DROPS Sky
DROPS Sky
74% Alpaca, 18% Polyamide, 8% Wol
vanaf 4.90 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 24.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
DROPS 195-36
DROPS Design: Patroon nr. sk-008
Garengroep B
-------------------------------------------------------

Afmetingen: Hoogte in het midden: 72 cm. Breedte: 144 cm.
Materiaal:
DROPS SKY van garnstudio (behoort tot garengroep B)
250 g kleur 03, lichtbeige

-------------------------------------------------------
BENODIGDHEDEN VOOR HET WERK:

STEKENVERHOUDING:
21 steken in de breedte en 28 naalden in de hoogte in tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 4 MM: lengte 80 cm.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

DROPS KABELNAALD – voor de kabels.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Sky
DROPS Sky
74% Alpaca, 18% Polyamide, 8% Wol
vanaf 4.90 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 24.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
1 ribbel = 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.8. Patroon A.1 wordt eerst gebreid, herhaal dan patroon A.b in de hoogte over patroon A.1 tot de gewenste lengte. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.
Omdat u mindert en meerdert in de telpatronen A.1b en A.2b en A.7 en A.8, kan het aantal steken variëren met 1 steek per herhaling in de telpatronen als het vlak na een mindering is.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

OMSLAGDOEK - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
De omslagdoek wordt heen en weer gebreid, van boven naar beneden.

OMSLAGDOEK:
Zet 7 steken op met rondbreinaald 4 mm en Sky. Brei 1 naald recht aan de verkeerde kant.

Brei dan als volgt aan de goede kant: Brei 1 kantsteek in RIBBELSTEEK - lees beschrijving hierboven, * A.1a (= 1 steek), A.2a (= 1 steek) *, 1 mid-steek in tricotsteek, brei van *-* 1 keer en eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek.
Ga verder met dit patroon. De omslagen worden niet gedraaid gebreid zodat er gaatjes ontstaan.
De meerderingen zijn in de telpatronen getekend; u meerdert 4 steken op de eerste meerdering en 8 steken op de 2e en 3e meerderingen. Deze drie meerderingen worden in de hoogte herhaald tot de gewenste lengte. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Als A.1a en A.2a 1 keer in de hoogte zijn gebreid, zijn er 91 steken op de naald.

De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant:
Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, * A.3a (= 1 steek), A.1b (= 21 steken), A.2b (= 21 steken), A.4a (= 1 steek) *, 1 mid-steek in tricotsteek, brei van *-* 1 keer en eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek.
A.1b en A.2b worden in de hoogte herhaald tot de gewenste lengte.
Als A.3a en A.4a 1 keer in de hoogte zijn gebreid, zijn er 147 steken op de naald.

De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant:
Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, * A.5a (= 1 steek), A.3b (= 14 steken), A.1b en A.2b zoals hiervoor (= in totaal 42 steken), A.4b (= 14 steken), A.6a (= 1 steek) *, 1 mid-steek in tricotsteek, brei van *-* 1 keer en eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek.
A.3b en A.4b worden in de hoogte herhaald tot de gewenste lengte.
Als A.5a en A.6a 1 keer in de hoogte zijn gebreid, zijn er 199 steken op de naald.

De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant:
Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, * A.7a (= 1 steek), A.5b (= 13 steek), A.1b tot A.4b zoals hiervoor (= in totaal 70 steken), A.6b (= 13 steken), A.8a (= 1 steek) *, 1 mid-steek in tricotsteek, brei van *-* 1 keer en eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek.
A.5b en A.6b worden in de hoogte herhaald tot de gewenste lengte.
Als A.7a en A.8a 1 keer in de hoogte zijn gebreid, zijn er 247 steken op de naald.

De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant:
Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, * A.1a over de volgende steek, A.7b (= 12 steken), A.1b tot A.6b zoals hiervoor (= in totaal 96 steken), A.8b (= 12 steken), A.2a over de volgende steek *, 1 mid-steek in tricotsteek, brei van *-* 1 keer en eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek.
A.7b en A.8b worden in de hoogte herhaald tot de gewenste lengte.

Ga verder met dit patroon, dus als A.1a en A.2a 1 keer in de hoogte zijn gebreid, aan de binnenkant van de 1 kantsteek aan elke kant en op elke kant van de mid-steek, wordenA.3a en A.4a gebreid aan de binnenkant van de 1 kantsteek aan elke kant van het werk en aan elke kant van de mid-steek etc. Ga verder met dit patroon en deze meerderingen in de hoogte tot het werk ongeveer 64 cm meet, gemeten over de mid-steek (er is nu ongeveer 8 cm over); pas zo aan dat het patroon aan de binnenkant van de 1 kantsteek en aan elke kant van de mid-steek klaar is met meerderen. (Dus als er een kabel is, zodat alle steken in de kabel zijn gemeerderd.) Ga verder met meerderen en brei in patroon zoals hiervoor, maar brei nu de gemeerderde steken in ribbelsteek. Ga zo verder tot het werk 72 cm meet gemeten over de mid-steek. Kant af met recht over recht, averecht over averecht en ribbelsteek over ribbelsteek; zorg ervoor dat de afkantrand niet te strak wordt; u kunt een grotere naald gebruiken om mee af te kanten, als dit een probleem is.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = dit vierkant heeft geen steek omdat het eerder was geminderd; ga gelijk verder met het volgende symbool in het telpatroon.
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken
symbols = brei 3 steken, haal de eerst gebreide steek over de laatste 2 steken zodat deze steek om de andere twee ligt (= 1 steek geminderd)
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = plaats 2 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 2 recht, 2 recht van de kabelnaald
symbols = plaats 2 steken op een kabelnaald en houd deze achter het werk, 2 recht, 2 recht van de kabelnaald
symbols = plaats 4 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 4 recht, 4 recht van de kabelnaald
symbols = plaats 4 steken op een kabelnaald achter het werk, 4 recht, 4 recht van de kabelnaald
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 195-36

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (27)

country flag Marie wrote:

Bonjour, Pour la dernière partie du châle, à partir de continuer ainsi, je ne comprends pas quel diagramme suit "A3a"... Merci pour votre réponse. Marie

22.02.2023 - 21:15

DROPS Design answered:

Bonjour Marie, après A.3a tricotez A.3b, et après A.4a tricotez A.4b et ainsi de suite, les diagrammes -a montrent comment tricoter les augmentations avant de faire les diagrammes -b. Bon tricot!

23.02.2023 - 13:39

country flag Magda wrote:

Enligt mönstret ska man på första mönstervarvet först sticka en kantm, sedan A.1a (=1 m+1 omslag), sedan A.2a (1 omslag +1 m) och därefter 1 mittmaska och sedan upprepa A.1a och A.2a = 1 kantm, 1 m, 1 omslag, 1 omslag, 1 m, 1mittm, 1 m, 1 omslag, 1 omslag, 1 m, kantm. Då blir det 2 omslag efter varandra. Ska man istället börja med A.2a och sedan A.1a, dvs. 1 kantm, 1 omslag, 1m, 1 m, 1 omslag, 1 mittm, 1 omslag, 1 m, 1 m, 1 omslag, 1 kantm?

19.02.2023 - 16:50

DROPS Design answered:

Hei Magda. Man leser et strikkediagram motsatt av slik man normalt leser: Fra høyre mot venstre, nedenfra og opp. Du begynner altså nederst i det høyre hjørnet, og jobber deg mot venstre og oppover. Altså, da blir det 1 kantmaske + A.1a (kast+1 maske rett) + A.2a (1 maske rett + 1 kast) + Midtmaske + A.1a (kast+1 maske rett) + A.2a (1 maske rett + 1 kast) + 1 kantmaske. mvh DROPS Design

27.02.2023 - 14:44

country flag Elena wrote:

Buonasera, Vorrei sapere cosa vuole dire : montare le maglie e lavorare un ferro a diritti dal rovescio del lavoro. E se mi confermate che nello schema sono indicati i ferri di andata e ritorno . Grazie

09.02.2023 - 18:08

DROPS Design answered:

Buonasera Elena, significa che il primo ferro è dal rovescio del lavoro e va lavorato a diritto. I diagrammi mostrano tutti i ferri del motivo. Buon lavoro!

10.02.2023 - 16:20

country flag Mélanie D wrote:

Bonjour je n’ai pas compris le dernier paragraphe de l’explication du châle qui commence par «  continuez ainsi » merci

09.01.2023 - 14:00

DROPS Design answered:

Bonjour Mélanie, vous tricotez maintenant A.3a et A.4a comme vous l'avez fait la 1ère fois (de chaque côté + de chaque côté de la maille centrale) - et vous continuez à augmenter et à tricoter les nouvelles mailles/les motifs comme la 1ère partie du châle, et dans le même ordre. Quand le châle mesure 64 cm environ le long de la maille centrale, continuez à augmenter comme avant, mais tricotez maintenant toutes les augmentations au point mousse (et les autres mailles comme avant). Bon tricot!

09.01.2023 - 16:42

country flag Melanie D wrote:

Bonjour est il possible de m’expliquer la fin du châle car je l’ai rien compris \r\nMerci

07.01.2023 - 09:29

DROPS Design answered:

Bonjour Mélanie, à partir de quel moment, de quelle partie vous avez des soucis? Merci pour votre compréhension.

09.01.2023 - 08:57

country flag Julie Francoeur wrote:

Bonjour quand on fini A.5a il y a 2 augmentations sur le rang endroit et quand on commence A.7a, il y a encore 2 augmentations en commençant. Ne faut il pas alterner 2 augmentions et 1 augmentation en début de rang endroit?

27.11.2022 - 21:14

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Francoeur, augmentez bien comme indiqué par les diagrammes, autrement dit 2 m au dernier rang sur l'endroit de A.5a/A.6a et 2 mailles au 1er rang sur l'endroit de A.7a/A.8a. Bon tricot!

28.11.2022 - 11:08

country flag Sandrine wrote:

Je pense qu'il y a une erreur dans le patron. Quand on obtient 199m vous écrivez: "tricoter le rg suivant sur l'endroit ainsi: 1m lisière au pt mousse *A.7.a, A.5.b, A.1.b à A.4.b comme avant (=70m) etc. mais A.1.B à A.4.b représente 56m (A.1.b 21m+ A.2.b 21m+A.4.b 14m) Il manque donc 14m En fait il faut répéter de A.3.b à A.4.b et on a bien le bon nombre de mailles (70m= A.3.b 14m + A.1.b 21m+ A.2.b 21m+A.4.b 14m) et surtout le bon motif

11.09.2022 - 23:31

DROPS Design answered:

Bonjour Sandrine, les diagrammes précédent se tricotent toujours comme précédemment, autrement dit vous avez pour A.1b à A.4b 70 m au total soit: A.1b = 21 m + A.2b = 21 m + A.3b = 14 m + A.4b = 14 m (21+21+14+14=70 m). Bon tricot!

12.09.2022 - 12:15

country flag Melanie wrote:

Ich weiß nicht wie beim Diagramm angegeben die drei Maschen stricken (=1 M abgenommen) funktioniert. Meiner Meinung nach werden hier 2 M abgenommen.

21.02.2022 - 12:36

DROPS Design answered:

Liebe Melanie, es wird nur 1 Masche abgenommen, so stricken Sie: stricken Sie die 3 Maschen rechts, dann die erste dieser Maschen ziehen Sie über die 2 anderen Maschen = 2 Maschen bleiben. Bei der nächsten Reihe machen Sie 1 Umschlag zwischen diesen beiden Maschen = es sind wieder 3 Maschen. Viel Spaß beim stricken!

21.02.2022 - 13:28

country flag Joëlle SABINE wrote:

Bonjour, je ne comprends pas comment augmenter au milieu du châle, je ne vois pas cela sur les diagrammes. Merci de m'aider. Joëlle

12.12.2021 - 19:11

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Sabine, les augmentations du milieu du châle figurent dans les diagrammes, autrement dit lorsque vous tricotez A.1a/A.2a dès le début, vous augmentez dans A.1a en début de rang, dans A.2a avant la maille centrale, dans A.1a après la maille centrale et dans A.2a à la fin du rang. Vous augmenterez ensuite dans A.3a/A.4a de la même façon: en début de rang et après la m centrale (A.3a) et après la m centrale + en fin de rang (A.4a). Bon tricot!

13.12.2021 - 10:04

country flag Paula Teixeira wrote:

Como faço a última parte do xaile? Não percebo qual a sequência do diagrama. Obrigado

03.10.2021 - 13:16

DROPS Design answered:

Bom dia, Depois de tricotar A.7b e A.8b 1 vez em altura, A.1a e A.2a estão terminados. Vai agora tricotar A.3a e A.4a de cada lado (depois da malha ourela e antes da malha central para a 1,ª metade do xaile e depois da malha central e eantes da malha ourela a outra metade). e repetem-se os motivos em altura entre estes diagramas, pela mesma ordem que se tricotou até agora, Bons tricôs!

04.10.2021 - 10:35