DROPS Nepal
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.31 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 30.03€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Frambuesa Sweater

Gebreide trui in DROPS Nepal. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met kantpatroon en gerstekorrel op de pas. Maten S - XXXL.

DROPS 206-16
DROPS Design: Patroon nr. ne-316
Garengroep C of A + A
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS NEPAL van garnstudio (behoort tot garengroep C)
650-700-750-850-950-1000 g kleur 8910, framboos

STEKENVERHOUDING:
16 steken in de breedte en 20 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.
A.1 meet ongeveer 16-16-16-20-20-20 cm in de hoogte.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5.5 MM.
DROPS RONDBREINAALD 5.5 MM: Lengte 40 cm en 80 cm voor tricotsteek.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4.5 MM.
DROPS RONDBREINAALD 4.5 MM: Lengte 40 cm en 80 cm voor randen.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Nepal
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.31 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 30.03€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2. Kies het telpatroon voor uw maat.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 72 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 28) = 2.6.
In dit voorbeeld, meerdert door 1 omslag te maken na afwisselend elke 2e en 3e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (voor de zijkanten van het lijf en midden onder de mouwen):
Begin 2 steken voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 4 recht (de markeerdraad zit tussen deze 4 steken) maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd op elke markeerdraad).
Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.

RAGLAN:
Als de pas klaar is breit u een kleine raglan voordat u het werk verdeeld voor het lijf en de mouwen.
Meerder 1 steek aan elke kant van de 4 markeerdraden in elke overgang tussen de voor- en achterpanden en de mouwen zoals beschreven hieronder (8 steken gemeerderd op de naald).
Begin 1 steek voor de markeerdraad, 1 omslag, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 omslag (= 2 steken gemeerderd). Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor midden onder de mouwen):
Begin 3 steken voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd).

TIP VOOR HET AFKANTEN:
Om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt kunt u afkanten met een naald in een maat groter, of maak 1 omslag na ongeveer elke 8e steek terwijl u tegelijkertijd afkant (kant de omslagen af als normale steken).

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
De hals en de pas worden in de rondte gebreid met de rondbreinaald, van boven naar beneden. De pas wordt verdeeld voor het lijf en mouwen en het lijf wordt verder in de rondte gebreid met de rondbreinaald. De mouwen worden in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald, van boven naar beneden.

HALS:
Zet 72-76-80-80-84-88 steken op met korte rondbreinaald 4.5 mm en Nepal. Brei 1 naald recht en brei dan 3-3-3-4-4-4 cm boordsteek in de rondte (= 2 recht / 2 averecht).
Als de boordsteek klaar is, brei dan 1 naald recht terwijl u 28-34-30-40-48-44 steken verdeeld meerdert - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 = 100-110-110-120-132-132 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de naald (= midden voor); de pas wordt vanaf hier gemeten! Brei 1 naald recht (de omslagen worden gedraaid gebreid). Brei dan de pas zoals beschreven hieronder.

PAS:
Ga verder met rondbreinaald 5.5mm en brei A.1 in de rondte (= 10-11-11-10-11-11 herhalingen van 10-10-10-12-12-12 steken). Ga verder met dit patroon, maar op elke naald gemarkeerd met een ster in A.1, verplaatst u het begin van de naald 1 steek naar links; dus zet de eerste steek op de rechter naald zonder deze te breien, brei dan A.1. De afgehaalde steek wordt op de laatste herhaling van A.1 gebreid. Brei op de volgende naald alle steken recht, begin dan in de rondte zoals gebruikelijk. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Meerder TEGELIJKERTIJD op elke naald gemarkeerd met een pijl in A.1 steken verdeeld zoals beschreven hieronder – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1.
Pijl-1: Meerder 40-40-40-48-48-48 steken verdeeld = 140-150-150-168-180-180 steken.
Pijl-2: Meerder 40-40-40-48-48-48 steken verdeeld = 180-190-190-216-228-228 steken.
Pijl-3: Meerder 30-30-30-36-36-36 steken verdeeld = 210-220-220-252-264-264 steken.
Pijl-4: Meerder 4-6-6-10-2-14 steken verdeeld = 214-226-226-262-266-278 steken.
Als A.1 klaar is in de hoogte meet het werk ongeveer 16-16-16-20-20-20 cm vanaf de markeerdraad op de hals. Als het werk korter is dan dit, brei dan verder in tricotsteek in de rondte tot de juiste lengte. Brei nu tricotsteek terwijl u TEGELIJKERTIJD meerdert naar een kleine raglan zoals beschreven hieronder.

RAGLAN:
Voeg 4 markeerdraden in het werk zonder de steken te breien. De eerste markeerdraad wordt ingevoegd na de eerste 33-34-34-40-42-45 steken (= ½ achterpand), de 2e markeerdraad na de volgende 40-44-44-50-48-48 steken (= mouw), 3e markeerdraad na de volgende 67-69-69-81-85-91 steken (= voorpand) en de 4e markeerdraad na de volgende 40-44-44-50-48-48 steken (= mouw). Er zijn 34-35-35-41-43-46 steken over op het achterpand na de laatste markeerdraad.
Meerder op de volgende naald voor de raglan aan elke kant van de 4 markeerdraden – lees beschrijving hierboven (= 8 steken gemeerderd). Meerder zo iedere 2e naald in totaal 2-4-6-4-6-8 keer = 230-258-274-294-314-342 steken. Ga verder met tricotsteek en zonder verdere meerderingen tot het werk 19-21-23-25-27-29 cm meet vanaf de markeerdraad op de hals.
Verdeel nu de pas voor het lijf en mouwen door de volgende naald als volgt te breien: Brei 35-38-40-44-48-53 steken in tricotsteek (= ½ achterpand), plaats de volgende 44-52-56-58-60-64 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-8-8-10-10 nieuwe steken op de naald (= in zijkant onder de mouw), brei de volgende 71-77-81-89-97-107 steken zoals hiervoor (= voorpand), plaats de volgende 44-52-56-58-60-64 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-8-8-10-10 nieuwe steken op de naald (= in zijkant onder de mouw) en brei de overgebleven 36-39-41-45-49-54 steken in tricotsteek (= ½ achterpand). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN!

LIJF:
= 154-166-178-194-214-234 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 6-6-8-8-10-10 steken onder elke mouw; neem de markeerdraad mee tijdens het breien in de hoogte, hij wordt gebruikt voor het meerderen in de zijkanten.
Brei in tricotsteek in de rondte. Als het werk 3 cm meet vanaf de scheiding in alle maten, meerder dan 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (= 4 steken gemeerderd). Meerder zo iedere 10 cm in totaal 3 keer aan elke kant = 166-178-190-206-226-246 steken.
Brei verder tot het werk 31 cm meet vanaf de scheiding in alle maten (er is ongeveer 3 cm over tot de gewenste lengte; u kunt de trui passen en verder breien tot de gewenste lengte).
Brei 1 naald recht terwijl u 34-37-35-39-44-49 steken verdeeld meerdert = 200-215-225-245-270-295 steken; dit wordt gedaan om te voorkomen dat de onderrand strak wordt.
Ga verder met rondbreinaald 4.5 mm en brei A.2 in de rondte voor 3 cm. Kant af met recht – lees TIP VOOR HET AFKANTEN! De trui meet ongeveer 56-58-60-62-64-66 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUW:
Plaats de 44-52-56-58-60-64 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop maat 5.5 mm en neem 1 steek op in elk van de 6-6-8-8-10-10 opgezette steken onder de mouw = 50-58-64-66-70-74 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de 6-6-8-8-10-10 steken onder de mouw. Neem de markeerdraad mee tijdens het breien in de hoogte; het wordt gebruikt bij het meerderen en minderen midden onder de mouw.
Begin op de markeerdraad en brei in tricotsteek in de rondte. Als de mouw 3-2-2--2-3-3 cm meet vanaf de scheiding, minder dan 2 steken midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 3-2-1½-1½-1-1 cm in totaal 4-7-9-9-10-11 keer = 42-44-46-48-50-52 steken.
Als de mouw 16-16-16-15-15-15 cm meet vanaf de scheiding, meerder dan 2 steken midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2. Meerder zo iedere 6-7-5-6-3-3½ cm in totaal 4-3-4-3-5-4 keer = 50-50-54-54-60-60 steken. Brei verder tot de mouw 39-38-36-34-32-31 cm meet vanaf de scheiding (er is ongeveer 3 cm over tot de gewenste lengte; u kunt de trui passen en breien tot de gewenste lengte). LET OP: Kortere afmetingen in de grotere maten vanwege een bredere hals en een langere pas.
Brei 1 naald recht terwijl u 0-0-1-1-0-0 steken meerdert = 50-50-55-55-60-60 steken.
Ga verder met breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald 4.5 mm en brei A.2 in de rondte voor 3 cm. Kant af met recht – denk om TIP VOOR HET AFKANTEN! De mouw meet ongeveer 42-41-39-37-35-34 cm vanaf de scheiding. Brei de andere mouw op dezelfde manier.

Telpatroon

symbols = recht
symbols = averecht
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = 1 steek recht afhalen, 2 recht samen en haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken
symbols = het begin van de naald wordt 1 steek naar links verplaatst zoals beschreven in de tekst
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 206-16

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (7)

country flag Theresa Hitchman wrote:

The A1 chart does not have the increasing for increased sts no1,2,3,&4 drawn into the chart so you can't incorporate the extra sts in the A1 pattern. Why is this? Its confusing and wrong?

19.04.2021 - 00:02

DROPS Design answered:

Dear Theresa, because the smaller pattern units between the arrows (rows with increases) are kind of independent from each other. If you look closely at the picture, you can see that the V's od the lace pattern are not directly above each other. Happy Knitting!

19.04.2021 - 00:32

country flag Nicole Vena wrote:

I also am confused on the star rows. How would that be written out, are those yarn overs?

22.03.2020 - 18:49

DROPS Design answered:

Dear Nicole, we are sorry, but there is no written out pattern for this piece. However it is well worth the effort to learn how to make sense of diagrams, as they not only show you the very next step, but also that how the other stitches and rows relate to each other. we do have a lesson on how to read crochet patterns here, and don't forget, you can always ask for help either in person or over the phone in teh store where you bought your DROPS yarn from. Happy Knitting!

22.03.2020 - 20:03

country flag Nicole Vena wrote:

Do we start the rows in the back where we joined or at the new marker in the front for the yoke?

22.03.2020 - 03:01

DROPS Design answered:

Dear Mrs Vena, start the round on mid back as before, the marker on mid front is just to measure from. Happy knitting!

23.03.2020 - 09:54

country flag Sandrine GREKOV wrote:

Au rang 6 (flèche 1) je dois faire 40 aug (taille M). Au rang suivant lorsque le jeté de l'augmentation se trouve à l'emplacement de la maille entre les 2 YO, si je la tricote torse pour éviter un trou je n'ai pas une maille endroit normale, j'ai plutôt une sorte de maille ''twistée''. Comment faire pour que toutes les mailles soient identiques que ce soit des jetés tricotés torses ou des mailles régulières endroit ? Merci.

03.03.2020 - 04:15

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Grekov, vous pouvez décaler les jetés concernés quelques mailles avant ou après le rang ajouré, ainsi la maille endroit entre les 2 jetés ne sera pas une augmentation du tour précédent. Bon tricot!

03.03.2020 - 09:58

country flag Azam wrote:

سلام .من ۱۰ ساله که سایت شما را دنبال میکنم خیلی مدلهای زیبای گذاشتید .چون به زبانهای دیگر آشنایی ندارم نمیتونم از قسمتهای آموزشی آن استفاده کنم .چرا به زبان فارسی آموزش نمی دهید ..ممنون می شوم که توجه بفرمایید

28.01.2020 - 16:25

country flag Christine wrote:

Hi, On row 7 of A1 am I supposed to - K2, K2tog, 1yarn over, k1, 1yarn over, S1K1 pass ss over, K3. This will leave 2gaps instead of 1 at the top of the lace points. Help please.

03.10.2019 - 11:09

DROPS Design answered:

Dear Christine, in A.1 size S, M, L, on row 7 you work *K2, K2 tog, YO, K1, YO, slip 1, K1, psso, K3* and repeat from *-*, ie you will have 5 stitches (= 3 sts from previous repeat + 2 sts from next repeat) between the decrease, yo, decrease in the middle of each lace pattern. Happy knitting!

03.10.2019 - 11:36

country flag Ellis wrote:

Ne 315 +ne316 same pattern but apart this time, together a twinset.

09.06.2019 - 20:44