DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 2.90 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 20.30€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Lucky Clover Jacket

Gebreid vest in DROPS BabyMerino. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid, met zadelschouders en structuurpatroon. Maten S - XXXL.

DROPS 215-10
DROPS Design: Patroon nr. bm-080
Garengroep A
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS BABY MERINO van garnstudio (behoort tot garengroep A)
350-350-400-450-500-550 g kleur 38, olijfgroen

STEKENVERHOUDING:
24 steken in de breedte en 32 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3 MM.
DROPS RONDBREINAALD 3 MM: Lengte 60 cm of 80 cm voor tricotsteek/patroon.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 2.5 MM.
DROPS RONDBREINAALD 2.5 MM: Lengte 60 cm of 80 cm voor de boordsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

DROPS HOUTEN KNOPEN, Kokosnoot NR 516: 7 stuks in alle maten.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 2.90 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 20.30€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel in de hoogte = Brei 2 naalden recht.

RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid):
1 ribbel in de hoogte = 2 naalden; Brei 1 naald recht en 1 naald averecht.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 122 steken) minus de biezen (dus 12 steken) en deel de overgebleven steken door het aantal te maken meerderingen (dus 24) = 4.58.
In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na afwisselend elke 4e en 5e steek. Meerder niet op de biezen. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2:
Alle meerderingen worden aan de goede kant gebreid!
MEERDER 4 STEKEN IN MARKEERDRAAD-STEKEN 1 EN 3:
Brei 5 steken in de averechte steek en verplaats de markeerdraad als volgt: * Brei de steek averecht, maar laat hem niet van de naald af glijden, maak 1 omslag op de rechter naald *, brei van *-* 2 keer en brei de steek nog 1 keer averecht, verplaats de markeerdraad naar de laatst gebreide steek (= 5 steken in dezelfde steek gebreid).
MEERDER 4 STEKEN IN MARKEERDRAAD-STEKEN 2 EN 4:
Brei 5 steken in de averechte steek en verplaats de markeerdraad als volgt: Brei de steek averecht, verplaats de markeerdraad naar deze steek, * maar laat deze niet van de naald af glijden, maak 1 omslag op de rechter naald, brei 1 steek averecht in dezelfde steek *, brei van *-* 2 keer (= 5 steken in dezelfde steek gebreid).
Brei op de volgende naald de gemeerderde steken in patroon met 2 tricotsteken en 2 ribbelsteken, en brei de gemarkeerde steek aan de verkeerde kant recht (= averechte steek aan de goede kant).
De volgende meerdering is in de averechte steek (de markeerdraad-steek).
Meerder steken voor de voor-/achterpanden. Het aantal overgebleven schoudersteken is hetzelfde.

TIP VOOR HET MEERDEREN-3 (voor de zijkanten van het lijf):
Alle meerderingen worden aan de goede kant gebreid!
Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, 1 omslag, 4 recht (de markeerdraad zit in het midden van deze steken), 1 omslag.
Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid, om gaatjes te voorkomen.
Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen):
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.

TIP VOOR HET AFKANTEN:
Om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt kunt u afkanten met een naald in een grotere maat. Als de rand nog steeds strak is, maak dan 1 omslag na ongeveer elke 4e steek terwijl u tegelijkertijd afkant; de omslagen worden als normale steken afgekant.

KNOOPSGATEN:
Brei knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt). Brei aan de goede kant als er 4 steken over zijn op de naald als volgt: Maak 1 omslag, 2 recht samen en brei 2 ribbelsteken. Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslag averecht zodat er een gaatje ontstaat.
Het eerste knoopsgat wordt gebreid als het werk 1½-2 cm meet vanaf de opzetrand. De andere 6 knoopsgaten worden gebreid met ongeveer 7½-8-8-8½-8½-9 cm tussen elk.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

VEST – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
De hals en de pas worden heen en weer gebreid met rondbreinaald vanaf midden voor en van boven naar beneden. De pas wordt verdeeld voor het lijf en mouwen en het lijf wordt verder heen en weer gebreid. De mouwen worden in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop, van boven naar beneden.

HALS:
Zet 122-126-132-136-146-156 steken op (inclusief 6 voorbiessteken aan elke kant) met rondbreinaald 2.5 mm en BabyMerino. Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant.
De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant:
Brei 2 steken in RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven, 2 recht, brei 2 steken in ribbelsteek (= voorbiessteken), brei tricotsteek tot er 6 steken over zijn en brei 2 steken in ribbelsteek, 2 recht en 2 steken in ribbelsteek.
Denk om de knoopsgaten – lees beschrijving hierboven, op de rechter voorbies.
Als het werk 2 cm meet, meerder dan 24-24-18-22-24-22 steken verdeeld op de volgende naald aan de goede kant - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 = 146-150-150-158-170-178 steken.
Brei 1 naald aan de verkeerde kant met tricotsteek over tricotsteek en ribbelsteek over ribbelsteek.
Ga verder met rondbreinaald 3 mm.
Voeg 1 markeerdraad in na de voorbies op het begin van de naald; de pas wordt gemeten vanaf deze markeerdraad!

PAS:
Brei nu in patroon, voeg 4 markeerdraden in (in steken) en 4 markeerdraden (tussen de steken) als volgt aan de goede kant:
LINKER VOORPAND:
Brei 2 ribbelsteken, 2 tricotsteken en 2 ribbelsteken (= voorbies), * 2 tricotsteken, 2 ribbelsteken *, brei van *-* over 16-16-16-16-20-20 steken, 1 averecht (voeg markeerdraad 1 in deze steek; u gaat later in deze steek meerderen).
LINKERSCHOUDER/MOUW:
Brei 1 tricotsteek, voeg 1 markeerdraad in (dus tussen 2 rechte steken), 1 omslag, 1 tricotsteek, * 2 ribbelsteken, 2 tricotsteken *, brei van *-* over 28-28-28-32-32-36 steken, 2 ribbelsteken, 1 tricotsteek, voeg 1 markeerdraad in (dus tussen 2 rechte steken), 1 omslag, 1 tricotsteek.
ACHTERPAND:
Brei 1 averecht (voeg markeerdraad 2 in deze steek; u gaat later meerderen in deze steek), * 2 ribbelsteken, 2 tricotsteken *, brei van *-* over 28-32-32-32-36-36 steken, 2 ribbelsteken, 1 averecht (voeg markeerdraad 3 in deze steek; u gaat later meerderen in deze steek).
RECHTERSCHOUDER/MOUW:
Brei 1 tricotsteek, voeg 1 markeerdraad in (dus tussen 2 rechte steken), 1 omslag, 1 tricotsteek, * 2 ribbelsteken, 2 tricotsteken *, brei van *-* over 28-28-28-32-32-36 steken, 2 ribbelsteken, 1 tricotsteek, voeg 1 markeerdraad in (dus tussen 2 rechte steken), 1 omslag, 1 tricotsteek.
RECHTER VOORPAND:
Brei 1 averecht (voeg markeerdraad 4 in deze steek; u gaat later in deze steek meerderen), * 2 ribbelsteken, 2 tricotsteken *, brei van *-* over 16-16-16-16-20-20 steken en eindig met 2 ribbelsteken, 2 tricotsteken en 2 ribbelsteken (voorbies).
Laat op de volgende naald, de omslagen op elke markeerdraad van de naald af glijden; dit wordt gedaan zodat de steken voor en na de meerderingen voor de zadelschouders niet te strak worden.
Maak 1 omslag op elke markeerdraad (tussen 2 rechte steken) op elke naald aan de goede kant en laat de omslagen van de naald af glijden op elke naald aan de verkeerde kant (het aantal overgebleven steken is hetzelfde). Doe dit tot de pas klaar is.
Ga verder met tricotsteek over tricotsteek, averecht over averecht (gezien aan de goede kant) en ribbelsteek over ribbelsteek.
Meerder op de volgende naald aan de goede kant, 4 steken in elke markeerdraad-steek (dus averechte steken aan de goede kant) – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (= in totaal 16 steken gemeerderd).
DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Meerder zo iedere 2e naald in totaal 0-0-3-3-4-5 keer, dan iedere 4e naald in totaal 6-9-9-10-11-12 keer, iedere 6e naald in totaal 4-3-3-3-3-3 keer en iedere 8e naald 1 keer (u heeft 11-13-16-17-19-21 keer in totaal gemeerderd) = 322-358-406-430-474-514 steken.
Ga verder met het patroon tot het werk 20-22-24-25-26-28 cm meet.
Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen op de volgende naald aan de goede kant als volgt:
Brei 6 voorbiessteken zoals hiervoor, 43-49-56-58-66-74 recht (= linker voorpand), plaats de volgende 68-74-84-92-98-102 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 8 nieuwe steken op onder de mouw, brei 88-100-114-118-134-150 recht (= achterpand), plaats de volgende 68-74-84-92-98-102 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 8 nieuwe steken op onder de mouw, brei 43-49-56-58-66-74 recht en eindig met 6 voorbiessteken zoals hiervoor (= rechter voorpand).

LIJF:
= 202-226-254-262-294-326 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 8 opgezette steken onder elke mouw.
Er zijn 96-108-122-126-142-158 steken tussen de markeerdraden op het achterpand; neem de markeerdraden mee tijdens het breien in de hoogte, ze worden gebruikt bij het meerderen in de zijkanten.
Ga verder met tricotsteek en 6 voorbiessteken in patroon zoals hiervoor aan elke kant. Als het werk 5 cm meet vanaf de scheiding, meerder dan 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-3 (= 4 steken gemeerderd).
Meerder zo iedere 2½-3-5-2-2½-3 cm in totaal 7-6-4-8-7-6 keer = 230-250-270-294-322-350 steken.
Als het werk 25 cm meet vanaf de scheiding, ga dan verder met rondbreinaald 2.5 mm en brei boordsteek (= 2 ribbelsteken/ 2 recht) over alle steken.
Kant af met recht als de boordsteek 4 cm meet – lees TIP VOOR HET AFKANTEN.
Het vest meet ongeveer 54-56-58-60-61-64 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUW:
Plaats de 68-74-84-92-98-102 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op breinaalden zonder knop maat 3 mm en neem 1 steek op in elk van de 8 opgezette steken onder de mouw = 76-82-92-100-106-110 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de 8 steken onder de mouw. U gaat later minderen aan elke kant van deze markeerdraad.
Brei in patroon; (RIBBELSTEEK in de rondte – lees beschrijving hierboven) over ribbelsteek, averecht over averecht en tricotsteek over tricotsteek. De nieuwe steken onder de mouw worden in het patroon gebreid (dus 2 tricotsteken, 2 ribbelsteken). De steken die niet in dit patroon passen, worden gebreid in tricotsteek.
Als de mouw 5 cm meet vanaf de scheiding, ga dan verder met tricotsteek over alle steken.
Minder op de eerste naald van deze tricotsteek, 2 steken onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere cm in totaal 5-5-5-6-6-7 keer, dan iedere 4-3½-2-1½-1½-1½ cm in totaal 7-8-12-14-16-16 keer = 52-56-58-60-62-64 steken.
Als de mouw 41-40-38-38-38-37 cm meet, meerder dan 0-0-2-0-2-0 steken verdeeld = 52-56-60-60-64-64 steken.
Ga verder met breinaalden zonder knop maat 2.5 mm en brei boordsteek (2 recht, 2 ribbelsteken) voor 4 cm. Kant af met recht.
Brei de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de knopen op de linker voorbies.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 11.09.2020
Correctie: TIP VOOR HET MEERDEREN-2: ...Brei op de volgende naald de gemeerderde steken in patroon met 2 tricotsteken en 2 ribbelsteken, en brei de gemarkeerde steek aan de verkeerde kant recht (= averechte steek aan de goede kant).

Telpatroon

symbols = breirichting
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 215-10

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (7)

country flag Elisabeth wrote:

Tricoter 2 mailles point mousse, 2 mailles jersey et 2 mailles point mousse (= bordure devant), * 2 mailles jersey, 2 mailles point mousse *, répéter de *-* au-dessus des 16-16-16-16-20-20 mailles suivantes, 1 maille envers : est ce bien:sur L'ENDROIT, 6 mailles à l'endroit pour la bordure, puis *2 m endroit 2m endroit" répéter... 1 m envers. et sur l'ENVERS ce sera 2m endroit, 2m envers, 2m endroit pour la bordure, puis *2m envers, 2m endroit* répéter... et 1m envers? merci

07.08.2023 - 07:07

DROPS Design answered:

Bonjour Élisabeth, les mailles de bordure de devant se tricotent à l'endroit sur l'endroit, mais sur l'envers, vous allez les tricoter ainsi: (2 m end, 2 m env, 2 m end) , et les mailles restantes entre les 6 mailles de bordure devant de chaque côté se tricotent en jersey, autrement dit, à l'endroit tricotez toutes les mailles à l'endroit, sur l'envers tricotez: (2 m end, 2 m env, 2 m end), tricotez à l'envers jusqu'à ce qu'il reste 6 m et terminez par (2 m end, 2 m env, 2 m end). Bon tricot!

07.08.2023 - 11:14

country flag Mia wrote:

Hi, the increases for the yoke say "Increase like this every 2nd row a total of 3 times, then every 4th row a total of 9 times, every 6th row a total of 3 times and every 8th row 1 time". Is this counting wrong side rows as well or does this mean "every 2nd right side row" and so on?

19.03.2022 - 17:10

DROPS Design answered:

Dear Mia, every 2nd row means every row on the RS (so you increase in the RS row, you don't in the WS row, you increase again in the RS row, e.t.c). Happy knitting!

20.03.2022 - 19:30

country flag Mel wrote:

Could you please share what are the finished body measurements for this cardigan? I can't seem to find that information in any pattern or a size reference in your website as to what S/M/L/etc. actually mean in cm. Thank you.

30.12.2021 - 10:46

DROPS Design answered:

Hi Mel, you will find the schematic drawing for each garment below the patterns. It will have all the measurement for each size we have in this pattern. If you follow the pattern and keep the tension/gauge the garment will have the same size as the schematic drawing. Happy knitting!

30.12.2021 - 13:54

country flag Sandra Ehringer wrote:

Hallo, die Halsblende wird doch - wie beim dazu passenden Pullover - glatt rechts gestrickt, damit die Blende sich dann einrollt - wie man gut am Foto erkennen kann. Da sind die Textpassagen in der Reihenfolge durcheinander geraten. Nach 2 cm würde man erst aufteilen für das Muster. Ich wollte gerade mit der Jacke beginnen, da habe ich das bemerkt...

24.12.2020 - 15:38

country flag Jutta wrote:

In hinreihen bei Glatt rechts wird doch die hinreihe rechts u d die rückreihe Links gestrickt, oder?! Wie werden denn die markierten linksmaschen gestrickt.? Das war meine Frage. Werden sie in hin und rückreihe links gestrickt?

07.09.2020 - 13:26

DROPS Design answered:

Liebe Jutta, Entschuldigung für das Misverständnis, diese linke Masche (mit Markierer) wird rechts bei den Rückreihen gestrickt, Anleitung wird bald korrigiert, danke für den Hinweis! Viel Spaß beim stricken!

08.09.2020 - 15:32

country flag Jutta wrote:

Hallo, in der Anleitung steht, dass die markierte Masche links gestrickt werden soll. Sie schreiben jetzt: rechts Stricken. Bedeutet es kraus rechts oder glatt rechts? Und warum steht in der Anleitung: linke Maschen immer links Stricken?auch da die Frage: in hin u d rückreihe Links oder Glatt links.?

07.09.2020 - 12:08

DROPS Design answered:

Liebe Jutta, entschuldigung, ich meinte und dachte links habe aber leider rechts geschrieben, mein Fehler, dh die markierete Masche wird immer links gestrickt. Ich verstehe vielleicht Ihre 2. Frage nicht richtig, die Jacke wird hin und zurück gestrickt, Muster wird bei den Hinreihen: 2 M glatt re, 2 Maschen kraus rechts (= 4 Maschen rechts) - bei den Hinriehen werden die glatt rechte Maschen links gestrickt und die kraus rechte Maschen rechts gestrickt. Viel Spaß beim stricken!

07.09.2020 - 13:21

country flag Jutta wrote:

Hallo, mit 5 Zunahmen aus einer linksmasche komme ich nicht klar. Gibt dann in der rückreihe ein Loch. Leider gibt es dazu kein Video und ich kann euch nirgends finden, wie diese linksmasche in der rückreihe gestrickt wird.

06.09.2020 - 21:10

DROPS Design answered:

Liebe Jutta, dieses Video zeigt wie man 2 Maschen in 1 Masche zunimmt, hier werden Sie genauso stricken, bis Sie aber 5 anstatt 3 Maschen auf der rechten Nadel haben. Die markierte Masche soll immer rechts gestrickt werden, die anderen werden im Muster (= 2 M glatt rechts, 2 M kraus rechts). En Video kommt bald. Viel Spaß beim stricken!

07.09.2020 - 09:44