DROPS Alaska
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 35.04€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 219-9
DROPS design: Patroon x-447
Garengroep C of A + A
----------------------------------------------------------

MAAT:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS ALASKA van garnstudio (behoort tot garengroep C)
800-850-950-1050-1150-1250 g kleur 02, naturel

STEKENVERHOUDING:
16 steken in de breedte en 20 naalden in de hoogte in tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 5.5 mm : Lengte 40 en 60 of 80 cm voor tricotsteek.
DROPS RONDBREINAALD 5 mm : Lengte 80 cm voor de boordsteek.
DROPS KABELNAALD - voor de kabels.
De naalddikte is slechts een richtlijn! Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alaska
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 35.04€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

----------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel = brei 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.8.

TIP VOOR HET MEERDEREN (geldt voor de mouw):
Maak 1 omslag aan elke kant aan de binnenkant 1 kantsteek in ribbelsteek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.
-----------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN DE KLEDINGSTUK:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinaald in delen en op het eind samengenaaid. Brei het achterpand in tricotsteek en het voorpand met kabels en tricotsteek. Brei de mouwen heen en weer op de naald. Brei de halsrand in de rondte.

ACHTERPAND:
Zet 84-88-96-104-112-124 steken op rondbreinaald 5 mm met Alaska.
Brei heen en weer als volgt – de eerste naald is aan de goede kant: 1 kantsteek in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven, * 2 averecht en 2 recht *, brei van *-* tot er 3 steken over zijn, 2 averecht en 1 kantsteek in ribbelsteek. Brei zo boordsteek tot het werk 5 cm meet. Ga verder met rondbreinaald 5.5 mm. Brei in tricotsteek met 1 steek in ribbelsteek aan elke kant. Pas op de eerste naald het aantal steken aan naar 82-88-94-102-110-122. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Kant bij een hoogte van 44-45-46-47-48-49 cm, af voor de armsgaten aan elke kant. Kant steken af op het begin van iedere naald aan elke kant: Kant 0-1-1-1-1-1 keer 4 steken af, 1-0-0-0-0-0 keer 3 steken, 0-0-0-1-2-3 keer 2 steken en 0-1-2-3-3-5 keer 1 steek = 76-78-82-84-88-92 steken.

Ga verder in tricotsteek. Kant dan bij een hoogte van 64-66-68-70-72-74 cm, de middelste 30-30-32-32-34-34 steken af voor de hals. Kant dan 1 steek af op de volgende naald vanaf de hals = 22-23-24-25-26-28 steken voor de schouder. Ga verder tot het werk 66-68-70-72-74-76 cm meet en kant af. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

VOORPAND:
Zet 82-90-98-106-114-122 steken op rondbreinaald 5 mm met Alaska. Brei heen en weer als volgt – de eerste naald is aan de goede kant: 1 kantsteek in ribbelsteek, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* over de volgende 16-20-24-28-32-36 steken, 2 recht, A.1 (= 6 steken), A.2 (= 6 steken). A.1, A.3 (= 8 steken), A.4 (= 6 steken), A.5 (= 6 steken), A.4, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* over de volgende 16-20-24-28-32-36 steken, eindig met 2 recht en 1 kantsteek in ribbelsteek. Ga zo verder met boordsteek (herhaal de eerste 4 naalden in A.1 tot A.5) tot het werk 5 cm meet. Ga verder met rondbreinaald 5.5 mm. Brei dan als volgt aan de goede kant: 1 kantsteek in ribbelsteek, tricotsteek over de eerste 16-20-24-28-32-36 steken. Minder tegelijkertijd 0-1-2-2-2-0 steken verdeeld, 2 averecht, A.1x, A.2x. A.1x, A.3x, A.4x, A.5x, A.4x, 2 averecht, tricotsteek over de volgende 16-20-24-28-32-36 steken, minder tegelijkertijd 0-1-2-2-2-0 steken verdeeld, 1 kantsteek in ribbelsteek. Er zijn nu 96-102-108-116-124-136 steken op de naald. Als A.1x tot A.5x een keer in de hoogte zijn gebreid, ga dan verder als volgt: 1 kantsteek in ribbelsteek, 16-19-22-26-30-36 steken in tricotsteek, 2 averecht, A.6, A.6, A.6, A.7, A.8, A.8, A.8, 2 averecht, 16-19-22-26-30-36 steken in tricotsteek, 1 kantsteek in ribbelsteek. Ga verder met dit patroon. Kant bij een hoogte van 44-45-46-47-48-49 cm, af voor het armsgat aan elke kant zoals op het achterpand = 90-92-96-98-102-106 steken.

Brei bij een hoogte van 60-62-64-66-68-70 cm, de volgende naald als volgt: Brei de eerste 30-31-33-34-36-38 steken zoals hiervoor, brei de volgende 30 steken - minder tegelijkertijd 2 steek verdeeld over elke kabel (= minder 2 steken over de kabel in A.6, 4 steken over de kabels in A.7, en 2 steken over de kabel in A.8, 8 steken geminderd in totaal), zet dan deze steken op een hulpdraad voor de hals (= 22 steken op de hulpdraad), brei de overgebleven 30-31-33-34-36-38 steken zoals hiervoor. Brei nu elk schouder apart.
Ga verder met afkanten voor de hals op het begin van iedere naald vanaf de hals als volgt: Kant 1-1-1-1-2-2 keer 2 steken en 2-2-3-3-2-2 keer 1 steek af - LET OP: Als u over de kabels in A.6/A.8 breit, minder dan tegelijkertijd 2 steken over iedere kabel = 24-25-26-27-28-30 steken. Ga verder tot het werk 65-67-69-71-73-75 cm meet – minder 2 steken over de kabel in de laatste herhaling van A.6/A.8 = 22-23-24-25-26-28 steken op de schouder. Kant af bij een hoogte van 66-68-70-72-74-76 cm. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

MOUW:
Zet 42-46-46-50-50-50 steken (inclusief 1 kantsteek aan elke kant) op rondbreinaald 5 mm met Alaska. Brei heen en weer gebreid als volgt – de eerste naald is aan de goede kant: 1 kantsteek in ribbelsteek, * 2 recht en 2 averecht *, brei van *-* tot er 1 steek over is, brei 1 kantsteek in ribbelsteek. Brei zo boordsteek tot het werk 7 cm meet. Ga verder met rondbreinaald 5.5 mm. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant en minder 0-2-0-4-2-0 steken verdeeld = 42-44-46-46-48-50 steken. Brei dan in tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Meerder bij een hoogte van 8-8-8-8-8-10 cm, 1 steek aan de binnenkant van de 1 kantsteek aan elke kant - lees TIP VOOR HET MEERDEREN. Meerder zo iedere 3½-3½-3-2½-2½-2 cm 12-12-13-15-15-16 keer in totaal = 66-68-72-76-78-82 steken. Kant bij een hoogte van 51-50-49-48-47-46 cm, 4 steken af aan elke kant. Kant af voor de mouwkop op het begin van iedere naald aan elke kant als volgt: 2-2-3-3-4-4 keer 2 steken, 0-1-0-1-0-1 keer 1 steek. Kant dan 2 steken af aan elke kant tot het werk 56 cm meet in alle maten, kant 3 steken af aan elke kant, kant dan de overgebleven steken af. De mouw meet 57 cm in alle maten. Brei een andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden met maassteken aan de binnenkant van de afkantrand. Naai de mouwkop in. Naai de onderarm- en zijnaden in een keer dicht aan de binnenkant van de 1 kantsteek in ribbelsteek.

HALSRAND:
Brei de halsrand in de rondte. Gebruik rondbreinaald 5 mm en begin aan de goede kant op een schoudernaad. Neem 72 tot 84 steken op (inclusief de steken op de hulpdraad op de voorkant en deelbaar door 4). Brei 1 naald averecht en brei 1 naald recht. Brei 9 cm boordsteek met 2 recht en 2 averecht. Kant de steken af met recht boven recht en averecht boven averecht.
Vouw de boordsteek op de bovenkant van de hals naar beneden naar de binnenkant van het kledingstuk. Hecht de boord af om een vouwrand te maken. Om te voorkomen dat de halsrand te strak wordt en dat de rand naar buiten steekt, is het belangrijk om de naad elastisch te maken.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = zet 1 steek op een kabelnaald en houd deze achter het werk, 2 steken recht in de volgende steek, 2 steken recht in de steek van de kabelnaald = 4 steken
symbols = zet 1 steek op een kabelnaald en houd deze achter het werk, 2 steken recht, 2 steken recht in de steek van de kabelnaald = 4 steken
symbols = zet 2 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 2 steken recht in de volgende steek, brei 2 steken van de kabelnaald = 4 steken
symbols = zet 1 steek op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 2 steken recht in de volgende steek, brei 2 steken in de steek van de kabelnaald = 4 steken
symbols = zet 2 steken op een kabelnaald en houd deze achter het werk, 2 recht, 2 recht van de kabelnaald
symbols = zet 2 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 2 recht, 2 recht van de kabelnaald
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 219-9

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (41)

country flag Monique Van Veen wrote:

Het is mij niet duidelijk hoe ik het telpatroon moet aflezen. Waar staat de 'x' voor. Ik vind de beschrijving niet duidelijk. Snap er helemaal niets van. Kunt u mij op weg helpen?

18.12.2023 - 20:06

DROPS Design answered:

Dag Monique,

Onderaan het patroon staat een link daar veel gestelde vragen. Als je hierop klikt krijg je een lijst waarin een link staat naar Hoe je een telpatroon leest. Hopelijk helpt dat je verder.

20.12.2023 - 19:20

country flag Tiff wrote:

Hi! When casting off stitches for armholes, should i continue making the garter stitches for the edges? If so, should I continue doing it after the armholes as well?

07.11.2023 - 18:44

DROPS Design answered:

Dear Tiff, stop with the edge stitches in garter stitch when casting off the stitches for armholes. This means the first and last stitch will then be worked in stocking stitch. Happy knitting!

08.11.2023 - 07:58

country flag Birte Stisen wrote:

Strikker XL Efter ribben skal der tages der 4 masker ind på første pind. Så går jeg fra 106 m til 102, men der står at man skal have 116. Jeg forstår det ikke. Det er DROPS 219-9

01.11.2023 - 12:12

DROPS Design answered:

Hei Birte. Jo, du har 106 masker og når vrangborden måler 5 cm skal du strikke 1 kantmaske i rille, deretter felle 2 masker jevnt fordelt over de neste 28 maskene. Og nå skal du strikke A.1x, A.2x. A.1x, A.3x, A.4x, A.5x, A.4x (og når du strikker disse diagrammene øker du masker), så stikker du 2 vrang og så glattstrikk over de neste 28 maskene samtidig som det felles 2 masker + 1 kantmaske i rille. Kort skrevet: 1 kantmaske + 26 (felt 2) + 2 vrang + 8+8+8+10+8+8+8+2 vrang + 26 (felt 2 m) + 1 kantmaske = 116 masker. mvh DROPS Design

06.11.2023 - 10:38

country flag Claudia wrote:

Beim Stricken des Vorderteils soll ich 82 Maschen anschlagen. Nach 5 cm soll bei Größe s keine Masche abgenommen werden. Danach sollen 96 Maschen auf der Nadel sein. Es steht aber nichts von zunehmen. Was soll gemacht werden?

13.08.2023 - 22:26

DROPS Design answered:

Liebe Claudia, wenn man die 5. Reihe von den Diagramme strickt, wird man jeweils Maschen zunehmen - siehe 3. + 4. + 5. + 6. Symbol. Viel Spaß beim stricken!

14.08.2023 - 10:40

country flag Dorothee wrote:

Bonjour j ai essayer de faire la manche a deux reprises elle est trop petite et pas assez grande malgré que j ai respecter tout ce qui as été ecrite rabattre 2 mailles de chaque côté 2 mailles jusqu a ce que l ouvrage mesure 56 cm est ce a tout les rangs que je dois rabattre. Même chose pour rabattre 3 mailles de chaque côté. J ai vraiment besoin des informations svo merci

24.07.2023 - 06:58

DROPS Design answered:

Bonjour Dorothée, pour que le haut de la manche ait la bonne longueur, vous devez rabattre 2 mailles de chaque côté jusqu'à ce que la manche mesure 56 cm , cela signifie que vous allez rabattre 2 mailles en début de rang sur l'endroit et 2 mailles en début de rang sur l'envers jusqu'à la hauteur requise (vous devez avoir rabattu le même nombre de mailles de chaque côté). Rabattez ensuite 3 mailles au début des 2 rangs suivants (= de chaque côté = 3 m en début de rang sur l'endroit + 3 m en début de rang sur l'envers) et rabattez les mailles restantes. Bon tricot!

27.07.2023 - 12:08

country flag Marjolaine wrote:

Est-ce possible de tricoter les manches en ronds? Si oui quel modification dois je faire??

16.03.2023 - 23:27

DROPS Design answered:

Bonjour Marjolaine, montez simplement 2 mailles en moins (en rond, pas besoin des mailles lisières), et quand la manche mesure 51-50-49-48-47-46 cm, rabattez 2 mailles au milieu sous la manche (1 m de chaque côté de votre marqueur début des tours), et continuez en allers et retours comme indiqué dans les explications. Bon tricot!

17.03.2023 - 08:46

country flag Davesne Martine wrote:

Dans l’explication du devant on monte ( pour la taille M) 90 mailles après les schémas en côtes 2x2 il faut DIMINUER 1 maille au début et 1 maille à la fin du rang ….. on obtient 102 mailles !!!? Y a t’il quelque chose qui m’échappe mais on ne peut obtenir 12 mailles de plus en diminuant 2 mailles ! Que dois je faire ?

22.01.2023 - 15:25

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Davesne, on va diminuer dans les côtes de chaque côté mais aussi augmenter 2 m dans chacun des diagrammes A.1 à A.5 x (cf *3ème, 4ème et 5ème symbole de la légende des diagrammes) - autrement dit vous aviez 90 m, diminuez 2 m et augmentez 2 m x 7 (=A.1x, A.2x. A.1x, A.3x, A.4x, A.5x, A.4x,) = 102 mailles. Bon tricot!

23.01.2023 - 09:53

country flag Jette Rosenmeyer wrote:

Hej Drop. Jeg forstår ikke forstykkes opskrft. Skal der ikke strikkes rib først og så mønster? Sådan ser det ud på billedet. Men opskriften lyder på at mønster startes fra først pind på forstykke. Jeg forstår heller ikke om mønster skal gentages. Det ser i opskriften ud som om, det kun er een gang. Men det kan jo ikke passe. Kan I gøre det lidt klarere? Og det ville være mere overskueligt, hvis der var afsnit med hvert af de steps. Ville jeg sætte stor pris på. Mange tak. Jette.

03.12.2022 - 12:17

country flag Samios Zelina wrote:

Je vous remercie

02.12.2022 - 08:09

country flag Samios Zelina wrote:

Bonjour, si je comprends bien on glisse les mailles pour l'encolure devant sur un arrêt de mailles mais on rabat les mailles de l'encolure de dos. Il paraît bizarre.

01.12.2022 - 18:37

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Samios, tout à fait, on procède très souvent ainsi, l'encolure devant reste ainsi plus souple. Bon tricot!

02.12.2022 - 07:54