DROPS Nord
DROPS Nord
45% Alpaca, 30% Polyamide, 25% Wol
vanaf 2.40 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 19.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Desert Mirage Cardigan

Gebreid vest in DROPS Nord. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met raglan, gebroken boordsteek en strepen. Maat: S - XXXL

DROPS 232-15
DROPS design: Patroon no-057
Garengroep A
----------------------------------------------------------

MAAT:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIALEN:
DROPS NORD van garnstudio (behoort tot garengroep A)
250-300-300-350-350-400 g kleur 07, lichtbeige
150-150-150-150-150-200 g kleur 12, poederroze

DROPS KNOOP NR 521: 5-5-5-6-6-6 stuks

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 3 mm: Lengte 40 en 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 2.5 mm: Lengte: 80 cm
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3 mm
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 2.5 mm
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – in dat geval heeft u alleen een rondbreinaald nodig van 80 cm in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
24 steken in de breedte en 32 naalden in de hoogte met patroon = 10 x 10 cm.
LET OP! De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met grotere naalden. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met kleinere naalden.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Nord
DROPS Nord
45% Alpaca, 30% Polyamide, 25% Wol
vanaf 2.40 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 19.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

----------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatronen A.1, A.2 en A.3. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel = brei 2 naalden recht.

STREPEN:
* Brei 7-7-7-8-8-8 cm met lichtbeige, brei 3 cm met poederroze *, brei van *-*.

KNOOPSGATEN:
Minder voor de knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt). Minder aan de goede kant als er 4 steken over zijn op de naald als volgt: Maak 1 omslag, brei de volgende 2 steken recht samen, brei de laatste 2 steken recht. Brei op de volgende naald de omslag recht om gaatjes te maken.
Minder voor het eerste knoopsgat als de boordsteek in de hals 3 cm meet. Minder dan de volgende 4-4-4-5-5-5 met ongeveer 10-10-10-9½-9½-10 cm tussen elk knoopsgat.

RAGLAN:
Meerder 1 steek aan elke kant van de 7 steken (= A.2) in iedere overgang tussen het lijf en de mouwen (= 8 steken gemeerderd op de naald). Meerder 1 steek door 1 omslag te maken. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in patroon A.3/A.1.

TIP VOOR HET MINDEREN (geldt voor de mouwen):
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad en brei 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

VEST - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Brei de halsrand en de pas heen en weer gebreid op de rondbreinaald vanaf midden voor, brei van boven naar beneden. Verdeel nu de pas voor het lijf en de mouwen. Brei het lijf heen en weer gebreid op de rondbreinaald. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop/een korte rondbreinaald.

HALSRAND:
Zet 133-133-141-141-149-149 steken op rondbreinaald 2.5 mm met lichtbeige in DROPS Nord. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant. Brei de volgende naald als volgt - aan de goede kant en midden voor als volgt:
Brei 7 voorbiessteken in ribbelsteek, * 1 recht, 1 averecht *, brei van *-* tot er 8 steken over zijn, 1 recht en eindig met 7 voorbiessteken in ribbelsteek.
Brei zo tot de boordsteek 4 cm meet.
Voeg 1 markeerdraad in na de voorbies, op het begin van de naald midden voor. Meet de pas vanaf deze markeerdraad. Brei STREPEN - zie uitleg hierboven. De 4 cm in de halsrand tellen niet mee met de strepen (dus brei 11-11-11-12-12-12 cm in totaal met lichtbeige voor de eerste streep met poederroze).

PAS:
Ga verder met rondbreinaald 3 mm en brei dan als volgt - aan de goede kant: 7 voorbiessteken in ribbelsteek, A.1 over de volgende 18-18-20-20-22-22 steken, A.2, A.3 over de volgende 9 steken, A.2, A.3 over de volgende 37-37-41-41-45-45 steken, A.2, A.3 over de volgende 9 steken, A.2, A.3 over de volgende 18-18-20-20-22-22 steken en eindig met 7 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga verder met dit patroon, begin op de volgende naald aan de goede kant met meerderen voor de RAGLAN – lees uitleg hierboven (= 8 steken gemeerderd). Meerder zo op iedere andere naald (= iedere naald aan de goede kant) 26-32-34-40-44-50 keer in totaal = 341-389-413-461-501-549 steken. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

Brei zonder te meerderen tot het werk 21-23-25-27-29-31 cm meet vanaf de markeerdraad. Verdeel nu de pas voor het lijf en de mouwen:
Brei de eerste 55-61-65-71-77-83 steken zoals hiervoor (linker voorpand), zet de volgende 67-79-83-95-103-115 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 9-9-11-11-13-13 nieuwe steken op de naald (in de zijkant onder de mouw), brei de volgende 97-109-117-129-141-153 steken zoals hiervoor (achterpand), zet de volgende 67-79-83-95-103-115 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 9-9-11-11-13-13 nieuwe steken op de naald (in de zijkant onder de mouw) en brei de overgebleven 55-61-65-71-77-83 steken zoals hiervoor (rechter voorpand).

LIJF:
= 225-249-269-293-321-345 steken. Brei in A.1 en heen en weer gebreid met 7 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant richting midden voor. Ga verder met strepen maar als er 4 strepen zijn gebreid in totaal met poederroze, eindig dan het werk met lichtbeige. Brei tot het werk 24 cm meet vanaf de scheiding - eindig met een naald op de verkeerde kant. Er is 4 cm over tot de gewenste afmetingen. Pas het vest en brei tot de gewenste lengte. Brei 1 naald recht aan de goede kant en meerder 46-50-54-58-64-70 steken verdeeld, meerder niet over voorbiessteken = 271-299-323-351-385-415 steken.
Ga verder met rondbreinaald 2.5 mm. Brei de volgende naald als volgt op de verkeerde kant: 7 voorbiessteken in ribbelsteek, * 1 averecht, 1 recht *, herhaal van *-* tot er 8 steken over zijn op de naald, 1 averecht, en eindig met 7 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga zo verder in boordsteek voor 4 cm. Kant af. Het vest meet ongeveer 52-54-56-58-60-62 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUW:
Zet de 67-79-83-95-103-115 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk terug op een korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop maat 3 mm en neem daarnaast 1 steek op in elk van de 9-9-11-11-13-13 opgezette steken onder de mouw = 76-88-94-106-116-128 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de nieuwe steken. Brei patroon zoals hiervoor en ga verder met strepen. Als er 5 strepen zijn gebreid in totaal met poederroze, eindig dan het werk met lichtbeige. Minder tegelijkertijd bij een hoogte van 3-3-3-2-2-3 cm, 2 steken onder de mouw - LEES TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo ongeveer iedere 6-3-2½-2-1½-1 cm 6-10-10-14-18-22 keer in totaal = 64-68-74-78-80-84 steken. Ga verder tot het werk 35-34-31-31-29-28 cm meet vanaf de scheiding. Brei verder met breinaalden zonder knop maat 2.5 mm. Brei 4 cm boordsteek (1 recht/1 averecht). Kant af. De mouw meet ongeveer 39-38-35-35-33-32 cm vanaf de scheiding. Brei de andere mouw op dezelfde wijze.

AFWERKING:
Naai de knopen op de linker voorbies.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 232-15

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (60)

country flag Helena Göransson wrote:

Hej! När jag ska börja med ökningar för raglan på oket så stämmer inte maskantalet i fördelningen fram, bak och ärm, får ca 20 m för mycket, stickar storlek L. Gör jag fel eller är mönstret fel? Mvh Helena

24.04.2024 - 10:32

DROPS Design answered:

Hej Helena. Du ska sticka 7 framkantmaskor, A.1 över 20 m, A.2 (=7 m), sedan A.3 över 9 maskor osv. Det ska alltså bara vara A.3 över 9 maskor, kan det vara där det blev fel? Mvh DROPS Design

24.04.2024 - 11:49

country flag Collignon Catherine wrote:

Bonsoir. Modèle 057 / 232-15. Concernant les 7m de raglan je pense comprendre rang endroit :1m end/1m env sur les 7 mailles et sur le rang suivant envers comme ces 7m se présentent. Ou 1m end/1m env sur les 7m sur le rang endroit et sur le rang envers suivant les 7m à l envers, ce qui représente un point de riz entre les m.end. pouvez-vous me dire ce que je doit faire exactement. Merci par avance de votre précision. Bonne soirée.

02.04.2024 - 19:38

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Collignon, A.2 se tricote ainsi au 1er rang, sur l'endroit: 7 mailles endroit; au 2ème rang, sur l'envers: 1 m env, 1 m end, 1 m env, 1 m end, 1 m env, 1 m end, 1 m env. Répétez ces 2 rangs. De même avec A.1 et A.3, on a ainsi des côtes 1 m jersey endroit (case blanche), 1 maille point mousse (alternativement 1 case blanche, 1 croix). Bon tricot!

03.04.2024 - 08:30

country flag Collignon Catherine wrote:

Bonsoir. J ai commencé le modèle 232.15 en taille XL j ai fait le col.. J ai 141 mailles. Je voulais commencer l empiècement mais je ne comprends pas. Après les 7m du bord, je tricote 7m diagr + 20 / puis 9m diagr + 9m /puis 9m diagr +41m/ puis 9m diagr + 9m / 9m diagramme + 20m ? Ensuite on dit d augmenter le raglan mais au chapitre en dessous c'est noté ne pas augmenter avant 27 cm.de l'ouvrage. Je suis un peu perdue dans vos explications. Merci de m éclairer. Bonne soirée.

01.04.2024 - 18:37

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Collignon, vous devez augmenter pour le raglan 40 fois au total en taille XL tous les 2 rangs (tous les rangs sur l'endroit), ainsi vous aurez: 141 m + (8x 40) = 461 mailles. Puis, quand toutes les augmentations sont faites, continuez sans augmenter jusqu'à ce que l'ouvrage mesure 27 cm à partir du fil marqueur. Bon tricot!

02.04.2024 - 15:36

country flag Breugelmans Liliane wrote:

Alle mooie vesten worden blijkbaar met een rondbreinaald gebreid. Spijtig ! Met gewone breinaalden zie je bijna geen enkele breipatroon ! Als je niet handig bent met rondbreinaalden is dit dus een probleem !

07.03.2024 - 13:44

country flag Lucie wrote:

Moment diviser le gilet il y a 133 mailles et les divisions se montent à 105 mailles. Je ne comprends pas

31.01.2024 - 21:32

DROPS Design answered:

Bonjour Lucie, vous en êtes au tout début de l'empiècement, correct? Tricotez vos 133 mailles ainsi: 7 m point mousse, A.1 au-dessus des 18 m suivantes, A.2 (= 7 m), A.3 au-dessus des 9 m suivantes, A.2 (7 m), A.3 au-dessus des 37 m suivantes, A.2 (= 7 m), A.3 au-dessus des 9 m suivantes, A.2 (= 7 m), A.3 au-dessus des 18 m suivantes, et terminer par 7 m point mousse, soit 7+18+7+9+7+37+7+9+7+18+7=133; Bon tricot!

01.02.2024 - 08:28

country flag Kiwi wrote:

Hello! I’m having trouble with following the instructions for the YOKE part. My cast-on is for the size L which is 141 cast-ons; however, the instructions only mentioned a total of 113 stitches. I don’t know how to tackle this so I will be so glad if you could help me out. Thank you in advanced for your hard work!!

27.01.2024 - 11:23

DROPS Design answered:

Dear Kiwi, in L you will work the 141 sts as follows: 7 band stitches in garter stitch, A.1 over the next 20 stitches, A.2 (= 7 sts), A.3 over the next 9 stitches, A.2 (= 7 sts), A.3 over the next 41 stitches, A.2 (= 7 sts), A.3 over the next 9 stitches, A.2 (= 7 sts), A.3 over the next 20 stitches, and finish with 7 band stitches in garter stitch = 7+20+7+9+7+41+7+9+7+20+7=141. Happy knitting!

29.01.2024 - 11:41

country flag CARRÉE Ssylviane wrote:

Je n’arrive pas à bien comprendre le raglan. Les augmentations se font de chaque côté des 7 mailles de raglan. Il y a 4 fois 7 mailles. Il faut donc faire une augmentation au début et à la fin des 7 mailles . J’ai besoin de votre éclairage et je vous en remercie

13.01.2024 - 14:44

country flag Sylvie Trudel wrote:

Je fais la taille XL. J'ai bien du mal a comprendre sur le rang envers, je debute A.1 avec maille endroit. Donc la 20 eme maille sera envers. Et la y a la jeté a tricoter, je la fais endroit? Ensuite le A.2 , je fais la 1ere maille envers et termine la 7 eme envers. Apres, le A .3, je devrais tricoter ma jeté endroit pour suivre le motif mais selon la grille A.3, ca debute avec une maille endroit. C'est ca qui me melange beaucoup. J'espere etre clair. Merci

01.01.2024 - 22:03

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Trudel, si votre dernière maille avant A.2 est la 2ème maille de A.1, tricotez l'augmentation avant A.2 comme la 1ère maille de A.1; si votre dernière maille avant A.2 est la 1ère maille de A.1, tricotez l'augmentation avant A.2 comme la 2ème maille de A.1. De même, si votre première maille avant A.2 est la 1ère de A.2, tricotez l'augmentation après A.2 comme la 2ème maille de A.1 et si votre première maille avant A.2 est la 2ème maille de A.2, tricotez l'augmentation comme la 1ère maille de A.1. Ainsi, on élargit A.1 sur les côtés et on conserver bien les mailles de A.2. Bon tricot!

02.01.2024 - 12:20

country flag Gertie wrote:

Stickar 232-15 storlek S Lagt upp 133 masker för halskant När jag kommer till OK ska fördelningen bli 7+18+9+37+9+18+7 Detta blir 105 masker jag har 133. Alltså 28 masker ska fördelas men hur?

08.12.2023 - 11:47

DROPS Design answered:

Hej Gertie, 7 framkantsmaskor i rätstickning, A.1 över de nästa 18 maskorna, A.2=7m, A.3 över de nästa 9 maskorna, A.2=7, A.3 över de nästa 37 maskorna, A.2=7, A.3 över de nästa 9 maskorna, A.2=7, A.3 över de nästa 18 maskorna, och avsluta med 7 framkantsmaskor i rätstickning. 7+18+7+9+7+37+7+9+7+18+7= 133 maskor :)

08.12.2023 - 13:57

country flag Gertie wrote:

Mönster 232-15 Har stickat halskant men när jag ska gå över till ok stämmer inte antal maskor????

07.12.2023 - 20:14

DROPS Design answered:

Hej Gertie, Hvilken størrelse strikker du? Hvor mange masker har du? Hvor mange masker skal du have?

08.12.2023 - 11:10