DROPS Brushed Alpaca Silk
DROPS Brushed Alpaca Silk
77% Alpaca, 23% Zijde
vanaf 2.97 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 14.85€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Peaches and Cream Jacket

Gebreid overslagvest in DROPS Brushed Alpaca Silk. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met ¾ pofmouwen. Maat: S - XXXL

DROPS 222-8
DROPS design: Patroon as-149
Garengroep C of A + A
-------------------------------------------------------

MAAT:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS BRUSHED ALPACA SILK van garnstudio (behoort tot garengroep C)
125-150-150-175-175-200 g kleur 20, zandroos

STEKENVERHOUDING:
17 steken in de breedte en 22 naalden in de hoogte in tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5 mm
DROPS RONDBREINAALD 5 mm : Lengte 40 en 80 cm voor tricotsteek.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4 mm
DROPS RONDBREINAALD 4 mm: Lengte 80 cm voor de boordsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn! Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Brushed Alpaca Silk
DROPS Brushed Alpaca Silk
77% Alpaca, 23% Zijde
vanaf 2.97 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 14.85€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel = brei 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (geldt voor de armsgaten):
Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt.
Meerder aan de binnenkant van de 3 kantsteken in ribbelsteek. Meerder 1 steek door 1 omslag te maken. Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslagen gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de gemeerderde steken in tricotsteek.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (geldt voor de zijkanten van het lijf):
Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt.
Meerder 1 steek aan de binnenkant van de 1 kantsteek in ribbelsteek in de zijkant door 1 omslag te maken. Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslagen gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MEERDEREN-3 (geldt voor de halslijn op de voorkant):
Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt.
Meerder voor de hals 1 steek door 1 omslag te maken. Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslag gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen - meerder na de laatste steek in tricotsteek voor A.1 en voor de eerste steek in tricotsteek na A.2. Brei de gemeerderde steken in tricotsteek.

TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert/mindert, tel het totaal aantal steken waarover gemeerderd/geminderd moet worden (dus 18 steken), en deel deze door het aantal te maken meerderingen/minderingen (dus 7) = 2.6.
In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na afwisselend ongeveer iedere 2e en 3e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen
Bij het minderen breit u in dit voorbeeld afwisselend ongeveer iedere 1e en 2e steek en iedere 2e en 3e steek recht samen.

TIP VOOR HET MINDEREN-1 (geldt voor de zijkanten van het lijf):
Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt!
Minder aan de binnenkant van de 1 kantsteek in ribbelsteek.
Minder als volgt na de 1 kantsteek in ribbelsteek: 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 1 steek geminderd).
Minder als volgt voor de 1 kantsteek in ribbelsteek: Brei tot er 2 steken over zijn voor de kantsteek, 2 recht samen (= 1 steek geminderd).

TIP VOOR HET MINDEREN-2 (geldt voor midden onder de mouwen):
Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 steken recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd).

TIP VOOR HET AFKANTEN:
Om een strakke afkantrand te voorkomen kunt u een naald in een grotere maat gebruiken. Als het nog steeds te strak is, brei dan 1 omslag na ongeveer iedere 3e steek terwijl u afkant (kant de omslagen af als normale steken).

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

OVERSLAGVEST - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Brei het achterpand en de voorpanden apart heen en weer, van boven naar beneden. Neem dan steken op voor de strikbanden. De mouwkop wordt heen en weer gebreid op de rondbreinaald, van boven naar beneden. Brei dan de rest van de mouw in de rondte op de rondbreinaald/breinaalden zonder knop.

RECHTERSCHOUDER ACHTER (als het kledingstuk gedragen wordt):
Zet 22-22-22-22-22-22 steken op rondbreinaald 4 mm met Brushed Alpaca Silk. Brei 1 ribbel in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven, over alle steken. Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Brei dan de buitenste 3 steken aan elke kant van het werk in ribbelsteek en brei de overgebleven steken in tricotsteek. Brei bij een hoogte van 3 cm, de volgende naald op de verkeerde kant als volgt: Brei zoals hiervoor over alle steken en zet 16-18-18-20-22-24 nieuwe steken op aan het einde van de naald voor de hals = 38-40-40-42-44-46 steken. Knip het garen af. Leg het werk terzijde en brei de linkerschouder achter.

LINKERSCHOUDER ACHTER (als het kledingstuk gedragen wordt):
Zet 22-22-22-22-22-22 steken op rondbreinaald 4 mm met Brushed Alpaca Silk. Brei 1 ribbel over alle steken. Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Brei dan de buitenste 3 steken aan elke kant van het werk in ribbelsteek en brei de overgebleven steken in tricotsteek. Ga zo verder tot werk 3 cm meet – pas aan op het einde met de laatste naald op de verkeerde kant. Brei dan het achterpand zoals uitgelegd hieronder.

ACHTERPAND:
Zet de linker- en rechterschouder op dezelfde rondbreinaald zodat de 16-18-18-20-22-24 nieuw opgezette steken voor de hals in het midden van de naald komen = 60-62-62-64-66-68 steken.
LEES HET VOLGENDE DEEL HELEMAAL DOOR VOORDAT U VERDER GAAT!
Brei patroon aan de goede kant als volgt: 3 steken in ribbelsteek, tricotsteek over de volgende 16-16-16-16-16-16 steken, ribbelsteek over de volgende 22-24-24-26-28-30 steken, tricotsteek over de volgende 16-16-16-16-16-16 steken, 3 steken in ribbelsteek.
Ga zo verder heen en weer gebreid tot er 3 ribbels zijn gebreid over de steken voor de hals. Brei dan in tricotsteek met 3 kantsteken in ribbelsteek aan elke kant richting de armsgaten. DENK OM DE STEKENVERHOUDING. Meerder tegelijkertijd bij een hoogte van 17-14-8-12-10-7 cm vanaf de opzetrand op de schouders, 1 steek aan elke kant voor de armsgaten – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1. Meerder zo iedere 4e-4e-4e-2e-2e-2e naald, 2-4-8-11-15-19 keer in totaal aan elke kant = 64-70-78-86-96-106 steken. Het werk meet ongeveer 19-20-21-22-23-24 cm vanaf de opzetrand.

Zet nu 3 nieuwe steken op voor de armsgaten aan het einde van de volgende 2 naalden = 70-76-84-92-102-112 steken. MEET NU HET WERK VANAF HIER!
Brei 4 naalden in tricotsteek met 6 steken in ribbelsteek aan elke kant. Brei dan in tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Minder bij een hoogte van 4 cm vanaf het armsgat, 1 steek aan elke kant - lees TIP VOOR HET MINDEREN-1 (= 2 steken geminderd). Herhaal het minderen bij een hoogte van 8-8-9-9-10-10 cm en 12-13-14-15-16-17 cm = 64-70-78-86-96-106 steken.
Meerder bij een hoogte van 15-16-17-18-19-20 cm, 1 steek aan de binnenkant van de 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (= 2 steken gemeerderd). Herhaal het meerderen bij een hoogte van 19-20-21-22-23-24 cm en 23-24-25-26-27-28 cm = 70-76-84-92-102-112 steken. Ga verder tot het werk 24-25-26-27-28-29 cm meet vanaf het armsgat en meerder 8-8-9-10-12-14 steken verdeeld op de laatste naald op de verkeerde kant = 78-84-93-102-114-126 steken. Ga verder met rondbreinaald 4 mm en brei de volgende naald aan de goede kant als volgt: 1 kantsteek in ribbelsteek, * 1 recht, 2 averecht *, herhaal van *-* tot er 2 steken over zijn op de naald, 1 recht, 1 kantsteek in ribbelsteek. Ga zo verder met boordsteek voor 3 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht - lees TIP VOOR HET AFKANTEN. Het werk meet ongeveer 46-48-50-52-54-56 cm vanaf de schouder naar beneden.

RECHTER VOORPAND (als het kledingstuk gedragen wordt):
Zet 22-22-22-22-22-22 steken op rondbreinaald 4 mm met Brushed Alpaca Silk. Brei 1 ribbel over alle steken. Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Brei de volgende naald aan de goede kant als volgt: 3 kantsteken in ribbelsteek richting het armsgat, 4-4-4-4-4-4 steken in tricotsteek, A.1 (= 15 steken). Ga weer verder in patroon en tricotsteek heen en weer gebreid.
Meerder bij een hoogte van 4 cm, voor de halslijn voor A.1 (gezien aan de goede kant) - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-3. Meerder zo op iedere andere naald (dus iedere naald aan de goede kant) 4 keer in alle maten, dan iedere 4e naald (dus iedere andere naald aan de goede kant) 8-8-9-11-12-13 keer in totaal, iedere andere naald (dus iedere naald aan de goede kant) 11-12-11-10-10-10 keer in totaal en tot slot iedere 4e naald 2-2-2-2-2-2 keer. Meerder tegelijkertijd bij een hoogte van 17-14-8-12-10-7 cm, voor het armsgat op dezelfde manier als op het achterpand, dus meerder aan de binnenkant van de 3 steken in ribbelsteek richting het armsgat op het begin van de naald (gezien aan de goede kant). Als het meerderen voor het armsgat klaar is (er zijn 2-4-8-11-15-19 steken gemeerderd voor het armsgat) meet het werk ongeveer 19-20-21-22-23-24 cm vanaf de opzetrand op de schouder. Zet aan het einde van de volgende naald op de verkeerde kant 3 nieuwe steken op voor het armsgat.
Ga zo verder als hiervoor met A.1 richting midden voor, meerder voor de halslijn en tricotsteek maar brei over de buitenste 6 steken richting de zijkant 2 ribbels (dus dit wordt op de volgende 4 naalden gedaan). Brei dan in tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek richting de zijkant en A.1 richting midden voor (ga verder met meerderen zoals hiervoor).
Minder bij een hoogte van 4 cm vanaf het armsgat 1 steek in de zijkant - denk om TIP VOOR HET MINDEREN-1. Herhaal minder bij een hoogte van 8-8-9-9-10-10 en 12-13-14-15-16-17 cm. Meerder bij een hoogte van 15-16-17-18-19-20 cm meerder 1 steek aan de binnenkant van de 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant - denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-2. Herhaal het meerderen bij een hoogte van 19-20-21-22-23-24 cm en 23-24-25-26-27-28 cm. Als alle meerderingen richting midden voor klaar zijn, ga dan verder in patroon zoals hiervoor tot de meerderingen in de zijkant klaar zijn.
Als alle meerderingen en minderingen klaar zijn, zijn er 52-55-59-63-68-73 steken op de naald. Brei tot het werk 24-25-26-27-28-29 cm meet vanaf het armsgat. Meerder op de volgende naald 6-9-8-7-8-9 steken verdeeld = 58-64-67-70-76-82 steken. Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Brei nu boordsteek als volgt: 1 kantsteek in ribbelsteek, * 2 averecht, 1 recht *, herhaal van *-* tot er 15 steken over zijn op de naald, brei A.1 over de laatste 15 steken (de boordsteek moet in A.1 passen).
Ga zo verder met boordsteek voor 3 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht - denk om TIP VOOR HET AFKANTEN. De voorkant van het werk meet ongeveer 46-48-50-52-54-56 cm vanaf de schouder.

LINKER VOORPAND:
Zet 22-22-22-22-22-22 steken op rondbreinaald 4 mm met Brushed Alpaca Silk. Brei 1 ribbel over alle steken. Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Brei de volgende naald aan de goede kant als volgt: A.2 (= 15 steken), 4-4-4-4-4-4 steken in tricotsteek, 3 steken in ribbelsteek richting het armsgat. Ga weer verder in patroon en tricotsteek heen en weer gebreid.
Meerder bij een hoogte van 4 cm voor de halslijn na A.2 (gezien aan de goede kant) - denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-3. Meerder zo op iedere andere naald 4 keer in alle maten, dan iedere 4e naald (dus iedere andere naald aan de goede kant) 8-8-9-11-12-13 keer in totaal, iedere andere naald (dus iedere naald aan de goede kant) 11-12-11-10-10-10 keer in totaal en tot slot iedere 4e naald 2-2-2-2-2-2 keer. Meerder tegelijkertijd bij een hoogte van 17-14-8-12-10-7 cm voor het armsgat op dezelfde manier als op het achterpand en het rechter voorpand, dus meerder aan de binnenkant van de 3 steken in ribbelsteek richting het armsgat aan het einde van de naald (gezien aan de goede kant). Als het meerderen voor het armsgat klaar is (er zijn 2-4-8-11-15-19 steken gemeerderd voor het armsgat) meet het werk ongeveer 19-20-21-22-23-24 cm vanaf de opzetrand op de schouder. Zet aan het einde van volgende naald aan de goede kant 3 nieuwe steken op voor het armsgat.
Ga zo verder als hiervoor met A.2 richting midden voor, meerder voor de halslijn en tricotsteek maar over de buitenste 6 steken richting de zijkant breit u 2 ribbels (dus dit wordt op de volgende 4 naalden gedaan). Brei dan in tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek richting de zijkant en A.2 richting midden voor (ga verder met meerderen zoals hiervoor).
Minder bij een hoogte van 4 cm vanaf het armsgat, 1 steek in de zijkant - denk om TIP VOOR HET MINDEREN-1. Herhaal het minderen bij een hoogte van 8-8-9-9-10-10 en 12-13-14-15-16-17 cm. Meerder bij een hoogte van 15-16-17-18-19-20 cm 1 steek aan de binnenkant van de 1 kantsteek in ribbelsteek in de zijkant - denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-2. Herhaal het meerderen bij een hoogte van 19-20-21-22-23-24 cm en 23-24-25-26-27-28 cm.
Als alle meerderingen en minderingen klaar zijn, zijn er 52-55-59-63-68-73 steken op de naald. Brei tot het werk 24-25-26-27-28-29 cm meet vanaf het armsgat. Meerder op de volgende naald 6-9-8-7-8-9 steken verdeeld = 58-64-67-70-76-82 steken. Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Brei nu boordsteek als volgt: A.2 over de eerste 15 steken, * 1 recht, 2 averecht *, brei van *-* tot er 3 steken over zijn, 2 averecht, 1 kantsteek in ribbelsteek.
Ga zo verder met boordsteek voor 3 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht - denk om TIP VOOR HET AFKANTEN. De voorkant van het werk meet ongeveer 46-48-50-52-54-56 cm vanaf de schouder.

MOUW:
Zet 20-20-20-22-22-22 steken op rondbreinaald 5 mm.
Brei 1 naald recht aan de goede kant en meerder 7-8-9-8-8-8 steken verdeeld (maar meerder niet over de buitenste steek aan elke kant) - lees TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN = 27-28-29-30-30-30 steken. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant. Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: 1 recht, brei 2 steken in elk van de volgende 25-26-27-28-28-28 steken (dus brei in de voorste en de achterste lus van de steek), 1 recht = 52-54-56-58-58-58 steken.
Brei tricotsteek heen en weer gebreid tot de mouwkop en zet tegelijkertijd nieuwe steken op aan het einde van iedere naald aan elke kant als volgt: Zet 1 keer 3 steken op aan elke kant, 3-3-3-3-4-4 keer 2 steken aan elke kant, 0-1-2-3-3-6 keer 1 steek aan elke kant, 3-3-3-3-3-3 keer 2 steken aan elke kant en dan 1 keer 3 steken aan elke kant = 88-92-96-100-104-110 steken.
Brei in tricotsteek in de rondte. Bij een hoogte van 4 cm vanaf waar het was samen gevoegd, mindert u 2 steken midden onder de mouw - lees TIP VOOR HET MINDEREN-2. Minder zo iedere 4-4-3-3-2-2 cm 3-3-4-4-5-6 keer in totaal = 82-86-88-92-94-98 steken. Brei tot het werk 38-37-37-39-40-40 cm meet vanaf de opzetrand. Brei 1 naald recht en minder 14-14-12-12-14-14 steken verdeeld = 68-72-76-80-80-84 steken. Brei de volgende naald als volgt: * 2 recht, 2 recht samen(= 1 steek geminderd) *, brei van *-* over de hele naald= 51-54-57-60-60-63 steken. Brei verder met breinaalden zonder knop maat 4 mm en brei boordsteek in de rondte = 1 recht/2 averecht voor 7 cm. Kant dan losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht – denk om TIP VOOR HET AFKANTEN. De mouw meet ongeveer 45-45-46-46-47-47 cm vanaf de opzetrand en naar beneden. Brei een andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden aan de binnenkant van de afkantrand. Naai de zijnaden aan de binnenkant van de 1 kantsteek maar laat een opening aan elke kant om de strikbanden door te rijgen – plaats de opening ongeveer 8 cm vanaf de onderrand en 2½-3 cm naar boven richting de armsgaten.
Naai de mouwen aan het lijf door de mouwen tegen de onderrand in ribbelsteek te plaatsen over de armsgaten en naai kleine steken aan de goede kant (er mag geen losse rand zijn bij het naaien, en naai in de buitenste steek in ribbelsteek aan de goede kant, zodat de rand in ribbelsteek mooi aan de buitenkant van de mouw ligt).

STRIKBANDEN:
RECHTER VOORPAND OP DE VOORKANT:
Begin met naald 4 mm en Brushed Alpaca Silk en neem 7 steken op aan de goede kant over het rechter voorpand, ongeveer 8 cm vanaf de afkantrand aan de onderkant. Brei de eerste naald op de strikband aan de verkeerde kant als volgt: 1 kantsteek in ribbelsteek, 1 averecht, 1 recht, 1 averecht, 1 recht, 1 averecht, 1 kantsteek in ribbelsteek. Brei tot de strikband ongeveer 84 tot 94 cm meet. Kant af.

LINKER VOORPAND OP DE VOORKANT:
Begin met naald 4 mm en Brushed Alpaca Silk en neem 7 steken op aan de goede kant over het linker voorpand, ongeveer 8 cm vanaf de afkantrand op de onderkant. Brei de eerste naald op de strikband als volgt: 1 kantsteek in ribbelsteek, 1 averecht, 1 recht, 1 averecht, 1 recht, 1 averecht, 1 kantsteek in ribbelsteek. Brei tot de strikband ongeveer 40 cm meet. Kant af.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 222-8

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (17)

country flag Lise wrote:

Ermer: Det står at eg skal legge opp 3 masker i kvar ende, på kvar pinne. Og etterkvart 2 masker, deretter 1 maske i kvar ende. Meinast det på kvar rettpinne og kun det, eller meinast det både på rett- og vrangpinner?

16.09.2022 - 14:00

DROPS Design answered:

Hei Lise. Det skal legges opp på hver pinne (på slutten av hver pinne), både fra retten og fra vrangen. mvh DROPS Design

19.09.2022 - 09:55

country flag Ulrikke wrote:

Hi, Does the recipe knit with two threads of Brushed alpaca silk or is it only one thread?

24.10.2021 - 11:23

DROPS Design answered:

Dear Ulrikke, this is knitted with only one thread of Brushed Alpaca Silk. Happy knitting!

24.10.2021 - 12:05

country flag Liz wrote:

Good morning, I am struggling to understand where I need to carry on increasing, "Continue as before with A.1 towards mid front, increase for neck line and stocking stitch but over the outermost 6 stitches towards the side work 2 ridges (i.e. this is done on the next 4 rows)." Sorry if i am being a bit thick, but can you explain which are the outer most 6sts? Thank you

13.10.2021 - 09:42

DROPS Design answered:

Dear Liz, this means that for the next 4 rows you will have to work as before over all stiches but knit the last 6 sts from RS/first 6 stitches from WS (= towards armhole/side). Can this help?

13.10.2021 - 14:02

country flag Landy wrote:

Bonjour, est ce que ce modèle se réalise avec un seul fil en alpaca silk ou 2 fils? merci

17.09.2021 - 17:21

DROPS Design answered:

Bonjour Landy, ce modèle se réalise avec un seul fil en Alpaca Silk.

19.09.2021 - 22:35

country flag Ilona wrote:

Ben ik de enige die de patroonuitleg ingewikkeld vind?

01.09.2021 - 16:34

country flag Salla wrote:

Translated into Finnish please

27.04.2021 - 11:25

country flag Simona wrote:

Si può realizzare con lana mohair?

10.03.2021 - 22:37

country flag Logal wrote:

J'aime ce modèle j'attends les explications avec impatience

15.02.2021 - 13:12

country flag Emilie wrote:

Cœur de danseuse

15.01.2021 - 13:48

country flag Helene wrote:

"Rose petals"

11.01.2021 - 22:53