Het plaatsen van een telpatroon in het midden van een werk

Op deze manier plaatst u het midden van het telpatroon (de steek met het pijltje) in het midden van een voor- of achterpand of mouw >

In het patroon staat dat u doorgaat met het breien van het telpatroon op het voorpand. Het is belangrijk om het midden van het telpatroon in het midden van het voorpand te plaatsen, zodat het patroon gecentreerd en symmetrisch is.

  • U hebt 81 st voor het voorpand. Dit betekent dat steek nummer 41 het midden van het voorpand is; brei deze in de kleur zoals aangegeven staat voor het middelste vierkantje in het telpatroon.
  • Het telpatroon loopt over 24 st en het pijltje voor de middelste steek wijst naar de dertiende steek in het telpatroon.
  • Begin in het midden van het voorpand (steek 41), tel eerst 13 st vanaf het midden van het voorpand naar rechts en herhaal dan het complete telpatroon (24 st) tot er 4 st over zijn.

Als u begint aan de rechterkant van het voorpand, breit u als volgt: brei de laatste 4 st van het telpatroon (van rechts naar links), brei dan het complete telpatroon (= 24 st) van rechts naar links, en begin nogmaals met het patroon zodat de dertiende steek van het telpatroon steek nummer 41 is op het voorpand. Brei door volgens het telpatroon over de overige steken en herhaal het patroon tot alle st zijn gebreid.

Breit u in de rondte, dan hebt u ook hetzelfde patroon op de achterpand. Begin het achterpand op dezelfde manier als het voorpand en brei van rechts naar links.

Breit u heen en weer, begin dan aan de verkeerde kant met de laatste steek volgens het telpatroon en brei terug, maar lees nu het telpatroon van links naar rechts.

Zie hier twee patronen waar deze techniek wordt gebruikt:
DROPS Extra 0-816 / DROPS Extra 0-817