Old Mill |
||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||
Gebreid vest in DROPS Merino Extra Fine of DROPS Karisma. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met Scandinavisch patroon. Maten S - XXXL. Gebreide muts in DROPS Merino Extra Fine of DROPS Karisma. Het werk wordt gebreid met Scandinavisch patroon en pompom.
DROPS 197-3 |
||||||||||||||||
UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): 1 ribbel = 2 naalden recht. PATROON: Vest: Zie telpatronen A.1 en A.2. Kies het telpatroon voor uw maat (geldt voor A.2). Muts: Zie telpatronen A.1A en A.3. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien. TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (verdeeld): Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 110 steken) minus de biezen (dus 10 steken) en deel de overgebleven steken door het aantal te maken meerderingen (dus 29) = 3.4. In dit voorbeeld, meerdert u door 1 omslag te maken na afwisselend elke 3e en 4e steek (ongeveer). Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen. Meerder niet over de biezen. VERHOGING (in de achterkant van de hals): Sla dit deel over als u geen verhoging wilt. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de naald. Begin aan de goede kant met lichtbeige en brei 16-17-18-19-20-21 steken recht voorbij de markeerdraad, keer het werk, trek de draad aan en brei 32-34-36-38-40-42 steken averecht. Keer het werk, trek de draad aan en brei 48-51-54-57-60-63 steken recht, keer het werk, trek de draad aan en brei 64-68-72-76-80-84 steken averecht. Keer het werk, trek de draad aan en brei 80-85-90-95-100-105 steken recht, keer het werk, trek de draad aan en brei averecht tot het einde van de naald (de voorbies wordt gebreid in ribbelsteek). Brei dan de PAS zoals beschreven in de tekst. TIP VOOR HET BREIEN-1 (VOOR DE BIEZEN): Op de naalden waar twee patroonkleuren zijn, breit u de 5 voorbiessteken aan elke kant in de achtergrondkleur. TIP VOOR HET BREIEN-2: Om te voorkomen dat de stekenverhouding strakker wordt wanneer u in patroon breit, is het belangrijk dat de draden op de achterkant van het werk niet te strak zijn. U kunt een naald in een maat groter gebruiken wanneer u in patroon breit als dit een probleem is. RAGLAN: Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt! Meerder voor de raglan aan elke kant van de 4 markeerdraden als volgt: Begin 1 steek voor de markeerdraad, maak 1 omslag, brei 2 recht (de markeerdraad zit in het midden van deze 2 steken), maak 1 omslag. Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslag gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de gemeerderde steken in tricotsteek! TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (voor de zijkanten van het lijf): Alle meerderingen worden aan de goede kant gebreid! Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 1 omslag, 6 recht (de markeerdraad zit in het midden van deze 6 steken) 1 omslag (= 2 steken gemeerderd). Brei op de volgende naald de omslag gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek. TIP VOOR HET MINDEREN-1 (voor midden onder de mouwen): Begin 3 steken voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (= de markeerdraad zit in het midden van deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd). KNOOPSGATEN (van boven naar beneden): Brei knoopsgaten op de rechter voorbies. 1 KNOOPSGAT = Brei recht aan de goede kant tot er 3 steken over zijn op de naald, maak 1 omslag, 2 recht samen en brei de laatste steek recht. Brei op de volgende naald de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat. Het eerste knoopsgat wordt gebreid als de hals ongeveer 1½ cm meet. Brei dan de andere 7-7-7-8-8-8 knoopsgaten met ongeveer 8-8-8½-7½-8-8 cm tussen elk. TIP VOOR HET MINDEREN-2 (voor de bovenkant van de muts): Begin 2 steken voor de markeerdraad en brei 2 recht samen (= 1 steek geminderd). ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- VEST - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: De hals, de pas en het lijf worden heen en weer gebreid met de rondbreinaald vanaf midden voor, van boven naar beneden. De mouwen worden in de rondte gebreid met korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop, van boven naar beneden. HALS: Zet 110-113-119-125-128-134 steken op (inclusief 5 voorbiessteken aan elke kant richting midden voor) met rondbreinaald 3.5 mm en lichtbeige. Brei 1 naald averecht (= verkeerde kant). De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant: 5 voorbiessteken in RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven, brei A.1A tot er 6 steken over zijn op de naald, brei A.1B (= 1 steek) en eindig met 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga verder met dit patroon tot de hals 3 cm meet vanaf de opzetrand, maar denk om het KNOOPSGAT op rechter voorbies – lees beschrijving hierboven. Brei 1 naald recht aan de goede kant terwijl u 29-34-36-38-35-37 steken verdeeld op de naald meerdert – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 = 139-147-155-163-163-171 steken. Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant (de biezen worden in ribbelsteek gebreid). U kunt nu een verhoging aan de achterkant van de hals breien, zodat de pas ietwat hoger is aan de achterkant. Deze verhoging kunt u ook overslaan; de hals is dan op de voor- en achterkant hetzelfde – brei VERHOGING – lees beschrijving hierboven, of ga gelijk verder met de PAS. PAS: Lees TIP VOOR HET BREIEN-1 en TIP VOOR HET BREIEN-2! De eerste naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant: 5 voorbiessteken in ribbelsteek, brei A.2A tot er 6 steken over zijn op de naald (= 16-17-18-19-19-20 herhalingen van 8 steken), brei A.2B (= 1 steek) en eindig met 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga verder met dit patroon. Meerder TEGELIJKERTIJD op elke naald gemarkeerd met een pijl in A.2A verdeeld zoals beschreven hieronder – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 en DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Meerder op de naald gemarkeerd met pijl-1 24-32-32-32-40-40 steken verdeeld op de naald = 163-179-187-195-203-211 steken (er is nu ruimte voor 19-21-22-23-24-25 herhalingen van 8 steken). Meerder op de naald gemarkeerd met pijl-2 24-24-24-32-40-40 steken verdeeld op de naald = 187-203-211-227-243-251 steken (er is nu ruimte voor 22-24-25-27-29-30 herhalingen van 8 steken). Meerder op de naald gemarkeerd met pijl-3 24-24-24-32-32-32 steken verdeeld op de naald, zorg ervoor dat u meerdert in de achtergrondkleur zodat het patroon niet verstoord wordt = 211-227-235-259-275-283 steken (er is nu ruimte voor 25-27-28-31-33-34 herhalingen van 8 steken). Meerder op de naald gemarkeerd met pijl-4 24-24-24-24-24-24 steken verdeeld op de naald = 235-251-259-283-299-307 steken (er is nu ruimte voor 28-30-31-34-33-34 herhalingen van 8 steken). Meerder op de naald gemarkeerd met pijl-5 22-18-18-22-18-10 steken verdeeld op de naald = 257-269-277-305-317-317 steken. Eindig met A.2. Het werk meet nu ongeveer 18-18-18-21-21-21 cm vanaf de opzetrand midden voor. Voeg 4 markeerdraden in het werk als volgt (zonder de steken te breien): De eerste markeerdraad wordt ingevoegd na de eerste 45-46-47-52-56-58 steken (= voorpand), de 2e markeerdraad wordt ingevoegd na de volgende 44-48-50-54-52-48 steken (= mouw), de 3e markeerdraad wordt ingevoegd na de volgende 79-81-83-93-101-105 steken (= achterpand) en de 4e markeerdraad wordt ingevoegd na de volgende 44-48-50-54-52-48 steken (= mouw). Er zijn 45-46-47-52-56-58 steken op het voorpand na de laatste markeerdraad. De markeerdraden worden gebruikt bij het meerderen voor de raglan. Ga verder heen en weer gebreid met lichtbeige en tricotsteek en 5 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant richting midden voor. Meerder TEGELIJKERTIJD op de eerste naald aan de goede kant voor de raglan aan elke kant van de 4 markeerdraden – lees beschrijving hierboven = 8 steken gemeerderd. Meerder zo iedere 2e naald (dus elke naald aan de goede kant) in totaal 5-8-10-10-12-15 keer = 297-333-357-385-413-437 steken. Brei verder zonder te meerderen tot het werk 21-23-25-27-29-31 cm meet vanaf de opzetrand midden voor. De volgende naald wordt als volgt gebreid: Brei 50-54-57-62-68-73 steken zoals hiervoor (= voorpand), plaats de volgende 54-64-70-74-76-78 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 8-8-10-10-12-14 nieuwe steken op de naald (= in zijkant onder de mouw), brei 89-97-103-113-125-135 steken zoals hiervoor (= achterpand), plaats de volgende 54-64-70-74-76-78 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 8-8-10-10-12-14 nieuwe steken op de naald (= in zijkant onder de mouw) en brei de overgebleven 50-54-57-62-68-73 steken zoals hiervoor (= voorpand). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN! LIJF: = 205-221-237-257-285-309 steken. Voeg 1 markeerdraad in 54-58-62-67-74-80 steken in vanaf elke kant (= 97-105-113-123-137-149 steken tussen elke markeerdraad op het achterpand). Ga verder heen en weer gebreid met lichtbeige, tricotsteek en 5 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant richting midden voor. Als het werk 4 cm meet vanaf de scheiding meerder dan 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 = 4 steken gemeerderd. Meerder zo iedere 8 cm in totaal 4 keer aan elke kant = 221-237-253-273-301-325 steken. Brei verder tot het werk 33 cm meet vanaf de scheiding in alle maten. Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant (de biezen worden gebreid in ribbelsteek) en meerder tegelijkertijd 33-35-37-41-46-49 steken verdeeld op de naald = 254-272-290-314-347-374 steken. Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm. De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant: 5 voorbiessteken in ribbelsteek, brei A.1A tot er 6 steken over zijn op de naald, brei A.1B (= 1 steek) en eindig met 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga verder met dit patroon voor 3 cm. Kant dan losjes af met recht aan de goede kant. Het vest meet ongeveer 60-62-64-66-68-70 cm vanaf de schouder naar beneden. MOUW: Plaats de 54-64-70-74-76-78 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op de korte rondbreinaald of breinaalden zonder knop maat 4 mm en neem met lichtbeige 1 steek op in elk van de 8-8-10-10-12-14 opgezette steken onder de mouw = 62-72-80-84-88-92 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 8-8-10-10-12-14 steken onder de mouw en neem de markeerdraad mee tijdens het breien in de hoogte. De markeerdraad worden gebruikt bij het minderen onder de mouw. Begin de naald bij de markeerdraad en brei in tricotsteek in de rondte. Als het werk 2 cm meet vanaf de scheiding minder dan 2 steken midden onder de mouw - lees TIP VOOR HET MINDEREN-1. Minder zo iedere 1 cm in totaal 0-0-4-6-8-12 keer, iedere 2e naald in totaal 3-7-6-12-11-8 keer en dan iedere 4-3-2½-0-0-0 cm in totaal 7-7-7-0-0-0 keer = 42-44-46-48-50-52 steken. Brei verder tot het werk 38-37-35-33-32-30 cm meet vanaf de scheiding (kortere afmetingen in de grotere maten vanwege een langere pas). Brei 1 naald recht terwijl u 6-4-5-6-4-5 steken verdeeld op de naald meerdert = 48-48-51-54-54-57 steken. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3.5 mm en brei A.1A in de rondte (= 16-16-17-18-18-19 herhalingen van 3 steken). Ga verder met dit patroon tot de rand 6 cm meet. Kant dan losjes af met recht. De mouw meet ongeveer 44-43-41-39-38-36 cm vanaf de scheiding. Brei de andere mouw op dezelfde manier. AFWERKING: Naai de knopen op de linker voorbies. ------------------------------------------------------- MUTS - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Het werk wordt in de rondte gebreid met een korte rondbreinaald, van onder naar boven. Ga verder met breinaalden zonder knop indien nodig. MUTS: Zet 108-108-114 steken op met korte rondbreinaald 3 mm en lichtbeige. Brei 1 naald recht. Brei dan A.1A in de rondte voor 4 cm. Brei 1 naald recht terwijl u 4-4-6 steken verdeeld op de naald meerdert = 112-112-120 steken. Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm en brei A.3 in de rondte (= 14-14-15 herhalingen van 8 steken). DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als A.3 klaar is meet het werk ongeveer 13 cm in alle maten. Ga verder met tricotsteek en lichtbeige. Als het werk 20-21-22 cm meet, voeg dan 8 markeerdraden in het werk met 14-14-15 steken tussen elk. Minder op de volgende naald 1 steek voor elke markeerdraad - lees TIP VOOR HET MINDEREN-2 = 8 steken geminderd. Minder zo iedere 2e naald in totaal 7 keer en dan iedere naald in totaal 3 keer = 32-32-40 steken over. Brei 2 naalden tricotsteek terwijl alle steken 2 aan 2 worden samengebreid op beide naalden = 8-8-10 steken over. Knip de draad af, haal het door de overgebleven steken, trek aan en hecht goed af. De muts meet ongeveer 26-27-28 cm van boven naar beneden. POMPOM: Maak een pompom van ongeveer 3-4 cm in diameter met alle 3 kleuren en hecht aan de bovenkant van de muts. |
||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||
|
||||||||||||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Opmerkingen / Vragen (4)
Eivor Kjellevold wrote:
I alledager rett fra vrangen?? Er det en spesifikk video for det?
14.09.2019 - 03:26Loredana wrote:
Buongiorno, il motivo jaquard si lavora anche sul rovescio? Grazie
14.08.2018 - 12:23DROPS Design answered:
Buonasera Loredana, i diagrammi mostrano tutti i ferri del motivo anche quelli sul rovescio del lavoro. Segua il diagramma per la lavorazione del motivo. Buon lavoro!
14.08.2018 - 19:15Conny wrote:
Da stimmt alles, Farbe Form und Muster!
14.06.2018 - 10:42Birgit Schroeter wrote:
Violett Grey
05.06.2018 - 15:50