DROPS Cotton Light
DROPS Cotton Light
50% katoen, 50% polyester
vanaf 0.95 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 11.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Carefree Summer

Gehaakte poncho met kantpatroon in DROPS Cotton Light. Het werk wordt van boven naar beneden gehaakt. Maten S - XXXL.

DROPS 199-16
DROPS Design: Patroon nr. cl-093
Garengroep B
-------------------------------------------------------

MATEN:
S/M – L/XL – XXL/XXXL

MATERIAAL:
DROPS COTTON LIGHT van garnstudio (behoort tot garengroep B)
600-750-900 g kleur 01, naturel

STEKENVERHOUDING:
20 stokjes in de breedte en 10 toeren in de hoogte = 10 x 10 cm.

HAAKNAALD:
DROPS HAAKNAALD 3.5 MM.
De haaknaald is slechts een richtlijn! Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere haaknaald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere haaknaald.

DROPS HOUTEN KNOPEN, Eiken NR 501: 2 stuks in alle maten.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Cotton Light
DROPS Cotton Light
50% katoen, 50% polyester
vanaf 0.95 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 11.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.7.

HAAKTIP (voor de lossen):
Het komt vaak voor dat lossen strakker worden gehaakt dan andere steken. 1 losse zou overeen moeten komen met 1 vaste/dubbel stokje/driedubbel stokje etc. in de breedte. Zorg ervoor dat de lus van de losse goed op de haaknaald getrokken wordt zodat het losjes wordt. Als de lossen te strak worden, worden de delen waar veel lossen zijn ook te strak.

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Op het begin van elke toer van stokjes vervangt u het eerste stokje met 3 lossen.
Op het begin van elke toer van driedubbele stokjes vervangt het eerste driedubbele stokje met 5 lossen.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder 1 stokje door 2 stokjes in dezelfde steek te haken.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder 1 stokje door 2 stokjes samen te haken als volgt: Haak 1 stokje maar wacht met de laatste omslag en doorhaling (= 2 lussen op de haaknaald), haak dan het volgende stokje; als u de laatste doorhaling haakt, haal dan de draad door alle 3 lussen op de haaknaald (= 1 stokje geminderd).

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

PONCHO - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het werk wordt heen en weer gehaakt in delen, van boven naar beneden. Lees HAAKTIP. Het achterpand begint met de rechter- en linkerschouder, welke daarna samengehaakt worden voordat u verder haakt. Het voorpand wordt eerst gehaakt in aparte rechter en linker voorpanden, voordat deze 2 delen samengehaakt worden en haak dan verder op dezelfde manier als het achterpand.

ACHTERPAND:
Rechterschouder:
Haak 68-79-86 lossen met haaknaald 3.5 mm en Cotton Light – lees INFORMATIE VOOR HET HAKEN. Keer het werk en haak stokjes als volgt:
TOER 1 (= verkeerde kant): Haak 1 stokje in de 4e losse vanaf de haaknaald (= 2 stokjes), haak 1 stokje in elk van de volgende 3-2-3 lossen, * sla 1 losse over, haak 1 stokje in elk van de volgende 5 lossen *, haak van *-* in totaal 10-12-13 keer = 55-64-70 stokjes. Knip de draad af en leg het werk aan de kant.
Linkerschouder:
Haak 68-79-86 lossen met haaknaald 3.5 mm en Cotton Light. Keer het werk en haak stokjes als volgt:
TOER 1 (= verkeerde kant): Haak 1 stokje in de 4e losse vanaf de haaknaald (= 2 stokjes), haak 1 stokje in elk van de volgende 3-2-3 lossen, * sla 1 losse over, haak 1 stokje in elk van de volgende 5 lossen *, haak van *-* in totaal 10-12-13 keer = 55-64-70 stokjes.
TOER 2 (= goede kant): Haak A.1a (= 7 steken), A.1b (= 3 steken) over de overgebleven 48-57-63 stokjes op de linkerschouder, haak losjes 29-29-32 lossen op het einde van de toer (= hals) en ga dan verder met het patroon over de rechterschouder als volgt: A.1d (= 1 steek), A.1b (= 3 steken) over de volgende 48-57-63 stokjes (= tot er 6 steken over zijn op de toer) en eindig met A.1c (= 6 steken).
Nu de rechter- en linkerschouder samengehaakt zijn, zijn er 29-29-32 lossen voor de hals. Haak de laatste toer in het telpatroon als volgt:
TOER 3: A.1c, A.1b over de volgende 16-19-21 lossenlussen, A.1d, haak 1 stokje in elk van de 29-29-32 lossen, ga verder met A.1b over de volgende 16-19-21 lossenlussen en eindig met A.1a = 139-157-172 steken. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Haak nu in patroon als volgt: A.2a (= 7 steken), A.2b (= 42-48-53 herhalingen van 3 steken) tot er 6 steken over zijn op de toer, A.2c (= 6 steken). Als A.2a-A.2c klaar zijn in de hoogte, haak dan in patroon als volgt: A.3a (= 4 steken), A.3b (= 3 steken), haak 1 stokje in elk van de volgende 9-18-7 steken, A.3c (= 18 steken) in totaal 6-6-8 keer, haak 1 stokje in elk van de volgende 9-18-8 stokjes, A.3d (= 3 steken), A.3e (= 3 steken). Als A.3a-A.3e klaar zijn in de hoogte haak dan patronen A.2a-A.2c op dezelfde manier als hiervoor, maar op de laatste toer in de telpatronen meerdert u 3-3-0 stokjes verdeeld (meerder over de steken in A.2b)– lees TIP VOOR HET MEERDEREN = 142-160-172 steken. Het werk meet nu ongeveer 22 cm.
Haak nu in patroon als volgt: Haak A.3a over de eerste 4 steken, A.3b over de volgende 3-12-18 steken (= 1-4-6 herhalingen), A.4 (= 42 steken) in totaal 3 keer, A.3d over de volgende 6-15-21 steken (= 2-5-7 herhalingen) en eindig met A.3e over de laatste 3 steken. Haak de toer met een witte ster op het begin van het telpatroon in totaal 3-4-5 keer in de hoogte voordat u verder gaat en haak de volgende tot de laatste toer in het telpatroon (met witte ster) in totaal 2-3-4 keer. Op de laatste toer mindert u 3-3-0 stokjes verdeeld – lees TIP VOOR HET MINDEREN = 139-157-172 steken. Als A.4 klaar is meet het werk ongeveer 44-46-48 cm.
Haak A.2a-A.2c op dezelfde manier als hiervoor, maar op de laatste toer meerdert u 0-3-0 stokjes verdeeld = 139-160-172 steken.
Haak in patroon als volgt: A.3a over de eerste 4 steken, A.3b over de volgende 3-3-9 steken (= 1-1-3 herhalingen), A.5 (= 21 steken) in totaal 6-7-7 keer, A.3d over de volgende 3-3-9 steken (= 1-1-3 herhalingen) en A.3e over de laatste 3 steken.
Herhaal de toer met de witte ster op het begin van het telpatroon in totaal 1-2-3 keer in de hoogte voordat u verder gaat en herhaal dan de volgende tot de laatste toer in het telpatroon (met witte ster) in totaal 1-2-3 keer. Op de laatste toer mindert u 0-3-0 stokjes verdeeld = 139-157-172 steken.
Haak nu A.2a-A.2c op dezelfde manier als hiervoor. Het werk meet ongeveer 69-73-77 cm vanaf de schouder naar beneden.
Knip en hecht de draad af.

VOORPAND:
Rechter voorpand:
Haak 68-79-86 lossen met haaknaald 3.5 mm en Cotton Light. Keer het werk en haak stokjes als volgt:
TOER 1 (= verkeerde kant): Haak 1 stokje in de 4e losse vanaf de haaknaald (= 2 stokjes), haak 1 stokje in elk van de volgende 3-2-3 lossen, * sla 1 losse over, haak 1 stokje in elk van de volgende 5 lossen *, haak van *-* in totaal 10-12-13 keer = 55-64-70 stokjes.
Haak nu in patroon als volgt aan de goede kant: A.7a (= 7 steken), A.7b (= 15-18-20 herhalingen van 3 steken) tot er 3 steken over zijn op de toer, A.7c (= 3 stokjes). Ga zo verder heen en weer gehaakt tot de 4e toer is gehaakt (met zwart vierkant). Knip de draad af.
TOER 5: Haak losjes 12-12-15 lossen en ga dan verder zoals te zien is op de toer met de pijl in telpatronen A.7c, A.7b en A.7a = 70-79-88 steken op de toer.
Ga verder met A.7a-A.7c zoals hiervoor en haak 1 stokje in elk van de 12-12-15 opgezette steken voor de hals. Als A.7a-A.7c klaar zijn in de hoogte ga dan verder als volgt: A.3a over de eerste 4 steken, A.3b over de volgende 3 steken, 1 stokje in elk van de volgende 9-18-9 stokjes en A.3c in totaal 3-3-4 keer in de breedte. Als A.3 klaar is in de hoogte ga dan verder als volgt aan de goede kant: Haak A.2a over de eerste 7 steken en A.2b in totaal 21-24-27 keer. Ga zo verder heen en weer gehaakt tot er 1 toer over is in de telpatronen. Knip de draad af, laat het werk rusten en haak het linker voorpand.
Linker voorpand:
Haak 68-79-86 lossen met haaknaald 3.5 mm en Cotton Light. Keer het werk en haak stokjes als volgt:
TOER 1 (= verkeerde kant): Haak 1 stokje in de 4e losse vanaf haaknaald (= 2 stokjes) haak 1 stokje in elk van de volgende 3-2-3 lossen, * sla 1 losse over, haak 1 stokje in elk van de volgende 5 lossen *, haak van *-* in totaal 10-12-13 keer = 55-64-70 stokjes.
Haak nu in patroon als volgt aan de goede kant: Haak A.6a (= 1 steek), A.6b (= 16-19-21 herhalingen van 3 steken) tot er 6 steken over zijn op de toer en A.6c (= 6 steken). Ga zo verder heen en weer gehaakt tot toer 5 is gehaakt. Aan het einde van toer 5 haakt u losjes 12-12-15 lossen voor de hals.
TOER 6: Haak 3 lossen, 1 stokje in de 4e losse vanaf de haaknaald (= 2 stokjes), haak 1 stokje in elk van de volgende 10-10-13 lossen (= 12-12-15 stokjes over hals), dan A.6a-A.6c zoals hiervoor = 70-79-88 steken.
TOER 7: Haak A.6a-A.6c zoals hiervoor en haak 1 stokje in elk van de overgebleven 12-12-15 steken voor de hals.
Haak nu in patroon als volgt aan de goede kant: A.3c in totaal 3-3-4 keer in de breedte, 1 stokje in elk van de volgende 10-19-10 stokjes, A.3d over de volgende 3 steken, A.3e over de laatste 3 steken. Ga zo verder heen en weer gehaakt tot A.3c klaar is in de hoogte. Haak nu in patroon als volgt aan de goede kant: A.2d (= 1 steek), A.2b tot er 6 steken over zijn op de toer en A.2c over de laatste 6 steken. Ga zo verder heen en weer gehaakt tot er 1 toer over is in de telpatronen.

Keer het werk en haak de laatste toer in de telpatronen terwijl u tegelijkertijd de 2 voorpanden samen haakt aan de verkeerde kant als volgt: Haak A.2c over de eerste 6 steken, A.2b (dus 1 stokje in elk stokje) tot het einde van de toer op het linker voorpand, meerder tegelijkertijd 1-1 stokje in maten S/M en L/XL en minder 2 stokjes in maat XXL/XXXL, ga verder over het rechter voorpand met A.2b (dus 1 stokje in elk stokje) tot er 7 steken over zijn op de toer, meerder tegelijkertijd 1-1 stokje in de maten S/M en L/XL en minder 2 stokjes in maat XXL/XXXL en eindig met A.2a over de laatste 7 steken op de toer = 142-160-172 steken.
Haak nu in patroon als volgt: Haak A.3a over de eerste 4 steken, A.3b over de volgende 3-12-18 steken (= 1-4-6 herhalingen), A.4 (= 42 steken) in totaal 3 keer, A.3d over de volgende 6-15-21 steken (= 2-5-7 herhalingen) en eindig met A.3e over de laatste 3 steken. Haak de toer met de witte ster op het begin van het telpatroon in totaal 3-4-5 keer in de hoogte voordat u verder gaat en haak de volgende tot de laatste toer in het telpatroon (met witte ster) in totaal 2-3-4 keer. Op de laatste toer mindert u 3-3-0 stokjes verdeeld – denk om TIP VOOR HET MINDEREN = 139-157-172 steken. Als A.4 klaar is meet het werk ongeveer 44-46-48 cm.
Haak A.2a-A.2c op dezelfde manier als hiervoor, maar op de laatste toer meerdert u 0-3-0 stokjes verdeeld = 139-160-172 steken.
Haak in patroon als volgt: A.3a over de eerste 4 steken, A.3b over de volgende 3-3-9 steken (= 1-1-3 herhalingen), A.5 (= 21 steken) in totaal 6-7-7 keer, A.3d over de volgende 3-3-9 steken (= 1-1-3 herhalingen) en A.3e over de laatste 3 steken.
Herhaal de toer met de witte ster op het begin van het telpatroon in totaal 1-2-3 keer in de hoogte voordat u verder gaat en herhaal de volgende tot de laatste toer in het telpatroon (met witte ster) in totaal 1-2-3 keer. Op de laatste toer mindert u 0-3-0 stokjes verdeeld = 139-157-172 steken.
Haak nu A.2a-A.2c op dezelfde manier als hiervoor. Het werk meet ongeveer 69-73-77 cm vanaf de schouder naar beneden.
Knip en hecht de draad af.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden in elk en iedere steek zodat de naad zo weinig mogelijk zichtbaar is. Naai een knoop aan elke kant van het voorpand: Naai de knopen aan de binnenkant van de 2 stokjes op de middelste toer van A.4 (dus op de toer waar de bloem op zijn wijdst is). Haak een lus voor de knoop aan elke kant van het achterpand als volgt: Hecht de draad aan met 1 halve vaste op het midden van de toer van A.4 (dezelfde toer waar de knopen vastgemaakt zijn), haak 8 lossen en eindig met 1 halve vaste in de rand. Knip en hecht de draad af.

HALSRAND EN SPLIT IN VOORKANT:
Hecht de draad aan met 1 vaste op de onderkant van het split midden voor en haak * 3 lossen, sla ongeveer 1 cm over, 1 vaste *, haak van *-* tot de halsrand, haak 1 extra lossenlus in de hoek en ga verder met lossenlussen om de hals, haak 1 extra lossenlus in de hoek op de andere kant van de hals, midden voor en haak naar beneden de split tot het begin van de toer. Eindig met 1 halve vaste in de eerst gehaakte vaste. Knip en hecht de draad af.

GEDRAAID KOORD:
Knip 4 draden elk 1.5 meter in lengte. Draai ze samen tot ze weerstand bieden, vouw het koord dubbel, zodat het uit zichzelf verder draait. Zet een knoop en rijg in elk einde van het koord en maak nog 1 koord op dezelfde manier. Rijg elk koord door de gehaakte rand op de hoek van de hals aan elke kant.

Telpatroon

symbols = 1 losse
symbols = 5 lossen
symbols = 1 vaste om de lossenlus
symbols = 1 vaste in de steek
symbols = 1 stokje in de steek
symbols = 1 stokje om de lossenlus
symbols = haak 2 STOKJES SAMEN (in de steek) als volgt: Haak 1 stokje in de steek maar wacht met de laatste omslag en doorhaling (= 2 lussen op de haaknaald), haak dan het volgende stokje in dezelfde steek; als u de laatste doorhaling haakt, haal dan de draad door alle 3 lussen op de haaknaald
symbols = haak 2 STOKJES SAMEN (om de lossenlus) als volgt: Haak 1 stokje om de lossenlus maar wacht met de laatste omslag en doorhaling (= 2 lussen op haaknaald), haak dan het volgende stokje om dezelfde lossenlus; als u de laatste doorhaling haakt, haal dan de draad door alle 3 lussen op haaknaald
symbols = haak 2 STOKJES TOT 1 STOKJE (in de steek) als volgt: Haak 1 stokje, maar wacht met de laatste omslag en doorhaling (= 2 lussen op haaknaald), haak nog 1 stokje in de volgende steek; de laatste omslag wordt door alle 3 lussen op de haaknaald gehaald
symbols = 1 driedubbel stokje in de steek
symbols = Haak 2 HALVE STOKJES SAMEN als volgt: * Maak 1 omslag, voeg de haaknaald in bij de volgende lossenlus, neem de draad op *, haak van *-* een keer, maak 1 omslag en haal de draad door alle 5 lussen op de haaknaald (= 1 half stokje geminderd)
symbols = Haak 1 VIJF DUBBEL STOKJE als volgt: Maak 5 omslagen, voeg de haaknaald in bij de steek de gehaakt moet worden, maak 1 omslag en haal het door (= 7 lussen op de haaknaald), * 1 omslag, haal het door de eerste/volgende 2 lussen op de haaknaald *, herhaal van *-* in totaal 6 keer = 1 steek op de haaknaald
symbols = Haak losjes 12-12-15 lossen voor de hals - lees beschrijving in de tekst
symbols = Op het einde van deze toer knipt u de draad af - lees beschrijving in de tekst
symbols = De draad was afgeknipt op de vorige toer en u heeft nu losjes 12-12-15 lossen gehaakt - ga verder in patroon vanaf hier
symbols = Begin op de volgende toer in het telpatroon. Deze toer is reeds gehaakt en laat alleen zien hoe de volgende toer gehaakt wordt
symbols = Toer wordt in de hoogte herhaald voordat u verder gaat - lees beschrijving in de tekst
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 199-16

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (23)

country flag Vasileia wrote:

Unfortunately still cannot understand this point of the project as well as how can the next row can be worked. Is there any relevant and helpful video?

12.03.2023 - 23:52

DROPS Design answered:

Dear Vasileia, all the videos related to this pattern are linked at the bottom of the instructions. Happy Crafting!

13.03.2023 - 00:58

country flag Vasileia wrote:

Hello there! Front piece. Row 5: says 12 chain stitches but the diagram shows 13 chain stitches! Then the stitches become 79. Please explain. Thanks in advance. Then

12.03.2023 - 22:23

DROPS Design answered:

Dear Vasileia, the chart shows a symbol which is a circle (right before the arrow), and corresponds to the 12-12-15 chain stitches, as you can see in the diagram instructions. These chain stitches count as stitches when adding up to 79. Happy crocheting!

12.03.2023 - 22:57

country flag Wilma Snel wrote:

Ik heb op 25-12-2021 een vraag gesteld maar heb nog steeds geen antwoord

19.01.2022 - 21:23

country flag Le Dang wrote:

Hi, For the Row 3 in Back Piece, shouldn’t it be: “ROW 3: A.1c, A.1d, A.1b over the next 16-19-21 chain-spaces, work 1 treble crochet in each of the 29-29-32 chain stitches, continue with A.1b over the next 16-19-21 chain-spaces and finish with A.1a = 139-157-172 stitches.” If I understand it well, A.1d should be done before doing A.1b over the next 16 chain-spaces. Could you please check it? Many thanks!

23.07.2020 - 13:18

DROPS Design answered:

Dear Mrs Le Dang, pattern is right like this, from WS you will work the diagram in the reversed order - read more about diagrams here. Happy crocheting!

29.07.2020 - 09:13

country flag Susan wrote:

Working on pattern Carefree Summer and have 2 questions: #1: if I am told to do A.1a and A.1b do I do first row of A.1a and then first row of A.1b and then second row of A.1a and A.1b? #2: why do I end up with 6 stitches at the end of Row 2 and then chain 29?

28.06.2020 - 23:40

DROPS Design answered:

Dear Susan, you work first row of A.1a, then repeat first row of A.1b over the remaining stitches (on next row work row 2 in A.1b, then row 2 in A.1a - read more about diagrams here). At the end of left shoulder you will crochet 29 chains for the neck and continue row working over the stitches from right shoulder. Happy crocheting!

29.06.2020 - 09:03

country flag Myrte wrote:

Be carefull, so many translation page are incorrect. They write you use treble crochet but if you use it, the shirt will be too long. So you should stay to the original pattern. You HAVE to use double crochet. A magyar erp-t ír helyesen, viszont van benne elírás.

16.04.2020 - 01:00

DROPS Design answered:

Dear Myrte, make sure you are reading the appropriate English pattern, 1 treble crochet (UK-English) = 1 double crochet (US-English). read more here. Happy crocheting!

16.04.2020 - 10:09

country flag Fátima wrote:

MUITO LINDA !!!!!

16.03.2020 - 13:16

country flag Marie Bonche wrote:

Mille excuses : j'ai retrouvé mes 2 mailles manquantes. Étourdie ! Lol

04.08.2019 - 14:50

country flag Marie Bonche wrote:

Bjr, je suis au 3 ème rg du dos et je trouve 137 m : 6m de A1c, 3x16 brides=48m de A1b, 29 brides de l'encolure, 48 brides de A1b et 6m de A1c. Ai je oublié des mailles ou s'agit il d'une erreur ? Merci de votre réponse. Bien cordialement

04.08.2019 - 14:43

country flag Helen wrote:

Ik kom op het achterpand niet uit bij patroon 3, wat ik ook doe ik kom niet aan die 157 steken. Alvast bedankt!

02.08.2019 - 21:10

DROPS Design answered:

Dag Helen,

Na het opzetten van beide schouders heb je 64 steken van de rechter en 64 steken van de linker schouder na TOER 1, als je dan toer 2 haakt komen er nog 29 lossen bij om beide delen met elkaar te verbinden, waardoor je op een totaal van 157 steken komt. Bij TOER 3 haak je A.1c (= 6 steken), A.1b over 19 lossenlussen (= 57 steken), A.1d (= 1 steek), 29 stokjes over de 29 lossen, A.1d (= 1 steek), A.1b over 19 lossenlussen (= 57 steken), A.1c (= 6 steken). Hierdoor kom je op een totaal van 157 steken.

10.08.2019 - 18:08