DROPS Puna
DROPS Puna
100% alpaca
vanaf 3.49 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 31.41€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Camomile

Gebreide trui in DROPS Puna. Het werk wordt van onder naar boven gebreid, met dubbele hals. Maten S - XXXL.

DROPS 230-16
DROPS Design: Patroon nr. pu-059
Garengroep B
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS PUNA van garnstudio (behoort tot garengroep B)
450-500-550-600-650-700 g kleur 01, naturel

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 4.5 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 3.5 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4.5 MM.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3.5 MM.
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – in dat geval heeft u alleen een rondbreinaald nodig van 80 cm in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
20 steken in de breedte en 26 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.
LET OP: De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Puna
DROPS Puna
100% alpaca
vanaf 3.49 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 31.41€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel = 2 naalden recht

TIP VOOR HET MINDEREN (bij de hals wanneer u 1 steek mindert):
Minder aan de goede kant aan de binnenkant van de 3 tricotsteken.
NA DE 3 TRICOTSTEKEN:
1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 1 steek geminderd).
VOOR DE 3 TRICOTSTEKEN:
Brei tot er 5 steken over zijn bij de hals, 2 recht samen, brei 3 tricotsteken (= 1 steek geminderd).

TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (voor de zijkanten van het lijf):
Maak 1 omslag aan de binnenkant van de 2 buitenste steken aan elke kant; de omslag wordt gedraaid gebreid op de volgende naald om een gaatje te voorkomen.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (onderkant van de mouwen):
Begin de naald op de eerste markeerdraad, 2 recht, 1 omslag, brei recht tot er 2 steken over zijn voor de tweede markeerdraad, 1 omslag, 4 recht (de markeerdraad zit in het midden van deze 4 steken), 1 omslag. Brei recht tot er 2 steken over zijn voor de eerste markeerdraad, 1 omslag, 2 recht = 4 steken gemeerderd.
Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MEERDEREN-3 (mouwen):
Begin de naald op de markeerdraad, 1 recht, 1 omslag, brei recht tot er 1 steek over is voor de markeerdraad, 1 omslag, 1 recht = 2 steken gemeerderd. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET AFKANTEN:
Om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt kunt u afkanten met een naald in een grotere maat. Als de rand nog steeds strak is, maak dan 1 omslag na ongeveer elke 4e steek terwijl u tegelijkertijd afkant; de omslagen worden als normale steken afgekant.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
De voor- en achterpanden worden apart heen en weer gebreid en van onder naar boven. De mouwen worden in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop, van onder naar boven (ga verder met rondbreinaald als u genoeg steken heeft). Het werk wordt samen genaaid en de hals wordt op het einde in de rondte gebreid.

ACHTERPAND:
Zet 124-136-146-160-176-194 steken op met rondbreinaald 3.5 mm en DROPS Puna.
Brei boordsteek heen en weer gebreid (1 recht, 1 averecht) met 1 kantsteek in RIBBELSTEEK aan elke kant – lees beschrijving hierboven. Brei 10 cm boordsteek en zorg ervoor dat de volgende naald aan de goede kant begint. Ga verder met rondbreinaald 4.5 mm. Brei 1 naald recht en minder 36-40-42-46-50-58 steken verdeeld = 88-96-104-114-126-136 steken.
Ga verder met tricotsteek over alle steken. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Als het werk 12 cm meet vanaf de opzetrand, meerder dan 1 steek aan elke kant - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1. Meerder zo iedere 2 cm in totaal 6 keer aan elke kant = 100-108-116-126-138-148 steken. Brei verder tot het werk 27-28-29-30-31-32 cm meet. Zet op de volgende 2 naalden 1 steek op aan het einde van elke naald; wordt gebruikt voor het innaaien van de mouwen = 102-110-118-128-140-150 steken. Ga verder met tricotsteek tot het werk 46-48-50-52-54-56 cm meet. Kant dan op de volgende naald de middelste 30-32-32-34-34-36 steken af voor de hals en eindig elke schouder apart.

SAMENVATTING VAN HET VOLGENDE DEEL:
Minder voor de hals en plaats steken op een hulpdraad voor de diagonale schouder zoals beschreven hieronder. Lees HALS en DIAGONALE SCHOUDER voordat u verder gaat.

HALS:
Minder 5 keer 1 steek op elke naald aan de goede kant - lees TIP VOOR HET MINDEREN.

DIAGONALE SCHOUDER:
Plaats TEGELIJKERTIJD de buitenste steken bij het armsgat op een hulpdraad voor de schouder, brei ze eerst om te voorkomen dat u de draad af moet knippen. Plaats 4 keer 6-7-8-9-10-11 steken op de hulpdraad, plaats dan de laatste 7-6-6-6-8-8 steken op de hulpdraad. Alle steken zijn nu of geminderd of op de hulpdraad gezet.
Plaats de 31-34-38-42-48-52 steken van de hulpdraad terug op rondbreinaald 4.5 mm. Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant; om te voorkomen dat er een gaatje ontstaat waar u het werk keert in het midden van het werk, neemt u de lus op tussen 2 steken en brei deze gedraaid averecht samen met de eerste steek op de linker naald. Kant ietwat losjes af met recht aan de goede kant.
Brei de andere schouder op dezelfde manier.

VOORPAND:
Zet op en brei op dezelfde manier als het achterpand tot het werk 42-44-45-47-48-50 cm meet. Plaats op de volgende naald de middelste 18-18-18-20-20-20 steken op een hulpdraad voor de hals en eindig elke schouder apart.

SAMENVATTING VAN HET VOLGENDE DEEL:
Minder voor de hals en zet de steken op een hulpdraad voor de diagonale schouder zoals beschreven hieronder. Lees HALS en DIAGONALE SCHOUDER voordat u verder gaat.

HALS:
Kant af als volgt: 1 keer 3 steken en 2 keer 2 steken, minder dan 4-5-5-5-5-6 keer 1 steek – lees TIP VOOR HET MINDEREN.

DIAGONALE SCHOUDER:
Zet TEGELIJKERTIJD, als het werk 46-48-50-52-54-56 cm meet, de buitenste steken bij het armsgat op een hulpdraad voor de schouder, brei ze eerst om te voorkomen dat u de draad af moet knippen. Zet 4 keer 6-7-8-9-10-11 steken op de hulpdraad, zet de laatste 7-6-6-6-8-8 steken op de hulpdraad. Alle steken zijn nu of geminderd of op de hulpdraad gezet.
Zet de 31-34-38-42-48-52 steken van de hulpdraad terug op rondbreinaald 4.5 mm. Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant; om een gaatje te voorkomen waar u het werk keert in het midden van het werk, neemt u de lus op tussen 2 steken en brei deze gedraaid averecht samen met de eerste steek op de linker naald. Kant ietwat losjes af met recht aan de goede kant.
Brei de andere schouder op dezelfde manier.

MOUWEN:
Zet 48-50-52-54-56-58 steken op met breinaalden zonder knop maat 4.5 mm en DROPS Puna. Brei 10 cm boordsteek in de rondte (1 recht, 1 averecht). Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3.5 mm. Brei 1 naald recht terwijl u 6 steken verdeeld mindert = 42-44-46-48-50-52 steken. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald en 1 markeerdraad na 21-22-23-24-25-26 steken. Neem de markeerdraden mee tijdens het breien in de hoogte – ze worden gebruikt bij het meerderen.
Brei tricotsteek en meerder 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2. Meerder zo iedere 4e naald in totaal 7 keer = 70-72-74-76-78-80 steken. Verwijder de 2e markeerdraad, houd de eerste draad onder de mouw. Ga verder met tricotsteek. Als het werk 28-26-25-24-24-23 cm meet, meerder dan 2 steken onder de mouw – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-3. Meerder zo iedere 7-5-4-3-2½-2 cm in totaal 3-4-5-6-7-8 keer = 76-80-84-88-92-96 steken. Kant af als de mouw 47-46-45-44-42-40 cm meet.
Brei de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen. Naai de zijnaden dicht, beginnend waar de 1 steek was opgezet en naai aan de binnenkant van een halve steek naar beneden tot de boordsteek. De boordsteek wordt dan in de buitenste lus van de buitenste steek genaaid.
Naai de mouwen in, aan de binnenkant van de 1 kantsteek op de armsgaten.

HALS:
Gebruik een korte rondbreinaald 3.5 mm en neem 120-124-128-132-136-140 steken op rondom de hals (inclusief de steken van de hulpdraad in de voorkant – het aantal steken moet deelbaar zijn door 2). Brei 11 cm boordsteek in de rondte (1 recht, 1 averecht). Lees TIP VOOR HET AFKANTEN en kant losjes af, met recht boven recht en averecht boven averecht. Vouw de hals dubbel naar de binnenkant en naai naar beneden vast. Om te voorkomen dat de hals te strak wordt en naar buiten rolt, is het belangrijk dat de naad elastisch is.

Telpatroon

diagram measurements

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 230-16

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (15)

country flag Pinçon wrote:

Je viens de terminer ce modèle et je m'aperçois sur la bande de pelote qu'il ne faut pas repasser cette laine. Comment faire pour que le tricot soit uniforme et pour aplanir les coutures des emmanchures ? merci de me donner la solution. Cordialement

18.04.2024 - 16:37

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Pinçon, maintenant le blocage est necessaire. Vous devez placer le pull dans l'eau tiède jusqu'à ce qu'il soit bien trempé. Presser délicatement pour évacuer l'excès d'eau - ne pas tordre. Le rouler ensuite dans un torchon ou une serviette pour retirer l'excédent d'eau – il doit être maintenant seulement humide. Le mettre en forme et laisser sécher. Le blocage lisse la fibre et fera disparaître quasi toutes les imperfections de votre tricot. Bon travail!

18.04.2024 - 17:02

country flag Carmen wrote:

No entiendo por qué el delantero es más corto que la espalda, cuando en tela por ejemplo es justo al contrario.\r\n\r\nDe hacerlo así el delantero será 4 cm más corto que la espalda.\r\n\r\nEn las fotos parece que la costura del hombro queda en su sitio, no cae hacia delante para salvar los -4 cm que le falta al delantero.agradecería su ayuda lo antes posible. Gracias

17.01.2024 - 01:00

country flag Karin Westerdiep wrote:

Volgens mij zijn de naalddiktes omgedraaid bij de mouwen: beginnen met 3,5 mm, daarna 4,5 mm.

09.05.2023 - 12:21

country flag Francesca wrote:

Buongiorno! Vorrei sapere cosa significa l'indicazione "mettere 6 maglie in sospeso per 4 volte". Si intende per 4 ferri, mentre si lavorano le rimanenti? Grazie!

21.10.2022 - 15:17

country flag Toos Ganzevoort wrote:

Excuus Ik zie de tekening toch wel,

14.10.2022 - 20:41

country flag Toos Ganzevoort wrote:

Ik denk dat de aangegeven naald dikte bij de mouwen omgewisseld is. Ik mis de schematische tekening met de maten van alle onderdelen

14.10.2022 - 20:40

country flag Victoria wrote:

Hola! se puede evitar hacer las disminuciones denominadas como "bies del hombro"? en ese caso terminaría el hombro recto sin hacer disminuciones en diagonal. quedará muy distinto al patrón original? gracias!

20.07.2022 - 02:39

DROPS Design answered:

Hola Victoria, sí, el resultado final será muy diferente porque las disminuciones aportan al hombro esa forma pegada al hombro y pueden afectar a la posición de la manga.

20.07.2022 - 17:23

country flag Sara wrote:

Chiedo se è corretta l indicazione che il,modello si lavora dall alto verso il basso. Non mi sembra giusto. Grazie

22.04.2022 - 22:45

DROPS Design answered:

Buongiorno Sara, questo modello è lavorato bottom up, cioè dal basso verso l'alto, come riportato. Buon lavoro!

23.04.2022 - 08:45

country flag Dana wrote:

Hej! Jag vill sticka Camomile men undrar vilken nivå den är på? Från 1-5 hur svår skulle ni säga den är? Mvh Dana

21.03.2022 - 21:05

DROPS Design answered:

Hej Dana. Denna finns med under våra nybörjarvänliga mönster, vilket innebär att man klarar av detta mönster även om man är nybörjare och att det är en låg svårighetsgrad. Kom ihåg att vi även har flera videor och lektioner som kan vara till hjälp om du skulle behöva. Mvh DROPS Design

22.03.2022 - 12:06

country flag Maria Luz wrote:

Tienen algún vídeo donde se pueda ver la técnica de tejer el bies del hombro, gracias espero su ayuda, no me quedan claras las explicaciones que pone el patrón.

07.03.2022 - 16:49

DROPS Design answered:

Hola Maria Luz, no hay un vídeo sobre como trabajar este bies. Se trabaja de forma similar a las filas acortadas, trabajando una parte de la fila mientras el resto queda en espera.

08.03.2022 - 21:54