschnitt ab, und dann bis zur Ende der Runde stricken. Viel Spaß beim stricken!

24.06.2022 - 09:05

country flag Claudia wrote:

Hallo Habe eine Frage an Sie.Ich kenne normales Zopfmuster zu Stricken aber das verstehe ich garnicht.Können Sie mir bitte ganz einfach erklären wie den Zopf mit 3Maschen Stricken soll.2Maschen auf eine Zopfnadel vor die Arbeit legen,1Masche rechts die rechte Nadel von hinten zwischen die 2Maschen auf der Zopfnadel stechen u.s.w.Ich verstehe dies nicht so richtig

10.05.2022 - 23:23

DROPS Design answered:

Liebe Claudia, dieses Zopf stricken Sie so, daß die erste dieser 3 Maschen wird am Ende gestrickt und liegt vor den 2 anderen: die 2 M legen Sie auf die Zopfnadel vor die Arbeit, stricken Sie die nächste Masche rechts, dann stricken Sie die 2 Maschen auf der Zopfnadel aber zuerst die 2. dann die 1. wie man die 2 Maschen in diesem Video (time code 0:38) strickt. Viel Spaß beim stricken!

11.05.2022 - 08:33

country flag Willy wrote:

Plaats 2 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 1 recht, voeg de rechter naald vanaf de achterkant in tussen de 2 steken op de kabelnaald en brei de linker steek, laat de steek niet van de naald af glijden, brei dan de rechter steek zodat hij diagonaal over de andere 2 steken ligt en laat beide steken van de linker naald af glijden Kunt u dit beter uitleggen?

08.05.2022 - 19:31