Nog 4 toeren te gaan

En hier is een nieuwe clue voor onze prachtige mystery deken! Deze keer haken we verder met het resultaat van clue #4 en maken we er grotere vierkanten van. We hebben nog 4 toeren te gaan en de steken zijn vrijwel dezelfde, maar met wat kleine aanpassingen die een aantal mooie details toevoegen aan de deken.

En zoals gebruikelijk u kunt de tekst en de afbeeldingen over slaan. Wanneer u liever haakt met behulp van een instructievideo of vanaf het complete telpatroon, dan kunt u deze onderaan de pagina vinden.

Kleuren

De eerste 6 toeren in A.2 zijn al gehaakt, dus nu gaan we toeren 7 -10 haken met de volgende kleuren:

TOER 7: lila
TOER 8: wit
TOER 9: light wash
TOER 10: wit

KLEUR TIP:
Gebruikt u een andere kleurencombinatie dan waar wij mee haken? Maak dan een notitie van welke kleurnummers u vervangt door welke, voordat u begint. U kunt de originele materialen hier vinden.

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Informatie wat tussen twee * staat, wordt herhaald iedere keer wanneer er *-* staan in de tekst. De rode symbolen in de telpatronen worden beschreven in de tekst bij de afbeeldingen.

Zullen we beginnen?

Neem het eerste vierkant die we in clue #4 hebben gemaakt.

TOER 7:
Ga verder met lila – lees TIP VOOR HET WISSELEN VAN KLEUR hieronder, knip de lichtlila draad af. Haak 1 losse, 1 vaste in/om elk van de volgende 5 steken, 1 losse, sla 1 steek over, 1 vaste in elk van de volgende 3 steken.

TIP VOOR HET WISSELEN VAN KLEUR:
Voor een mooie kleurovergang, haak de laatste steek voor de kleurverandering met de nieuwe kleur.

HOEK:
Haak 2 vasten om de lossenlus, 3 lossen, 2 vasten om dezelfde lossenlus.

Haak * 1 vaste in elk van de volgende 3 steken, 1 losse, sla 1 steek over, 1 vaste in elk van de volgende 5 steken, haak «1 DRIEDUBBEL STOKJE» als volgt: maak 3 omslagen, steek de haaknaald om de bovenkant van de bobbel van de 5e toer (zie het telpatroon, waar de lijn loopt, maak 1 omslag en haal het garen onder de bobbel door (= 5 lussen op de haaknaald), ** 1 omslag, haal de omslag door de eerste/volgende 2 lussen op de haaknaald **, herhaal **-** in totaal 4 keer = 1 lus op de haaknaald.
Ga verder met 1 vaste in elk van de volgende 3 steken, 1 DRIEDUBBEL STOKJE om dezelfde bovenkant op de bobbel van toer 5 (zie het telpatroon, waar de lijn loopt), 1 vaste in elk van de volgende 5 steken, 1 losse, sla 1 steek over, 1 vaste in elk van de volgende 3 steken *. Herhaal de HOEK en *-* 3 keer in totaal, haak de HOEK.

Haak 1 vaste in elk van de volgende 3 steken, 1 losse, sla 1 steek over, 1 vaste in elk van de volgende 5 steken, haak 1 DRIEDUBBEL STOKJE om de bovenkant van de bobbel van toer 5. Haak 1 vaste in elk van de volgende 3 steken, 1 DRIEDUBBEL STOKJE om dezelfde bovenkant van de bobbel van toer 5.

Eindig de toer met 1 halve vaste in de eerste vaste op de toer. Ga verder met wit en knip de lila draad af.

TOER 8:
Haak 3 lossen (=1 stokje), 1 stokje in elk van de volgende 6 steken, 1 losse, sla 1 steek over, 1 stokje in elk van de volgende 3 steken.

HOEK:
Haak 2 stokjes om de lossenlus, 3 lossen, 2 stokjes om dezelfde lossenlus.

Haak * 1 stokje in elk van de volgende 3 steken, 1 losse, sla 1 steek over, 1 stokje in elk van de volgende 9 steken, haak een BOBBEL in de volgende steek als volgt: Haak 4 stokjes in dezelfde steek, haal de lus van het laatste stokje van de haaknaald af, steek de haaknaald in de voorkant van de bovenkant van het eerste stokje dat u gehaakt heeft, neem de lus van het laatste stokje op en haal deze door de steek op de haaknaald. Haak 1 stokje in elk van de volgende 9 steken, 1 losse, sla 1 steek over, 1 stokje in elk van de volgende 3 steken *.

Herhaal de HOEK en *-* 3 keer in totaal, haak de HOEK.

Haak 1 stokje in elk van de volgende 3 steken, 1 losse, sla 1 steek over, 1 stokje in elk van de volgende 9 steken, haak een BOBBEL in de volgende steek, 1 stokje in elk van de volgende 2 steken. Eindig met 1 halve vaste in de 3e losse van het begin van de toer. Ga verder met light wash, knip de witte draad niet af.

TOER 9:
Haak 3 lossen (= 1 stokje), 2 lossen, sla 2 steken over, 1 stokje in de volgende steek, 2 lossen, sla 2 steken over, 1 stokje in elk van de volgende 3 steken, 1 losse, sla 1 steek over, 1 stokje in elk van de volgende 3 steken.

HOEK:
Haak 2 stokjes om de lossenlus, 3 lossen, 2 stokjes om dezelfde lossenlus.

Haak * 1 stokje in elk van de volgende 3 stokjes, 1 losse, sla 1 steek over, 1 stokje in elk van de volgende 3 stokjes, 2 lossen, sla 2 steken over, 1 stokje in de volgende steek, 2 lossen, sla 2 steken over, 1 stokje in de volgende steek, 1 losse, sla 1 steek over, 1 stokje in de volgende steek.

Haak 1 VIERDUBBEL STOKJE als volgt: Maak 4 omslagen, steek de haaknaald om het driedubbel stokje van toer 7 (zie het telpatroon, waar de lijn loopt), maak 1 omslag en haal het garen onder het driedubbel stokje door (= 6 lussen op de haaknaald), ** 1 omslag, haal de omslag door de eerste/volgende 2 lussen op de haaknaald **, herhaal van **-** in totaal 5 keer = 1 lus op de haaknaald.

Haak een ander VIERDUBBEL STOKJE aan het andere driedubbel stokje van toer 7 (zie het telpatroon, waar de lijn loopt), sla de BOBBEL over, 1 stokje in de volgende steek, 1 losse, sla 1 steek over, 1 stokje in de volgende steek, 2 lossen, sla 2 steken over, 1 stokje in de volgende steek, 2 lossen, sla 2 steken over, 1 stokje in elk van de volgende 3 steken, 1 losse, sla 1 steek over, 1 stokje in elk van de volgende 3 steken *.

Haak de HOEK en *-* 3 keer in totaal, haak de HOEK.

Haak 1 stokje in elk van de volgende 3 steken, 1 losse, sla 1 steek over, 1 stokje in elk van de volgende 3 stokjes, * 2 lossen, sla 2 steken over, 1 stokje in de volgende steek, herhaal *-* 1 keer, 1 losse, sla 1 steek over, 1 stokje in de volgende steek, haak 1 VIERDUBBEL STOKJE om het driedubbel stokje van toer 7 (zie het telpatroon, waar de lijn loopt). Sla de BOBBEL over, haak een ander VIERDUBBEL STOKJE om het driedubbel stokje van toer 7 (zie het telpatroon waar de lijn loopt), 1 stokje in het volgende stokje, 1 losse, sla 1 steek over en eindig met 1 halve vaste in de 3e losse van het begin van de toer. Ga verder met wit en knip de light wash draad af.

TOER 10:
Haak 1 losse, 2 vasten om de lossenlus, 1 vaste in de volgende steek, 2 vasten om de volgende lossenlus, 1 vaste in elk van de volgende 9 steken.

HOEK:
Haak 2 vasten om de lossenlus, 3 lossen, 2 vasten om dezelfde lossenlus.

Haak * 1 vaste in elk van de volgende 9 steken, 2 vasten om de lossenlus, 1 vaste in de volgende steek, 2 vasten om de volgende lossenlus, 1 vaste in elk van de volgende 8 steken, 2 vasten om de lossenlus, 1 vaste in de volgende steek, 2 vasten om de volgende lossenlus, 1 vaste in elk van de volgende 9 steken *, herhaal de HOEK en *-* 3 keer in totaal.

Haak 1 vaste in elk van de volgende 9 steken, 2 vasten om de lossenlus, 1 vaste in de volgende steek, 2 vasten om de volgende lossenlus, 1 vaste in elk van de volgende 7 steken, 1 halve vaste in de losse op het begin van de toer. Knip en hecht alle draden af.

Nu hoeft u alleen nog de toeren 7-10 op het andere vierkant van clue #4 te haken in de volgende kleuren:

TOER 7: heide
TOER 8: wit
TOER 9: lila
TOER 10: wit

Klaar!

Hier kunt u zien hoe beide kleurcombinaties van telpatroon A.2 eruit zien.
Het vierkant zou 25 x 25 cm moeten zijn.

Complete diagram for clue #5

= losse
= halve vaste in/om steek
= vaste in de steek
= vaste om losse/lossenlus
= stokje om losse/lossenlus
= stokje in de steek
= 3 lossen
= BOBBEL: Haak 4 stokjes in dezelfde steek, haal de lus van het laatste stokje van de haaknaald af, steek de haaknaald in de voorkant van de bovenkant van het eerste stokje dat u gehaakt heeft, neem de lus van het laatste stokje en haal deze door de steek op de haaknaald.
=

Bij elke stip op het telpatroon, u haakt om de steek waar de lijn naar toe leidt.

TOER 7: Haak 1 DRIEDUBBEL STOKJE om de bovenkant van de bobbel van de toer 5 (DRIEDUBBEL STOKJE = Maak 3 omslagen, steek de haaknaald om de steek zoals beschreven in de tekst, maak 1 omslag en haal de omslag onder de eerste steek door(= 5 lussen op de haaknaald), * 1 omslag, haal de omslag door de eerste/volgende 2 lussen op de haaknaald *, herhaal van *-* in totaal 4 keer (= 1 lus op de haaknaald).

TOER 9: Haak 1 VIERDUBBEL STOKJE aan het driedubbel stokje van toer 7 (VIERDUBBEL STOKJE= Maak 4 omslagen, steek de haaknaald om de steek zoals beschreven in de tekst, maak 1 omslag en haal de omslag onder de eerste steek door(= 6 lussen op de haaknaald), * 1 omslag, haal de omslag door de eerste/volgende 2 lussen op de haaknaald *, herhaal van *-* in totaal 5 keer (= 1 lus op de haaknaald).