DROPS Air
DROPS Air
65% alpaca, 28% polyamide, 7% Wool
vanaf 4.99 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 29.94€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Bronze Summer Sweater

Gebreide trui in DROPS Air. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met raglan en kantpatroon op de mouwen. Maat: S - XXXL

DROPS 221-3
DROPS design: Patroon ai-314
Garengroep C of A + A
-------------------------------------------------------

MAAT:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS AIR van garnstudio (behoort tot garengroep C)
300-350-400-400-450-500 g kleur nr 02, tarwe

STEKENVERHOUDING:
17 steken in de breedte en 22 naalden in de hoogte in tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5 mm
DROPS RONDBREINAALD 5 mm : Lengte 40 cm, en 60 of 80 cm voor tricotsteek.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4 mm
DROPS RONDBREINAALD 4 mm: Lengte 40 en 80 cm voor de boordsteek.
DROPS KABELNAALD - voor de kabels.
De naalddikte is slechts een richtlijn! Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Air
DROPS Air
65% alpaca, 28% polyamide, 7% Wool
vanaf 4.99 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 29.94€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2.

RAGLAN:
Meerder 1 steek aan elke kant van de 1 steek in tricotsteek (steek met de markeerdraad) in iedere overgang tussen het lijf en de mouwen (= 8 steken gemeerderd op de naald). Meerder 1 steek door 1 omslag te maken. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.

TIP VOOR HET MINDEREN (geldt voor de mouwen):
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad en brei 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.

TIP VOOR HET AFKANTEN:
Om een strakke afkantrand te voorkomen kunt u een naald in een grotere maat gebruiken. Als dit nog steeds te strak is, brei dan 1 omslag na ongeveer iedere 4e steek terwijl u afkant (kant de omslagen af als normale steken).

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Brei de pas in de rondte op de rondbreinaald vanaf midden achter, van boven naar beneden. Meerder tegelijkertijd voor de raglan. Verdeel nu de pas voor het lijf en mouwen. Het lijf wordt in de rondte gebreid op de rondbreinaald, van boven naar beneden. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald, van boven naar beneden.

PAS:
Zet 90-94-98-102-106-110 steken op rondbreinaald 4 mm met Air. Brei 1 naald recht. Brei boordsteek (= 1 recht/1 averecht) over alle steken voor 3 cm. Brei verder met rondbreinaald maat 5 mm en voeg hier 1 markeerdraad in, meet nu het werk vanaf hier.

Voeg 4 markeerdraden in het werk als volgt (zonder de steken te breien): Tel 11-12-13-14-15-16 steken (= helft van het achterpand), voeg 1 markeerdraad in de volgende steek, tel 21 steken (= mouw), voeg 1 markeerdraad in de volgende steek, tel 22-24-26-28-30-32 steken (= voorpand), voeg 1 markeerdraad in de volgende steek, tel 21 steken (= mouw), voeg 1 markeerdraad in de volgende steek, 11-12-13-14-15-16 steken over op de naald na de laatste markeerdraad (= helft van het achterpand).
Brei in tricotsteek over de steken op het voorpand en op het achterpand, en A.1 (= 21 steken) over de steken op elke mouw, begin TEGELIJKERTIJD op de eerste naald met meerderen voor de RAGLAN in iedere overgang tussen het lijf en de mouwen – lees uitleg hierboven. Ga verder met meerderingen voor de raglan op iedere andere naald. Als A.1 een keer in de hoogte is gebreid zijn er 122-126-130-134-138-142 steken op de naald. Ga verder met A.2 (= 25 steken) over de steken in A.1 met tricotsteek over het voorpand en het achterpand en ga verder met meerderen voor de raglan iedere andere naald tot het meerderen 22-25-27-29-33-36 keer in totaal is gedaan aan elke kant van de 4 steken met de markeerdraden = 274-302-322-342-378-406. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Na de laatste meerdering in raglan breit u verder zonder meerderingen tot het werk 20-23-25-27-31-34 cm meet vanaf markeerdraad.

Brei de volgende naald als volgt:
Brei de eerste 34-38-41-44-49-53 steken (= helft van het achterpand), zet de volgende
69-75-79-83-91-97 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-6-8-10-12 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw), brei de volgende 68-76-82-88-98-106 steken (= voorpand), zet de volgende 69-75-79-83-91-97 steken op een hulpdraad (= mouw), zet 6-6-6-8-10-12 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw), brei de overgebleven 34-38-41-44-49-53 steken (= helft van het achterpand). MEET NU HET WERK VANAF HIER!

LIJF:
= 148-164-176-192-216-236 steken. Ga verder in tricotsteek tot het werk 27-26-26-26-24-23 cm meet vanaf de scheiding. Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Brei boordsteek (= 1 averecht/1 recht) over alle steken. Ga zo verder met boordsteek voor 4 cm. Kant dan losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht, lees TIP VOOR HET AFKANTEN. De trui meet ongeveer 56-58-60-62-64-66 cm vanaf de schouder.

MOUW:
Zet de 69-75-79-83-91-97 steken van de hulpdraad aan een kant van het werk op een korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop maat 5 mm en neem daarnaast 1 steek op in elk van de 6-6-6-8-10-12 opgezette steken in de zijkant onder de mouw = 75-81-85-91-101-109 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 6-6-6-8-10-12 steken onder de mouw en neem de markeerdraad mee in de hoogte tijdens het breien, het wordt later gebruikt voor het minderen. Begin de naald bij de markeerdraad en ga verder met A.2 en tricotsteek in de rondte. Minder bij een hoogte van 3 cm vanaf de scheiding, 2 steken midden onder de mouw - lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 3½-3-2-1½-1-1 cm 10-11-13-16-19-21 keer in totaal = 55-59-59-59-63-67 steken. Ga verder tot het werk 38-35-34-32-29-26 cm meet vanaf de scheiding - of tot de gewenste lengte (minder voor de grotere maten vanwege een langere pas). Brei 1 naald en minder 11 steken verdeeld over de steken in A.2 = 44-48-48-48-52-56 steken. Brei verder met breinaalden zonder knop maat 4 mm en brei boordsteek in de rondte = 1 recht/1 averecht voor 4 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht (om een strakke afkantrand te voorkomen, gebruik breinaalden zonder knop maat 4 mm). Brei de andere mouw op dezelfde wijze.

Telpatroon

symbols = recht
symbols = averecht
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken op de naald, brei op de volgende naald de omslag gedraaid recht, zodat er geen gaatje ontstaat.
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken op de naald, brei op de volgende naald de omslag recht, zodat er een gaatje ontstaat.
symbols = 5 STEKEN RECHT SAMEN ALS VOLGT: 5 recht, zet ze terug op de linker naald, haal de volgende tot de laatste steek over de laatste, zodat deze steek om de laatste steek zit, herhaal tot alle 4 steken overgehaald zijn (= 4 steken geminderd), zet de laatste steek terug op de rechter naald.
symbols = 5 STEKEN GEDRAAID RECHT SAMEN ALS VOLGT: 5 recht, haal de volgende tot laatst gebreide steek over de laatste zodat deze steek om de laatste steek zit, herhaal tot alle 4 steken overgehaald zijn (= 4 steken geminderd).
symbols = zet 1 steek op een kabelnaald en houd deze achter het werk, 1 recht, 1 recht van de kabelnaald
symbols = zet 1 steek op een kabelnaald voor het werk, 1 recht, 1 recht van de kabelnaald
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Bronze Summer Sweater

Weronika, Poland

Bronze Summer Sweater

Anna, Finland

Bronze Summer Sweater

Tanja, Denmark

Bronze Summer Sweater

Maria, Norway

Bronze Summer Sweater

@langatlaulaa, Finland

Bronze Summer Sweater

Tuuli, Estonia

Bronze Summer Sweater

Maria, Norway

Bronze Summer Sweater

Agata, Poland

Laat een opmerking achter voor DROPS 221-3

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (125)

country flag Gosia wrote:

Jaka będzie różnica jeśli dodam więcej oczek na reglanie (reglan z rozm. L , a wyżej karczek robiłam z rozmiaru S) lub jeśli nie dodam oczek na reglanie tylko pod pachami zamiast po 6 dodam po 12 - 15 oczek?

15.09.2021 - 21:57

DROPS Design answered:

Witaj ponownie Gosiu, zobacz moja poprzednią odpowiedź. Jak dalej masz jakieś wątpliwości to pisz śmiało. Pozdrawiamy!

16.09.2021 - 13:37

country flag Gosia wrote:

Witam, skończyłam przód i tył i jestem w połowie rękawa. góra i rękawy sa Ok ale na szerokość w pasie sweter jest wąski (rozm S jest dopasowany a nie luźny ). Zastanawiam się jaki rozmiar ma modelka na zdjęciach bo ten sweter wydaje się na niej bardzo luźny? Czy jeśli chciałabym żeby mój sweter był szerszy to powinnam spruć aż do reglanu, i dodać w reglanie jeszcze więcej oczek? A później robić tak jak do rozmiaru S, czyli pod pachami dodać po 6 oczek?

15.09.2021 - 21:22

DROPS Design answered:

Witaj Gosiu, modelka na zdjęciu ma sweter w rozmiarze S lub M i wzrost ok. 170 cm. Co do twojego sweterka, jeżeli góra i rękawy są ok i podkrój rękawa wypada w dobrym miejscu, to ani prucie, ani dalsze dodawanie oczek na reglan nie ma sensu (podkroje rękawów będą za głębokie). Może spróbować równomiernie dodać trochę oczek na tyle i przodzie za reglanami i jeszcze raz za kilka rzędów? Włóczka jest puchata, to te miejsca nie będą za bardzo widoczne. Pozdrawiamy!

16.09.2021 - 13:36

country flag Eva Hummelshøj Larsen wrote:

Jeg kan ikke få maskerne til at gå op . I skriver efter A1 har jeg 13o masker på pinder , derefter skal jeg tag ud 27 gange , hvorefter jeg så skulle have 322 masker ? Det kan jeg ikke få til at passe 27x 8 giver 216 +130 = 346

13.09.2021 - 22:19

DROPS Design answered:

Hej Eva. När A.1 har stickats 1 gång på höjden så har du redan gjort 3 pinder med raglanuttagningar. Du startar med 98 m, ökar 8 maskor i A.1 + (3m x 8) raglan uttagning. 98+8+24=130 m. Sedan har du 24 raglanuttagningar igjen att göra när du stickar A.2. 8m x 24= 192m. 130 + 192 = 322 m. Mvh DROPS Design

22.09.2021 - 08:37

country flag Kathy wrote:

Hallo liebes Drops-Team, ich habe nun die erforderlichen 302 Maschen für Größe M und fange mit der Teilung an. Grundsätzlich verstehe ich, wie die die neuen Maschen angeschlagen werden sollen. Aber hier wurden ja die Maschen direkt davor stillgelegt, und der Faden wurde nicht mitgeführt. Wie soll das dann mit dem Maschen anschlagen funktionieren? Liebe Grüße, Kathy

13.09.2021 - 22:06

DROPS Design answered:

Liebe Kathy, diese Lektion zeigt, wie man einen Pullover von oben nach unten strickt, ab Bild 10) wird es auch gezeigt, wie die Maschen der Ärmel stillgelegt werden und (Bild 11) wie diese neuen Maschen unter der Ärmel angeschlagen werden. Und dann später, wie die Ärmel gestrickt werden. Viel Spaß beim stricken!

14.09.2021 - 07:52

country flag Gudrun Maria Gudmundsdottir wrote:

Berustykki í byrjun á að fitja upp á prjóna nr 4 ekki 5 eins og stendur í íslensku þýðingunni

08.09.2021 - 19:42

country flag Joan Schiergott wrote:

Ich komme nach dem ersten Mustersatz nicht auf die 134 Maschen. Hab 24 mehr. Besteht der Mustersatz aus 12 Runden? Wobei nur die (hinrunde mit Umschlägen) aufgezeigt sind? Ich verstehe nicht, in welchen Runden ich 4x8 M am Raglan zunehmen soll. Lg J. Schiergott

07.09.2021 - 20:46

DROPS Design answered:

Liebe Frau Schiergott, es war 102 Maschen am Anfang Passe, dann haben Sie 4 Maschen bei der 1. Reihe in beiden A.1 zugenommen und nach A.1 haben Sie 3 Mal 8 Maschen für den Raglan zugenommen (= bei der 1. 3. und 5. Runde) = 102 + 8 + 3x8 = 134 Maschen. Viel Spaß beim stricken!

08.09.2021 - 07:56

country flag Monika Uhr wrote:

Ich suche anleitung zum maschenanschlagen zweifarbig, bei der die eine farbe dann schräg verläufz

02.09.2021 - 14:03

DROPS Design answered:

Liebe Frau Uhr, hier finden Sie alle unsere Video zum Anschlagen, vielleicht finden Sie, dasjenige, das Sie suchen. Viel Spaß beim stricken!

02.09.2021 - 16:43

country flag Heike wrote:

Ja vielen Dank! Die hatte ich in meiner Theorie vergessen mitzuzählen.

02.09.2021 - 10:20

country flag Heike wrote:

Hallo liebes Drops Team, ich stricke Größe M mit 94 Maschen nach A.1 sollen es 126 Maschen sein. 4 Maschen nehme ich durch das Muster in der 1. Reihe zu und 24 Maschen durch die Raglanzunahmen. Ich komme immer nur auf 122 Maschen nach A.1. Was mache ich falsch oder wo fehlen die 4 Zunahmen?

02.09.2021 - 09:24

DROPS Design answered:

Liebe Heike, 4 Maschen sollen eine Markierung haben, fehlen Ihnen diese? dh 12 M (1/2 Rückenteil), 1 M mit Mark., 21 + 4 M (Ärmel), 1 M mit Mark, 24 M (Vorderteil), 1 M mit Mark., 21 + 4 M (Ärmel), 1 M mit Mark., 12 M (1/2 Rückenteil) = 12+1+ 25+1+24+1+25+1+12=102 M + Raglanzunahmen (= 8 M x 3 Reihe in A.1 ) = 102-24=126 M. Viel Spaß beim stricken!

02.09.2021 - 09:43

country flag Hilde Heggem Nordaas wrote:

Vedr strikkefastheten, måles den etter pinne nr 5?

30.08.2021 - 21:23

DROPS Design answered:

Hej Hilde, ja vi har brugt pind nr 5 for at få strikkefastheden, så prøv med den først :)

01.09.2021 - 16:03