DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 1.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Summer Romance

Gebreide top met raglan en kantpatroon, van boven naar beneden gebreid. Maat: S - XXXL Het werk wordt gebreid in DROPS Paris.

DROPS 188-22
DROPS design: Patroon w-698
Garengroep C of A + A
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS PARIS van garnstudio (behoort tot garengroep C)
400-450-500-550-600-650 g kleur 16, wit

Het werk kan tevens gebreid worden met garen van:
“Alternatief garen (garengroep C)” - zie link hieronder.

DROPS NAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD (40 en 80 cm) MAAT 5 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 17 steken en 22 naalden in tricotsteek = breedte 10 cm en 10 cm in de hoogte.

DROPS NAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD (40 en 80 cm) MAAT 4.5 mm voor de randen in ribbelsteek – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 18 steken en 23 naalden in tricotsteek = breedte 10 cm en 10 cm in de hoogte.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 1.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET PATROON:

RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid):
1 ribbel = 2 naalden. Brei 1 naald recht en 1 naald averecht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.3.

RAGLAN:
Meerder 8 steken op de naald.
Op het achterpand en de mouw staan de meerderingen in telpatronen A.1 en A.3.
Meerder op het voorpand als volgt:
Na de markeerdraad: 1 recht, maak 1 omslag.
Voor de markeerdraad: Brei tot er 1 steek over is voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 1 recht, de markeerdraad zit hier.
Brei op de volgende naald de omslag recht zodat er gaatjes ontstaan.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (verdeeld):
Zo berekent u hoe vaak er gemeerderd moet worden, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 82 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 6) = 13.7. In dit voorbeeld meerdert u na ongeveer iedere 14e steek.
Meerder met een omslag na de steek en brei de omslag gedraaid recht op de volgende naald.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2:
Brei tot er 1 steek over is voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 2 recht (de markeerdraad is in het midden van deze 2 steken), maak 1 omslag. Herhaal aan de andere kant (= 4 steken gemeerderd op de naald). Brei op de volgende naald de omslag recht zodat er gaatjes ontstaan.
----------------------------------------------------------

TOP:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinaald, van boven naar beneden. De mouwen worden in de rondte gebreid op naalden zonder knop. Brei kantpatroon op de mouwen en het achterpand. Brei het voorpand in tricotsteek.

PAS:
Zet 82-85-88-92-95-99 steken op een korte rondbreinaald 4.5 mm met Paris. Brei 2 ribbels in RIBBELSTEEK - zie uitleg hierboven. Brei 1 naald recht en meerder 6-3-0-8-17-13 steken verdeeld - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (verdeeld) = 88-88-88-100-112-112 steken. Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Voeg nu 4 markeerdraden in het werk zonder te breien als volgt: Voeg een markeerdraad in op het begin van de naald (= in de overgang tussen het achterpand en de linkermouw), voeg de volgende markeerdraad in na een andere 31-31-31-37-43-43 steken, (= achterpand), voeg een markeerdraad in na een andere 13 steken (= rechter mouw), voeg een markeerdraad in na een andere 31-31-31-37-43-43 steken (= voorpand), er zijn nu 13 steken over na de laatste markeerdraad voor de linkermouw.
Brei in patroon als volgt: 1 recht, A.1 (= 2 steken), A.2 over de volgende 24-24-24-30-36-36 steken (= 4-4-4-5-6-6 herhalingen van 6 steken), A.3 (= 3 steken), 2 recht (markeerdraad is in het midden van deze 2 steken), A.1 (= 2 steken), A.2 (= 6 steken), A.3 (= 3 steken), 2 recht (markeerdraad is in het midden van deze 2 steken), maak 1 omslag, brei de volgende 29-29-29-35-41-41 steken recht, maak 1 omslag, 2 recht (de markeerdraad is in het midden van deze 2 steken), A.1 (= 2 steken), A.2 (= 6 steken), A.3 (= 3 steken), 1 recht (de markeerdraad op het begin van de naald is hier). De eerste meerderingen voor de RAGLAN - zie uitleg hierboven, zijn nu klaar. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Ga verder in patroon in de rondte en meerder om de naald 17-20-22-24-26-28 keer in totaal (inclusief de eerste meerderingen uitgelegd hierboven) = 224-248-264-292-320-336 steken.
Als alle meerderingen voor de raglan klaar zijn en de naald met de pijl voor uw maat in A.1 - A.3 is gebreid, meet het werk ongeveer 16-19-21-23-25-26 cm vanaf de opzetrand en naar beneden midden voor op de bovenkant.
Brei de volgende naald als volgt: Brei de volgende naald in telpatroon (= gebreide naald) over de eerste 65-71-75-85-95-99 steken, zet de volgende 47-53-57-61-65-69 steken op een hulpdraad (= mouw), zet 8-8-10-10-12-14 nieuwe steken op in de zijkant onder de mouw, brei in tricotsteek zoals hiervoor over de volgende 65-71-75-85-95-99 steken, zet de volgende 47-53-57-61-65-69 steken op een hulpdraad (= mouw), zet 8-8-10-10-12-14 nieuwe steken op in de zijkant onder de mouw.
MEET NU HET WERK VANAF HIER!

LIJF:
= 146-158-170-190-214-226 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de nieuw opgezette steken onder de mouwen aan elke kant (= 4-4-5-5-6-7 nieuwe steken aan elke kant van de markeerdraad). Begin de naald aan de linkerkant en ga verder in patroon in de rondte als volgt: Brei 6-3-6-2-5-2 recht, ga verder met A.2 over de volgende 60-72-72-90-96-108 steken (= 10-12-12-15-16-18 herhalingen van 6 steken), brei 7-4-7-3-6-3 recht (markeerdraad in de zijkant is hier), brei de 73-79-85-95-107-113 steken op het voorpand recht. Ga zo verder in patroon in de rondte. Meerder bij een hoogte van 4 cm, 1 steek aan elke kant van de markeerdraad aan elke kant - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN-2. Meerder zo iedere 4e naald 17 keer in totaal = 214-226-238-258-282-294 steken. TEGELIJKERTIJD worden er, iedere keer dat er 6 nieuwe steken gemeerderd zijn aan elke kant, 2 herhalingen meer in de breedte gebreid op het achterpand. Brei dan de nieuwe steken op het voorpand recht. Ga bij een hoogte van 36-35-35-35-35-36 cm, verder met rondbreinaald 4.5 mm. Brei 2 ribbels. Kant af - zorg ervoor dat de afkantrand niet strak is. Om een strakke afkantrand te voorkomen kunt u een naald in een ½ maat groter gebruiken.
Het werk meet ongeveer 56-58-60-62-64-66 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUWEN:
= 47-53-57-61-65-69 steken. Zet de steken van de hulpdraad aan een kant van het werk op breinaalden zonder knop maat 5 mm en neem daarnaast 1 steek op aan elke kant van de 8-8-10-10-12-14 nieuw opgezette steken onder de mouwen = 55-61-67-71-77-83 steken. Begin de naald midden onder de mouw en brei in patroon in de rondte als volgt: Brei 0-3-0-2-5-2 recht, 9-9-11-11-11-13 keer A.2 in totaal (LET OP: Zorg ervoor dat het patroon op de mouw voortgezet wordt zoals hiervoor en dat u op de juiste naald in het patroon begint), brei 1-4-1-3-6-3 recht. Ga zo verder in de rondte voor 2 cm. Brei verder met breinaalden zonder knop maat 4.5 mm. Brei 2 ribbels. Kant af - zorg ervoor dat de afkantrand niet te strak is. Om een strakke afkantrand te voorkomen kunt u een naald gebruiken in een ½ maat groter.

Telpatroon

symbols = recht
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken. Brei op de volgende naald de omslag recht zodat er gaatjes ontstaan.
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = haal 1 steek recht af, brei 2 steken recht samen, haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 188-22

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (9)

country flag Evelyne Louaked wrote:

Bonsoir,je tricote la taille S du modèle.je suis arrivée à l exécution du dos/devant faut il tricoter A2 sur 60m.a partir du 1er rang du motif ou continuer après la flèche ? Par avance je vous remercie

18.04.2023 - 23:49

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Louaked, continuez A.2 comme avant, autrement dit, tricotez le rang ajouré suivant après la flèche et quand A.2 est terminé en hauteur, reprenez-le au 1er rang. Bon tricot!

19.04.2023 - 07:59

country flag Céline Francoeur wrote:

Bonjour j'ai suivi les instructions pour le premier et deuxième tour et j'arrive tel qu'indiqué. par contre au 3ième tour à la fin il reste plus qu'une maille à la fin du tour...j'ai fait tel qu'indiqué et quand j'arrive au dernier A3, il devrait rester une maille à tricoter endroit mais j'en ai plus? Je fais quoi? j'ai fait une endroit, A1 et une autre endroit...Je suis confuse. Merci

03.04.2022 - 14:18

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Francoeur, difficile de vous dire ce qui s'est passé, essayez de placer des marqueurs pour bien délimiter chaque diagramme sur votre aiguille, ainsi, vous pourrez vérifier le nombre de mailles de A.1 (=3 m après le 1er rang) et de A.3 (= 4 m après le 1er rang) et de A.6 - vous devez toujours avoir 2 mailles endroit entre chaque pièce/partie = mailles des raglans, et vous augmenterez de chaque côté de ces 2 mailles endroit (vous commencez toujours le tour par 1 m endroit et le terminez par 1 m endroit). Bon tricot!

04.04.2022 - 09:58

country flag Maili911 wrote:

This is a follow up to my previous question. From the point where the last round on the yoke ends to the "front" of the piece, there are only 106 stitches. Pattern states to start body on left side for a total of 113 stitches. If I start first body round at this point, after casting on second underarm stitches, it will run into the "front" of the piece by 7 stitches. Then, all stitches under right arm (14) will be in pattern, while stitches under left arm (14) will be stockinette.

29.03.2021 - 13:58

DROPS Design answered:

Dear Maili911, you can cut the yarn and start round as explained so that you will have 113 sts for each back and frpnt piece. Happy knitting!

06.04.2021 - 08:58

country flag Maili911 wrote:

Yoke final round ends after added cast on stitches on transition between left sleeve and back. Pattern indicates body starts on left side after marking front and back in the middle of added cast on stitches under each sleeve. What do I knit from end of yoke to middle point under left sleeve to start knitting body as per pattern, stockinette?

29.03.2021 - 00:52

DROPS Design answered:

Hi Maili, You continue in the round from where you are after casting on the stitches under the left sleeve. The markers are there for when increasing stitches under the sleeve later. Happy knitting!

29.03.2021 - 07:50

country flag Maili911 wrote:

Yoke final round ends at transition between left sleeve and back. Do I just do plain knitting to get past left sleeve middle marker to start knitting the body as per pattern (on left side)?

29.03.2021 - 00:31

DROPS Design answered:

Dear Maili911, last round on yoke end with front piece (= stocking stitch) + the new sts cast on mid under 2nd sleeve, then join in the round and continue as explain under BODY. Happy knitting!

06.04.2021 - 08:40

country flag Lene wrote:

Forstår ikke opskriften. Efter at have sat mærker i efter halsen. Skal mønster begynde ved de 13 masker, eller ved omg start? og A2 over de næste 24 masker 4 gange?? som jeg ser det vil det betyde hulmønster over forstokket også, men på billedet er der kun mønster på ærmerne?? skal diagrammerne komme lige efter hinanden eller hvordan?

15.07.2020 - 06:44

DROPS Design answered:

Hej Lene, Du starter ved ærmet og strikker mønsteret A2 over ærmet, A1 og A.3 er selve raglanudtagningerne som strikkes i hver overgang. God fornøjelse!

30.07.2020 - 14:21

country flag Dagmar wrote:

How come the diagram explanation doesn’t show the stitches, I see blank squares where it should show how to knit stitches together

19.02.2020 - 15:22

DROPS Design answered:

Dear Dagmar, this lesson about knitting diagrams should help you to understand how to read diagrams. Happy knitting!

19.02.2020 - 16:14

country flag Rikke wrote:

Hei Jeg strikker i str S, og jeg får ikke første økningene til raglan til å stemme på maskmakørene. Jeg treffer ikke på dem slik oppskriften tilsier. Jeg har en maske for lite. Er det en feil her i oppskriften, eller er det bare jeg sm driver å gjør feil? :)

13.01.2019 - 00:11

DROPS Design answered:

Hei Rikke. Du har 88 masker på pinnen, fordelt slik med merker mellom, 31 (bakstykke), 13 (erme), 31 (forstykke), 13 (erme). Du strikker bakstykket slik: 1 rett, A.1 (2 m), A.2 over 24 m, A.3 (3 m), 1 rett (merket sitter etter denne) = 31 m + 2 kast. Ermet strikkes slik: 1 rett, A.1, A.2, A.3, 1 rett (merket sitter etter denne) = 13 m + 2 kast. Forstykket: 1 rett, 1 kast, 29 rett, 1 kast, 1 rett (merket sitter etter denne) = 31 m + 2 kast. Siste erme strikkes som det første. Du har strikket over alle 88 m, og du har også økt 8 masker til raglan. God fornøyelse

16.01.2019 - 11:22

country flag Toni wrote:

Hi, this is a first time attempting a drops design pattern. I've inserted my marker threads but am now stuck at readingredients what to do next. Could someone explain it me please?

15.10.2018 - 14:25

DROPS Design answered:

Dear Toni, when the marker are inserted, work next round as follows: K1, A.1 (= 2 stitches), A.2 over the next 24-36 sts (see size = 4-6 repetitions of 6 sts), A.3 (= 3 sts), K2 (marker thread is in the middle of these 2 sts), A.1 (= 2 sts), A.2 (= 6 sts), A.3 (= 3 sts), K2 (marker thread is in the middle of these 2 sts), 1 YO, K 29-41 sts, 1 YO, K2 (marker thread is in the middle of these 2 sts), A.1 (= 2 sts), A.2 (= 6 sts), A.3 (= 3 sts), K11 (marker thread at beginning of round is here) = you have increased for the raglan for the first time, continue increasing as under RAGLAN every other round. Happy knitting!

15.10.2018 - 15:59