DROPS Cotton Merino
DROPS Cotton Merino
50% Wol, 50% Katoen
vanaf 3.75 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 52.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Victoria's Twirl

Gebreid lang vest in DROPS Cotton Merino. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met kantpatroon en kabels. Maten S - XXXL.

DROPS 200-8
DROPS Design: Patroon nr. cm-102
Garengroep B
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS COTTON MERINO van garnstudio (behoort tot garengroep B)
700-800-850-950-1050-1150 g kleur 03, beige

STEKENVERHOUDING:
21 steken in de breedte en 28 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4 MM.
DROPS RONDBREINAALD 4 MM: lengte 40 cm en 80 cm voor tricotsteek en kantpatroon.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3 MM.
DROPS RONDBREINAALD 3 MM: lengte 80 cm voor randen.
DROPS KABELNAALD – voor de kabels.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

DROPS PARELMOERKNOPEN, Gebogen (wit) NR 521: 7-8-8-8-9-9 stuks.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Cotton Merino
DROPS Cotton Merino
50% Wol, 50% Katoen
vanaf 3.75 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 52.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel in de hoogte = 2 naalden recht.

PATROON:
Rechter voorpand: Zie telpatronen A.1, A.2, A.3 en A.12.
Linker voorpand: Zie telpatronen A.4, A.5, A.6 en A.13.
Achterpand: Zie telpatronen A.7 tot A.13.
Mouw: Zie telpatronen A.14. tot A.16.
De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien. Kies het juiste telpatroon voor uw maat.

TELPATROON TIP:
Dit patroon bevat heel veel telpatronen. Het is een goed idee om de telpatronen voor uw maat te omcirkelen zodat u makkelijker kunt zien waar u bent. Een andere optie is dat u de telpatronen voor uw maat uitknipt en in groepen verdeelt; rechter/linker voorpanden, achterpand etc. (zie PATROON).

TIP VOOR HET BREIEN:
Alle aantallen steken op de voor- en achterpanden zijn gebaseerd op dat er 3 steken op de kleine kabels zijn; maar wees u er bewust van dat het aantal steken in de kleine kabels kan variëren tussen de 3 en 2 en dit heeft effect op het aantal steken op de naald.
Op de mouwen is het aantal steken gebaseerd op dat er 2 steken in de kabel zijn, omdat A.15 begint met 2 steken.

KNOOPSGATEN:
Brei de knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt). Brei aan de goede kant als er 3 steken over zijn op de naald als volgt: 1 omslag, 2 recht samen en 1 recht. Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat.
Het eerste knoopsgat wordt gebreid op de eerste naald aan de goede kant, nadat de laatste steek voor de hals opgezet is. Brei dan de volgende 6-7-7-7-8-8 knoopsgaten met ongeveer 9-8-8½-8½-7½-8 cm tussen elk.

MEERDERINGEN VOOR HET ARMSGAT:
Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt! Meerder 1 steek voor het armsgat aan de binnenkant van de 3 kantsteken in ribbelsteek door 1 omslag te maken. Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslag recht gedraaid of averecht gedraaid om gaatjes te voorkomen.
De nieuwe steken worden in het patroon gebreid als volgt: De eerste 3-3-3-4-5-5 steken worden averecht gebreid aan de goede kant/recht gebreid aan de verkeerde kant, de volgende 4-8-8-8-8-8 steken worden in A.12 gebreid (op het rechter voorpand en op de goede kant van het achterpand), of in A.13 (op het linker voorpand of de linkerkant van het achterpand), de volgende 0-0-0-4-6-12 steken worden averecht gebreid aan de goede kant/recht gebreid op de verkeerde kant, eindig dan met 1 kantsteek in ribbelsteek richting de zijkant.

MINDERINGEN VOORPAND (voor het minderen in de averechte delen):
Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt!
Als u verdeeld mindert in de averechte delen, minder dan in iedere andere averechte deel, maar er wordt niet in alle averechte delen op de naald geminderd.
Dus, begin door te minderen in de het averechte deel het dichtst bij de voorbies, sla het volgende deel over en minder dan 1 steek in het volgende averechte deel.
De volgende keer dat u mindert, sla dan het averecht deel het dichtst bij de voorbies over, minder 1 steek in het volgende averecht deel, sla het volgende averechte deel over, minder 1 steek in het volgende averecht deel.
Minder 1 steek in een averecht deel door 2 steken averecht samen te breien. LET OP: Het is het mooist als u afwisselend mindert op het begin en het einde van een averecht deel (en niet in het midden).

MINDERINGEN ACHTERPAND (voor het minderen in de averechte delen):
Alle minderingen worden aan de goede kant gebreid!
Als u verdeeld mindert in de averechte delen, minder dan in iedere ander averecht deel, maar er wordt niet in alle averechte delen op de naald geminderd
Tel vanaf de middelste steek op de naald om uit te rekenen waar u moet beginnen met minderen. Minder 1 steek in het averecht deel aan beide kanten van de middelste steek, sla het volgende averecht deel aan elke kant van de middelste steek over, en minder in het volgende averecht deel aan elke kant.
De volgende keer dat u mindert, slaat u het eerste averecht deel aan elke kant van de middelste steek over, minder 1 steek in het volgende averechte deel aan elke kant, sla het volgende averecht deel aan elke kant over en minder 1 steek in het volgende averecht deel aan elke kant.
Minder 1 steek in een averecht deel door 2 steken averecht samen te breien. LET OP: Het is het mooist als u afwisselend mindert op het begin en einde van een averecht deel (en niet in het midden).

MEERDEREN VOORPAND (voor het meerderen in de averechte delen):
Alle meerderingen worden aan de goede kant gebreid!
Als u verdeeld meerdert in de averechte delen, meerder dan in ieder ander averecht deel, maar er wordt niet in alle averechte delen op de naald gemeerderd.
Begin door te meerderen in het averechte deel het dichtst bij de voorbies, sla het volgende deel over en meerder dan 1 steek in het volgende averechte deel.
De volgende keer dat u meerdert, slaat u het averechte deel het dichtst bij de voorbies over, meerder 1 steek in het volgende averecht deel, sla het volgende averecht deel over, meerder 1 steek in het volgende averecht deel.
Meerder 1 steek in een averecht deel (aan de goede kant gezien) door 1 omslag te maken. Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslag gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken aan de goede kant averecht/recht aan de verkeerde kant. LET OP: Het is het mooist als u afwisselend meerdert op het begin en het einde van een averecht deel (en niet in het midden).

MEERDEREN ACHTERPAND (voor het meerderen in de averechte delen):
Alle meerderingen worden aan de goede kant gebreid!
Als u verdeeld meerdert in de averechte delen, meerder dan in ieder ander averecht deel over de middelste 14 averechte delen op de naald.
Tel de middelste 14 averecht delen en plaats een markeerdraad aan elke kant om aan te geven waar de meerderingen beginnen en eindigen. De eerste keer als u 7 steken verdeeld meerdert, meerder dan 1 steek in het eerste averecht deel, sla het volgende averecht deel over, meerder 1 steek in het volgende averecht deel etc tot er in totaal 7 steken zijn gemeerderd. De volgende keer dat u meerdert, slaat u het eerste averechte deel over, meerder 1 steek in het volgende averecht deel, sla het volgende averecht deel over, meerder in het volgende averechte deel etc, tot er in totaal 7 steken zijn gemeerderd.
Meerder 1 steek in een averecht deel (aan de goede kant gezien) door 1 omslag te maken. Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslag gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken aan de goede kant averecht/recht aan de verkeerde kant. LET OP: Het is het mooist als u afwisselend meerdert op het begin en einde van een averecht deel (niet in het midden).

TIP VOOR HET MINDEREN (voor midden onder de mouwen):
Minder 1 steek aan elke kant van A.15 als volgt: Brei tot er 2 steken over zijn voor A.15, 2 averecht samen, brei A.15 (= 2/3 steken), 2 averecht gedraaid samen (= 2 steken geminderd).

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

VEST - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het werk wordt heen en weer gebreid met de rondbreinaald in delen, van boven naar beneden.
Begin met het rechter voorpand; dus brei de rechterschouder, zet nieuwe steken op voor de hals en meerder voor het armsgat. Meerder en minder dan in de averechte delen voor de taillering.
Het linker voorpand wordt op dezelfde manier gebreid, maar dan omgekeerd. Het achterpand wordt ook op dezelfde manier gebreid; dus brei de rechterschouder, de linkerschouder, zet nieuwe steken op voor de hals, meerder voor de armsgaten in de zijkanten en minder en meerder in de averechte delen voor de taillering.
De mouwkop wordt heen en weer gebreid op de rondbreinaald, van boven naar beneden, voordat de mouw in de rondte gebreid wordt met korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop, van boven naar beneden.
Het werk wordt tot slot samen genaaid en op het einde wordt de hals gebreid.

RECHTER VOORPAND (als het kledingstuk gedragen wordt):
Zet 21-21-22-22-24-24 steken op met rondbreinaald 3 mm en Cotton Merino. Brei 1 RIBBEL - lees beschrijving hierboven. Ga verder met rondbreinaald 4 mm en brei A.1 (eerste naald = goede kant). Meerder tegelijkertijd voor de hals als volgt: Begin op de 7e-7e-5e-5e-5e-5e naald in A.1 met meerderen voor de hals, dus zet nieuwe steken op voor de hals aan het einde van elke naald aan de goede kant als volgt: Zet 1 steek op in totaal 3-3-4-4-4-4 keer en 2 steken in totaal 3 keer = 31-31-33-33-35-35 steken – lees TIP VOOR HET BREIEN! De nieuwe steken worden gebreid zoals te zien is in het telpatroon. Zet dan op de 19e naald in A.1 15-15-17-17-18-18 nieuwe steken op voor de hals aan het einde van de naald aan de goede kant = 46-46-50-50-53-53 steken. Deze 15-15-17-17-18-18 steken worden averecht gebreid op de volgende naald; de overgebleven steken worden gebreid zoals te zien is in de laatste naald in A.1.
Als A.1 klaar is, brei dan de volgende naald als volgt aan de goede kant: Brei A.2 (= 27-27-28-28-30-30 steken), A.3 (= 14-14-17-17-18-18 steken) en eindig met 5 voorbiessteken in ribbelsteek richting midden voor – denk om de knoopsgaten op de voorbies – lees beschrijving hierboven. Ga verder met dit patroon.
Als het werk 15-14-15-13-14-12 cm meet vanaf de opzetrand, meerder dan 1 steek voor het armsgat aan de binnenkant van de 3 kantsteken in ribbelsteek richting het armsgat – lees MEERDEREN VOOR HET ARMSGAT (de gemeerderde steken worden gebreid zoals beschreven in MEERDEREN VOOR HET ARMSGAT).
Meerder zo iedere 2e naald (dus iedere naald aan de goede kant) in totaal 5-8-8-11-12-16 keer en zet dan 3-4-4-6-8-10 nieuwe steken op aan het einde van de volgende naald aan de verkeerde kant = 54-58-62-67-73-79 steken.
Als de laatste steken voor het armsgat opgezet zijn, meet het werk ongeveer 19-20-21-22-23-24 cm vanaf de opzetrand. Voeg 1 markeerdraad in aan het begin van de naald in de zijkant. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN!
Ga verder in patroon zoals hiervoor, met 1 kantsteek in ribbelsteek richting de zijkant en 5 voorbiessteken in ribbelsteek richting midden voor.
Als het werk 3 cm meet vanaf de markeerdraad in alle maten, minder dan 2 steken verdeeld – lees MINDEREN VOORPAND. Herhaal dit minderen als het werk 7 cm meet vanaf de markeerdraad = 50-54-58-63-69-75 steken.
Als het werk 10 cm meet vanaf de markeerdraad in alle maten, meerder dan 3 steken verdeeld – lees MEERDEREN VOORPAND. Als het werk 14½ cm meet vanaf de markeerdraad, meerder dan 4 steken verdeeld. Ga verder met meerderen, met afwisselend 3 en 4 steken iedere 4½ cm in totaal 10 keer (meerder afwisselend 5 keer 3 steken en 5 keer 4 steken) = 85-89-93-98-104-110 steken.
Brei verder tot het werk 52-53-54-55-56-57 cm meet vanaf de markeerdraad (of tot de gewenste lengte; er is 1 cm over tot de gewenste lengte). Ga verder met rondbreinaald 3 mm en brei 2 ribbels heen en weer over alle steken. Kant af met recht aan de goede kant. De voorkant van het werk meet ongeveer 72-74-76-78-80-82 cm vanaf de schouder naar beneden.

LINKER VOORPAND (als het kledingstuk gedragen wordt):
Zet 21-21-22-22-24-24 steken op met rondbreinaald 3 mm en Cotton Merino. Brei 1 RIBBEL - lees beschrijving hierboven. Ga verder met rondbreinaald 4 mm en brei A.4 (eerste naald = goede kant). Meerder tegelijkertijd voor de hals als volgt: Begin op de 8e-8e-6e-6e-6e-6e naald in A.4 met meerderen voor de hals door nieuwe steken op te zetten aan het einde van elke naald aan de verkeerde kant als volgt: Zet in totaal 3-3-4-4-4-4 keer 1 steek op en in totaal 3 keer 2 steken. De nieuwe steken worden gebreid zoals te zien is in het telpatroon. Zet dan op de laatste naald van A.4 (verkeerde kant), 15-15-17-17-18-18 nieuwe steken op voor de hals aan het einde van de naald = 46-46-50-50-53-53 steken.
De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant: Brei 5 voorbiessteken in ribbelsteek, A.5 (= 14-14-17-17-18-18 steken) en A.6 (= 27-27-28-28-30-30 steken). Lees TIP VOOR HET BREIEN en ga verder met dit patroon.
Als het werk 15-14-15-13-14-12 cm meet vanaf de opzetrand, meerder dan 1 steek voor het armsgat aan de binnenkant van de 3 kantsteken in ribbelsteek richting het armsgat – lees MEERDEREN VOOR HET ARMSGAT (de gemeerderde steken worden gebreid zoals beschreven in MEERDEREN VOOR HET ARMSGAT).
Meerder zo iedere 2e naald (dus iedere naald aan de goede kant) in totaal 5-8-8-11-12-16 keer, zet dan 3-4-4-6-8-10 nieuwe steken op aan het einde van de volgende naald aan de goede kant = 54-58-62-67-73-79 steken.
Als de laatste steken voor het armsgat opgezet zijn, meet het werk ongeveer 19-20-21-22-23-24 cm vanaf de opzetrand. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald in de zijkant. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN!
Ga verder met het patroon zoals hiervoor, met 5 voorbiessteken in ribbelsteek richting midden voor en 1 kantsteek in ribbelsteek richting de zijkant.
Als het werk 3 cm meet vanaf de markeerdraad in alle maten, minder dan 2 steken verdeeld – lees MINDEREN VOORPAND. Herhaal dit minderen als het werk 7 cm meet vanaf de markeerdraad = 50-54-58-63-69-75 steken.
Als het werk 10 cm meet vanaf de markeerdraad in alle maten, meerder dan 3 steken verdeeld – lees MEERDEREN VOORPAND. Als het werk 14½ cm meet vanaf de markeerdraad, meerder dan 4 steken verdeeld. Ga verder met dit meerderen, met afwisselend 3 en 4 steken iedere 4½ cm in totaal 10 keer (meerder afwisselend 5 keer 3 steken en 5 keer 4 steken) = 85-89-93-98-104-110 steken.
Brei verder tot het werk 52-53-54-55-56-57 cm meet vanaf de markeerdraad (of tot de gewenste lengte; er is 1 cm over tot de gewenste lengte). Ga verder met rondbreinaald 3 mm en brei 2 ribbels heen en weer over alle steken. Kant af met recht aan de goede kant. De voorkant van het werk meet ongeveer 72-74-76-78-80-82 cm vanaf de schouder naar beneden.

ACHTERKANT RECHTERSCHOUDER (als het kledingstuk gedragen wordt):
Zet 21-21-22-22-24-24 steken op met rondbreinaald 3 mm en Cotton Merino. Brei 1 ribbel. Ga verder met rondbreinaald 4 mm en brei A.7 (eerste naald = goede kant).
Zet TEGELIJKERTIJD aan het einde van de 2e naald in A.7 (verkeerde kant), 2 nieuwe steken op voor de hals. Brei A.7. in zijn geheel en zet TEGELIJKERTIJD aan het einde van de laatste naald in A.7 33-33-39-39-41-41 nieuwe steken op voor de hals (midden achter van de hals) = 57-57-64-64-68-68 steken. Laat het werk rusten en brei achterkant linkerschouder zoals beschreven hieronder.

ACHTERKANT LINKERSCHOUDER (als het kledingstuk gedragen wordt):
Zet 21-21-22-22-24-24 steken op met rondbreinaald 3 mm en Cotton Merino. Brei 1 ribbel. Ga verder met rondbreinaald 4 mm en brei A.8 (eerste naald = goede kant).
Zet TEGELIJKERTIJD aan het einde van de 3e naald in A.8 (goede kant), 2 nieuwe steken op voor de hals. A.8 = 24-24-25-25-27-27 steken in zijn geheel. Nu worden de twee delen samengebreid voor het achterpand zoals beschreven hieronder.

ACHTERPAND:
Plaats de steken van de rechter- en linkerkant op dezelfde rondbreinaald 4 mm = 81-81-89-89-95-95 steken. De eerste naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant (begin met de steken op de linkerschouder): Brei A.9 (= 27-27-28-28-30-30 steken), A.10 (= 27-27-33-33-35-35 steken) en A.11 (= 27-27-28-28-30-30 steken). Ga verder met dit patroon heen en weer gebreid, maar als A.X 1 keer in de hoogte is gebreid, brei dan de herhalingen gemarkeerd met een ster in de hoogte.
Als het werk 15-14-15-13-14-12 cm meet vanaf de opzetrand, meerder dan voor de armsgaten aan elke kant. Meerder 1 steek aan de binnenkant van de 3 kantsteken in ribbelsteek aan elke kant – lees MEERDEREN VOOR HET ARMSGAT (de gemeerderde steken worden gebreid zoals beschreven in MEERDEREN VOOR HET ARMSGAT).
Meerder zo iedere 2e naald (dus elke naald aan de goede kant) in totaal 5-8-8-11-12-16 keer, zet dan 3-4-4-6-8-10 nieuwe steken op aan het einde van de volgende twee naalden = 97-105-113-123-135-147 steken.
Als de laatste steken opgezet zijn voor de armsgaten, meet het werk ongeveer 19-20-21-22-23-24 cm vanaf de opzetrand. Voeg 1 markeerdraad in aan het einde van de naald in de zijkant. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN!
Ga verder in patroon zoals hiervoor met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant.
Als het werk 3 cm meet vanaf de markeerdraad in alle maten, minder dan 4 steken verdeeld – lees MINDEREN ACHTERPAND. Herhaal dit minder als het werk 7 cm meet vanaf de markeerdraad = 89-97-105-115-127-139 steken.
Als het werk 10 cm meet vanaf de markeerdraad in alle maten, meerder dan 7 steken verdeeld – lees MEERDEREN ACHTERPAND. Meerder zo iedere 4½ cm in totaal 10 keer = 159-167-175-185-197-209 steken.
Brei verder tot het werk 52-53-54-55-56-57 cm meet vanaf de markeerdraad (of tot de gewenste lengte; er is 1 cm over tot de gewenste lengte). Ga verder met rondbreinaald 3 mm en brei 2 ribbels heen en weer gebreid over alle steken. Kant af met recht aan de goede kant. De achterkant van het werk meet ongeveer 72-74-76-78-80-82 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUW:
De mouw wordt van boven naar beneden gebreid. De mouwkop wordt eerst heen en weer gebreid met de rondbreinaald, en dan wordt de mouw in de rondte gebreid met korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop tot de gewenste lengte.
Zet 23-27-31-25-31-29 steken op met korte rondbreinaald 4 mm en Cotton Merino. Brei A.14 heen en weer, maar tel naar buiten vanuit het midden – de mid-steek in A.14 moet overeenkomen met de middelste steek op de naald.
Zet TEGELIJKERTIJD nieuwe steken op voor de mouwkop aan het einde van elke naald aan elke kant als volgt (de nieuwe steken worden gaandeweg gebreid in A.14 zodat zijn er 5 averechte steken tussen elke Engelse patentsteek zitten): Zet 1 keer 3 steken op aan elke kant, 3-3-3-4-4-4 keer 2 steken aan elke kant, 5-6-6-7-7-9 keer 1 steek aan elke kant, 3-3-3-3-3-4 keer 2 steken aan elke kant en 1-1-1-2-2-2 keer 3 steken aan elke kant = 69-75-79-85-91-97 steken.
Als alle steken opgezet zijn, breng dan het werk samen en brei in de rondte tot de gewenste lengte. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald (= midden onder de mouw).
De eerste naald wordt als volgt gebreid: Begin 1 steek voor de markeerdraad (zet de steek voor de markeerdraad op de linker naald), brei A.15 over de middelste 2 steken onder de mouw, brei 9-12-14-11-14-17 steken averecht, brei A.16A over de volgende 48-48-48-60-60-60 steken (= 8-8-8-10-10-10 herhalingen van 6 steken), brei A.16B (= 1 steek) en eindig met 9-12-14-11-14-17 steken averecht. Ga verder met dit patroon.
Minder TEGELIJKERTIJD als het werk 2 cm meet vanaf waar het werk samengebracht is in de rondte, 2 steken midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 1½-1½-1½-1-1-1 cm in totaal 8-9-9-10-10-11 keer = 53-57-61-65-71-75 steken.
Brei verder tot het werk 45-45-45-43-43-42 cm meet vanaf waar het samengebracht is (of tot de gewenste lengte; er is 2 cm over tot de gewenste lengte. LET OP: Kortere afmetingen in de grotere maten vanwege bredere schouders en een langere mouwkop).
Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm en brei boordsteek in de rondte als volgt: Ga verder met A.15 midden onder de mouw, 1-3-2-1-1-3 steken averecht, * 1 recht, 2 averecht *, brei van *-* tot er 2-4-3-2-2-4 steken over zijn voor A.15, 1 recht en 1 averecht-3-2-1-1-3. Ga verder met deze boordsteek voor ongeveer 1½ til 2 cm. Kant dan losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht. De mouw meet ongeveer 56-57-57-57-57-58 cm, vanaf de opzetrand naar beneden. Brei de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden aan de binnenkant van de opzetrand. Naai de zijnaden vanaf het armsgat naar beneden – naai in de buitenste lus van de buitenste steek zodat de naad plat is. Naai de mouwen in de trui (de mouw wordt onder de rand in ribbelsteek over het armsgat geplaatst zodat deze rand te zien is en naai in de buitenste steek over de ribbelsteekrand). Naai de knopen op de linker voorbies.

HALS:
Neem aan de goede kant ongeveer 104 tot 119 steken op rondom de hals met rondbreinaald 3 mm (het aantal steken moet deelbaar zijn door 3 + 2). De eerste naald wordt als volgt gebreid aan de verkeerde kant: 5 voorbiessteken in ribbelsteek, * 1 averecht, 2 recht *, brei van *-* tot er 6 steken over zijn op de naald, 1 averecht en 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga verder met deze boordsteek voor ongeveer 1½ tot 2 cm. Kant dan losjes af met ribbelsteek over ribbelsteek, recht boven recht en averecht boven averecht.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 18.03.2019
Correctie - ACHTERPAND: ... Brei verder tot het werk 52-53-54-55-56-57 cm meet vanaf de markeerdraad (of tot de gewenste lengte; er is 1 cm over tot de gewenste lengte).

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken; brei op de volgende naald de omslag averecht zoals te zien is in het telpatroon (= gaatje)
symbols = dit vierkant heeft geen steek, of omdat er geen steek was, of omdat er eerder geminderd was; ga gelijk verder met het volgende symbool in het telpatroon
symbols = voeg de rechter naald in bij de steek van de vorige naald, 1 recht en laat de steek van de naald af glijden
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = 3 recht, haal dan de eerst gebreide steek over de andere 2, zodat het erom heen ligt (= 1 steek geminderd)
symbols = plaats 3 steken op een kabelnaald en houd deze achter het werk, 3 recht en 3 recht van de kabelnaald
symbols = plaats 3 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 3 recht en 3 recht van de kabelnaald
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken; brei op de volgende naald de omslag gedraaid recht of gedraaid averecht zoals te zien is in het telpatroon (zodat er geen gaatje ontstaat)
symbols = 1 herhaling in de hoogte
symbols = mid-steek op de mouw
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 200-8

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (36)

country flag Ylva wrote:

Hei! Hva betyr det når det står på høyre forstykke at de neste fem og de neste åtte og de neste tolv maskene skal strikkes? Er de de samme maskene lagt sammen, ellet er det fem, åtte og tolv nye masker etter hverandre?

26.08.2022 - 15:30

DROPS Design answered:

Hei Ylva. Litt usikker på hva du mener med og hvor i oppskriften under HØYRE FORSTYKKE du henvender deg til når du skriver: "....neste fem og de neste åtte og de neste tolv maskene skal strikkes...." Om du mener der det står:" ...totalt 5-8-8-11-12-16 ganger..." Så skal du i str. S øke som forklart i oppskriften på hver 2. pinne (dvs på hver pinne fra retten) totalt 5 ganger. I str. M og L 8 ganger, i str. XL 11 ganger, i str. XXL 12 ganger og i str. XXL 16 ganger. Om det ble feil forklart, send oss gjerne et nytt spørsmål + hvilken str du strikker. mvh DROPS Design

29.08.2022 - 11:25

country flag Josée wrote:

Bonjour,je fais la grandeur large. Au diagramme A2 lorsque nous avons fait les 4 premiers rang . Je ne comprends pas comment terminer le diagramme? J’espère que vous allez pouvoir m’aider. Merci.

04.07.2022 - 01:36

DROPS Design answered:

Bonjour Josée, dans A.2 (notamment) les motifs ne se répètent pas au même rythme, autrement dit, lorsque vous avez tricoté les 4 premiers rangs sur les 19 premières mailles, reprenez au 1er rang et répétez ainsi ces 4 rangs sur ces 19 mailles. En même temps, continuez les 8 dernières mailles jusqu'à ce que les 10 rangs soient terminés et répétez ces 10 rangs sur ces 8 mailles. Bon tricot!

04.07.2022 - 08:30

country flag Pernille wrote:

Skøn trøje! Er det muligt at strikke ærmerne fra vrangen, så jeg undgår at skulle stikke alle de vrangmasker? I bekræftende fald har jeg brug for hjælp til, hvordan jeg strikker mønster masken fra forrige pind korrekt.

04.04.2022 - 16:57

DROPS Design answered:

Hej Pernille, ja det kan du sikkert gøre - prøv at lave en lille strikkeprøve hvor du har mønsteret fra retsiden, så kan du sammenligne med en prøve fra vrangen og se om du får samme mønster :)

05.04.2022 - 08:19

country flag Laetitia LAIR wrote:

Bonjour, Je vous remercie pour votre réponse. Pouvez-vous me préciser les différents diagrammes que l'on retrouve sur les 73 mailles du demi-devant droit après les augmentations des emmanchures. Je suis un peu perdue et que deviennent les 3 mailles au point mousse du côté emmanchure ? Merci d'avance.

16.10.2021 - 18:01

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Lair, en XXL voustricotez ainsi les 73 m (vu sur l'endroit) du devant droit: 1 m lis au point mousse, 6 m jersey envers, A.12 (= 8 m), 5 m jersey envers (= 1+6+8+5= 20 soit 12 x 1 m augmentées + 8 m montées), A.2 (= 30 m), A.3 (= 18 m), 5 m de bordure devant = 1+6+8+5+30+18+5=73. Bon tricot!

18.10.2021 - 08:54

country flag Laetitia LAIR wrote:

Bonjour, Je tricote la taille XXL. J'ai fait les augmentations des emmanchures et monter les 8 mailles à la fin du rang envers. J'ai tricoté à l'envers sur l'endroit les 5 premières augmentations , en A12 les 8 augmentations suivantes et 6mailles à l'envers sur l'endroit et 1 maille lisière. Que devient les 3 mailles au point mousse ? On continue de continuer ces 3 mailles au point mousse jusqu'à la fin de l'ouvrage ? Merci d'avance pour votre réponse.

13.10.2021 - 16:36

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Lair, quand toutes les mailles ont été montées, vous continuez comme avant (avec les différents diagrammes, les mailles endroit et les mailles envers comme avant) avec 5 mailles de bordure point mousse pour la bordure devant et 1 maille lisière au point mousse sur le côté. Bon tricot!

14.10.2021 - 09:16

country flag Kattis wrote:

Jag ska öka till höger ärmhål och har lagt upp 8 nya maskor innanför de tre kantmaskorna. Jag ska nu lägga upp 4 till i slutet på nästa aviga varv. Dessa 12 nya maskorna ska stickas som 3 maskor slätstickning, 8 maskor mönster enl A12 och en kantmaska. Men var hamnar de 3 ursprungliga kantmaskorna? Känns som jag har 3 maskor för mycket?

05.03.2021 - 10:32

DROPS Design answered:

Hej Kattis, när du ökar 1 maska innanför 3 kantmaskor på vartannat varv, stickas de 3 kantmaskorna fortfarande i rätstickning. Först när du är klar med ökningarna och skall lägga upp nya maskor i slutet av varvet från avigsidan, stickas alla maskorna i mönstret och 1 kanmaska i sidan i rätst. Lycka till :)

05.03.2021 - 13:10

country flag Carmen wrote:

Hallo, ich bin noch ganz am Anfang dieser schönen Weste. Gibt es denn keine Randmaschen? Oder werden diese extra zum Muster noch hinzugestrickt? Es wäre nett, wenn mir jemand antworten könnte.

13.10.2020 - 21:26

DROPS Design answered:

Liebe Carmen, bis alle Maschen für die Blende angeschlagen sind, gibt es keine Randmaschen, die Maschen werden wie im Diagram A.1 bzw A.4 gestrickt. Viel Spaß beim stricken!

14.10.2020 - 07:55

country flag Birgith wrote:

Hvad mener I med “når tøjet er på” Opskriften starter med det, allerede ved første forstykke

22.03.2020 - 09:32

DROPS Design answered:

Hei Birgith. Det menes det gjelder høyre stykket når plagget er på deg, ikke når du strikker - ser på plagget. mvh DROPS design

23.03.2020 - 15:28

country flag CELIA wrote:

Bonjour, Je peux me tromper mais il n'y aurait pas un problème sur vos diagrammes ? (en plus de la numérotation A5 / A6) En taille S, le A1 a 7 rangs en bas et 3 tout en haut mais le A4 a 8 rangs en bas et 2 tout en haut. Les devants droite et gauche sont sensés être symétrique, non ?

29.07.2019 - 13:43

DROPS Design answered:

Bonjour Celia! J'ai verifie cela encore une fois et sur le devant gauche tout est bien dans les explications du modele: "Tricoter le rang suivant sur l'endroit ainsi: 5 mailles de bordure devant au point mousse, A.5 (= 14-14-17-17-18-18 mailles) et A.6 (= 27-27-28-28-30-30 mailles)" > donc a partir de la bordure devant gauche, on a les diagrammes, respectivement A.5, A.6 et A.4. Bon tricot!

29.07.2019 - 17:06

country flag CELIA wrote:

Bonjour, Je commence tout juste ce modèle et étudie les instructions et une chose me semble étrange au niveau des diagramme pour les devants : si les le devant droit c'est A1, A2, A3, le devant gauche ne devrait-il pas être A4, A6, A5 et non A4, A5, A6 ? Ma question est peut être idiote mais je voudrais pas me tromper. Merci.

28.07.2019 - 17:58

DROPS Design answered:

Bonjour Celia! Il me semble que vous avez raison. Je vais le confirmer et si necessaire une correction sera ajoutee. Bon tricot!

29.07.2019 - 11:08