DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.40 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 40.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Swept Away

Gebreide trui in DROPS Merino Extra Fine. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met zadelschouders, dubbele halsrand, kabels en ballonmouwen. Maten S - XXXL.

DROPS 221-12
DROPS Design: Patroon me-219
Garengroep B
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

GAREN:
DROPS MERINO EXTRA FINE van garnstudio (behoort tot garengroep B)
600-650-700-800-850-950 g kleur 13, denimblauw

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 4.5 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 3.5 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4.5 MM.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3.5 MM.
DROPS KABELNAALD – voor de kabels.
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – in dat geval heeft u alleen een rondbreinaald nodig van 80 cm in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
20 steken in de breedte en 26 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.
LET OP: De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.40 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 40.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.5. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven. Vind uw maat in het telpatroon (geldt voor A.3).
A.1 en A.2 worden op de schouders en mouwen gebreid.
A.3 wordt op de voor- en achterpanden gebreid.
A.4 en A.5 worden op de hals gebreid, als u voor Alternatief-2 kiest.

TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert/mindert , tel het totaal aantal steken op de naald (dus 104 steken), en deel deze door het aantal te maken meerderingen/minderingen (dus 32) = 3.3. In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na ongeveer elke 3e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen. Bij het minderen breit u ongeveer elke 2e en 3e steek recht samen.
TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (voor de schouders, de mouwen en de pas):
AAN DE GOEDE KANT.
VOOR DE MARKEERDRAAD:
De nieuwe steek draait richting rechts.
Gebruik de linker naald om de draad van achteren op te nemen tussen 2 steken van de vorige naald. Brei de steek recht in de voorste lus.
NA DE MARKEERDRAAD:
De nieuwe steek draait richting links.
Gebruik de linker naald om de draad vanaf de voorkant op te nemen tussen 2 steken van de vorige naald. Brei de steek recht in de achterste lus.

AAN DE VERKEERDE KANT:
VOOR DE MARKEERDRAAD:
De nieuwe steek draait richting rechts.
Gebruik de linker naald om de draad vanaf de voorkant op te nemen tussen 2 steken van de vorige naald. Brei de steek averecht in de achterste lus.
NA DE MARKEERDRAAD:
De nieuwe steek draait richting links.
Gebruik de linker naald om de draad op te nemen vanaf de achterkant tussen 2 steken van de vorige naald. Brei de steek averecht in de voorste lus.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (voor de mouwen):
Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, 1 omslag, 4 recht (de markeerdraad zit tussen deze 4 steken), 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de zijkanten van het lijf):
Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, brei 2 steken in tricotsteek (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd).

TIP VOOR HET AFKANTEN:
Om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt kunt u afkanten met een naald in een grotere maat. Als de rand nog steeds strak is, maak 1 omslag na ongeveer elke 4e steek terwijl u tegelijkertijd afkant; de omslagen worden als normale steken afgekant.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:

ER ZIJN 2 ALTERNATIEVEN VOOR DE HALS IN HET PATROON.
De trui in de AFBEELDING is van onder naar boven gebreid, de trui in de patroontekst wordt van boven naar beneden gebreid voor een mooiere pasvorm voor de hals/mouwen.
ALTERNATIEF-1:
Dit alternatief heeft een eenvoudigere hals om te breien.
Begin met een dubbele halsrand in de rondte, ga dan verder in de rondte en meerder voor de zadelschouders (de hals is op hetzelfde op het voor- en achterpand).
Als de meerderingen voor de schouders klaar zijn, meerder dan voor de mouwen en dan de pas.
De pas wordt verdeeld voor het lijf en de mouwen; het lijf wordt verder in de rondte gebreid met de rondbreinaald. De mouwen worden in de rondte gebreid met korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop.
ALTERNATIEF-2:
Dit alternatief is de hals zoals te zien is in de AFBEELDING.
Het werk begint heen en weer gebreid, vanaf midden voor, en er worden steken opgezet aan elke kant om de halslijn te vormen. Tegelijkertijd worden er steken gemeerderd voor de zadelschouders.
Als de meerderingen voor de schouders klaar zijn, meerder dan voor de mouwen en dan de pas.
De pas wordt verdeeld voor het lijf en de mouwen en het lijf wordt verder in de rondte met rondbreinaald. De mouwen worden in de rondte gebreid met korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop.
Als de trui klaar is, worden er steken opgenomen voor de dubbele halsrand.

-------------------------------------------------------

ALTERNATIEF-1 – BEGIN HIER:

DUBBELE HALSRAND:
Lees TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK hierboven.
Zet 104-108-112-116-120-124 steken op met korte rondbreinaald 3.5 mm en Merino Extra Fine. Brei boordsteek in de rondte (1 recht, 1 averecht) voor 7 cm.
Als de boordsteek klaar is, brei dan 1 naald recht en meerder 32-36-40-40-40-36 steken verdeeld– lees TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN = 136-144-152-156-160-160 steken. Brei 1 naald recht (de omslagen worden gedraaid gebreid). Brei dan de pas.

PAS – ALTERNATIEF-1:
Ga verder met rondbreinaald 4.5 mm. Voeg 1 markeerdraad in na de eerste 49-51-53-54-55-55 steken (= midden voor) – de pas wordt gemeten vanaf deze markeerdraad!
Voeg daarnaast 4 nieuwe markeerdraden in zonder de steken te breien en elke markeerdraad wordt ingevoegd tussen 2 steken. Deze markeerdraden worden gebruikt bij het meerderen voor de zadelschouders en moeten een andere kleur hebben dan de markeerdraad midden voor.
Markeerdraad 1: Voeg deze in voor de eerste steek op de naald (= schouder rechts achter).
Markeerdraad 2: Tel 30 steken vanaf markeerdraad-1 (= schouder), voeg markeerdraad 2 in voor de volgende steek.
Markeerdraad 3: Tel 38-42-46-48-50-50 steken vanaf markeerdraad 2 (= voorpand), voeg markeerdraad 3 in voor de volgende steek.
Markeerdraad 4: Tel 30 steken vanaf markeerdraad 3 (= schouder), voeg markeerdraad 4 in voor de volgende steek.
Er zijn 38-42-46-48-50-50 steken over na markeerdraad-4 (= achterpand).
Neem deze 4 markeerdraden mee tijdens het breien in de hoogte.
Begin op de volgende naald met het patroon en begin met meerderen voor de schouders zoals beschreven hieronder. Lees beide delen voordat u verder gaat!

PATROON – ALTERNATIEF-1:
Brei A.1 over de 30 schoudersteken tussen markeerdraden 1 en 2 en tussen markeerdraden 3 en 4. Brei A.3 over de 38-42-46-48-50-50 steken op de voor- en achterpanden (zie de markeringen in het telpatroon voor uw maat). LET OP: Terwijl u meerdert voor de schouders, breit de gemeerderde steken op de voor- en achterpanden in patroon A.3 tot er ruimte is voor een hele herhaling in de breedte, brei dan de nieuwe gemeerderde steken in tricotsteek (in XXL en XXXL brei alle gemeerderde steken in tricotsteek omdat A.3 begint met een hele herhaal). Ga verder met dit patroon. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! A.1 wordt in de hoogte herhaald tot de meerderingen voor de schouders klaar zijn, A.3 wordt herhaald in de hoogte tot de gewenste lengte.

MEERDERINGEN VOOR ZADELSCHOUDERS – ALTERNATIEF-1:
TEGELIJKERTIJD, op dezelfde naald als het begin van het patroon, meerdert u 4 steken voor de schouders als volgt:
Meerder VOOR markeerdraden 3 en 1 en NA markeerdraden 2 en 4 – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1. U meerdert alleen op de voor- en achterpanden; het aantal schoudersteken blijft hetzelfde.
Meerder iedere naald in totaal 18 keer in alle maten = 208-216-224-228-232-232 steken.
Na de laatste meerdering meet het werk 7 cm in alle maten – gemeten vanaf de markeerdraad midden voor. Ga naar MOUWMEERDERINGEN hieronder.

-------------------------------------------------------

ALTERNATIEF-2 – BEGIN HIER:

PAS:
Lees TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK hierboven.
Zet 100-104-108-110-112-112 steken op met rondbreinaald 4.5 mm en DROPS Merino Extra Fine. Voeg 4 markeerdraden in zonder de steken te breien en elke markeerdraad wordt ingevoegd tussen 2 steken. Deze markeerdraden worden gebruikt voor het meerderen voor de zadelschouders.
Markeerdraad-1: Voeg deze in na de eerste steek op de naald (= linker voorkant van de hals, als het kledingstuk gedragen wordt).
Markeerdraad 2: Tel 30 steken vanaf markeerdraad 1 (= schouder), voeg markeerdraad 2 in voor de volgende steek.
Markeerdraad 3: Tel 38-42-46-48-50-50 steken vanaf markeerdraad 2 (= achterpand), voeg markeerdraad 3 in voor de volgende steek.
Markeerdraad 4: Tel 30 steken vanaf markeerdraad 3 (= schouder), voeg markeerdraad 4 in voor de volgende steek.
Er is 1 steek over na markeerdraad 4 (= rechter voorkant van de hals).
Neem deze 4 markeerdraden mee tijdens het breien in de hoogte.
Op de eerste naald begint het patroon en beginnen de meerderingen voor de schouder. Zet daarnaast steken op aan elke kant voor de halslijn. Lees alle delen door voordat u verder gaat!

PATROON – ALTERNATIEF-2:
Brei A.4 over de eerste steek (kies het telpatroon voor uw maat), A.1 over de 30 schoudersteken tussen markeerdraden 1 en 2, A.3 over de 38-42-46-48-50-50 steken op het achterpand tussen markeerdraden 2 en 3 (zie markeringen in het telpatroon voor uw maat), brei A.1 over de 30 schoudersteken tussen markeerdraden 3 en 4, A.5 over de laatste steek (kies het telpatroon voor uw maat).
LET OP: Terwijl u meerdert voor de schouders, breit u de gemeerderde steken op het voorpand zoals te zien is in A.4 en A.5. Op het achterpand breit u de steken in A.3 tot er ruimte is voor een hele herhaling in de breedte, brei dan de nieuw gemeerderde steken in tricotsteek (in XXL en XXXL breit u alle gemeerderde steken in tricotsteek omdat A.3 begint met een hele herhaling). Ga verder met dit patroon. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! A.1 wordt in de hoogte herhaald tot de meerderingen voor de schouders klaar zijn, A.1 wordt in de hoogte herhaald tot de gewenste lengte.
Als A.4 en A.5 klaar zijn, brei dan A.3 over deze 50 patroonsteken (A.4/A.5 en de opgezette steken midden voor) tot de gewenste lengte.

MEERDERINGEN VOOR DE ZADELSCHOUDERS – ALTERNATIEF-2:
Tegelijkertijd, op de eerste naald (goede kant) meerdert u 4 steken voor de schouders als volgt:
Meerder aan de goede kant VOOR markeerdraden 3 en 1 en NA markeerdraden 2 en 4 – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1.
Meerder aan de verkeerde kant VOOR markeerdraden 4 en 2 en NA markeerdraden 3 en 1.
U meerdert alleen op de voor- en achterpanden; het aantal schoudersteken blijft hetzelfde. Ga zo verder, heen en weer gebreid en meerder op iedere naald in totaal 18 keer in alle maten.

HALSLIJN – ALTERNATIEF-2:
Als u 3 naalden in patroon heeft gebreid, zet dan nieuwe steken op aan het einde van elke naald voor de halslijn (de eerste keer steken worden steken opgezet aan het einde van de derde naald in patroon = goede kant).
Zet 1 steek op aan het einde van elke naald 4 keer aan elke kant, dan 2 steken aan het einde van elke naald 3 keer aan elke kant.
Zet aan het einde van naald 17 (goede kant) 16-20-24-26-28-28 steken op (midden voor van de hals). Keer het werk niet, maar brei de laatste naald in A.4/A.5 (= laatste meerdering voor de zadelschouders) over alle steken als volgt:
Brei de laatste naald in A.4, meerder voor markeerdraad-1, brei A.1 zoals hiervoor over de volgende 30 steken, meerder na markeerdraad-2, brei tricotsteek en A.3 zoals hiervoor over het achterpand tussen markeerdraden 2 en 3, meerder voor markeerdraad 3, brei A.1 zoals hiervoor over de volgende 30 steken, meerder na markeerdraad 4, brei de laatste naald in A.5, brei dan de 16-20-24-26-28-28 opgezette steken midden voor recht. Knip de draad af. Er zijn 208-216-224-228-232-232 steken en het werk meet 7 cm in alle maten – gemeten vanaf de opzetrand midden achter. Begin nu de volgende naald voor markeerdraad 1. Ga naar MOUWMEERDERINGEN hieronder.

-------------------------------------------------------

ALTERNATIEF-1 EN ALTERNATIEF-2 GA VANAF HIER VERDER EN VOLG HETZELFDE PATROON

MOUWMEERDERINGEN:
Brei in patroon als volgt: Brei A.2 tussen markeerdraden 1 en 2 en tussen markeerdraden 3 en 4, brei A.3 zoals hiervoor tussen markeerdraden 2 en 3 en tussen markeerdraden 4 en 1 (zorg ervoor dat u verder breit op de juiste naald in de telpatronen), de andere steken worden gebreid in tricotsteek.
Meerder TEGELIJKERTIJD op de eerste naald 4 steken voor de mouwen als volgt:
Meerder NA markeerdraden 1 en 3 en VOOR markeerdraden 2 en 4 – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1.
U meerdert allen op de mouwen; het aantal steken op de voor- en achterpanden blijft hetzelfde. Brei de gemeerderde steken zoals te zien is in A.2.
Meerder iedere 2e naald in totaal 2-2-2-2-2-3 keer = 216-224-232-236-240-244 steken.
Het werk meet ongeveer 9 cm in alle maten – gemeten vanaf de markeerdraad (alternatief-1), opzetrand midden achter (alternatief-2). Meerder nu voor de pas.

PASMEERDERINGEN:
Verplaats de 4 markeerdraden zodat ze in de buitenste steek aan elke kant van de voor- en achterpanden zitten (niet tussen 2 steken). Er zijn 34-34-34-34-34-36 steken tussen de markeerdraden op elke mouw.
Meerder op de volgende naald 8 steken voor de pas, meerder zowel voor als na elke markeerdraadsteek – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1.
U meerdert nu op zowel de voor- en achterpanden en op de mouwen. De gemeerderde steken worden in tricotsteek gebreid op het voorpand/achterpand en in A.2 op de mouwen tot er 38 steken in A.2 zijn, de gemeerderde steken worden gebreid in tricotsteek.
Meerder zo iedere 2e naald in totaal 13-15-17-21-24-27 keer = 320-344-368-404-432-460 steken.
Ga zo verder met de meerderingen tot het werk 19-21-23-26-28-30 cm meet - gemeten vanaf de markeerdraad (alternatief-1), opzetrand midden achter (alternatief-2).
Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen als volgt:
S, M, L en XL: Begin de naald 1-1-2-2 steken voor de eerste markeerdraadsteek.
XXL: Begin de naald vlak voor de eerste markeerdraadsteek.
XXXL: Begin de naald 1 steek na de eerste markeerdraadsteek.
ALLE MATEN:
Plaats de eerste 64-68-74-82-84-88 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 8-8-10-10-10-12 steken op (in de zijkant onder de mouw), brei 96-104-110-120-132-142 steken zoals hiervoor, plaats de volgende 64-68-74-82-84-88 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 8-8-10-10-10-12 steken op (in de zijkant onder de mouw), brei 96-104-110-120-132-142 steken zoals hiervoor. Knip de draad af. Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN.

LIJF:
= 208-224-240-260-284-308 steken.
Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 8-8-10-10-10-12 opgezette steken onder elke mouw. Neem de markeerdraden mee tijdens het breien in de hoogte; ze worden gebruikt voor de minderingen in de zijkanten.
Begin de naald bij een markeerdraad en ga verder in de rondte zoals hiervoor met A.3 over de middelste 50 steken op de voor- en achterpanden en brei de andere steken in tricotsteek.
Als het lijf 4 cm meet vanaf de scheiding, minder dan 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden – lees TIP VOOR HET MINDEREN (= 4 steken geminderd). Minder zo iedere 4 cm in totaal 3 keer aan elke kant = 196-212-228-248-272-296 steken.
Brei tot het lijf 16-16-16-15-15-15 cm meet vanaf de scheiding. Er is 3 cm over tot de gewenste lengte – pas de trui en brei tot de gewenste lengte.
Brei 1 naald recht en meerder 10-10-12-12-14-16 steken verdeeld – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN = 206-222-240-260-286-312 steken.
Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm. Brei boordsteek (1 recht, 1 averecht) voor 3 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht – lees TIP VOOR HET AFKANTEN!
De trui meet ongeveer 44-46-48-50-52-54 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUWEN:
Plaats de 64-68-74-82-84-88 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op een korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop maat 4.5 mm en neem 1 steek op in elk van de nieuwe opgezette steken onder de mouw = 72-76-84-92-94-100 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de nieuwe steken onder de mouw. Neem de markeerdraad mee tijdens het breien in de hoogte – het wordt gebruikt bij het meerderen onder de mouw.
Ga verder in de rondte met A.2 zoals hiervoor over de middelste 38 steken – de andere steken worden gebreid in tricotsteek.
Als de mouw 3 cm meet, meerder dan 2 steken onder de mouw – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2. Meerder zo iedere 3 cm in totaal 5-5-4-4-3-3 keer = 82-86-92-100-100-106 steken. Brei verder tot de mouw 33-31-30-27-26-24 cm meet vanaf de scheiding (Er is ongeveer 9 cm over; pas de trui en brei tot de gewenste lengte).
Brei 1 naald recht en minder 36-38-42-46-46-50 steken verdeeld = 46-48-50-54-54-56 steken. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3.5 mm en brei 9 cm boordsteek (1 recht, 1 averecht). Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht - denk om TIP VOOR HET AFKANTEN. De mouw meet ongeveer 42-40-39-36-35-33 cm vanaf de scheiding.
Brei de andere mouw op dezelfde manier.

-------------------------------------------------------

DUBBELE HALSRAND – ALTERNATIEF-1:
Vouw de hals dubbel naar de binnenkant en naai naar beneden vast. Om te voorkomen dat de hals te strak wordt en naar buiten rolt, is het belangrijk dat de naad elastisch is.

DUBBELE HALSRAND – ALTERNATIEF-2:
Begin midden achter en neem aan de goede kant 136-144-152-156-160-160 steken op rondom de hals met korte rondbreinaald 3.5 mm. Brei boordsteek in de rondte (1 recht, 1 averecht). Minder op de eerste naald het aantal steken naar 104-108-112-116-120-124 steken. Als de hals 7 cm meet, Kant ietwat losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht.
Vouw de hals dubbel naar de binnenkant en naai naar beneden vast. Om te voorkomen dat de hals te strak wordt en naar buiten rolt, is het belangrijk dat de naad elastisch is.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 22.11.2022
Het patroon is herschreven en heeft nu 2 alternatieven voor de hals.

Telpatroon

symbols = recht
symbols = averecht
symbols = zet 2 steken op een kabelnaald voor het werk, 2 recht, 2 recht van de kabelnaald
symbols = zet 2 steken op een kabelnaald achter het werk, 2 recht, 2 recht van de kabelnaald
symbols = zet 3 steken op een kabelnaald voor het werk, 3 recht, 3 recht van de kabelnaald
symbols = zet 3 steken op een kabelnaald achter het werk, 3 recht, 3 recht van de kabelnaald
symbols = breirichting
symbols = meerderingen voor de zadelschouders
symbols = meerderingen voor de mouw
symbols = meerderingen voor de pas
symbols = aan het eind van deze naald (na A.5), zet u steken op midden voor zoals uitgelegd in de tekst
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Swept Away

Linn, Sweden

Swept Away

Sabrina, Sweden

Laat een opmerking achter voor DROPS 221-12

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (44)

country flag Magdalena wrote:

Hej! Jag vill gärna sticka detta mönster (alternativ 2 till halskant) och har läst igenom det flera gånger, men förstår inte hur man skall sticka fram och tillbaka utan att sy någonstans. Har jag missat något? När byter man från att sticka fram och tillbaka till att sticka runt? Tack för svar!

01.04.2024 - 12:04

DROPS Design answered:

Hei Magdalena. Først strikker du frem og tilbake (det strikkes mønster og økninger til sadelskulder), samtidig økes det masker til en halsringning. På slutten av 17.pinne (retten) legges det opp x-antall masker midt foran i halsen. Nå skal arbeidet ikke snus, men det skal strikkes rundt. Du har nå en dypere hals/foran enn nakken/bak, og når du nå skal strikke er det ingen behov for å sy noen steder. mvh DROPS Design

08.04.2024 - 09:05

country flag CuriousKnitter wrote:

Hi, I am currently working on this pattern. I am in love with the design especially the cable design. However, I would like to change the balloon sleeves design to a normal sleeve. How would I go about to changing the sleeve? Do I have to change the sleeve from the shoulder area?

09.02.2024 - 00:16

DROPS Design answered:

Hi, you might take inspiration from another pattern with the same tension and the desired kind of sleeves (including decreases mid under sleeve). Happy knitting!

09.02.2024 - 08:18

country flag Juliette wrote:

Werden in den Rückreihen die weißen Kästchen (im Diagramm) links gestrickt und die schwarzen Kästchen rechts gestrickt? Hinreihe: weißes Kästchen= rechts ,Rückreihe: weißes Kästchen= links? Hinreihe:schwarzes Kästchen =links, Rückreihe: schwarzes Kästchen=rechts?

14.11.2023 - 14:32

DROPS Design answered:

Liebe Juliette, also ja genau, die Diagramme werden entweder in Reihen dann/ oder nur in Runden gestrickt, bei den Rückreihen (Innenseite der Arbeit) stricken Sie genauso wie Sie sie geschrieben haben. Viel Spaß beim stricken!

14.11.2023 - 15:49

country flag Juliette wrote:

Werden in den Rückreihen die linken Maschen rechts gestrickt und die rechten Maschen links gestrickt? LG

13.11.2023 - 09:22

DROPS Design answered:

Liebe Juliette, die Diagramme zeigen alle Reihen, bein den Rückreihen lesen Sie links nach rechts; die glatt rechte Maschen werden links bei den Rückreihen gestrickt, und das 2. Symbol wird rechts bein den Rückreihen gestrickt (links bei den Hin-Reihen/in Runden). Viel Spaß beim stricken!

13.11.2023 - 16:04

country flag Fisen wrote:

Den här är ju inte monteringsfri när det är isydda ärmar... Går inte alls ihop

29.10.2023 - 16:35

country flag Sophie wrote:

Hallo, nur um ganz sicher zu gehen: die Diagramme zeigen nur Hinreihen und in Rückreihen wird links abgestrickt? Variante zwei beginnt mit einer Hinreihe direkt nach dem Anschlagen? Danke!

01.08.2023 - 13:30

DROPS Design answered:

Liebe Sophie, Diagramme zeigen alle Reihen, die Hin- sowie die Rückreihen (hier lesen Sie mehr). Bei Variante 2, beginnen Sie mit einer Hinreihe (mit A.4, A.1, A.3 ...). Viel Spaß beim stricken!

01.08.2023 - 17:52

country flag Alexia wrote:

Pour faire suite à mon précédent commentaire : J'ai lu plusieurs fois l'alternative 1 du patron et il n y a pas A4 et A5. Est-ce normal ? De ce fait, je ne comprends pas très bien les différences entre l'alternative 1 et 2. Je pensais que ce n'était que la construction du col qui changeait... Merci pour vos lumières

31.07.2023 - 13:01

DROPS Design answered:

Bonjour Alexia, A.4 et A.5 sont tricotés uniquement si on choisit l'alternative-2, mais pas pour l'alternative-1 (cf POINT FANTAISIE. L'alternative-1 se tricote en rond dès le début; pour l'alternative 2, on commence en allers et retours puis on monte des mailles pour l'encolure devant tout en augmentant pour les manches marteau. Quand toutes les mailles de l'encolure devant sont terminées, on continue en rond. Bon tricot!

31.07.2023 - 14:16

country flag Alexia wrote:

Bonjour, Au niveau de l'étape : Point fantaisie - Alternative 1, dois-je reproduire A1 autant de fois que nécessaire pour réaliser dans le même temps A3 (tout en faisant mes 18 augmentations sur le dos et le devant) avant de commencer à tricoter A.2 et À.3 (suite patron) ? Je vous remercie pour votre aide. J'ai besoin de tout comprendre avant de me lancer !

31.07.2023 - 09:27

DROPS Design answered:

Bonjour Alexia, on tricote les 30 mailles de A.1 sur les 30 mailles indiquées entre les marqueurs -1 et -2 pour la 1ère épaule et -3 et -4 pour la 2ème épaule. Vous tricotez A.3 sur le nombre de mailles indiquées pour votre taille (38 à 50 en fonction de la taille) et tricotez les augmentations de part et d'autre de ces mailles comme indiqué dans le diagramme, puis tricotez les augmentations suivantes (jusqu'à ce que vous ayez le bon nombre de mailles) en jersey. Bon tricot!

31.07.2023 - 11:44

country flag Sadhana Hardikar wrote:

Hello, I am confused regarding the increase for shoulders on the first row itself. The diagrams A4 & A5 seem to show increases on the second row. Please help as I am not able to start the pattern due to this confusion. Regards

06.07.2023 - 04:31

DROPS Design answered:

Dear Sadhana, there are no increases in the charts. Rather, you are increasing on the shoulders after the stitch in A.4 (before marker 1) and before the stitch in A.5 (after marker 4) on the first row (" increase 4 stitches for the shoulders as follows: From the right side, increase BEFORE markers 3 and 1, and AFTER markers 2 and 4 ") . Because of that, on row 2 of the charts you will work over these newly increased stitches. Happy knitting!

10.07.2023 - 15:32

country flag Ee wrote:

Wanneer er nieuwe steken opgezet zijn voor rechtvoor (maat m) komt dit neer op 28 steken voor a4/a5 en 20 steken in het midden. Dit zijn totaal 66 steken. Ik moet a3 hierover breien, maar deze kent slechts 42 steken? Kan ik een extra aanwijzing krijgen?

15.06.2023 - 17:09

DROPS Design answered:

Dag Ee,

A.3 moet doorlopen op A.4 en A.5, waarbij de kabeltjes van A.4 en A.5 doorlopen in de buitenste kabels van A.3. Als het goed is kom je dan uit met de steken.

18.06.2023 - 19:44