DROPS Air
DROPS Air
65% alpaca, 28% polyamide, 7% Wool
vanaf 4.25 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 29.75€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Mountain Holiday

Gebreide trui in 2 draden DROPS Air. Het werk wordt gebreid met kantpatroon, bobbels en gerstekorrel. Maten S - XXXL.

DROPS 202-28
DROPS Design: Patroon nr. ai-202
Garengroep C + C of E
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS AIR van garnstudio (behoort tot garengroep C)
350-400-450-500-550-600 g kleur 01, naturel

STEKENVERHOUDING:
11 steken in de breedte en 15 naalden in de hoogte met tricotsteek en 2 draden = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 8 MM.
DROPS RONDBREINAALD 8 MM: lengte 80 cm voor tricotsteek.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 7 MM.
DROPS RONDBREINAALD 7 MM: lengte 80 cm voor de boordsteek.
DROPS KABELNAALD – voor de kabels.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Air
DROPS Air
65% alpaca, 28% polyamide, 7% Wool
vanaf 4.25 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 29.75€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.4. Kies het telpatroon voor uw maat.

TIP VOOR HET MEERDEREN (voor de mouwen):
Brei tot er 1 steek over is voor de markeerdraad, 1 omslag, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het werk wordt in de rondte gebreid met rondbreinaald tot de armsgaten, dan worden de voor- en achterpanden apart heen en weer gebreid. De mouwen worden in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop.

LIJF:
Zet 102-120-120-132-144-156 steken op met rondbreinaald 7 mm en 2 draden Air. Brei 1 naald recht. Brei dan boordsteek als volgt: * A.1 (= 3 steken), 3 recht *, brei van *-* tot het einde van de naald. Brei deze boordsteek voor 6 cm.
Brei de volgende naald als volgt: Brei A.2 (= 45-45-45-45-51-51 steken) en boordsteek zoals hiervoor over de overgebleven 57-75-75-87-93-105 steken. Brei tot A.2 klaar is in de hoogte = 104-122-124-136-148-160 steken.
Ga verder met rondbreinaald 8 mm. Brei A.3 (= 47-47-49-49-55-55 steken), brei 57-75-75-87-93-105 steken in tricotsteek – minder 4-8-4-8-6-4 steken verdeeld over deze steken = 100-114-120-128-142-156 steken. Voeg 1 markeerdraad in na de eerste 50-54-56-58-64-68 steken, 1 markeerdraad na de volgende 47-53-57-61-69-75 steken, er zijn nu 3-7-7-9-9-13 steken overgebleven op de naald. De markeerdraden geven de zijkanten aan; neem ze mee tijdens het breien in de hoogte. Brei verder volgens A.3 en tricotsteek over de overgebleven steken – DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Als het werk 37-38-39-40-41-42 cm meet (pas zo aan dat de volgende naald een naald met gaatjes is in A.3) verdeel het werk op de markeerdraden en elk deel wordt apart verder gebreid.

VOORPAND:
= 53-61-63-67-73-81 steken. Begin in de zijkant aan de goede kant en brei heen en weer met A.3 en tricotsteek zoals hiervoor. Als het werk 47-49-51-53-55-57 cm meet brei dan de volgende naald aan de verkeerde kant als volgt: Brei 41-45-47-49-53-57 steken zoals hiervoor en plaats de laatste 29-29-31-31-33-33 steken op een hulpdraad voor de hals, brei de overgebleven 12-16-16-18-20-24 steken zoals hiervoor.
Brei 1 naald aan de goede kant over de eerste 12-16-16-18-20-24 steken zoals hiervoor, keer het werk, trek de draad aan en brei 1 naald aan de verkeerde kant. Knip de draad af en plaats de steken op 1 hulpdraad.
Brei 1 naald aan de goede kant over de laatste 12-16-16-18-20-24 steken zoals hiervoor, keer het werk, trek de draad aan en brei 1 naald aan de verkeerde kant. Knip de draad af. Plaats alle steken terug op dezelfde naald = 53-61-63-67-73-81 steken.
De volgende naald wordt als volgt gebreid – aan de goede kant: Brei 3-7-7-9-9-13 steken in tricotsteek – minder 0-1-1-0-0-1 steken over deze steken, A.4 (= 47-47-49-49-55-55 steken), eindig met 3-7-7-9-9-13 steken in tricotsteek – minder 0-1-1-0-0-1 steek over deze steken. A.4 in zijn geheel in de hoogte = 51-57-57-63-69-75 steken.
Ga verder met rondbreinaald 7 mm. Brei boordsteek als volgt – aan de goede kant: * A.1 (= 3 steken), 3 steken in tricotsteek *, brei van *-* tot er 3 steken over zijn en eindig met A.1 (= 3 steken). Brei zo boordsteek voor 7 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht, maar zorg ervoor dat de afkantrand niet strak is (gebruik, indien nodig, een groetere naald). Het werk meet ongeveer 54-56-58-60-62-64 cm.

ACHTERPAND:
= 47-53-57-61-69-75 steken. Begin aan de zijkant aan de goede kant en brei heen en weer met tricotsteek. Als het werk 47-49-51-53-55-57 cm meet brei dan de volgende naald aan de verkeerde kant als volgt: Brei 38-41-44-46-51-54 steken zoals hiervoor, en plaats de laatste 29-29-31-31-33-33 gebreide steken op 1 hulpdraad voor de hals, brei de overgebleven 9-12-13-15-18-21 steken zoals hiervoor.
Brei 1 naald aan de goede kant over de eerste 9-12-13-15-18-21 steken zoals hiervoor, keer het werk, trek de draad aan en brei 1 naald aan de verkeerde kant. Knip de draad af. Plaats de steken op 1 hulpdraad.
Brei 1 naald aan de goede kant over de laatste 9-12-13-15-18-21 steken zoals hiervoor, keer het werk, trek de draad aan en brei 1 naald aan de verkeerde kant. Knip de draad af.
Plaats alle steken op rondbreinaald 8 mm = 47-53-57-61-69-75 steken. Brei 1 naald tricotsteek terwijl u 4-4-0-2-0-0 steken verdeeld meerdert = 51-57-57-63-69-75 steken.
Ga verder met rondbreinaald 7 mm. Brei boordsteek als volgt – aan de goede kant: * A.1 (= 3 steken), 3 steken in tricotsteek *, brei van *-* tot er 3 steken over zijn en eindig met A.1 (= 3 steken). Brei deze boordsteek voor 7 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht, maar zorg ervoor dat de afkantrand niet strak is (gebruik, indien nodig een grotere naald). Het werk meet ongeveer 54-56-58-60-62-64 cm.

MOUW:
Zet 24-24-24-30-30-30 steken op met breinaalden zonder knop maat 7 mm en 2 draden Air. * 3 recht, A.1 (= 3 steken) *, brei van *-* tot het einde van de naald. Brei deze boordsteek voor 6 cm. Brei 1 naald recht terwijl u 0-2-2-0-0-0 steken verdeeld meerdert = 24-26-26-30-30-30 steken. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald en neem het mee tijdens het breien in de hoogte. Het wordt even later gebruikt bij het meerderen midden onder de mouw. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 8 mm. Brei dan in tricotsteek. Als het werk 9 cm meet, meerder dan 1 steek aan elke kant van de markeerdraad midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MEERDEREN. Meerder zo iedere 6½-6½-5½-6-5-4 cm in totaal 7-7-8-7-8-9 keer = 38-40-42-44-46-48 steken. Brei verder tot het werk 52-50-50-48-46-44 cm meet (kortere afmetingen in de grotere maten vanwege bredere schouders). Kant af, maar zorg ervoor dat de afkantrand niet strak is (gebruik, indien nodig, een grotere naald). Brei de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden; laat 26-27-28-29-30-31 cm over voor de hals. Naai de mouwen in de trui.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 01.04.2019
Correctie - LIJF: Zet 102-120-120-132-144-156 steken op met rondbreinaald 7 mm en 2 draden Air. Brei 1 naald recht. Brei dan boordsteek als volgt: * A.1 (= 3 steken), 3 recht *, brei van *-* tot het einde van de naald. Brei deze boordsteek voor 6 cm.
Brei de volgende naald als volgt: Brei A.2 (= 45-45-45-45-51-51 steken) en boordsteek zoals hiervoor over de overgebleven 57-75-75-87-93-105 steken. Brei tot A.2 klaar is in de hoogte = 104-122-124-136-148-160 steken.
Ga verder met rondbreinaald 8 mm. Brei A.3 (= 47-47-49-49-55-55 steken), brei 57-75-75-87-93-105 steken in tricotsteek – minder 4-8-4-8-6-4 steken verdeeld over deze steke

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken; brei op de volgende naald de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken; brei op de volgende naald de omslag gedraaid om een gaatje te voorkomen
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = plaats 3 steken op een kabelnaald achter het werk, 3 recht, 3 recht van de kabelnaald
symbols = plaats 3 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 3 recht, 3 recht van de kabelnaald
symbols = BOBBEL: brei 1 steek inde voor- en achterkant van dezelfde steek tot er 4 steken zijn, brei 3 naalden tricotsteek over deze 4 steken, brei deze 4 steken dan recht samen (= 1 steek)
symbols = dit vierkant is geen steek; ga gelijk verder naar de eerste naald in het telpatroon
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 202-28

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (29)

country flag Véronique Kuyle wrote:

RE Bonjour , Désolée , je n'avais pas bien lu !!!!! Je vais faire les manches avec des aiguilles circulaires ! Merci pour vos si jolis modèles et vos tutos qui me sont d'une grande utilité ! Cordialement .

26.06.2022 - 09:11

country flag Véronique Kuyle wrote:

Bonjour , Je me demande à quoi servent les aiguilles DOUBLES POINTES ??? Pour les rangs en aller/retour , je pensais utiliser des aiguilles droites normales ! En vous remerciant par avance , cordialement , Véronique .

25.06.2022 - 19:57

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Kuyle, les manches se tricotent ici en rond, sur les aiguilles doubles pointes, vous pouvez utiliser une aiguille circulaire ou la technique du magic loop si vous préférez. Bon tricot!

27.06.2022 - 08:27

country flag Lorena wrote:

En el frente, falta un dato, si tengo 53 puntos (talla S) debería decir "tejer 12 puntos como antes, colocar los siguientes 29 puntos tejidos en un hilo para el escote, y tejer los 12 puntos restantes como antes. ¿o no? además me queda una duda, cuando dice "Cortar el hilo y colocar los puntos en 1 hilo" quiere decir que a partir de ahí tejo con 1 hebra? o debo traspasar los puntos a un hilo como el video en cuyo caso queda una parte mas corta y los laterales mas largos ..

11.08.2021 - 20:55

DROPS Design answered:

Hola Lorena, en la talla S, trabajas 41 puntos, y de estos 41, los 29 últimos los dejas en un gancho auxiliar para el escote. Después trabajas los 12 que te quedaban del frente. Por otro lado, colocar los puntos en 1 hilo es lo mismo que pasarlos a una aguja auxiliar, se sigue tejiendo con 2 hebras.

16.08.2021 - 20:26

country flag Annita Van Den Bosschee wrote:

Ik zou graag een patroon met beschrijving hebben voor maat 48

15.05.2020 - 12:06

DROPS Design answered:

Dag Annita,

Onze patronen zijn aangegeven in de volgende maten: S - M - L - XL - XXL - XXXL. De maat XL zou dan ongeveer overeen moeten komen met maat 48. Maar je kunt het beste even een bestaande trui erbij pakken die lekker zit en deze vergelijken met de maten die onderaan in de schematekening staan.

20.05.2020 - 09:25

country flag Elisabeth wrote:

Grüß Gott. Rumpfteil: Ich verstehe nicht warum man in Rippen strickt. Es sind 3 rechte Maschen angegeben die man dann 6 cm in Rippen stricken sollte. Für mich ist eine Rippe immer abwechselnd rechte und linke Masche. Danke im Voraus!

06.02.2020 - 22:33

DROPS Design answered:

Liebe Elisabeth, bei diesem Modell wird man das Bündchen mit 3 Maschen im Perlmuster anstatt 3 Maschen recht, dh hier stricken Sie (3 Maschen im Perlmuster (= A.1), 3 Maschen rechts). Viel Spaß beim stricken!

07.02.2020 - 07:55

country flag Eli wrote:

Grüsse! Ich verstehen nicht das Rippenmuster was in der Anleitung erwähnt wird für den Rumpfteil. Neben dem Perlmuster - Sind das jetzt nur rechte Maschen oder rechts links abwechselnd (also Rippe)?

06.02.2020 - 21:37

DROPS Design answered:

Liebe Eli, das Rippenmuster besteht aus 3 Maschen im Perlmuster (= A.1) und 3 Maschen glatt rechts (wie beim normalen Bündchen). Rumpfteil wird in Runden gestrickt, so stricken Sie immer (A.1, 3 Maschen rechts). Diagram lesen Sie von der unteren rechten Kante nach links bei jeder Runde. Viel Spaß beim stricken!

07.02.2020 - 07:53

country flag Maria wrote:

Hola, el diagrama muestra las vueltas como se ven por lado derecho o son las vueltas de derecho? Gracias

21.01.2020 - 18:49

DROPS Design answered:

Hola Maria. Todos los diagramas de Drops muestran todas las filas del patrón vistas por el lado derecho.

29.02.2020 - 23:04

country flag åse wrote:

Jeg forstår ingen ting av de svarte firkantene i m3.Det går da ikke an å bare strikke i mønsterfeltet framme? Jeg strikker jo på rundpinne. Er det ikke glatt strikk jeg skal strikke der hvor det er svarte firkanter? Kunne det ikke like godt stått det? Ser at en også har spurt om dette, men jeg forstår ikke deres forklaringer. Kan du forklare dette på en annen måte?

28.11.2019 - 17:38

DROPS Design answered:

Hei Åse! De midterste maskene i diagram A.3 strikkes over 12 omganger, mens de resterende maskene strikkes over 10 omganger. Når 10 omganger er strikket skal resten maskene i A.3 som ikke strikkes over 12 omganger strikkes fra første omgang i A.3 igjen. Mens de midterste maskene fortsetter å strikkes på 11. og 12 omgang i mønsteret. Når alle omgangene er strikket vil de midterste maskene starte på omgang 1, når de andre maskene vil da starte på omgang 3 i diagram A.3. Lykke til!

29.11.2019 - 10:44

country flag åse wrote:

Når det står at oppskriften er rettet, må jeg da se på rettelsen eller kan jeg bare følge oppskriften? Jeg sjekker og sammenligner, men.....

26.11.2019 - 21:07

DROPS Design answered:

Hei Åse! Selve oppskriften er rettet og oppdatert, men det er mulig å se selve rettelsen ved å klikke på "klikk her for å se selve rettelsen". Lykke til!

27.11.2019 - 09:26

country flag Charlotte Pagh Andersen wrote:

Lækker trøje! Mønster A 3 - da forstår jeg ikke, hvordan jeg skal gøre ift de to rækker med både mønster og de sorte firkanter, hvor der som forklaring står: 'denne rude er ingen maske, gå direkte videre til første række i diagrammet'. Hvordan kan jeg strikke noget af rækken og gå videre til første række på andre masker?

22.10.2019 - 16:35

DROPS Design answered:

Hej Charlotte, jo det midterste stykke i diagrammet går over 12 pinde i højden, men maskerne på hver side går kun over 10 pinde i højden, du starter altså forfra i diagrammet for hver 10.pind og de midterste for hver 12 pind. God fornøjelse!

23.10.2019 - 13:59