Bloemen en bobbels

De 4e clue voor onze Mystery deken bevat de eerste 6 naalden van een groot vierkant, gehaakt volgens telpatroon A.2., welke we in 2 verschillende kleurcombinaties gaan maken. We gebruiken dezelfde steken zoals hiervoor, maar we combineren ze om er andere dingen van te maken, zoals bobbels en andere spannende patronen!

Kleuren

De eerste 6 naalden in A.2 worden gehaakt in de volgende kleuren:

OPZETTEN + TOER 1: 01 wit
TOER 2: 17 licht lila
TOEREN 3 - 4: 15 heide
TOER 5: 01 wit
TOER 6: 17 licht lila

COLOUR TIPS:

Gebruikt u een andere kleurencombinatie dan waar wij mee haken? Maak dan een notitie van welke kleurnummers u vervangt door welke, voordat u begint. U kunt de originele materialen hier vinden.

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Informatie wat tussen twee * staat, wordt herhaald iedere keer wanneer er *-* staan in de tekst.
De rode symbolen in de telpatronen worden beschreven in de tekst bij de afbeeldingen.

Laten we beginnen!

OPZETTEN:

Haak 4 lossen met wit, vorm deze tot een ring met 1 halve vaste in de eerste losse.

TOER 1:

Haak 3 lossen (= 1e stokje).

Haak * 1 losse, 1 stokje in de lossenring*, herhaal *-* 11 keer in totaal, 1 losse (= 12 stokjes).

Finish with 1 slip stitch in the 3rd chain stitch at the beginning of the round, read COLOUR CHANGE TIP below. Change to light lilac, cut the white strand.

TIP VOOR HET WISSELEN VAN KLEUR:
Voor een mooie kleurovergang, haak de laatste steek voor de kleurverandering met de nieuwe kleur.

TOER 2:
Haak 1 halve vaste in de losse van de vorige toer, haak «BOBBEL OP HET BEGIN VAN DE TOER», als volgt: 3 lossen (= 1 stokje), haak 3 stokjes in dezelfde steek, sla de lus van het laatste stokje over, steek de haaknaald in de voorkant van de derde losse aan de bovenkant van het eerste gehaakte stokje, neem de lus van het laatste stokje en haal deze door de steek op de haaknaald.

Haak * 3 lossen, «BOBBEL» als volgt: Haak 4 stokjes in de volgende losse, sla de lus van het laatste stokje van de haak over, steek de haaknaald in de voorkant van de bovenkant van het eerste gehaakte stokje, neem de lus van het laatste stokje en haal deze door de steek op de haaknaald *, herhaal *-* 11 keer in totaal, 3 lossen = 12 bobbels.

Eindig met 1 halve vaste in de 3e losse (in de 1e bobbel) aan het begin van de toer.

TOER 3:
Haak 1 halve vaste in de bovenkant van de 1e bobbel, ga verder met heide, 1 losse, knip de licht lila draad af.

Haak * 1 vaste om de lossenlus, 5 lossen, 1 vaste om de volgende lossenlus, 9 lossen, 1 vaste om de volgende lossenlus, 5 lossen *, herhaal *-* 4 keer in totaal.

Eindig met 1 halve vaste in de 1e vaste aan het begin van de toer

TOER 4:
Haak 1 halve vaste in elk van de volgende 2 lossen, 1 losse.

Haak *1 vaste om de lossenlus, 2 lossen, 5 stokjes om de 9-lossenlus, 3 lossen (=hoek), 5 stokjes om dezelfde 9-lossenlus, 2 lossen, 1 vaste om de volgende 5-lossenlus, 5 lossen *, herhaal *-* 4 keer in totaal.

Eindig met 1 halve vaste in de 1st vaste aan het begin van de toer.

TOER 5:
Haak 1 halve vaste in de 1e losse, terwijl u tegelijkertijd verder gaat met wit, knip de heide draad af, haak een BOBBEL AAN HET BEGIN VAN DE TOER.

Haak 2 lossen, 1 stokje in het volgende stokje, 1 losse, sla 1 stokje over, 1 stokje in elk van de volgende 3 stokjes.

HOEK. Haak 2 stokjes om de lossenlus, 3 lossen, 2 stokjes om dezelfde lossenlus.

Haak * 1 stokje in elk van de volgende 3 stokjes, 1 losse, sla 1 stokje over, 1 stokje in het volgende stokje, 2 lossen, haak een BOBBEL in de 2e losse, 2 lossen, haak een BOBBEL in de 3e losse, 2 lossen, BOBBEL in de 1e losse, 2 lossen, 1 stokje in het volgende stokje, 1 losse, sla 1 stokje over, 1 stokje in elk van de volgende 3 stokjes *, herhaal de HOEK en *-* 3 keer in totaal, haak de HOEK.

Haak * 1 stokje in elk van de volgende 3 stokjes, 1 losse, sla 1 stokje over, 1 stokje in het volgende stokje, 2 lossen, haak een BOBBEL in de 2e losse, 2 lossen, haak een BOBBEL in de 3e losse, 2 lossen.
Eindig met 1 halve vaste in de 3e losse aan het begin van de toer, wissel niet van kleur.

TOER 6:
Haak 1 halve vaste in de 1e losse, terwijl u tegelijkertijd verder gaat met licht lila, knip de witte draad af, 3 lossen, sla 1 losse over.

Haak 1 stokje in/om elk van de volgende 3 steken, 1 losse, sla 1 steek over, 1 stokje in elk van de volgende 3 steken.

HOEK. Haak 2 stokjes om de lossenlus, 3 lossen, 2 stokjes om dezelfde lossenlus.

Haak * 1 stokje in elk van de volgende 3 steken, 1 losse, sla 1 steek over, 1 stokje in/om elk van de volgende 3 steken, 1 stokje om elk van de volgende 2 lossenlussen, 1 stokje in de bovenkant (het midden) van de BOBBEL, 1 stokje om elk van de volgende 2 lossenlussen, 1 stokje in/om elk van de volgende 3 steken, 1 losse, sla 1 steek over, 1 stokje in elk van de volgende 3 steken *, herhaal de HOEK en *-* 3 keer in totaal, haak de HOEK.

Haak 1 stokje in elk van de volgende 3 steken, 1 losse, sla 1 steek over, 1 stokje in/om elk van de volgende 3 steken, 1 stokje om elk van de volgende 2 lossenlussen, 1 stokje in de bovenkant (het midden) van de BOBBEL, 1 stokje om de volgende lossenlus.
Eindig met 1 halve vaste in de 3e losse aan het begin van de toer (= 84 stokjes, 8 lossen en 4 hoeken met 3 lossenlussen, om het vierkant).

Leg uw werk aan de kant en haak hetzelfde vierkant opnieuw in deze nieuwe kleurencombinatie:

OPZETTEN + TOER 1: 01 wit
TOER 2: 16 lila
TOEREN 3 - 4: 15 heide
TOER 5: 01 wit
TOER 6: 17 licht lila

Klaar!

Zo zouden beide kleurencombinaties er uit moeten zien nadat u volgens telpatroon A.2. heeft gehaakt tot en met toer 6.

Het uiteindelijke resultaat van clue #4 is 2 vierkanten van ongeveer 17 cm x 17 cm.

Complete telpatroon voor clue #4

	=	4 lossen, vorm deze tot een ring met 1 halve vaste in de eerste losse – zie punt op de cirkel, de toer begint en eindigt hier
	=	losse
	=	halve vaste in/om de steek
	=	stokje om lossenring/ lossenlus
	=	BOBBEL AAN HET BEGIN VAN DE TOER: 3 lossen (= 1 stokje), haak 3 stokjes in dezelfde steek, sla de lus van het laatste stokje over, steek de haaknaald in de voorkant van de derde losse aan de bovenkant van het eerste gehaakte stokje, neem de lus van het laatste stokje en haal deze door de steek op de haaknaald
	=	3 lossen
	=	BOBBEL: Haak 4 stokjes in dezelfde steek, sla de lus van het laatste stokje over, steek de haaknaald in de voorkant van de bovenkant van het eerste gehaakte stokje, neem de lus van het laatste stokje en haal deze door de steek op de haaknaald
	=	vaste om de steek
	=	5 lossen
	=	9 lossen
	=	stokje in de steek