DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.20 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 19.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Happy Hour

Gebreide omslagdoek met kantpatroon en ribbelsteek in strepen. Het werk wordt gebreid in DROPS Alpaca.

DROPS 186-13
DROPS Design: Patroon nr. z-823
Garengroep A
-----------------------------------------------------------
Lengte aan de bovenkant: ongeveer 215 cm
Hoogte in het midden: ongeveeer 44 cm
Afmetingen:
Materiaal:
DROPS ALPACA van garnstudio (behoort tot garengroep A)
150 g kleur 100, naturel
50 g kleur 2917, turkoois,
50 g kleur 4050, lichtpaars
50 g kleur 2921, pink

Het werk kan tevens gebreid worden met garen van:
"Alternatief garen (Garengroep A)" – zie link hieronder.

DROPS RONDBREINAALD (80 cm) MAAT 3.5 MM – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 23 steken en 30 naalden van tricotsteek op 10 cm in de breedte en 10 cm in de hoogte
En 23 steken en 45 naalden ribbelsteek is 10 cm breed en 10 cm hoog.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.20 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 19.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET PATROON:

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
1 ribbel = 2 naalden recht.

STREPEN:
DEEL-1: * 1 ribbel met naturel, 1 ribbel met turkoois *, brei van *-*.
DEEL-3: * 1 ribbel met lichtpaars, 1 ribbel met naturel *, brei van *-*.
DEEL-5: * 1 ribbel met pink, 1 ribbel met naturel *, brei van *-*.

PATROON:
Zie telpatroon A.1. Het telpatroon laat alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.
A.2 laat de positie van A.1 zien als u mindert op de ene kant van het werk en meerdert op de andere kant.
A.X wordt altijd op dezelfde manier in de hoogte herhaald, maar er is ruimte voor nog 1 herhaling van A.1 in de breedte iedere keer dat A.X is in de hoogte herhaald wordt.
----------------------------------------------------------

OMSLAGDOEK:
Het werk wordt diagonaal gebreid van hoek tot hoek in delen met ribbelsteek en kantpatroon.
Om genoeg ruimte te hebben voor alle steken, breit u heen en weer op de rondbreinaald.

Zet 3 steken op met rondbreinaald 3.5 mm en naturel. Brei 1 RIBBEL – zie uitleg hierboven. Brei dan ribbelsteek en STREPEN – zie uitleg hierboven terwijl u TEGELIJKERTIJD als volgt breit:

DEEL-1 (ribbelsteek in strepen naturel/turkoois):
Naald 1 (goede kant): 1 steek averecht afhalen, brei recht tot er 1 steek over is op de naald, brei 2 steken in de laatste steek (= 1 steek gemeerderd).
Naald 2 (verkeerde kant): 2 recht, brei de lus voor de volgende steek op de linker naald gedraaid recht, brei recht tot er 2 steken over zijn op de naald, 2 steken gedraaid recht samen (= 1 steek gemeerderd en 1 steek geminderd).
Herhaal naalden 1 en 2 totdat u in totaal 44 ribbels heeft gebreid. Er zijn nu 46 steken op de naald. Ga verder met naturel en brei deel-2 zoals beschreven hieronder.

DEEL-2 (kantpatroon in tricotsteek met naturel):
Naald 1 (goede kant): 1 steek averecht afhalen, recht tot er 1 steek over is op de naald, brei 2 steken in de laatste steek (= 1 steek gemeerderd en 47 steken op de naald).
Naald 2 (verkeerde kant): 2 recht, brei de lus voor de volgende steek op de linker naald gedraaid recht, brei averecht tot er 2 steken over zijn op de naald, 2 steken gedraaid recht samen (= 1 steek gemeerderd en 1 steek geminderd).

Brei dan A.1 terwijl u TEGELIJKERTIJD verder gaat met minderen aan de ene kant van het werk en meerderen aan de andere kant – lees PATROON en brei dan als volgt:
Naald 1 (goede kant): 1 steek averecht afhalen, 1 recht, brei A.1 tot er 3 steken over zijn op de naald (= 7 herhalingen van 6 steken), 2 recht, brei dan 2 steken in de laatste steek (= 1 steek gemeerderd).
Naald 2 (verkeerde kant): 2 recht, brei de lus voor de volgende steek op de linker naald gedraaid recht, brei averecht tot er 2 steken over zijn op de naald, 2 steken gedraaid recht samen (= 1 steek gemeerderd en 1 steek geminderd).
Ga verder met A.1 zoals te zien is in A.2, met minderingen op de ene kant van het werk en meerderingen op de andere kant op dezelfde manier als hiervoor. Als A.1 in totaal 8 keer in de hoogte is gebreid (dus A.X in totaal 4 keer in de hoogte) zijn er 71 steken op de naald. Ga verder met lichtpaars en brei deel-3 zoals beschreven hieronder.

DEEL-3 (ribbelsteek in strepen met lichtpaars/naturel):
Naald 1 (goede kant): 1 steek averecht afhalen, brei recht tot er 1 steek over is op de naald, brei 2 steken in de laatste steek (= 1 steek gemeerderd en 72 steken op de naald).
Naald 2 (verkeerde kant): 2 recht, brei de lus voor de volgende steek op de linker naald gedraaid recht, brei recht tot er 2 steken over zijn op de naald, 2 steken gedraaid recht samen (= 1 steek gemeerderd en 1 steek geminderd).
Herhaal naalden 1 en 2 in strepen tot u 41 ribbels heeft gebreid. Meerder TEGELIJKERTIJD op de laatste naald aan de goede kant in ribbel 41, 6 steken verdeeld op de naald (en daarnaast de gebruikelijke meerderingen aan het eind van de naald) = 118 steken op de naald. Ga verder met naturel en brei deel-4 zoals beschreven hieronder.

DEEL-4 (kantpatroon in tricotsteek met naturel):
Naald 1 (goede kant): 1 steek averecht afhalen, brei recht tot er 1 steek over is op de naald, brei 2 steken in de laatste steek (= 1 steek gemeerderd en 119 steken op de naald).
Naald 2 (verkeerde kant): 2 recht, brei de lus voor de volgende steek op de linker naald gedraaid recht, brei averecht tot er 2 steken over zijn op de naald, 2 steken gedraaid recht samen (= 1 steek gemeerderd en 1 steek geminderd).

Brei dan A.1 op dezelfde manier als in deel-2 met minderingen aan de ene kant van het werk en meerderingen aan de andere kant, met andere woorden brei als volgt:
Naald 1 (goede kant): 1 steek averecht afhalen, 1 recht, brei A.1 tot er 3 steken over zijn op de naald (= 19 herhalingen van 6 steken), 2 recht, brei dan 2 steken in de laatste steek (= 1 steek gemeerderd).
Naald 2 (verkeerde kant): 1 recht, brei de lus voor de volgende steek op de linker naald gedraaid recht, brei averecht tot er 2 steken over zijn op de naald, 2 steken gedraaid recht samen (= 1 steek gemeerderd en 1 steek geminderd).
Ga verder met A.1 op dezelfde manier als te zien is in A.2 (maar met meer herhalingen in de breedte) – ga TEGELIJKERTIJD verder met meerderen aan de ene kant van het werk en minderen aan de andere kant zoals hiervoor. Als A.1 in totaal 8 keer in de hoogte is gebreid (dus A.X in totaal 4 keer in de hoogte) zijn er 143 steken op de naald. Ga verder met pink en brei deel-5 zoals beschreven hieronder.

DEEL-5 (ribbelsteek in strepen pink/naturel):
Naald 1 (goede kant): 1 steek averecht afhalen, brei recht tot er 1 steek over is op de naald, brei 2 steken in de laatste steek (= 1 steek gemeerderd en 144 steken op de naald).
Naald 2 (verkeerde kant): 2 recht, brei de lus voor de volgende steek op de linker naald gedraaid recht, brei recht tot er 2 steken over zijn op de naald, 2 steken gedraaid recht samen (= 1 steek gemeerderd en 1 steek geminderd).
Herhaal naalden 1 en 2 in strepen tot u 41 ribbels heeft gebreid. Meerder TEGELIJKERTIJD op de laatste naald aan de goede kant in ribbel 41, 6 steken verdeeld op de naald (en daarnaast de gebruikelijke meerderingen aan het eind van de naald). Er zijn nu 190 steken op de naald. Ga verder met naturel en brei deel-6 zoals beschreven hieronder.

DEEL-6 (kantpatroon in tricotsteek met naturel):
Naald 1 (goede kant): 1 steek averecht afhalen, brei recht tot er 1 steek over is op de naald, brei 2 steken in de laatste steek (= 1 steek gemeerderd en 191 steken op de naald).
Naald 2 (verkeerde kant): 2 recht, brei de lus voor de volgende steek op de linker naald gedraaid recht, brei averecht tot er 2 steken over zijn op de naald, 2 steken gedraaid recht samen (= 1 steek gemeerderd en 1 steek geminderd).
Ga verder met A.1 op dezelfde manier als in deel-2 en deel-4 (er is nu ruimte voor 31 herhalingen in de breedte) – ga TEGELIJKERTIJD verder met de minderingen aan de ene kant van het werk en meerderingen aan de andere kant op dezelfde manier als hiervoor. Als A.1 in totaal 8 keer in de hoogte is gebreid (dus A.X in totaal 4 keer in de hoogte) zijn er 215 steken op de naald. Ga verder met turkoois en brei deel-7 zoals beschreven hieronder.

DEEL-7:
Naald 1 (goede kant) met turkoois: 1 steek averecht afhalen, brei recht tot er 1 steek over is op de naald, brei 2 steken in de laatste steek (= 1 steek gemeerderd en 216 steken op de naald).
Naald 2 (verkeerde kant) met turkoois: 2 recht, brei de lus voor de volgende steek op de linker naald gedraaid recht, brei recht tot er 2 steken over zijn op de naald, 2 steken gedraaid recht samen (= 1 steek gemeerderd en 1 steek geminderd).
Naald 3 (= goede kant) met naturel: 1 steek averecht afhalen, brei recht tot er 1 steek over is op de naald, brei 2 steken in de laatste steek (= 1 steek gemeerderd).
Naald 4 (verkeerde kant) met naturel: 2 recht, brei de lus voor de volgende steek op de linker naald gedraaid recht, brei recht tot er 2 steken over zijn op de naald, 2 steken gedraaid recht samen (= 1 steek gemeerderd en 1 steek geminderd).
Herhaal naalden 1-4 één keer. Ga verder met turkoois en herhaal naalden 1-2 twee keer (= 1 ribbel turkoois, 1 ribbel naturel, 1 ribbel turkoois, 1 ribbel naturel, 2 ribbels turkoois).
Kant af met recht aan de goede kant als volgt: 2 steken recht, * voeg de linker naald in de 2 steken op de rechter naald van links naar rechts en brei ze recht samen, 1 recht *, brei van *-* tot er 1 steek over is op de naald. Knip de draad af en haal het door de laatste steek. Op deze manier afkanten geeft een elastische afkantrand. Hecht alle draden af.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = 1 steek recht afhalen, 2 recht samen, haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 186-13

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (19)

country flag Britta wrote:

Hallo, können Sie bitte noch die Abmessungen angeben, danke.

26.06.2023 - 11:02

DROPS Design answered:

Liebe Britta, sicher, die Länge oben ist ca 215 m und die Höhe in der Mitte ca 44 cm. Viel Spaß beim stricken!

26.06.2023 - 13:18

country flag Mia wrote:

Hi ! Ist es richtig,daß bei Partie 4 Lochmuster - 2. Reihe (Rück-Reihe): 1 Masche rechts, den Querfaden vor der nächsten Masche der linken Nadel rechts verschränkt stricken..." Denn in Partie 2 - Reihe 2, da waren es noch 2 Maschen rechts. Müsste es denn bei Partie 4 - 2.Reihe: 2 Maschen rechts heißen? VG Mia

29.09.2022 - 10:03

country flag Mia wrote:

Hi ! Meine Frage bezieht sich auf das Diagramm A.2 . Sind die Ab-und Zunahmen mit im Diagramm einberechnet bzw. eingezeichnet? LG Mia

25.09.2022 - 18:01

DROPS Design answered:

Liebe Mia, die Ab- und Zunahmen sind nicht in A.2 gezeichnet. Die stricken Sie vor A.2 + nach A.2. Viel Spaß beim stricken!

26.09.2022 - 09:48

country flag Marta wrote:

Zrobiłam tą chustę, ale wyszła mi bardzo asymetryczna (bok dziergany na początku dużo dłuższy i węższy niż bok dziergany na końcu). Czy da się jakoś temu zaradzić? Naprężenie włóczki zachowałam identyczne na początku jak i na końcu. Pozdrawiam serdecznie

09.02.2021 - 18:39

DROPS Design answered:

Witaj Marto, zalecam blokowanie, zobacz video TUTAJ. Pozdrawiam!

09.02.2021 - 19:51

country flag Kasia wrote:

Dzien dobry, doszłam do końca pierwszego AX i nie wiem jak mam postąpić dalej, tzn w którym momencie rozpocząć A.1 w kolejnym rzędzie i czy ma ich za każdym razem być 7 czy może więcej. Bardzo proszę o podpowiedź. Pozdrawiam!

21.01.2021 - 20:37

DROPS Design answered:

Witaj Kasiu, zaczynasz kolejny schemat A.1 tak samo jak wcześniej, tzn. masz mniej o 1 o. na początku rzędu, więc będzie 3 oczka prawe, narzut i dalej tak samo jak jest na początku schematu A.x (patrz znów prawy dolny róg). Powtarzać schemat A.X zawsze w taki sam sposób na wysokość, ale za każdym razem gdy powtarzamy schemat A.X na wysokość, jest wystarczająca liczba oczek, aby przerobić 1 dodatkowy motyw A.1 na szerokość. Tzn. tym razem będzie już 8 powtórzeń schematu A.1. Powodzenia!

21.01.2021 - 21:09

country flag Barbara Cribb wrote:

What does knit twisted the loop before the next stitch mean?

27.04.2020 - 02:36

DROPS Design answered:

Dear Mrs Cribb, pick up a stitch before the next stitch on left needle and work it into back of loop (= you increased 1 stitch). Happy knitting!

27.04.2020 - 09:48

country flag Miet wrote:

Bij het breien van de ribbelsteek in 2 kleuren (deel 1,3,...) moet je telkens aan de goede kant de eerste steek averecht afhalen. Maar dan haal je toch een steek af in kleur 1 terwijl je verder breit met kleur 2 ? Klopt dit ? Krijg je dan wel mooie strepen ?

30.09.2018 - 17:36

DROPS Design answered:

Dag Miet, De steek die je averecht afhaalt brei je op de teruggaande naald gedraaid recht samen met de steek ernaast, waardoor de strepen er mooi uitzien.

30.09.2018 - 20:47

country flag Tanja wrote:

In Partie 3 steht das man nach der 1. Reihe 72 Maschen auf der Nadel hat, somit hat man nach 40 Krausrippen 112 Maschen auf der Nadel. Nun soll man 6 Maschen verteilt zunehmen zusätzlich zu der normalen Zunahme zunehmen. (= 7Maschen)\r\n Das sind nach meiner Rechnung dann 119 Maschen insgesamt, lt. Anleitung sind es 118 Maschen. Ist dies ein Fehler oder ein Denkfehler von mir?

28.04.2018 - 23:30

DROPS Design answered:

Liebe Tanja, die 6 Zunahmen werden bei der letzten Hin-Reihe der 41. Krausrippe gestrickt, dh nach 40 Krausrippe stricken Sie die Zunahmen wie zufor und nehmen Sie zusätlich 6 M zu = 71 M + 40 Zunahmen = 111 M + (1 Zunahme wie üblich + 6 Zunahmen) = 118 M. Viel Spaß beim stricken!

30.04.2018 - 10:38

country flag Anna wrote:

Please tell me what are the dimensions of this shawl?

27.02.2018 - 07:26

DROPS Design answered:

Dear Anna. we will check the measurements and we shall upload them as soon as possible.

04.03.2018 - 17:19

country flag Josien wrote:

Prachtig! Wanneer komt het patroon beschikbaar?

18.02.2018 - 14:24