DROPS Air
DROPS Air
65% alpaca, 28% polyamide, 7% Wool
vanaf 4.25 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 34.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
DROPS 205-43
DROPS design: Patroon ai-215
Garengroep C of A + A
----------------------------------------------------------

MAAT:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS AIR van garnstudio (behoort tot garengroep C)
150-200-200-200-250-250 g kleur 06, zwart
150-150-150-150-200-200 g kleur nr 26, beige
50-50-50-100-100-100 g kleur 13, oranje
50-50-50-50-100-100 g kleur 02, tarwe

STEKENVERHOUDING:
16 steken in de breedte en 20 naalden in de hoogte in tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5.5 mm
DROPS RONDBREINAALD 5.5 mm: Lengte 40 en 80 cm voor tricotsteek.
DROPS RONDBREINAALD 4.5 mm: Lengte 40 en 80 cm voor de boordsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn! Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met grotere naalden. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met kleinere naalden.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Air
DROPS Air
65% alpaca, 28% polyamide, 7% Wool
vanaf 4.25 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 34.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel = brei 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatroon A.1. Brei het hele telpatroon in tricotsteek en ga verder met strepen op dezelfde manier als in A.1 te zien is aan elke kant op het voor- en achterpand.
Brei met 3, 5 of 7 bollen op de naald (afhankelijk van waar u bent in het patroon), om lange draden aan de achterkant van het werk te voorkomen. Dus aan de onderkant van trui als u met de eerste strepen begint, breit u met 1 bol beige aan elke kant van de trui en 1 bol oranje in het midden van de trui. LET OP: Om gaatjes te voorkomen bij het wisselen van kleur draait u de draden samen.

TIP VOOR HET MINDEREN-1 (verdeeld):
Zo berekent u hoe vaak er geminderd moet worden, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 100 steken), minus de kantsteken (2 steken) en deel de overgebleven 98 steken door het aantal te maken minderingen (dus 9) = 10.8.
In dit voorbeeld mindert door ongeveer iedere 10e en 11e steek recht samen te breien. Minder niet over de kantsteken.

TIP VOOR HET MINDEREN-2 (geldt voor V-hals):
Minder voor de V-hals aan de binnenkant van de 5 kantsteken in ribbelsteek richting midden voor. Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt!
Minder als volgt na 5 kantsteken in ribbelsteek: 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 1 steek geminderd).
Minder als volgt voor de 5 kantsteken in ribbelsteek: Begin 2 steken voor de 5 kantsteken en brei 2 recht samen (= 1 steek geminderd).

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Brei het voor- en achterpand apart heen en weer op de rondbreinaald, van onder naar boven. Naai de schoudernaden samen. Neem dan steken op langs de armsgaten voor de mouwen. Brei de mouwen heen en weer op de rondbreinaald tot de mouwkop klaar is, brei dan de rest van de mouw in de rondte op breinaalden zonder knop/rondbreinaald, van boven naar beneden tot de gewenste afmetingen. Naai tot slot de onderkant van het armsgat dicht. Naai de trui samen als hij klaar is.

VOORPAND:
Zet 94-100-108-118-126-138 steken op rondbreinaald 4.5 mm met beige. Brei 1 naald averecht (= verkeerde kant). Brei dan boordsteek (= 1 recht/1 averecht) met 1 kantsteek in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven, aan elke kant. Als de boordsteek 4 cm meet, ga dan verder met rondbreinaald 5.5 mm. Brei 1 naald recht aan de goede kant en minder 9-9-9-11-11-13 steken verdeeld - lees TIP VOOR HET MINDEREN-1 = 85-91-99-107-115-125 steken. Brei dan in tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Begin bij een hoogte van 9-10-11-12-13-14 cm vanaf de opzetrand met de strepen - lees PATROON. Brei de eerste naald als volgt aan de goede kant: Brei 1 kantsteek in ribbelsteek met beige, brei 21-24-28-32-36-41 steken in tricotsteek met beige, brei A.1 (= 41 steken), brei 21-24-28-32-36-41 steken in tricotsteek met beige en eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek met beige. Ga zo verder in patroon.
Kant bij een hoogte van 36-37-38-39-40-41 cm, 2 steken af aan het begin van de 2 volgende naalden voor de armsgaten = 81-87-95-103-111-121 steken.
Ga verder in patroon zoals hiervoor.
Begin bij een hoogte van 38-39-40-41-42-43 cm met minderen voor de V-hals. Dus brei de volgende naald op de verkeerde kant als volgt: Brei 38-41-45-49-53-58 steken zoals hiervoor, 5 steken recht, brei de overgebleven 38-41-45-49-53-58 steken zoals hiervoor.
Brei op de volgende naald (goede kant) recht tot de 5 steken averecht midden voor. Neem dan 1 steek op in elk van de 5 averechte steken, maar neem deze op aan de achterkant van deze 5 steken.
Houd deze 43-46-50-54-58-63 eerste steken op de naald (dus 38-41-45-49-53-58 steken + 5 steken die opgenomen zijn).
Zet de overgebleven 43-46-50-54-58-63 steken op 1 hulpdraad.
Eindig elke kant van de V-hals apart.

LINKER VOORKANT (als het kledingstuk gedragen wordt):
Begin aan de verkeerde kant en brei in tricotsteek heen en weer met 5 kantsteken in ribbelsteek richting midden voor en 1 kantsteek in ribbelsteek richting de zijkant. Ga verder in patroon op dezelfde manier als hiervoor tot alle steken in zwart zijn gebreid.
Minder TEGELIJKERTIJD op de volgende naald aan de goede kant, 1 steek voor de V-hals richting midden voor - lees TIP VOOR HET MINDEREN-2. Minder zo iedere andere naald 3-3-4-4-4-4 keer in totaal en dan iedere 4e naald 4-4-4-4-5-5 keer in totaal.
Na de laatste mindering zijn er 36-39-42-46-49-54 steken op de naald.
Brei tot het werk 54-56-58-60-62-64 cm meet vanaf de opzetrand. Begin aan de goede kant en kant de eerste 31-34-37-41-44-49 steken op de schouder af (zorg ervoor dat u een strakke afkantrand voorkomt) = 5 steken in ribbelsteek over op de naald. Brei in ribbelsteek heen en weer over deze 5 steken voor ongeveer 8-8-9-9-9-9 cm. Kant af.

RECHTER VOORKANT (als het kledingstuk gedragen wordt):
Zet de 43-46-50-54-58-63 steken van de hulpdraad terug op rondbreinaald 5.5 mm. Begin aan de goede kant en brei in tricotsteek heen en weer met 5 kantsteken in ribbelsteek richting midden voor en 1 kantsteek in ribbelsteek richting de zijkant. Ga verder in patroon op dezelfde manier als hiervoor tot alle steken in zwart zijn gebreid.
Minder TEGELIJKERTIJD op de volgende naald aan de goede kant, 1 steek voor de V-hals richting midden voor - lees TIP VOOR HET MINDEREN-2. Minder zo iedere andere naald 3-3-4-4-4-4 keer in totaal en dan iedere 4e naald 4-4-4-4-5-5 keer in totaal.
Na de laatste mindering zijn er 36-39-42-46-49-54 steken op de naald.
Brei tot het werk 54-56-58-60-62-64 cm meet vanaf de opzetrand. Begin op de verkeerde kant en kant de eerste 31-34-37-41-44-49 steken op de schouder af (zorg ervoor dat u een strakke afkantrand voorkomt) = 5 steken in ribbelsteek over op de naald. Brei in ribbelsteek heen en weer over deze 5 steken voor ongeveer 8-8-9-9-9-9 cm. Kant af.

ACHTERPAND:
Zet 94-100-108-118-126-138 steken op de rondbreinaald 4.5 mm met beige. Brei 1 naald averecht (= verkeerde kant). Brei dan 4 cm boordsteek (= 1 recht/1 averecht) met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Als de boordsteek 4 cm meet, ga dan verder met rondbreinaald 5.5 mm. Brei 1 naald recht aan de goede kant en minder 9-9-9-11-11-13 steken verdeeld - lees TIP VOOR HET MINDEREN-1 = 85-91-99-107-115-125 steken. Brei dan in tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant.
Begin bij een hoogte van 9-10-11-12-13-14 cm vanaf de opzetrand met de strepen en brei op dezelfde manier als op het voorpand (dus de strepen op het voor- en achterpand worden identiek).
Kant bij een hoogte van 36-37-38-39-40-41 cm 2 steken af aan het begin van de 2 volgende naalden voor de armsgaten = 81-87-95-103-111-121 steken.
Ga verder in patroon zoals hiervoor tot alle steken in zwart zijn gebreid. Brei tot het werk 52-54-56-58-60-62 cm meet vanaf de opzetrand. Kant dan op de volgende naald de middelste 17-17-19-19-21-21 steken af voor de hals en eindig elk schouder apart. Brei in tricotsteek en kant 1 steek af op de volgende naald vanaf de hals = 31-34-37-41-44-49 steken over op de schouder. Ga verder met breien tot het werk 54-56-58-60-62-64 cm meet. Kant dan losjes af met recht aan de goede kant. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden aan de binnenkant van de afkantrand.

MOUW:
Neem steken op langs het armsgat op het voor- en achterpand, dus begin aan een kant van het werk waar steken afgekant zijn voor het armsgat, en neem aan de goede kant 58-60-64-68-70-74 steken op aan de binnenkant van de 1 kantsteek in ribbelsteek op rondbreinaald 5.5 met zwart (dus neem geen steken op langs de onderkant van het armsgat).
Brei heen en weer in tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Als de mouw 2 cm meet in alle maten vanaf waar steken zijn opgenomen, voeg dan 1 markeerdraad in aan het begin en einde van de naald. De markeerdraden laten zien waar de mouw in de onderkant van het armsgat genaaid moet worden, en meet de mouw vanaf deze markeerdraden!
Brei verder met breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald 5.5 mm en brei in tricotsteek in de rondte.
Brei tot de mouw 41-40-39-37-36-33 cm meet (er is ongeveer 4 cm over tot de gewenste afmetingen, pas de trui en brei tot de gewenste lengte).
Brei 1 naald recht en meerder 6-6-6-6-8-8 steken verdeeld = 64-66-70-74-78-82 steken.
Brei verder met een korte rondbreinaald 4.5 mm. Brei 4 cm boordsteek in de rondte = 1 recht/1 averecht. Kant dan losjes de steken af met recht boven recht en averecht boven averecht. De mouw meet ongeveer 47-46-45-43-42-39 cm vanaf waar steken opgenomen zijn. Brei de andere mouw op dezelfde wijze.

AFWERKING:
Naai de zijnaden dicht aan de binnenkant van de 1 kantsteek.
Naai de mouw aan de onderkant van het armsgat dicht vanaf de markeerdraad en richting de hoek aan elke kant.
Naai de halsrand samen midden achter en naai de halsrand aan de halslijn in de achterkant van de hals - zorg ervoor dat de naad naar de verkeerde kant zit.

Telpatroon

symbols = beige
symbols = oranje
symbols = tarwe
symbols = zwart
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 205-43

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (12)

country flag Alice wrote:

Je ne suis pas sûre de comment commencer les manche. Je relève 30 mailles devant et 30mailles dans le dos ?

15.01.2024 - 08:53

DROPS Design answered:

Bonjour Alice, c'est exact pour la taille M. Bon tricot!

15.01.2024 - 10:17

country flag Katleen wrote:

Beste, Ik begrijp niet wat u bedoelt met deze beschrijving ivm aanzet V hals. Graag wat meer uitleg. ‘Brei op de volgende naald (goede kant) recht tot de 5 steken averecht midden voor. Neem dan 1 steek op in elk van de 5 averechte steken, maar neem deze op aan de achterkant van deze 5 steken.’ Thanks !

15.05.2023 - 18:25

DROPS Design answered:

Dag Katleen,

In plaats van de rechter naald in de voorste lus van de steek te steken, steek je de naald nu in de achterste lus van de steek. In elke steek brei je 2 steken. Dus in de eerste steek brei je twee steken, in de tweede steek brei je 2 steken, enzovoorts.

17.05.2023 - 18:01

country flag Annie wrote:

Je ne comprends pas les 5 mailles au point mousse côté encolure pouvez vous m expliquer svp d avance merci

21.02.2021 - 20:28

DROPS Design answered:

Bonjour Annie, quand on tricote les 2 devants séparément, on les tricote en jersey = comme avant, mais avec 1 maille lisière au point mousse côté emmanchure et 5 mailles au point mousse côté encolure, autrement dit, sur l'endroit, tricotez toutes les mailles à l'endroit et sur l'envers, tricotez les 5 mailles côté encolure (en début de rang sur l'envers pour le devant gauche/en fin de rang sur l'envers pour le devant droit) à l'endroit (tout comme la maille lisière côté emmanchure). Bon tricot!

22.02.2021 - 09:26

country flag Anne Vowinckel wrote:

Gehen die Streifen über die ganze Breite? Im Diagramm sieht es so aus, als ob an der Seite noch beige gestrickt wird. Auf dem Foto sieht es anders aus.

24.10.2020 - 17:11

DROPS Design answered:

Liebe Frau Vowinckel, ja genau, die streifen gehen über die ganze Breite, dh so wie in A.1 beidseitig weitestricken bis die Randmaschen mit der unteren bzw neuen Farbe gestrickt wird, dh Sie werden dann bei einigen Reihen mit 5 und eben mit 7 knäuel stricken. Viel Spaß beim stricken!

26.10.2020 - 08:04

country flag Catherine Cortesi wrote:

Bonjour, Je ne suis pas sûre de comprendre les explications pour les manches : au début, elles sont ouvertes, c'est ça ? Ce sont les deux centimètres qui permettent de donner l'aisance du dessous de bras ? Merci de votre réponse.

02.10.2020 - 14:50

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Cortesi, vous avez tout à fait compris, ces 2 cm du haut de la manche seront cousues le long des mailles rabattues pour les emmanchures dos/devant sur les côtés, et on termine ensuite la manche en rond. Bonne continuation!

02.10.2020 - 15:11

country flag CArolina wrote:

Hola, a mi no me quedo claro en la parte del escote cuando indica levantar 5 puntos del lado de atrás...como se hace eso sin cerrar los puntos? Muchas gracias

10.02.2020 - 18:01

DROPS Design answered:

Hola Carolina. Aquí tienes el video de cómo se recogen los puntos en el borde:

16.02.2020 - 23:02

country flag Elke Jahn wrote:

Ich möchte gerne wissen, ob in dem Diagramm A1 nur die Hinreihen oder die Hin- und Rückreihen angegeben sind. Können Sie mir da bitte helfen? Vielen Dank!

22.01.2020 - 09:48

DROPS Design answered:

Liebe Frau Jahn, alle Reihen sind im Diagramme gezeichnet, dh die Hin- sowie die Rückreihen - hier lesen Sie mehr über Diagramme. Viel Spaß beim stricken!

22.01.2020 - 10:18

country flag Monika wrote:

Toller Pullover mit mit genialem Farbkontrast durch den Roten und Weissen Zacken - FANTASTISCH

15.11.2019 - 23:04

country flag Marga wrote:

Cuando estará el patrón?

11.11.2019 - 20:39

country flag Pascale O wrote:

Magnifique....! ma laine attend les explications avec impatience...!

11.10.2019 - 18:25