DROPS Delight
DROPS Delight
75% wol, 25% polyamide
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.10 € /25g
DROPS SS24

Lamella

Gebreide omslagdoek in DROPS Delight en DROPS Kid-Silk. Het hele werk wordt gebreid in ribbelsteek met verkorte toeren.

DROPS 201-24
DROPS Design: Patroon nr. de-196
Garengroep A + A of C
-------------------------------------------------------

MAAT:
Afmetingen: Hoogte in het midden: Ongeveer 50 cm. Lengte aan de bovenkant: Ongeveer 176 -192 cm – lees INFORMATIE OVER DE AFMETINGEN in de uitleg hieronder.

MATERIAAL:
DROPS DELIGHT van garnstudio (behoort tot garengroep A)
200 g kleur 19, zonsondergang aan zee
En gebruik:
DROPS KID-SILK van garnstudio (behoort tot garengroep A)
75 g kleur 06, blauwe mist

STEKENVERHOUDING:
16 steken in de breedte en 30 naalden in de hoogte met ribbelsteek en 1 draad van elke kwaliteit = 10 x 10 cm. 1 blad is ongeveer 22 cm lang en ongeveer 11 cm hoog gemeten in het midden.

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 5.5 MM: lengte 80 cm.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Delight
DROPS Delight
75% wol, 25% polyamide
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.10 € /25g

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
1 ribbel = 2 naalden recht.

INFORMATIE OVER DE AFMETINGEN:
Er zijn 8 blaadjes op de 8e/laatste naald van de omslagdoek. Omdat hier geen naald boven is, kan de lengte van de blaadjes langer zijn dan aangegeven in het patroon. De lengte van 1 blad is ongeveer 22 cm, maar kan tot 24 cm zijn als u afkant op de laatste naald.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

OMSLAGDOEK - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het werk wordt heen en weer gebreid met de rondbreinaald, brei vanaf de onderste punt in de hoogte, in naalden met een verschillend aantal blaadjes. U breit verkorte toeren over éen blad per keer. Het hele werk wordt gebreid in RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven. U gebruikt markeerdraden, die ingevoegd worden tussen en in het midden van de blaadjes tijdens het breien. De markeerdraden zitten op de naald en neemt u mee tijdens het breien in de hoogte. Ze maken het makkelijker om te zien waar de blaadjes gebreid worden.

NAALD 1:
Zet 36 steken op met 1 draad Delight en 1 draad Kid-Silk en rondbreinaald 5.5 mm. Brei dan als volgt:

BLAD A: Brei telpatroon A.1, de eerste naald in het telpatroon is aan de verkeerde kant. Brei het telpatroon 1 keer in de hoogte = 1 blad.
Naald 1 met blaadjes is nu klaar (= 1 blad), keer het werk niet. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

In de overgang tussen naalden 1 en 2 met blaadjes, breit u BEGIN-NAALD 1.

BEGIN-NAALD 1:
Zet 18 nieuwe steken op aan het einde van de naald. Keer het werk en brei 18 recht, voeg hier 1 markeerdraad in, 36 recht. Voeg hier 1 markeerdraad in, keer het werk niet, maar zet 18 nieuwe steken op aan het einde van de naald. Nu bent u klaar om naald 2 met blaadjes te breien en er zijn 72 steken op de naald. Keer het werk.

NAALD 2:
BLAD B: Brei A.1 over de eerste 36 steken op de naald. De laatste naald is aan de verkeerde kant, voeg hier 1 markeerdraad in. Keer het werk niet, het volgende blad wordt gebreid vanaf hier.

BLAD C: Brei A.1 over de laatste 36 steken op de naald. De laatste naald is aan de verkeerde kant. Naald 2 met blaadjes is nu klaar (= 2 blaadjes), keer het werk niet.

In de overgang tussen naalden 2 en 3 met blaadjes, breit u BEGIN-NAALD 2.

BEGIN-NAALD 2:
Zet 18 nieuwe steken op aan het einde van de naald. Keer het werk en brei 18 recht, voeg hier 1 markeerdraad in, brei 72 recht. Voeg hier 1 markeerdraad in, keer het werk niet, maar zet 18 nieuwe steken op aan het einde van de naald. Nu is naald 2 met blaadjes klaar en er zijn 108 steken op de naald. Keer het werk.

NAALD 3:
BLAD B: Brei A.1 over de eerste 36 steken op de naald; zorg ervoor dat u een markeerdraad heeft na de eerste 36 steken. De laatste naald is aan de verkeerde kant, keer het werk niet, het volgende blad wordt gebreid vanaf hier.

BLAD D: Brei A.1 over de volgende 36 steken op de naald; zorg ervoor dat u een markeerdraad heeft na deze 36 steken. De laatste naald is aan de verkeerde kant, keer het werk niet, het volgende blad wordt vanaf hier gebreid.
BLAD C: Brei A.1 over de laatste 36 steken op de naald. De laatste naald is aan de verkeerde kant. Naald 3 met blaadjes is nu klaar (= 3 blaadjes), keer het werk niet.

In de overgang tussen naalden 3 en 4 met blaadjes, breit u NIEUWE BEGIN-NAALD.

NIEUWE BEGIN-NAALD:
Zet 18 nieuwe steken op aan het einde van de naald. Keer het werk en brei 18 recht, voeg hier 1 markeerdraad in, brei recht tot het einde van de naald, voeg hier 1 nieuwe markeerdraad in en zet 18 nieuwe steken op aan het einde van de naald. Nu bent u klaar voor de volgende naald van blaadjes. Keer het werk.

NAALD 4:
Brei BLAD B over de eerste 36 steken, BLAD D over de volgende 72 steken (= 2 keer in de breedte), brei BLAD C over de laatste 36 steken. Naald 4 met blaadjes is nu klaar (= 4 blaadjes), keer het werk niet.

Brei NIEUWE BEGIN-NAALD.

NAALD 5: Brei BLAD B over de eerste 36 steken, BLAD D over de volgende 108 steken (= 3 keer in de breedte), BLAD C over de laatste 36 steken. Naald 5 met blaadjes is nu klaar (= 5 blaadjes), keer het werk niet.

Brei NIEUWE BEGIN-NAALD.

NAALD 6: Brei BLAD B over de eerste 36 steken, BLAD D over de volgende 144 steken (= 4 keer in de breedte), BLAD C over de laatste 36 steken. Naald 6 met blaadjes is nu klaar (= 6 blaadjes), keer het werk niet.

Brei NIEUWE BEGIN-NAALD.

NAALD 7: Brei BLAD B over de eerste 36 steken, BLAD D over de volgende 180 steken (= 5 keer in de breedte), BLAD C over de laatste 36 steken. Naald 7 met blaadjes is nu klaar (= 7 blaadjes), keer het werk niet.

Brei NIEUWE BEGIN-NAALD.

NAALD 8: Brei BLAD B over de eerste 36 steken, BLAD D over de volgende 216 steken (= 6 keer in de breedte), BLAD C over de laatste 36 steken. Naald 8 met blaadjes is nu klaar (= 8 blaadjes).

EINDIG:
Keer het werk zodat de volgende naald gebreid wordt aan de goede kant. Brei 1 naald recht over alle steken, keer het werk en kant losjes af met recht op de volgende naald aan de verkeerde kant. Knip en hecht de draad af.

Telpatroon

symbols = recht op de verkeerde kant
symbols = recht aan de goede kant
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken. Brei de omslag recht op de volgende naald zodat er gaatjes ontstaan
symbols = 2 recht samen
symbols = naalden, met getal om het naaldnummer te laten zien
symbols = laat richting/volgorde blaadjes zien waarin ze gebreid worden (dus B, D en C etc.)
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 201-24

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (32)

country flag Anne Margrete Gåsvær wrote:

Hei! Jeg står fast….skjønner ikke noenting. Har strikket to blader og skal begynne med blad C, men skjønner ikke hvordan…….

26.02.2023 - 18:49

DROPS Design answered:

Hej Anne Margrete, du har 36 masker tilbage på pinden og du strikker A.1 over disse 36 masker. God fornøjelse!

07.03.2023 - 15:37

country flag Stela wrote:

I finished the explanation for Start-Row 2 and have 108 stitches. To work Row 3 and begin Leaf B, do I knit 78 stitches and then start Leaf B?

11.02.2023 - 19:27

DROPS Design answered:

Dear Stela, you can see that in ROW 3 you work 3 different leaves: Leaf B over the first 36 sts, Leaf D over the next 36 sts and Leaf C over the last 36 sts. Happy knitting!

12.02.2023 - 21:02

country flag Alina wrote:

Witam. Mam problem z rozpoczęciem liścia A. Nabieram 36 oczek i przerabiam je na prawo, odwracam robótkę i przerabiam 16 oczek robię narzut i co dalej? Nie mogę rozumieć dalszej części schematu. Proszę o pomoc

25.01.2022 - 13:23

DROPS Design answered:

Witaj Alino, przerabiasz 16 oczek prawych, 1 narzut i 2 o. razem na prawo, obracasz robótkę i teraz przerabiasz na lewej jej stronie: 16 oczek prawych (czyli też nie do końca rzędu). Ta technika to rzędy skrócone, nie przerabiasz wszystkich oczek w rzędzie, tylko jakąś ich część. Zobacz filmy video do tego wzoru dotyczące tej techniki. W razie problemów pisz. Pozdrawiamy!

25.01.2022 - 16:36

country flag Carine M wrote:

Suite à la question posée cet AM, j'ai défait la feuille C et je l'ai retricotée. Il s'avère que la première fois, je n'avais pas tricoté le premier rang de la grille. Le motif était donc inversé. Tout est donc bien reparti. Merci pour ce modèle, il est magnifique. Un peu technique également, ce qui le rend d'autant plus intéressant.

01.01.2022 - 19:56

country flag Carine M wrote:

Bonjour, Lorsque je termine le rang 2, je me trouve au milieu du travail, soit juste entre la feuille B et la feuille C. Pour faire "début de rang 2", il faut que je tricote 36 mailles endroit sur la feuille B pour pouvoir faire les 18 augmentations a la fin du rang n'est-ce pas ?

01.01.2022 - 17:42

DROPS Design answered:

Bonjour Carine M, à la fin du rang 2 des feuilles, vous avez la feuille A du 1er rang et les feuilles B + C du 2ème rang; à la fin de la feuille C, vous êtes sur l'envers de l'ouvrage, ne tournez pas, et tricotez le DÉBUT DE RANG- 2: en montant 18 m en fin de rang sur l'envers (1ère moitié de la feuille-C du 3ème rang), tricotez 18 mailles (= 1ère feuille C, vu sur l'endroit), tricotez 72 m (jusqu'à la fin du rang), placez 1 marqueur, montez 18 m (= feuille B du 3ème rang), tournez et tricotez le 3ème rang en commençant par la feuille B sur les 18 mailles montées + les 18 mailles suivantes. Bon tricot!

03.01.2022 - 11:26

country flag ADELINA CALCATERRA wrote:

Buongiorno, l'inizio della nuova foglia è sempre con 36 punti a diritto? grazie

16.10.2021 - 15:09

DROPS Design answered:

Buonasera Adelina, il procedimento è corretto. Buon lavoro!

19.10.2021 - 23:21

country flag Schuckert wrote:

Werden die 75 g Los Silk blauer Nebel nur für die Streifen/ Startreihen verwendet?

02.05.2021 - 19:28

DROPS Design answered:

Liebe Frau Schukert, Sie werden das Tuch mit 1 Faden Delight + Kid-Silk (= 2 Fäden zusammen) stricken; die Streifen werden dank der Farben DROPS Delight von selbst gebildet. Viel Spaß beim stricken!

03.05.2021 - 09:17

country flag Paul Zamierowski wrote:

I have given up on this pattern. The directions/ guidance is difficult to understand and VERY unclear. Perhaps the translation. Nonetheless I purchase the required yarn and have given up!

09.09.2020 - 21:02

country flag Paul wrote:

I'm having a difficult time reading the diagram for the shawl. I understand beginning with 36 stitches, butbfrom there I'm lost. Does stitch marker go where the wierd figure is? What happens to the blank blocks for the leaf in diagram A. There needs to better explanation please.

08.09.2020 - 12:14

DROPS Design answered:

Dear Paul, you don't use any marker by the first row/first leaf (= leaf-A, row 1). At the end of the leaf, you will cast on 18 sts at the end of the leaf (= after the 36 sts on needle), then turn, work 18 sts (= the new sts), insert 1 marker, work 36 sts (= leaf), insert a markercast on 18 sts (= next leaf, 2nd row), turn and work now the first leaf - B on row 2 over the first 36 sts. etc.. this video shows for another pattern how to work this kind of leaf (make sure to follow the diagram to this pattern, ie including k2 tog/yo to get the lace pattern. Happy knitting!

08.09.2020 - 12:51

country flag Andrea Hennegriff wrote:

Guten Tag, ich hätte eine Frage gleich zum Anfang. Wenn ich Blatt A gestrickt habe, dann habe ich noch 18 Maschen auf der Nadel. Wenn ich dann weiter stricke nach Anleing habe ich nach Startreihe 1 dann insgesamt 54 Maschen auf dern Nadel. Wenn ich dann das Blatt B weiter nach Anleitung stricke fehlen mir dann ja 18 Maschen für das Blatt. Was habe ich denn falsch verstanden bzw. wo nehme ich die fehlenen 18 Maschen her?

03.05.2020 - 12:40

DROPS Design answered:

Liebe Frau Hennegriff, nach 1. Streifen haben Sie 1 Blatt (Blatt-A) + 18 neuen Maschen beideseitig = 72 Maschen auf der Nadel (siehe START-REIHE-1); dann stricken Sie 2. Streifen: Blatt B über die ersten 36 Maschen, Blatt C über die nächsten 36 Reihen. Dann stricken Sie START-REIHE-2 = 108 M. Und jetzt 3. Reihe : Blatt B, Blatt D, Blatt C, NEUE START REIHE = (18 M beidseitig anschlagen). Und so weiter stricken. Viel Spaß beim stricken!

04.05.2020 - 12:45