DROPS Belle
DROPS Belle
53% katoen, 33% viscose, 14% linnen
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.95€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Swing by Spring Top

Gebreide trui in DROPS Belle. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met ronde pas, kantpatroon, bladpatroon en korte ballonmouwen. Maat: S - XXXL

DROPS 222-32
DROPS design: Patroon vs-078
Garengroep B
-------------------------------------------------------

MAAT:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS BELLE van garnstudio (behoort tot garengroep B)
250-300-300-350-350-400 g kleur 02, naturel

STEKENVERHOUDING:
21 steken in de breedte en 28 naalden in de hoogte in tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4 mm
DROPS RONDBREINAALD 4 mm : Lengte 40 en 60 of 80 cm voor tricotsteek.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3 mm
DROPS RONDBREINAALD 3 mm : Lengte 40 cm en 80 cm voor randen.
De naalddikte is slechts een richtlijn! Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Belle
DROPS Belle
53% katoen, 33% viscose, 14% linnen
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.95€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2. Kies het telpatroon voor uw maat.

TIP VOOR HET MINDEREN (geldt voor de zijkant van het lijf):
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad en brei 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.

TIP VOOR HET AFKANTEN:
Om een strakke afkantrand te voorkomen kunt u een naald in een grotere maat gebruiken. Als het nog steeds te strak is brei dan 1 omslag na ongeveer iedere 4e steek terwijl u afkant (kant de omslagen af als normale steken).

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Brei de halsrand en de pas in de rondte vanaf midden achter, van boven naar beneden. Verdeel nu de pas voor het lijf en de mouwen. Het lijf wordt in de rondte gebreid op de rondbreinaald van boven naar beneden. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald, van boven naar beneden.

HALSRAND:
Zet 100-100-104-108-112-120 steken op rondbreinaald 3 mm met Belle. Brei 1 naald recht.
Brei dan boordsteek = 1 recht/1 averecht. Als de boordsteek 2-2-3-3-3-3 cm meet, ga dan verder met rondbreinaald 4 mm.
Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald midden achter, meet de pas vanaf deze markeerdraad!

PAS:
Brei A.1 in de rondte (= 25-25-26-27-28-30 herhalingen van 4 steken).
Als A.1 is gebreid, zijn er 200-200-208-216-280-300 steken op de naald. Het werk meet nu 4-4-4-4-6-6 cm vanaf markeerdraad.
Brei dan A.2 in de rondte (= 25-25-26-27-28-30 herhalingen van 8-8-8-8-10-10 steken). DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Als A.2 is gebreid, zijn er 275-300-312-351-392-420 steken op de naald. Het werk meet ongeveer 14-14-14-17-19-19 cm vanaf de markeerdraad (dus 16-16-17-20-22-22 cm vanaf de opzetrand).
Brei in tricotsteek tot het werk 18-20-21-23-25-27 cm meet vanaf de markeerdraad. Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen. Brei de volgende naald als volgt:
38-42-44-50-58-63 recht (= ½ achterpand), zet de volgende 62-66-68-76-80-84 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 8-8-12-12-12-12 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw), brei 75-84-88-99-116-126 recht (= voorpand), zet de volgende 62-66-68-76-80-84 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 8-8-12-12-12-12 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw), brei de laatste 38-42-44-50-58-63 steken recht (= ½ achterpand). Brei het lijf en de mouwen apart verder. MEET NU HET WERK VANAF HIER!

LIJF:
= 167-184-200-223-256-276 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 8-8-12-12-12-12 nieuw opgezette steken onder elke mouw (= in de zijkant van het lijf). Er zijn nu 83-92-100-111-128-138 steken op het voorpand en 84-92-100-112-128-138 steken op het achterpand.
Neem de markeerdraden mee in de hoogte tijdens het breien; ze worden later gebruikt bij het minderen in de zijkanten.
Brei in tricotsteek in de rondte.
Minder bij een hoogte van 3 cm vanaf de scheiding, 1 steek aan elke kant van iedere markeerdraad - lees TIP VOOR HET MINDEREN (= 4 steken geminderd). Minder zo iedere 2 cm 4-4-4-4-5-5 keer in totaal = 151-168-184-207-236-256 steken.
Brei in tricotsteek in de rondte tot het werk 15-15-16-16-16-16 cm meet vanaf de scheiding – of tot de gewenste lengte (er is ongeveer 2 cm over tot de gewenste afmetingen).
Brei 1 naald recht en meerder 23-26-28-31-36-38 steken verdeeld = 174-194-212-238-272-294 steken.
Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Brei boordsteek (1 recht/1 averecht) in de rondte voor 2 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht - lees TIP VOOR HET AFKANTEN.
De trui meet ongeveer 39-41-43-45-47-49 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUWEN:
Zet de 62-66-68-76-80-84 steken van de hulpdraad aan een kant van het werk op breinaalden zonder knop/een korte rondbreinaald 4 mm, en neem 1 steek op in elk van de 8-8-12-12-12-12 nieuw opgezette steken in de zijkant onder de mouw = 70-74-80-88-92-96 steken. Brei in tricotsteek in de rondte tot de mouw 12-11-10-8-7-5 cm meet vanaf de scheiding (er is ongeveer 5 cm over tot de gewenste afmetingen, pas de trui en brei tot de gewenste lengte. Brei 1 naald recht en minder 16-16-14-14-14-14 steken verdeeld = 54-58-66-74-78-82 steken.
Brei verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm. Brei boordsteek in de rondte = 1 recht/1 averecht voor 5 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht - denk om TIP VOOR HET AFKANTEN!
De mouw meet ongeveer 17-16-15-13-12-10 cm vanaf de scheiding. Brei de andere mouw op dezelfde wijze.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 14.06.2021
Correctie in telpatroon A.2.

Telpatroon

symbols = recht
symbols = averecht
symbols = brei 7-7-7-9-9-9 steken in dezelfde steek als volgt: 1 recht, maar wacht met de steek van de linker naald af te laten glijden, * 1 omslag, 1 recht in dezelfde steek *, brei van *-* 3-3-3-4-4-4 keer in totaal, laat de steek van de linker naald glijden.
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken, brei de omslag gedraaid op de volgende naald om gaatjes te voorkomen
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = haal 2 steken recht af, 1 recht, haal de 2 afgehaalde steken over de gebreide steek
symbols = brei 3 steken in dezelfde steek als volgt: 1 recht, maar wacht maar wacht met de steek van de linker naald af te laten glijden, 1 omslag, 1 recht in dezelfde steek, laat de steek van de linker naald af glijden.
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Swing by Spring Top

Camilla, Sweden

Swing by Spring Top

Aleksandra, Poland

Swing by Spring Top

Sandra, Poland

Swing by Spring Top

Joanna, Poland

Swing by Spring Top

Domi, Poland

Swing by Spring Top

Grażyna, Poland

Swing by Spring Top

Agnieszkaamg, Poland

Swing by Spring Top

Fleur, France

Laat een opmerking achter voor DROPS 222-32

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (84)

country flag Monique Jelmorini wrote:

In patroon A2 moeten 7 steken uit 1 steek worden gebreid. Moeten de omslagen die hiervoor worden gemaakt, op de volgende naald verdraaid worden gebreid, of juist niet? English: In A2 pattern, 7 stitched are made out of one. In the next needle, do the yarn overs need to be knitted through the back loop to avoid holes, or not?

02.04.2023 - 10:50

DROPS Design answered:

Dag Monique,

Staat inderdaad niet aangegeven, maar deze zou ik inderdaad gedraaid breien, zodat er geen gaatjes ontstaan.

05.04.2023 - 10:11

country flag Naomi wrote:

Hi there, Can you explain to me how to knit the A2 graph? I don't understand why there are spaces there and how to do the 3-in-1 knit stitch. Thank you! Best, Naomi

19.03.2023 - 02:08

DROPS Design answered:

Dear Naomi, you don't need to pay attention to the spaces, they are there to help make a more 3D representation of the charts, so the spaces correspond to the space occupied by stitches that have been decreased or cast off on previous rows. For the knit 3 in one stitch, knit 1 stitch, but without slipping it to the other needle. Then, work 1 yarn over and knit another stitch in. When knitting this last stitch you will slip it off the needle, alongside the yarn over and the first stitch. You can also check the following video: https://www.garnstudio.com/video.php?id=1639&lang=en. Happy knitting!

19.03.2023 - 18:28

country flag MARCELINE wrote:

Bonjour Je veux réaliser ce modèle en faisant des rangs raccourcis au haut du col au dos du pull. Sur combien de mailles fait il travailler pour ces rangs raccourcis ?

24.02.2023 - 08:46

DROPS Design answered:

Bonjour Marceline, vous pouvez vous inspirer d'un modèle similaire avec rangs raccourcis pour ajuster en fonction de la hauteur souhaitée. N'hésitez pas à demander conseil à votre magasin si besoin, même par mail ou téléphone on pourra vous aider. Bon tricot!

24.02.2023 - 10:08

country flag Ujwala Ajinkya wrote:

Still unclear. Ok now please clarify on the following points 1. How many stitches would be there at the end of 7th row? In my opinion there would be 225. Please correct me if I am wrong 2. If 225 stitches remain at the end of 7th row how do I work the 9th row as the pattern is of 8 stitches (8 repeated 28 times would be 224 and 1 stitch would remain Await ur response eagerly to proceed further

11.08.2022 - 19:44

DROPS Design answered:

Dear Mrs Ajinkya, at the end of 7th row, there are again 200 sts on the needle (= you decreased 2 sts on row 3 + row 5 + row 7) and increased 6 sts on 3rd row = 8 -2-2-2+6=8 sts x 25 repeats = 200 sts. On 9th row you increase 6 sts and decrease 2 sts in each A.2 = 8+6-2=12 sts x 25 repeats = 300 sts. As said before, the number of stitches will alternately go up and down beacuse of the increases/decreases; Happy knitting!

12.08.2022 - 09:47

country flag Ujwala Ajinkya wrote:

Thank you for the response but my concern still remains. Agree that at the end of 3rd row of A2 there would be 300 stitches. But at the end of row 9th row won’t there be only 285 stitches considering two decreases each on row 5 and 7 and one decrease on row 9. In that case going further down the number of stitches keeps varying from 300 and on certain rows does not fit into multiples of 12. Hope that I have expressed my concern appropriately.

11.08.2022 - 14:21

DROPS Design answered:

Dear Mrs Ajinkya, the number of stitches in A.2 will alternately increase and decrease due to the triangle patterns ( see row 1-9 here and row 10 to 20 here - on row 20 you will get 8 sts in each A.2 again, then you will increase (see black star = 2 sts on row 21 and 2 sts on next to last row A.2 = 8+2+2=12 sts in each repeat). Happy knitting!

11.08.2022 - 16:21

country flag Ujwala Ajinkya wrote:

Appreciate your quick response. But for the medium size the 25 multiples of 12 stitches = 300 stitches doesn’t seem to be going right till the end of the pattern. I hope you get my concern. As the A2 pattern is worked the number of stitches keeps increasing or decreasing leaving certain rows with stitches which are not exact multiples of 25. Then how do we proceed?

10.08.2022 - 19:35

DROPS Design answered:

Dear Mrs Ajinkya, in size M you start working 25 repeats of 8 sts in each A.2 (= 200 sts on the needle), you will increase and decrease in the diagram to shape the triangles and increase also (see black stars) so that there are 12 sts on the last row in each A.2, you then get 12 sts x 25 repeats = 300 sts. And you now work in stocking stitch. Look at the video section above (under the written pattern) you will see 2 videos showing how to work A.2, it might help you. Happy knitting!

11.08.2022 - 10:38

country flag Ujwala Ajinkya wrote:

For the medium size when A2 has been worked how does it work to 300 stitches as all through until then the number of stitches for the small and medium size was the same. Suddenly when A2 has been worked how does the number of stitches for small and medium differ?

10.08.2022 - 01:17

DROPS Design answered:

Dear Mrs Ajinkya, you don't work the same diagram in S and in M, if you start with 8 sts in both sizes, there are 11 sts at the end of A.2 in S and 12 sts at the end of A.2 in M, so that you will have in M 25 repeats of 12 sts = 300 sts (while you get in size S 25repeats of 11 sts = 275 sts). Happy knitting!

10.08.2022 - 09:11

country flag Sisse Soelberg Tiedt Vestergaard wrote:

Jeg vil gerne strikke denne fine top, men jeg er i tvivl om, hvilket bevægelsesrum, I anbefaler? Skal jeg gå efter det reelle brystmål, eller skal der helst være lidt plads?

18.07.2022 - 19:30

DROPS Design answered:

Hej Sisse, det er en smagssag... jeg havde nok selv valgt lidt plads :)

02.08.2022 - 15:39

country flag Rosario Elias Liñero wrote:

Hola Quisiera preguntarte cómo coloco los hilos marcadores por ejemplo cada 25 puntos un hilo marcador? O cuantos pts son para manga espalda manga y delantero para colocar los marcadores ya hice el resorte, hago una vuelta de derecho para poner los hilos y empezar con los aumentos? Muchas gracias

03.05.2022 - 05:21

DROPS Design answered:

Hola Rosario, en el patrón solo ponen marcador para el inicio de la vuelta. Si quieres insertar marcadores para facilitar trabajar A.1, puedes insertar marcadores cada 16 puntos (o cualquier múltiplo de 4, que es el número de puntos en A.1). No tienes que trabajar ninguna fila extra después del resorte para insertar los marcadores, comienzas directamente con el diagrama y los aumentos. La división para la manga, espalda, manga y delantero se hace al final del canesú, después de los aumentos.

05.05.2022 - 22:16

country flag Helene wrote:

Hej jag vill att tröjan skall bli lite utställd som Dandelion Dreams och lika lång som den. Jag kommer sticka Swing by Spring Top i stl XXL och undrar hur många nystan jag behöver beställa. 8, 9 eller 10?

26.04.2022 - 14:24

DROPS Design answered:

Hej Helene, så skal du nok bruge 10 nøgler. God fornøjelse!

26.04.2022 - 15:50