DROPS Flora
DROPS Flora
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.25 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 15.75€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Morgan's Daughter Vest

Gebreide top met sjaalkraag, kabels en A-lijn, van boven naar beneden gebreid. Maten S - XXXL. Het werk wordt gebreid in DROPS Flora.

DROPS 179-13
DROPS Design: Patroon nr. fl-013
Garengroep A
-----------------------------------------------------------
Maten: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS FLORA van garnstudio (behoort tot garengroep A)
350-400-450-500-550-600 g kleur 07, beige

Of gebruik:
DROPS NORD van garnstudio (behoort tot garengroep A)
450-500-600-650-700-750 g kleur 07, lichtbeige


Het werk kan tevens gebreid worden met garen van:
"Alternatief garen (Garengroep A)" – zie de link hieronder

DROPS RONDBREINAALD (80 cm) MAAT 3 MM – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 24 steken en 32 naalden tricotsteek is 10 cm breed en 10 cm hoog.

DROPS KABELNAALD – voor de kabels.

DROPS KOKOSNOOT KNOPEN NR 515: 4-4-4-5-5-5 stuks.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Flora
DROPS Flora
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.25 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 15.75€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET PATROON:

RIBBELS/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
1 ribbel = 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.6. Kies het telpatroon voor uw maat. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

TIP VOOR HET BREIEN (voor de voorbies):
Om te voorkomen dat de voorbies in de hoogte krimt, kunt u regelmatig een extra ribbel breien over alleen de voorbiessteken (de andere steken blijven op de naald als u de ribbel over de voorbies breit). Herhaal dit iedere 5 cm tot de gewenste lengte.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1:
Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken waarover de meerderingen gemaakt moeten worden (dus 34 steken) en deel dit door het aantal te maken meerderingen (dus 13) = 2.6.
Meerder in dit voorbeeld, afwisselend na iedere 2e en 3e steek. Meerder 1 steek door 1 omslag te maken, brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te vermijden.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (voor het armsgat):
Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt!
Meerder 1 steek door 1 omslag te maken, brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslag gedraaid averecht om een gaatje te voorkomen.

TIP VOOR HET MEERDEREN-3 (voor de zijkanten in het lijf):
Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt!
Begin 4 steken voor de markeerdraad, maak 1 omslag, brei 1 steek tricotsteek, brei A.6 (= 6 steken, de markeerdraad zit in het midden van A.6), brei 1 steek tricotsteek, maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd). Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslag gedraaid avercht om gaatjes te vermijden.

KNOOPSGAT:
Kant af voor het knoopsgaten in de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt). Met andere woorden, brei aan de goede kant tot er 4 steken liover zijn aan het einde van de naald, kant 2 steken af en brei de laatste steek recht. Zet op de volgende naald 2 nieuwe steken op over de afgekante steken van de vorige naald (= gaatje).
Het eerste knoopsgat wordt gebreid als het werk 30-30-32-32-34-34 cm meet vanaf de schouder (dus als de buitenste minderingen op de sjaalkraag klaar zijn). Brei dan de 3-3-3-4-4-4 volgende knoopsgaten met ongeveer 8-8-8-7-7-7 cm tussen elk.
----------------------------------------------------------

TOP:
De voor- en achterpanden worden apart heen en weer gebreid met de rondbreinaald, van boven naar beneden. Als de meerderingen voor de armsgaten klaar zijn, breng dan de delen samen en brei het lijf heen en weer met rondbreinaald vanaf midden voor tot de gewenste lengte.

SJAALKRAAG OP LINKER VOORPAND (als het kledingstuk gedragen wordt):
Zet 26-26-28-28-30-30 steken op met rondbreinaald 3 mm en Flora. Brei RIBBELSTEEK – zie uitleg hierboven, als volgt: * 1 ribbel heen en weer gebreid over alle de steken, 1 ribbel heen en weer gebreid over de eerste 20-20-22-22-24-24 steken richting midden voor *, herhaal van *-* tot de sjaalkraag 7-7-8-8-8-8 cm meet over de kortste kant.
Brei 1 naald recht aan de goede kant en zet 34-34-34-34-38-38 steken op voor de schouder aan het einde van deze naald (waar de sjaalkraag op zijn kortst is) = 60-60-62-62-68-68 steken. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN! Brei 1 naald recht aan de verkeerde kant, 1 naald recht aan de goede kant en 1 naald recht aan de verkeerde kant (over alle steken). Brei nu het linker voorpand zoals beschreven hieronder.

LINKER VOORPAND MET SJAALKRAAG:
= 60-60-62-62-68-68 steken op de naald. De eerste naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant: Brei 26-26-28-28-30-30 steken in ribbelsteek over de sjaalkraag, brei de overgebleven 34-34-34-34-38-38 steken recht en, meerder tegelijkertijd 13 steken in alle maten verdeeld over deze steken - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 = 73-73-75-75-81-81 steken. Brei de teruggaande naald met 3 kantsteken in ribbelsteek, 44-44-44-44-48-48 steken averecht en 26-26-28-28-30-30 steken recht.
Ga verder als volgt aan de goede kant: 26-26-28-28-30-30 steken in ribbelsteek over de sjaalkraag, brei A.1 (= 44-44-44-44-48-48 steken) en eindig met 3 kantsteken in ribbelsteek. Voeg 1 markeerdraad in na de 2 eerste steken in A.1 (aan de goede kant gezien – dus vlak na een kleine kabel) – neem de markeerdraad gaandeweg mee tijdens het breien.
Ga verder in patroon op deze manier en minder tegelijkertijd de sjaalkraag tot een voorbies, meerder voor de armsgat en meerder voor de halslijn zoals beschreven hieronder. DENK OM DE STEKENVERHOUDING:
Als het werk 11-11-12-12-11-11 cm meet vanaf de schouder, minder dan 1 steek op de buitenkant van de sjaalkraag de tweede en derde steek op het begin van de naald aan de goede kant recht samen te breien. Minder op deze manier iedere 6e naald in totaal 3-3-3-3-4-4 keer, iedere 4e naald in totaal 7-7-7-7-8-8 keer en dan iedere 2e naald in totaal 10-10-12-12-12-12 keer. Na de laatste mindering voor de voorbies, zijn er 6 voorbiessteken in ribbelsteek richting midden voor en meet het werk ongeveer30-30-32-32-34-34 cm vanaf de schouder naar beneden.
ARMSGAT:
Meerder TEGELIJKERTIJD als het werk 16-15-16-13-13-11 cm meet 1 steek voor het armsgat voor de 3 kantsteken in ribbelsteek aan het einde van de naald aan de goede kant – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (dus de gemeerderde steken worden gebreid in tricotsteek). Meerder op deze manier iedere 2e naald in totaal 4-8-8-14-16-20 keer, zet dan 3-4-6-6-8-10 nieuwe steken op richting het armsgat aan het einde van de volgende naald aan de goede kant = 7-12-14-20-24-30 steken gemeerderd voor het armsgat.
Het werk meet nu ongeveer 19-20-21-22-23-24 cm vanaf de schouder naar beneden. Brei de teruggaande naald met 6-7-9-9-11-13 steken recht, 4-8-8-14-16-20 steken averecht, A.1, A.2 zoals beschreven onder HALSLIJN en brei over de sjaalkraag zoals hiervoor.
Laat het werk rusten en ga verder met de SJAALKRAAG OP RECHTER VOORPAND en RECHTER VOORPAND MET SJAALKRAAG, maar denk er om dat de meerdering voor de HALSLIJN welke hieronder is beschreven, tegelijkertijd, of voor het werk terzijde wordt gelegd, begint.
HALSLIJN:
Meerder TEGELIJKERTIJD als het werk 19-19-20-20-22-22 cm meet vanaf de schouder, voor de halslijn na de markeerdraad zoals te zien is in A.2A, dus de volgende naald aan de goede kant wordt als volgt gebreid: brei ribbelsteek over de sjaalkraag zoals hiervoor, brei A.2A en meerder zoals te zien is in het telpatroon, ga verder met A.1, ga verder met de meerderingen voor het armsgat zoals beschreven hierboven en eindig met 3 kantsteken in ribbelsteek. De eerste twee steken in A.1 worden nu A.2A. LET OP: Brei de kabel op dezelfde naald in A.2A zoals in A.1.
Na de laatste meerdering voor de halslijn, meet het werk ongeveer 28-28-30-30-32-32 cm vanaf de schouder naar beneden en u heeft 12-12-14-14-14-14 steken voor de halslijn gemeerderd.
De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant: Brei ribbelsteek over de sjaalkraag/voorbies, ga verder met A.2B over A.2A (= 14-14-16-16-16-16 steken), ga verder met A.1 (de 2 eerste steken in A.1 zijn hetzelfde zoals de 2 eerste steken in A.2 en zijn al gebreid), brei tricotsteek over de gemeerderde steken bij het armsgat en eindig met 3 kantsteken in ribbelsteek.

SJAALKRAAG OP RECHTER VOORPAND (als het kledingstuk gedragen wordt):
Zet 26-26-28-28-30-30 steken op met rondbreinaald 3 mm. Brei 1 naald recht. Brei dan ribbelsteek als volgt: * brei 1 ribbel heen en weer gebreid over alle steken, 1 ribbel heen en weer gebreid over de eerste 20-20-22-22-24-24 steken richting midden voor *, herhaal van *-* tot de sjaalkraag 7-7-8-8-8-8 cm meet over de kortste kant.
Brei 1 naald recht aan de verkeerde kant en zet 34-34-34-34-38-38 steken op voor het schouder aan het einde van deze naald (waar de sjaalkraag op zijn kortst is) = 60-60-62-62-68-68 steken. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN! Brei 1 naald recht aan de goede kant en 1 naald recht aan de verkeerde kant (over alle steken). Brei dan het rechter voorpand met de sjaalkraag zoals beschreven hieronder.

RECHTER VOORPAND MET SJAALKRAAG:
= 60-60-62-62-68-68 steken op de naald. De eerste naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant: Brei de eerste 34-34-34-34-38-38 steken recht en meerder tegelijkertijd 13 steken in alle maten verdeeld over deze steken, brei 26-26-28-28-30-30 steken ribbelsteek over de sjaalkraag = 73-73-75-75-81-81 steken. Brei de teruggaande naald met 26-26-28-28-30-30 steken recht, 44-44-44-44-48-48 steken averecht en 3 kantsteken in recht.
Ga verder als volgt aan de goede kant: 3 kantsteken in ribbelsteek, brei A.3 (= 44-44-44-44-48-48 steken) en eindig met 26-26-28-28-30-30 steken in ribbelsteek over de sjaalkraag. Voeg 1 markeerdraad in voor de 2 laatste steken in A.3 (aan de goede kant gezien – dus vlak voor een kleine kabel) – neem de markeerdraad gaandeweg mee tijdens het breien. Ga verder in patroon op deze manier en minder tegelijkertijd de sjaalkraag tot een voorbies, meerder voor het armsgat en meerder voor de halslijn zoals beschreven hieronder.
VOORBIES:
Als het werk 11-11-12-12-11-11 cm meet vanaf de schouder, minder dan 1 steek op de buitenkant van de sjaalkraag door de laatste derde en tweede steken aan het einde van de naald aan de goede kant recht samen te breien. Minder op deze manier iedere 6e naald in totaal 3-3-3-3-4-4 keer, iedere 4e naald in totaal 7-7-7-7-8-8 keer en dan iedere 2e naald in totaal 10-10-12-12-12-12 keer. Na de laatste mindering voor de voorbies, zijn er 6 voorbiessteken in ribbelsteek richting midden voor en meet het werk ongeveer 30-30-32-32-34-34 cm vanaf de schouder naar beneden.
ARMSGAT:
Meerder TEGELIJKERTIJD, als het werk 16-15-16-13-13-11 cm meet, 1 steek voor het armsgat na de 3 kantsteken in ribbelsteek op het begin van de volgende naald aan de goede kant – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2. Meerder op deze manier iedere 2e naald in totaal 4-8-8-14-16-20 keer, zet dan 3-4-6-6-8-10 nieuwe steken op richting het armsgat aan het einde van de volgende naald aan de verkeerde kant = 7-12-14-20-24-30 steken gemeerderd voor het armsgat. Het werk meet nu ongeveer 19-20-21-22-23-24 cm vanaf de schouder naar beneden.
Laat het werk rusten en ga verder met de RECHTER SCHOUDER OP DE ACHTERKANT, maar denk er om dat de meerderingen voor de HALSLIJN zoals beschreven hieronder, tegelijkertijd, of voordat het werk terzijde wordt gelegd, begint.
HALSLIJN:
Meerder TEGELIJKERTIJD, als het werk ongeveer 19-19-20-20-22-22 cm meet vanaf de schouder, voor de halslijn voor de markeerdraad zoals te zien is in A.4A, dus de volgende naald aan de goede kant wordt als volgt gebreid: Brei 3 kantsteken in ribbelsteek, ga verder met de meerderingen voor het armsgat zoals beschreven hierboven, ga verder met A.3 tot de markeerdraad, brei A.4A en meerder zoals te zien is in het telpatroon en eindig met ribbelsteek over de sjaalkraag zoals hiervoor. De 2 laatste steken in A.3 worden nu onderdeel van A.4A. LET OP: Brei de kabel op dezelfde naald in A.4A zoals in A.3.
Na de laatste meerdering voor de halslijn, meet het werk ongeveer 28-28-30-30-32-32 cm vanaf de schouder naar beneden.
De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant: 3 kantsteken in ribbelsteek, brei tricotsteek over de gemeerderde steken bij het armsgat, ga verder met A.3 (de laatste 2 steken in A.3 zijn dezelfde als de laatste 2 steken in A.4B en worden gebreid als A.4B wordt gebreid), ga verder met A.4B over A.4A (= 14-14-16-16-16-16 steken) en eindig met ribbelsteek over de sjaalkraag/voorbies.

RECHTER SCHOUDER AAN DE ACHTERKANT (als het kledingstuk gedragen wordt):
Zet 34-34-34-34-38-38 steken op met rondbreinaald 3 mm. Brei 1 naald recht aan de verkeerde kant, 1 naald recht aan de goede kant en 1 naald recht aan de verkeerde kant. Brei 1 naald recht aan de goede kant terwijl u 13 steken in alle maten verdeeld op de naald meerdert = 47-47-47-47-51-51 steken. Brei de teruggaande naald met 3 kantsteken in recht en 44-44-44-44-48-48 steken averecht.
De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant: brei A.1 (= 44-44-44-44-48-48 steken) en eindig met 3 kantsteken in ribbelsteek. Als u 2 naalden in A.1 heeft gebreid, zet dan 2 steken op aan het einde van de laatste naald voor de hals (de nieuwe steken worden averecht gebreid aan de goede kant en recht gebreid aan de verkeerde kant). Brei nog 2 naalden in A.1 en zet TEGELIJKERTIJD 24-24-28-28-28-28 nieuwe steken op aan het einde van de laatste naald voor de hals = 73-73-77-77-81-81 steken op de naald. Laat het werk rusten en brei de linker schouder aan de achterkant, zoals beschreven hieronder.

LINKER SCHOUDER AAN DE ACHTERKANT (als het kledingstuk gedragen wordt):
Zet 34-34-34-34-38-38 steken op met rondbreinaald 3 mm. Brei 1 naald recht aan de verkeerde kant, 1 naald recht aan de goede kant en 1 naald recht aan de verkeerde kant. Brei 1 naald recht aan de goede kant terwijl u 13 steken in alle maten verdeeld op de naald meerdert = 47-47-47-47-51-51 steken. Brei 44-44-44-44-48-48 steken averecht terug aan de verkeerde kant en brei 3 kantsteken in recht.
De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant: Brei 3 kantsteken in ribbelsteek, brei dan A.3 (= 44-44-44-44-48-48 steken). Als u 3 naalden in A.3 heeft gebreid, zet dan 2 steken op aan het einde van de laatste naald voor de hals = 49-49-49-49-53-53 steken. Brei de teruggaande naald met 2 recht, A.3 en 3 kantsteken in recht.
Brei nu de linker en rechter schouders samen voor het achterpand zoals beschreven hieronder.

ACHTERPAND:
Plaats de steken van de twee schouders op dezelfde rondbreinaald 3 mm (de 24-24-28-28-28-28 steken die opgezet zijn voor de hals op de rechter schouder aan de achterkant = midden achter van de hals) = 122-122-126-126-134-134 steken op de naald.
De eerste naald aan de goede kant wordt als volgt gebreid: 3 kantsteken in ribbelsteek, ga verder met A.3 over de volgende 44-44-44-44-48-48 steken, brei A.5 over de volgende 28-28-32-32-32-32 steken, ga verder met A.1 over de volgende 44-44-44-44-48-48 steken en eindig met 3 kantsteken in ribbelsteek. Ga verder in patroon op deze manier en meerder voor het armsgat zoals beschreven hieronder.
ARMSGAT:
Als het werk 16-15-16-13-13-11 cm meet, meerder dan 1 steek aan elke kant voor het armsgat zoals op de voorpanden, dus meerder aan de goede kant na de 3 kantsteken in ribbelsteek op het begin van de naald en voor de 3 kantsteken in ribbelsteek aan het einde van de naald. Meerder op deze manier iedere 2e naald (dus iedere naald aan de goede kant) in totaal 4-8-8-14-16-20 keer, zet dan 3-4-6-6-8-10 nieuwe steken op aan het einde van de 2 volgende naalden = 136-146-154-166-182-194 steken en meet het werk ongeveer 19-20-21-22-23-24 cm vanaf de schouder naar beneden.
Brei nu de voor- en achterpanden samen zoals beschreven hieronder.

LIJF:
Plaats de steken van het linker voorpand (aan de goede kant gezien) op de naald zonder de steken te breien, voeg 1 markeerdraad in (= in de zijkant), plaats de steken van het achterpand op de naald, voeg 1 markeerdraad in (= in de zijkant) en plaats de steken van het rechter voorpand op de naald. Ga verder in patroon zoals hiervoor, Ga verder met de meerderingen voor de halslijn zoals hiervoor en ga verder met de minderingen voor de biezen zoals hiervoor. Met andere woorden, de eerste naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant: Brei ribbelsteek over de sjaalkraag/voorbies met minderingen, indien nodig, zoals hiervoor, ga verder met A.2 en A.1, brei 4-8-8-14-16-20 steken tricotsteek, 12-14-18-18-22-26 steken ribbelsteek (de markeerdraad in de zijkant zit in het midden van deze 12-14-18-18-22-26 steken), brei 4-8-8-14-16-20 steken tricotsteek, ga verder met A.3, A.5 en A.1 over het achterpand, brei 4-8-8-14-16-20 steken tricotsteek, 12-14-18-18-22-26 steken ribbelsteek (de markeerdraad in de zijkant zit in het midden van deze 12-14-18-18-22-26 steken), brei 4-8-8-14-16-20 steken tricotsteek, ga verder met A.3 en A.4 zoals hiervoor en eindig met ribbelsteek over de sjaalkraag/voorbies met minderingen, indien nodig, zoals hiervoor.
Ga verder in patroon op deze manier, maar als u 2 ribbels heeft gebreid over de middelste 12-14-18-18-22-26 steken aan elke kant, brei dan als volgt aan de goede kant: Brei ribbelsteek over de sjaalkraag/voorbies met minderingen, indien nodig, zoals hiervoor, ga dan verder met A.2 en A.1 zoals hiervoor, brei 7-12-14-20-24-30 steken tricotsteek, brei A.6 (= 6 steken, de markeerdraad zit in het midden van A.6), brei 7-12-14-20-24-30 steken tricotsteek, ga verder met A.3, A.5 en A.1 zoals hiervoor, brei 7-12-14-20-24-30 steken tricotsteek, brei A.6 (de markeerdraad zit in het midden van A.6), brei 7-12-14-20-24-30 steken tricotsteek, ga verder met A.3 en A.4 zoals hiervoor en eindig met ribbelsteek over de sjaalkraag/voorbies met minderingen indien nodig zoals hiervoor.
Nadat alle meerderingen voor de halslijn en minderingen voor de biezen klaar zijn, zijn er 280-300-316-340-372-396 steken op de naald. Lees TIP VOOR HET BREIEN en brei verder tot het werk 30-32-34-36-38-40 cm meet vanaf de schouder.
Meerder op de volgende naald aan de goede kant 2 steken aan elke kant – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-3 (= 4 steken gemeerderd). Meerder op deze manier iedere 6e naald (ongeveer iedere 2 cm) tot de gewenste lengte (als de stekenverhouding in de hoogte correct is, staat dit gelijk aan 21 meerderingen aan elke kant).
Als het werk 71-73-75-77-79-81 cm meet, zijn er ongeveer 364-384-400-424-456-480 steken op de naald.
Brei op de volgende naald aan de goede kant, de steken in elke kabel 2 aan 2 recht samen (alleen op de kabels, niet de averechtse delen of de tricotdelen) = ongeveer 312-332-348-372-404-428 steken.
Brei 3 ribbels heen en weer over alle steken en kant dan losjes af met recht aan de goede kant, maar om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt, kunt u 1 omslag maken na iedere 8e steek terwijl u afkant (de omslagen worden als normale steken afgekant). De hele top meet ongeveer 72-74-76-78-80-82 cm vanaf de schouder naar beneden.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen aan de binnenkant van de opzetrand.
Naai de sjaalkraag midden achter samen en zorg ervoor dat de naad naar de verkeerde kant draait, als de kraag naar beneden is gekeerd. Naai de sjaalkraag op de halslijn aan de achterkant van de hals.
Naai de knopen op.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken, brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te vermijden
symbols = 2 recht samen
symbols = plaats 1 steek op kabelnaald achter het werk, 1 recht, 1 steek recht van de kabelnaald
symbols = plaats 1 steek op kabelnaald achter het werk, 2 recht, 1 steek averecht van de kabelnaald
symbols = plaats 2 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 1 averecht, 2 steken recht van de kabelnaald
symbols = plaats 2 steken op een kabelnaald achter het werk, 2 recht, 2 recht van de kabelnaald
symbols = plaats 2 steken op een kabelnaald voor het werk, 2 recht, 2 recht van de kabelnaald
symbols = markeerdraad
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 179-13

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (26)

country flag Anna wrote:

Storlek L: Jag ska lägga upp 28 m och sticka rätstickning i 2 v över de 28 m. Sedan ska jag sticka rätstickning över 22 m i 8 cm. Vad händer med de 6 m som inte blir stickade? Vad menas med den kortaste sidan - är det mot mitt fram eller där jag har 6 m som inte har blivit stickade?

27.02.2024 - 20:10

DROPS Design answered:

Hej Anna. Du stickar förkortade varv (se gärna våra videor längre ner på sidan) när du stickar växelvis över alla maskor och växelvis bara över 22 maskor. Du upprepar alltså detta " 2 varv rätstickning fram och tillbaka över alla maskorna, 2 varv rätstickning fram och tillbaka över de första 20-20-22-22-24-24 maskorna mot mitt fram" tills arbetet mäter 8 cm längst den kortaste sidan, dvs den sidan som du inte stickar hela varvet ut varannan gång. Mvh DROPS Design

28.02.2024 - 07:38

country flag Monika wrote:

Czy schematy w tym projekcie pokazują rzędy po obu stronach pracy? Czyli czy jak zaczynam czytać schemat od prawej strony do lewej, to gdy dojdę do końca rzędu kolejny rząd czytam ze schematu od lewej do prawej?

29.01.2024 - 16:57

DROPS Design answered:

Witaj Moniko, schematy pokazują wszystkie rzędy robótki (widok na prawej stronie robótki). Jak czytać schematy znajdziesz TUTAJ. Patrz część kursu, w której robótka jest przerabiana w tę i z powrotem. W razie dodatkowych pytań proszę pisać. Pozdrawiamy!

29.01.2024 - 18:31

country flag Geraldine wrote:

Buenas tardes , soy nueva en esto y antes tenia otro modelo de patrón de drops , pero no logro entender por donde comenzar el tejido . En resumen que debo hacer primero para una talla xl ?

21.08.2023 - 01:35

DROPS Design answered:

Hola Geraldine, la talla XL se corresponde a la 4ª talla en el patrón. Por lo tanto, cuando tengas secuencias de números, tendrás que trabajar el 4º número de la secuencia. Por ejemplo, empiezas montando 28 puntos, trabajas 1 pliegue sobre todos los puntos y 1 pliegue sobre los 22 puntos centrales y repites estos 2 pliegues hasta que el cuello chal mida 8 cm por el lado más corto. Continúa trabajando como se explica en el patrón. También puedes leer la siguiente lección para más ayuda sobre cómo trabajar los patrones: https://www.garnstudio.com/lesson.php?id=79&cid=23.

27.08.2023 - 22:39

country flag Ina Jensen wrote:

Forstår ikke dette: Det er starten af sjalskraven Slå 26-26-28-28-30-30 masker op på rundpind 3 med Flora eller Nord. Strik RETSTRIK – se forklaring over, således: * 2 p retstrik frem og tilbage over alle masker, 2 p retstrik frem og tilbage over de første 20-20-22-22-24-24 masker mod midt foran. I skriver at man slår 26 masker op. Men ved pind 3 skal man kun strikke retstrik i de 20 masker. Hvad med de resterende 6 masker? Håber i kan forklare det.

20.05.2023 - 22:17

DROPS Design answered:

Hej Ina, det bliver vendepinde, så du strikker flere pinde over de yderste masker mod halsen til du kommer til skulderen hvor du skal slå masker op i den anden side (den side hvor du har strikket færrest pinde) :)

23.05.2023 - 11:16

country flag Suzanne Crosier wrote:

I'm still really confused by this pattern. I'm starting on body section where you put all sections back on needles my question is when it states continue with A2 and A3 do I just continue and repeat last 2 rows of A2? Or if I start chart over then I still have to knit last row of A2 because those stitches are on needle. I hope I explained things clearly.

10.03.2023 - 22:05

DROPS Design answered:

Dear Suzanne, just continue as you have knit before (the last two roes). Happy Knitting!

12.03.2023 - 15:45

country flag Suzanne Crosier wrote:

Hi, I hope I can explain my question so you can understand. I'm at the point where I'm putting all pieces back on needles and starting body. Pattern states all charts in order of how they are worked. When it states to continue with A2A and A4A do I just repeat the last row over until end of project or do I start over at the beginning of A2A and A4A? Thanks

16.02.2023 - 02:25

DROPS Design answered:

Hi Suzanne, You repeat all rows in the charts, from the bottom upwards. Happy crafting!

16.02.2023 - 06:54

country flag Annie wrote:

Bonjour, jusqu\\\'ou doit on faire les rangs raccourcis pour le col du n)179-13

20.01.2023 - 13:01

DROPS Design answered:

Bonjour Annie, on tricote les rangs raccourci du col jusqu'à ce qu'il mesure 7-7-8-8-8-8 cm le long du côté le plus court (il fera le double de l'autre côté). Bon tricot!

20.01.2023 - 16:43

country flag Liz wrote:

When A.1 had been completed one time (20 rows), should I go back to the first row to continue the pattern? There are some stitches sticking up on top after the last row. They are the 4 stitches above the 2/2 cables. How should those be knitted? Thanks.

10.09.2022 - 05:52

DROPS Design answered:

Dear Liz, when A.1 has been done in height, start again from 1st row but the cable over 4 sts will have to be worked as before on every 6th row, ie this cable is worked over a different number of rows. Happy knitting!

12.09.2022 - 09:28

country flag Charlotte wrote:

Hi there. What does the size range S to XXXL equate to in say UK sizes or inches/ cm. I'd love to knit this but can't figure out how much wool I'd need. Thank you Drops : )

31.03.2021 - 19:06

DROPS Design answered:

Dear Charlotte, you can find the finished measurements on the scematic drawing at the bottom of the instructions. We suggest you take a sweater that is comfortable (and possiblly similar style) and compare the measurements. The amount of wool needed to knit this pattern is given in the pattern. Happy Knitting!

01.04.2021 - 09:49

country flag Maxant wrote:

Bonjour, Que fait on des 6 mailles qui restent sur le col châle, quand on tricote les 20 mailles du milieu. Merci bonne journée

18.04.2020 - 13:53

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Maxant, on tricote des rangs raccourcis sur les 26 mailles du col, ainsi, quand on tricote 2 rangs sur les 20 premières mailles seulement, on va laisser les 6 dernières mailles non tricotées et on aura ainsi 4 rangs sur les 20 premières mailles et 2 seulement sur les 26 mailles. On forme ainsi une démarcation qui permettra au col de se plier à ce niveau-là. Bon tricot!

20.04.2020 - 09:41