DROPS Snow
DROPS Snow
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 30.66€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Dino Cuddles

Gehaakte Dino (T-Rex) in 2 draden DROPS Snow. Het werk wordt gehaakt vanaf de neus tot de staart met 1 naad. Thema: Zacht speelgoed.

DROPS Children 41-29
DROPS Design: Patroon nr. ee-147-bn
Garengroep E
-------------------------------------------------------

MAAT:
Hoogte: ongeveer 48 cm
Lengte: ongeveer 48 cm

MATERIAAL:
DROPS SNOW van garnstudio (behoort tot garengroep E)
600 g kleur 66, zeegroen – voor het lijf
100 g kleur 85, kerrie – voor de poten en de stekels
En gebruik:
Een restant zwart voor de ogen.

HAAKNAALD:
DROPS HAAKNAALD 8 MM.

ACCESSOIRES: Vulling.

STEKENVERHOUDING:
8 vasten in de breedte en 10 toeren in de hoogte met 2 draden = 10 cm.
De haaknaald is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere haaknaald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere haaknaald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Snow
DROPS Snow
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 30.66€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

HAAKTIP (losse):
1 losse zou even lang moeten zijn als 1 vaste in de breedte. Zorg ervoor dat de lus van de losse over de haaknaald geduwd wordt (dus niet aan het uiteinde van de haaknaald haken). Als de lossen te strak worden, wordt het haakwerk ook te strak in de delen waar veel lossen zijn.

HAAK 2 VASTEN SAMEN:
Voeg de haaknaald in bij de eerste steek en neem de draad op, voeg de haaknaald in de volgende steek en neem de draad op (= 3 lussen), maak 1 omslag en haal het door alle 3 lussen (= 1 steek geminderd).

LUSSTEEK:
Naai met een enkele draad zwart. Het oog wordt over toeren 1 en 2 van het gezicht geborduurd met 5 steken tussen elk oog. Zie telpatroon welke laat zien hoe u de lussteek haakt.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

DINOSUARUS – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het hele werk wordt gehaakt met 2 draden, vanaf de neus tot de staart en met 1 naad onder het lijf.
De 4 poten worden apart gehaakt, dan wordt het hoofd gehaakt, ga verder met de hals en het lijf terwijl tegelijkertijd de voorste en achterste poten worden bevestigd. De stekels worden op het einde gehaakt.

VOORPOTEN:
Haak 2 lossen met haaknaald 8 mm en 2 draden kerrie DROPS Snow – lees HAAKTIP.
In de eerste losse haakt u 5 vasten, welke een kleine cirkel vormen. Eindig de cirkel met 1 halve vaste in de eerste vaste. TOER 1 is klaar.
TOER 2: Haak 1 losse, dan 2 vasten in elke steek. Eindig de toer met 1 halve vaste in de eerste vaste = 10 steken. Knip de draden af en ga verder met 2 draden zeegroen.
TOER 3: Haak 1 losse, * 2 vasten in de volgende steek, 1 vaste in de volgende steek, * haak van *-* tot het einde van de toer (= 15 steken). Eindig met 1 halve vaste in de eerste vaste.
TOEREN 4-9: Haak 1 losse, 1 vaste in elke steek. Eindig met 1 halve vaste in de eerste vaste (= 15 steken). Knip de draden af en haal ze door de laatste lus.
Haak nog 1 poot en vul ze beide met vulling.

ACHTERPOTEN:
Haak op dezelfde manier als de VOORPOTEN, maar met een extra toer kerrie voordat u wisselt naar zeegroen.

NEUS:
Haak 2 lossen met haaknaald 8 mm en 2 draden zeegroen. In de eerste losse haakt u 5 vasten, welke een kleine cirkel vormen. Eindig de cirkel met 1 halve vaste in de eerste steek. TOER 1 is klaar.
TOER 2: Haak 1 losse, dan 2 vasten in elke steek (= 10 steken). Eindig met 1 halve vaste in de eerste steek.
TOER 3: Haak 1 losse, * 2 vasten in de volgende steek, 1 vaste in de volgende steek, * haak van *-* tot het einde van de toer. Eindig met 1 halve vaste in de eerste steek (= 15 steken).
TOER 4: Haak 1 losse, * 2 vasten in de volgende steek, 1 vaste in elk van de volgende 2 steken *, haak van *-* tot het einde van de toer. Eindig met 1 halve vaste in de eerste steek (= 20 steken).
TOER 5: Haak 1 losse, * 2 vasten in de volgende steek, 1 vaste in elk van de volgende 3 steken *, haak van *-* tot het einde van de toer. Eindig met 1 halve vaste in de eerste steek (= 25 steken).
TOER 6: Haak 1 losse, * 2 vasten in de volgende steek, 1 vaste in elk van de volgende 4 steken *, haak van *-* tot het einde van de toer. Eindig met 1 halve vaste in de eerste steek (= 30 steken).
TOEREN 7-11: Haak 1 losse, dan 1 vaste in elke steek. Eindig met 1 halve vaste in de eerste steek (= 30 steken).
TOER 12: Haak 1 losse, * 1 vaste in elk van de volgende 2 steken, haak de volgende 2 vasten samen – lees HAAK 2 VASTEN SAMEN in de uitleg hierboven *, haak van *-* tot er 2 steken over zijn, haak 1 vaste in elk van de laatste 2 steken, eindig met 1 halve vaste in de eerste steek op het begin van de toer (= 23 steken).
TOER 13: Haak 1 losse, 1 vaste in elke steek. Eindig met 1 halve vaste in de eerste steek (= 23 steken).

GEZICHT:
Haak verder heen en weer gehaakt.
TOEREN 1-4: Haak 1 losse, 1 vaste in elke steek. Keer het werk.
TOEREN 5-6: Haak 1 losse, 2 vasten in de eerste steek, 1 vaste in elke steek tot er 1 steek over is en 2 vasten in de laatste steek (= 2 steken gemeerderd) (= 27 steken). Keer het werk.
TOEREN 7-8: Haak 1 losse, 1 vaste in elke steek. Keer het werk.
Borduur nu 2 ogen met LUSSTEEK – lees uitleg hierboven.

HALS:
Langs de kant van het GEZICHT heeft u 8 toeren, ga verder heen en weer gehaakt over beide kanten van het gezicht (in totaal 16 toeren):
TOER 1: Haak 2 vasten in de laatst gehaakte toer op het gezicht, * 1 vaste in elk van de volgende 2 toeren, 2 vasten in de volgende toer *, haak van *-* tot het einde van de 16 toeren = 22 steken. Keer het werk.
TOER 2: Haak 1 losse, 1 vaste in elke steek. Keer het werk.
TOER 3: Haak 1 losse, 2 vasten in de eerste steek, 1 vaste in elke steek tot er 1 steek over is, 2 vasten in de laatste steek (= 2 steken gemeerderd). Keer het werk.
Haak TOEREN 2 en 3 tot u in totaal 6 toeren heeft (= 26 steken op toer 6). Keer het werk.

LIJF:
Nu worden de 2 voorpoten aan het lijf bevestigd.
TOER 1: Haak 1 losse, 2 vasten in de eerste steek, 1 vaste in elk van de volgende 4 steken, vouw een voorpoot dubbel en leg het op het lijf zodat de volgende 6 steken door 3 lagen worden gehaakt, haak 1 vaste in elk van de volgende 4 steken (= midden voorkant/tussen de poten), vouw de andere voorpoot dubbel en leg het op het lijf zodat de volgende 6 steken door 3 lagen worden gehaakt, 1 vaste in elk van de volgende 4 steken, 2 vasten in de laatste steek (= 28 steken). Keer het werk.
TOER 2: Haak 1 losse, 1 vaste in elke steek. Keer het werk.
TOER 3: Haak 1 losse, 2 vasten in de eerste steek, 1 vaste in elke steek tot er 1 steek over is, 2 vasten in de laatste steek (= 2 steken gemeerderd). Keer het werk.
Haak TOEREN 2 en 3 tot u in totaal 5 toeren heeft (= 32 steken op de toer 5). Keer het werk.
TOER 6: Meerder voor de buik als volgt:
Haak 1 losse, 2 vasten in de eerste steek, 1 vaste in elk van de volgende 8 steken, * 2 vasten in de volgende steek, 1 vaste in de volgende steek *, haak van *-* in totaal 7 keer, 2 vasten in de volgende steek, 1 vaste in elk van de volgende 7 steken, 2 vasten in de laatste steek (= 10 gemeerderd steken, 42 steken). Keer het werk.
TOER 7: Haak 1 losse, 1 vaste in elke steek. Keer het werk.
TOER 8: Op deze toer meerdert u voor de buik:
Haak 1 losse, 2 vasten in de eerste steek, 1 vaste in elk van de volgende 16 steken, * 2 vasten in de volgende steek, 1 vaste in de volgende steek *, haak van *-* in totaal 4 keer, 1 vaste in elk van de volgende 16 steken, 2 vasten in de laatste steek (= 6 gemeerderd steken, 48 steken). Keer het werk.
TOER 9: Haak 1 losse, 1 vaste in elke steek. Keer het werk.
TOER 10: Haak 1 losse, 2 vasten in de eerste steek, 1 vaste in elke steek tot er 1 steek over is en 2 vasten in de laatste steek (= 2 steken gemeerderd, 50 steken). Keer het werk.
TOER 11: Haak 1 losse, 1 vaste in elke steek. Keer het werk.
TOER 12: Haak 1 losse, 2 vasten in de eerste steek, 1 vaste in elke steek tot er 1 steek over is en 2 vasten in de laatste steek (= 2 steken gemeerderd, 52 steken). Keer het werk.
TOER 13: Bevestig nu de achterpoten aan het lijf. Haak 1 losse, 1 vaste in elk van de eerste 15 steken, vouw een achterpoot dubbel en leg het op het lijf zodat de volgende 6 steken door 3 lagen worden gehaakt, haak 1 vaste in elk van de volgende 10 steken (= midden voor/tussen de poten), vouw de andere achterpoot dubbel en leg het op het lijf zodat de volgende 6 steken door 3 lagen worden gehaakt, 1 vaste in elk van de laatste 15 steken. Keer het werk.

ONDERKANT:
TOEREN 1-3: Haak 1 losse, 1 vaste in elke steek. Keer het werk.
TOER 4: Op deze toer mindert u voor de platte onderkant:
Haak 1 losse, 1 vaste in elk van de eerste 18 steken, * haak de volgende 2 vasten samen *, haak van *-* in totaal 8 keer, 1 vaste in elk van de laatste 18 steken (= 8 geminderd steken, 44 steken). Keer het werk.
TOER 5: Haak 1 losse, 1 vaste in elke steek. Keer het werk.
TOER 6: Haak 1 losse, 1 vaste in elk van de eerste 14 steken, haak de volgende 2 vasten samen *, haak van *-* in totaal 8 keer, 1 vaste in elk van de laatste 15 steken (= 8 geminderd steken, 36 steken). Keer het werk.
TOER 7: Haak 1 losse, 1 vaste in elke steek. Keer het werk.
TOER 8: Haak 1 losse, 1 vaste in elk van de volgende 14 steken, * haak de volgende 2 vasten samen *, haak van *-* in totaal 4 keer, 1 vaste in elk van de laatste 14 steken (= 4 geminderd steken, 32 steken). Knip en hecht de draad af.

AFWERKING:
Vouw de onderkant in de lengte en naai de steken samen rand tegen rand zodat de onderkant plat is.

STAART:
Gebruik haaknaald 8 mm en 2 draden zeegroen. Langs de zijkant van de ONDERKANT heeft u 8 toeren (aan elke kant van de naad), u haakt nu heen en weer over beide kanten van de naad, dus 16 toeren:
TOER 1: Haak 1 vaste in elke toer (= 16 steken). Keer het werk.
TOER 2: Haak 1 losse, haak de volgende 2 vasten samen, haak vasten in elke steek tot er 2 steken over zijn en haak de laatste 2 vasten samen (= 2 steken geminderd). Keer het werk.
Haak TOEREN 1 en 2 tot u 12 toeren heeft en 4 steken over heeft. Knip en hecht de draad af.

TERUG:
Gebruik haaknaald 8 mm en 2 draden zeegroen. Haak 1 toer van vasten over de opening voor de achterkant, beginnend op de staart (haak 1 kant per keer) als volgt:
TOER 1: Haak 1 steek in elke toer/steek – vanaf de staart tot de bovenkant van het hoofd, en dan weer terug langs de andere kant. Er zijn ongeveer 45 steken aan elke kant en 90 steken in totaal. Keer het werk.
Vul de dino met wat vulling.
TOER 2: Vouw de achterkant dubbel en haak vasten door beide lagen vanaf de staart tot de bovenkant, sluit de opening = 45 steken. Knip en hecht de draad af.

STEKELS:
Gebruik haaknaald 8 mm en 2 draden kerrie. Begin op de punt van de staart:
* Haak 1 vaste, sla 1 steek over, in de volgende steek haakt u: 2 stokjes, 1 dubbel stokje, 2 lossen, 1 dubbel stokje en 2 stokjes. Sla 1 steek over en haak 1 vaste in de volgende steek *, haak van *-* in totaal 2 keer dan herhaal *-* langs de achterkant maar sla 2 steken over in plaats van 1.
Als er te weinig steken zijn voor een stekel op het hoofd, eindig dan de toer met vasten. Knip en hecht de draad af.

Telpatroon

diagram measurements
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Children 41-29

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (32)

country flag Martje wrote:

Ik zit vast bij toer 6 van het lijf. Het patroon en aantal steken vermeerderen lijkt hier niet te kloppen?

24.04.2024 - 19:59

country flag Jantiene wrote:

Hallo, Ik wil heel graag de dino voor me zoontjes maken alleen loop ik steeds vast wanneer de neus klaar heb en verder ga .ik snap niet goed hoe de hals er aan gehaakt word.. Hopelijk kunt u mij verder helpen. Groeten Jantiene

17.04.2024 - 16:48

DROPS Design answered:

Dag Jantiene,

Het gezicht haak niet in de rondte zoals de neus, maar heen en weer, waarbij je dus steeds bij elke toer keert, zodat je een opening onderaan hebt. Langs deze opening haak je de hals.

24.04.2024 - 18:03

country flag Sandra Peter wrote:

Besten Dank ich muss mich für einen andern entscheidenen aber danke schön

03.04.2024 - 11:47

country flag Peter Sandra wrote:

Besten Dank für die Info ist mir jetz einigermassen klar aber wie geht das wenn die letzte Reihe vom Gesicht frei bleiben muss?

02.04.2024 - 12:46

DROPS Design answered:

Liebe Frau Peter, nach Gesicht häkelt man in Reihen, die letzte Reihe vom Gesicht bleibt frei= hintere Mitte wo der Dino danach zusammen gehäkelt wird. Viel Spaß beim Häkeln!

03.04.2024 - 08:13

country flag Peter Sandra wrote:

Guten Tag ich arbeite jetz gerade an dem Dino. Ich bin eine sehr geübte Häklerin aber mit der beschreibung vom Hals komme ich überhaupt nicht klar. Ich habe mir auch noch von einer Handarbeitslehrerin hilfe geholt aber auch sie ist leider nicht klar gekommen damit. Gibt es ein Bild wie das Stuck aussehen sollte oder eventuell eine etwas andere Erklärung?

27.03.2024 - 12:50

DROPS Design answered:

Liebe Frau Peter, nach dem Gesicht häkeln Sie den Hals in den 8 Reihen vom Gesicht, dh am Anfang/Ende von diesen 8 Reihen, die letzte Reihe vom Gesicht bleibt offen und wird später (Rückenteil) zusammen gehäkelt, beginnen Sie am Anfang von einer Seite häkeln Sie in den 8 Reihen vom Gesicht + in den 8 Reihen von der anderen Seite vom Gesicht gleichzeitig nehmen Sie regelmäßig verteilt zu. Die Reihen beginnen und enden am oberen Rückenteil , wo die Zacken später gehäkelt werden. Viel Spaß beim häkeln!

02.04.2024 - 12:21

country flag Pia wrote:

Guten Abend Mein dino ist fertig, kippt aber vorne über auf die Schnauze. Kennen Sie das Problem? Liebe Grüße

25.02.2024 - 22:03

DROPS Design answered:

Liebe Pia, versuchen Sie, den Dino etwas mehr unten zu füllen, es kann damit helfen, wenn unten mehr Gewicht ist. Viel Spaß beim Häkeln!

26.02.2024 - 13:22

country flag Goo Reuni wrote:

Good

10.02.2024 - 07:27

country flag 구르니 wrote:

👍❤️🧶

10.02.2024 - 07:25

country flag Chrissi wrote:

Hi, I have tried this neck part like 8 times and still not getting it right. This pattern really needs pictures to follow. As much as I’ve tried to make sense from the kid holding the dino, I still can’t make sense of first, where to do 8 extra rows, then the next part saying do all these other rows ending up with 26. I’ve been crocheting for a good while and this pattern has me so lost!! About to frog the lot for good. About to pull my hair out!

31.01.2024 - 11:24

DROPS Design answered:

Dear Chrissi, for the head you worked 8 rows back and forth, to work the neck you will now work along the both sides of these 8 rows, ie 16 rows in total., increasing as stated under row 1 to get 22 sts, then increase 2 sts on every other row until you have worked 6 rows and you get 26 sts. Happy crocheting!

01.02.2024 - 07:40

country flag Ana wrote:

Is it ok if I sell the finished product of this pattern? I recently made one for my son's 2nd birthday and he absolutely adores it. But even moreso, I loved making it. It was one of the quickest, easiest patterns I've ever followed and I love the fact that I don't have to stitch pieces together at the end of it. I'd love to make more, and thought it might be a good way to earn a little side money, as long as that's approved by the author of the pattern.

15.12.2023 - 15:50

DROPS Design answered:

Dear Ana, the sale of garments based on DROPS patterns is permitted as long as they are sold as single items or per order. Further commercial use of the patterns is not permitted. It has to be clearly stated that the garment is made based on a design from DROPS DESIGN. The use of DROPS photos for marketing purposes/sales is only permitted in connection with the use/sale of DROPS products. The photos may not be cut or edited and the logo should be clearly visible. You can see more information in the Copyright section at the bottom of our webpage, after the "Post a comment section". Happy crochetting!

17.12.2023 - 18:06