DROPS Air
DROPS Air
65% alpaca, 28% polyamide, 7% Wool
vanaf 4.25 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 68.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Comfort Zone

Gebreid mouwloos vest in DROPS Air. Het werk wordt gebreid in 4 draden met kantpatroon en sjaalkraag. Maat: S - XXXL

DROPS 196-21
DROPS design: Patroon ai-145
Garengroep C + C + C + C of F
----------------------------------------------------------

Maat: S - M - L - XL - XXL – XXXL
Vanwege het gewicht van het kledingstuk wordt tijdens het dragen de lengte ongeveer 6-8 cm langer dan de afmetingen in de tekening.
Materiaal:
DROPS AIR van garnstudio (behoort tot garengroep C)
800-850-950-1050-1150-1250 g kleur nr 10, mist

----------------------------------------------------------
BENODIGDHEDEN VOOR HET WERK:

STEKENVERHOUDING:
7 steken in de breedte en 8 naalden in de hoogte met 4 draden en tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 15 mm, lengte 80 cm.
De naalddikte is slechts een richtlijn! Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Air
DROPS Air
65% alpaca, 28% polyamide, 7% Wool
vanaf 4.25 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 68.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
1 ribbel = 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatroon A.1. Kies het telpatroon voor uw maat.
De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien!

TIP VOOR HET OPMETEN:
Alle lengte afmetingen worden gemaakt als het werk plat ligt, maar vanwege het gewicht van het kledingstuk wordt de lengte tijdens het dragen ongeveer 6-8 cm langer.
U kunt alle lengtemetingen doen terwijl u het werk ophoudt, om de lengte beter te controleren maar let erop dat u misschien niet hetzelfde aantal herhalingen van A.1 in de hoogte krijgt zoals op de afbeeldingen.

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

VEST - KORTE SAMENVATTING VAN HET KLEDINGSTUK:
Het werk wordt heen en weer gebreid op de rondbreinaald, van onder naar boven, in delen. Zet steken op voor de mouw in de zijkanten en brei tot de gewenste afmetingen. Naai dan het werk samen.

ACHTERPAND:
Zet 43-45-47-51-55-59 steken op rondbreinaald 15 mm met 4 draden Air. Brei 2 ribbels in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven. Brei dan 2 naalden in tricotsteek met 2 kantsteken in ribbelsteek aan elke kant. Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: 2 kantsteken in ribbelsteek, 15-16-17-18-20-22 steken in tricotsteek, brei A.1 (= 9-9-9-11-11-11 steken), brei 15-16-17-18-20-22 steken in tricotsteek en eindig met 2 kantsteken in ribbelsteek. Ga zo verder in patroon. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Zet bij een hoogte van 44-45-46-47-48-49 cm - lees TIP VOOR HET OPMETEN, 16-16-16-14-13-12 nieuwe steken op voor de mouw aan het einde van de volgende 2 naalden = 75-77-79-79-81-83 steken op de naald.
Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: 3 kantsteken in ribbelsteek, 30-31-32-31-32-33 steken in tricotsteek, ga verder met A.1 over de volgende 9-9-9-11-11-11 steken, brei 30-31-32-31-32-33 steken in tricotsteek en eindig met 3 kantsteken in ribbelsteek. Ga zo verder met het patroon tot het werk ongeveer 71-73-75-77-79-81 cm meet - denk om TIP VOOR HET OPMETEN en pas zo aan dat de volgende naald aan de goede kant wordt gebreid. Kant dan op de volgende naald (goede kant) de middelste 7-7-7-9-9-9 steken voor de hals af en eindig elk schouder apart = 34-35-36-35-36-37 steken over op elk schouder. Brei 1 naald recht op de verkeerde kant en kant dan losjes af met recht aan de goede kant. Brei de andere schouder op dezelfde manier. Het werk meet werk meet ongeveer 74-76-78-80-82-84 cm vanaf de schouder naar beneden, plat gemeten.

RECHTER VOORPAND:
Zet 25-26-27-30-32-34 steken op (inclusief 7-7-7-9-9-9 voorbiessteken richting midden voor) op rondbreinaald 15 mm met 4 draden Air. Brei 2 ribbels. Brei dan 2 naalden in tricotsteek met 2 kantsteken in ribbelsteek aan elke kant. Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant (dus vanaf midden voor): 2 kantsteken in ribbelsteek, 5-5-5-7-7-7 steken in tricotsteek, brei A.1 (= 9-9-9-11-11-11 steken), brei 7-8-9-8-10-12 steken in tricotsteek en eindig met 2 kantsteken in ribbelsteek richting de zijkant. Ga zo verder in patroon.
Zet bij een hoogte van 44-45-46-47-48-49 cm, 16-16-16-14-13-12 nieuwe steken op voor de mouw aan het einde van volgende naald aan de goede kant = 41-42-43-44-45-46 steken op de naald. Brei de volgende naald als volgt op de verkeerde kant: 3 kantsteken in ribbelsteek, 22-23-24-21-22-23 steken in tricotsteek, ga verder met A.1 over de volgende 9-9-9-11-11-11 steken, brei 5-5-5-7-7-7 steken in tricotsteek en eindig met 2 kantsteken in ribbelsteek richting midden voor. Ga zo verder in patroon tot het werk ongeveer 72-74-76-78-80-82 cm meet (dus tot het voorpand dezelfde lengte heeft als achterpand na het afkanten voor de hals op de achterkant van de hals). Brei 1 naald recht op de verkeerde kant over alle steken. Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: Brei 7-7-7-9-9-9 (= kraag) recht, kant dan losjes de overgebleven steken 34-35-36-35-36-37 steken op de schouder af. Knip het garen af.

RECHTER KRAAG:
= 7-7-7-9-9-9 steken op de naald. Brei 1 naald recht op de verkeerde kant. Brei dan in ribbelsteek als volgt: * Brei 1 ribbel heen en weer over alle steken, brei 1 ribbel heen en weer over de eerste 5-5-5-7-7-7 steken richting midden voor *, brei van *-* 4-4-4-5-5-5 keer in totaal. Kant dan losjes af met recht aan de goede kant.

LINKER VOORPAND:
Zet 25-26-27-30-32-34 steken op (inclusief 7-7-7-9-9-9 voorbiessteken richting midden voor) op rondbreinaald 15 mm met 4 draden Air. Brei 2 ribbels. Brei dan 2 naalden in tricotsteek met 2 kantsteken in ribbelsteek aan elke kant. Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant (dus vanaf de zijkant): 2 kantsteken in ribbelsteek, 7-8-9-8-10-12 steken in tricotsteek, brei A.1 (= 9-9-9-11-11-11 steken), brei 5-5-5-7-7-7 steken in tricotsteek en eindig met 2 kantsteken in ribbelsteek richting midden voor. Ga zo verder in patroon.
Zet bij een hoogte van 44-45-46-47-48-49 cm, 16-16-16-14-13-12 nieuwe steken op voor de mouw aan het einde van de volgende naald op de verkeerde kant = 41-42-43-44-45-46 steken op de naald. Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: 3 kantsteken in ribbelsteek, 22-23-24-21-22-23 steken in tricotsteek, ga verder met A.1 over de volgende 9-9-9-11-11-11 steken, brei 5-5-5-7-7-7 steken in tricotsteek en eindig met 2 kantsteken in ribbelsteek richting midden voor. Ga zo verder in patroon tot het werk ongeveer 72-74-76-78-80-82 cm meet (dus tot het voorpand dezelfde lengte heeft als het achterpand na het afkanten voor de hals op de achterkant van de hals). Brei 1 naald recht op de verkeerde kant over alle steken. Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: Kant dan losjes de eerste 34-35-36-35-36-37 steken op schouder af, brei de overgebleven 7-7-7-9-9-9 steken recht (= kraag), knip het garen niet af.

LINKER KRAAG:
= 7-7-7-9-9-9 steken op de naald. Begin op de verkeerde kant en brei in ribbelsteek als volgt: * Brei 1 ribbel heen en weer over alle steken, 1 ribbel heen en weer over de eerste 5-5-5-7-7-7 steken richting midden voor *, brei van *-* 4-4-4-5-5-5 keer in totaal. Brei 1 naald recht op de verkeerde kant en kant dan losjes af door met recht aan de goede kant.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden aan de binnenkant van de afkantrand. Naai onder de mouw en zijnaden in een keer - naai de zijnaden in de buitenste lussen van de kantsteek om een platte naad te krijgen, maar eindig de naad als er ongeveer 25-30 cm over is aan elke kant (= split).
Naai de kraag midden achter samen met maassteken (zorg ervoor dat de naad is naar binnen zit als de kraag naar beneden gevouwen is). Naai de kraag aan de halslijn aan de achterkant van de hals.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken
symbols = haal 1 steek recht af, brei 2 steken recht samen, haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 196-21

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (8)

country flag Mary wrote:

Thanks but it is still unclear to me. Does this mean that I just keep working the 5 stitches (I am working an S size) and the 2 last stitches will be remain undone? I do not understand what I will have to do then with these 2 stitches once I am done with the whole work for those 5 stitches.

16.11.2023 - 10:53

DROPS Design answered:

Dear Mary, that's the technique of the short rows, you work the first 5 stitches, leaving the last 2 sts unworked, turn and work the 5 sts, then work the 7 sts for 2 rows. In this video we show how to work short rows (with a different number of stitches, but technique is the same). Happy knitting!

17.11.2023 - 07:46

country flag Mary wrote:

Hi! I am working on the collar and I am unclear about the instructions: when it says "Work 1 ridge back and forth over all stitches, 1 ridge back and forth over the first 5-5-5-7-7-7 stitches towards mid front *" what about the 2 remaining stitches? It asks me to work the first 5 stitches towards mid front but what should I do with the 2 last stitches?

15.11.2023 - 22:11

DROPS Design answered:

Dear Mary, you need to work now short rows so that the outermost edge on collar will be longer than the innerside (which is sewn along neckline on back piece), this means, when you work the first 5 or 7 sts only, just leave the last 2 sts unworked, turn and work return row, then work all sts on next row. Happy knitting!

16.11.2023 - 10:17

country flag Mary wrote:

Hi, Two things are not clear to me: when I start, it says that I have to cast 43 stitches and then, when I move to the sleeve I have to cast 16 stitches. The instructions say I end up with 75 stitches but actually 43+16=59 What am I missing? Plus, in A1 how do I work the yarn over in the next row?

07.11.2023 - 13:12

DROPS Design answered:

Dear Mary, when working back piece you have to cast on the 16 sts on each side, ie at the end of next 2 rows, so that you will have (seen from RS): 16+43+16=75 sts. Diagrams shows all rows, seen from right side, this means that the yarn overs will be purled from wrong side to make holes. Happy knitting!

08.11.2023 - 07:43

country flag Jutta wrote:

The instruction on how to complete and assemble the collar is not clear to me. I will find a solution that will be different but ok. I wish there were clearer images of how to assemble the pieces.

30.01.2023 - 21:48

country flag Veronica wrote:

Lavorare con 4 capi significa usare 4 fili di 4 gomitoli?

03.10.2021 - 15:53

DROPS Design answered:

Buonasera Veronica, si, vanno usati 4 fili. Buon lavoro!

04.10.2021 - 00:22

country flag Trine Pedersen wrote:

Drops air, ved at strikke comfort zone trøje. Problemet er at garnet fælder/ nuller så meget at man er helt overfyldt med det. Er der nogen der ved hvad man kan gøre ved det?, kan man vaske det eller ??

04.07.2019 - 09:45

DROPS Design answered:

Hej Trine, Der vil altid være lidt løse fibre i garn og særligt i garn hvor tråden er børstet (altså langhårede garner). Garnet kan også fælde om det bruges under eller over andet tøj som trækker i fibrene, det er derfor ikke muligt at garantere at tøjet bliver helt fri for at fælde. Ryst tøjet godt før du tager det i brug. NB! Brug hverken tøjrulle eller andre metoder som trækker fibrene ud. Eller læg det i en plasticpose og put det ind i fryseren et par timer - ved at udsætte tøjet for frost vil fibrene ikke længere klistre sig så godt sammen og det vil være lettere at ryste løse fibre af.

05.07.2019 - 12:23

country flag HERVE Nelly wrote:

Bonjour Quel fil pourriez vous me conseiller pour un pull réalisé en cachemire échantillon 21met 28rgs Merci

18.11.2018 - 12:33

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Hervé, Nous sommes en mesure de pouvoir proposer des modèles gratuits grâce à nos fils à tricoter et à crocheter vendus dans le monde entier. Vous comprendrez ainsi que nous ne pouvons que vous recommander d’utiliser l’une de nos qualités. N’hésitez pas à contacter votre magasin DROPS en France pour toute assistance. Merci pour votre compréhension.

19.11.2018 - 08:58

country flag Tine wrote:

Superflot

01.08.2018 - 14:59