DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.05 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 8.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Orange Dream

Trui gebreid van boven naar beneden met raglan, kantpatroon op de pas, ¾ mouwen en A-lijn in DROPS Safran. Maat: S - XXXL

DROPS 178-44
DROPS design: Patroon e-252
Garengroep A
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS SAFRAN van Garnstudio (behoort tot garengroep A)
400-450-500-550-600-650 g kleur 28, oranje

DROPS NAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD (40 en 60 of 80 cm) MAAT 3 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 24 steken en 32 naalden in tricotsteek = 10 cm in de breedte en 10 cm in de hoogte.

DROPS NAALDEN ZONDER KNOP en RONDBREINAALD (40 en 60 of 80 cm) MAAT 2.5 mm - voor de randen in ribbelsteek.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.05 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 8.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELSTEEK (gebreid in de rondte):
1 ribbel = 2 naalden. Brei 1 naald recht en 1 naald averecht.

VERHOGING:
Brei als volgt vanaf het begin van de naald (= midden achter), brei de eerste 7-7-7-8-8-8 steken recht, keer het werk, trek de draad aan en brei 14-14-14-16-16-16 steken recht, keer het werk, trek de draad aan en brei 21-21-21-24-24-24 steken recht, keer het werk, trek de draad aan en brei 28-28-28-32-32-32 steken recht. Ga zo verder met heen en weer breien en brei steeds 7-7-7-8-8-8 steken meer tot de middelste 70-70-70-80-80-80 steken zijn gebreid, keer het werk en brei terug tot het begin van de naald om verder te gaan.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1:
Zo berekent u hoe vaak er gemeerderd moet worden, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 104 steken) en deel het aantal steken door het aantal te maken meerderingen (dus 20) = 5.2. In dit voorbeeld meerdert u na ongeveer iedere 5e steek. Meerder 1 steek door 1 omslag te maken, brei op de volgende naald de omslag gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (voor de zijkanten van het lijf):
Brei totdat er 2 steken over blijven voor A.1, maak 1 omslag, brei 2 recht, A.1 (markeerdraad is in het midden van A.1), brei 2 recht, maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd). Op de volgende naald breit u de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen.

PATROON:
Zie telpatroon A.1. Het telpatroon laat alle naalden aan de goede kant van het werk zien. Zowel de goede als de verkeerde kant van het werk is weergegeven.

RAGLAN:
Meerder voor de raglan in iedere overgang tussen de mouwen en het lijf. Brei de gemeerderde steken recht totdat u ze in patroon mee kunt breien.
MEERDER ALS VOLGT ALS WANNEER U 2 STEKEN OP ELKE KANT VAN STEEK MET DE MARKEERDRAAD MEERDERT:
Begin voor de steek met de markeerdraad, neem de lus voor de steek en brei de lus gedraaid recht, maak 1 omslag, brei 1 recht (= steek met markeerdraad), maak 1 omslag, neem de lus voor de volgende steek en brei de lus gedraaid recht (= 4 steken gemeerderd). Op de volgende naald breit u de omslagen recht breien zodat er gaatjes ontstaan.

MEERDER ALS VOLGT WANNEER U 1 STEEK AAN ELKE KANT VAN DE STEEK MET DE MARKEERDRAAD MEERDERT:
Begin voor de steek met de markeerdraad, maak 1 omslag, brei 1 recht (= steek met markeerdraad), maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd). Brei op de volgende naald de omslagen recht zodat er gaatjes ontstaan.

TIP VOOR HET BREIEN:
Wanneer u meerdert voor de raglan op iedere 4e naald, staan de gaatjes in de raglanlijn verder van elkaar af dan de meerderingen die u om de naald maakt.. Om dit te voorkomen breit u gaatjes op de naalden van de goede kant (iedere andere naald) zonder meerderingen te maken als volgt :
Begin 2 steken voor de steek met de markeerdraad, brei 2 recht samen, maak 1 omslag, 1 recht (= steek met markeerdraad), maak 1 omslag, 1 steek recht afhalen, brei 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.
Op de volgende naald breit u de omslagen recht zodat er gaatjes ontstaan.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor midden onder de mouwen):
Begin 2 steken voor A.1 en brei 2 recht samen, A.1 (= 5 steken), 1 steek afhalen, brei 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd).
----------------------------------------------------------

TRUI:
Gebreid in de rondte op de rondbreinaald, van boven naar beneden. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop. Het begin van de naald = midden achter.

PAS:
Zet 104-104-104-124-124-124 steken op rondbreinaald 2.5 mm met Safran. Brei 2 ribbels in RIBBELSTEEK - zie uitleg hierboven. Brei 1 naald recht en meerder 20 steken verdeeld over de naald - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN-1 = 124-124-124-144-144-144 steken. Brei 1 naald averecht.
Voor een betere pasvorm kunt u een kleine VERHOGING breien aan de achterkant van de hals - zie uitleg hierboven. Als de verhoging gebreid is, ga dan verder met rondbreinaald 3 mm. Brei 2 naalden recht.
Plaats 4 markeerdraden in werk, begin aan het begin van de naald (zonder de steken te breien): Plaats de eerste markeerdraad in de 21e-21e-21e-26e-26e-26e steek op de naald, plaats de tweede markeerdraad in de 42e-42e-42e-47e-47e-47e steek op de naald, plaats de derde markeerdraad in de 83e-83rd-83e-98e-98e-98e steek op de naald en plaats de vierde markeerdraad in de 104e-104e-104e-119e-119e-119e steek op de naald. Er zijn nu 40-40-40-50-50-50 steken tussen de steken met de markeerdraad op het voor- en achterpand en 20 steken in alle maten op elke mouw.
Brei de volgende naald als volgt: Brei A.1 (= 5 steken) over de volgende 20-20-20-25-25-25 steken op de helft van het achterpand (= 4-4-4-5-5-5 herhalingen van 5 steken), meerder 2 steken aan elke kant van de steek met de markeerdraad voor de RAGLAN – zie uitleg hierboven, brei A.1 over de 20 steken op de mouw (= 4 herhalingen van 5 steken), meerder 2 steken aan elke kant van de steek met de markeerdraad, brei A.1 over de 40-40-40-50-50-50 steken op het voorpand (= 8-8-8-10-10-10 herhalingen van 5 steken), meerder 2 steken aan elke kant van de steek met de markeerdraad, brei A.1 over de 20 steken op de mouw, meerder 2 steken aan elke kant van de steek met de markeerdraad, brei A.1 over de volgende 20-20-20-25-25-25 steken op de helft van het achterpand.

Ga verder in patroon en meerder voor de raglan in iedere overgang tussen het lijf en de mouwen als volgt:
Meerder 2 steken aan elke kant van de steken met de markeerdraad in iedere tweede naald 6-6-6-8-8-10 keer in totaal (eerste meerdering is al gemaakt), meerder dan 1 steek aan elke kant van de steken met de markeerdraden iedere andere naald 8-8-8-9-9-10 keer in totaal. DENK OM DE STEKENVERHOUDING
Als de meerderingen 14-14-14-17-17-20 keer in totaal zijn gemaakt, zijn er 284-284-284-344-344-384 steken op de naald en meet het werk ongeveer 10-10-10-12-12-14 cm vanaf de opzetrand (gemeten midden voor). Brei dan de steken recht. Ga TEGELIJKERTIJD verder met de meerderingen voor de raglan en meerder 1 steek aan elke kant van de steken met de markeerdraden iedere andere naald 0-7-12-4-13-12 keer in totaal en dan iedere 4e naald 6-4-3-7-4-5 keer in totaal – LEES TIP VOOR HET BREIEN. Na de laatste meerderingen voor de raglan zijn er 332-372-404-432-480-520 steken op de naald en meet het werk ongeveer 17-19-21-23-25-27 cm vanaf de opzetrand (gemeten midden voor).
Brei de volgende naald als volgt: Brei de eerste 47-52-56-62-68-73 steken zoals hiervoor (= helft achterpand), zet de volgende 72-82-90-92-104-114 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 7-7-9-9-13-15 nieuwe steken op de naald (= de zijkant onder de mouw), brei de volgende 94-104-112-124-136-146 steken zoals hiervoor (= voorpand), zet de volgende 72-82-90-92-104-114 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 7-7-9-9-13-15 nieuwe steken op de naald (= de zijkant onder de mouw) en brei de overgebleven 47-52-56-62-68-73 steken zoals hiervoor. Brei het lijf en de mouwen apart verder. Verwijder de markeerdraden. MEET NU HET WERK VANAF HIER!

LIJF:
= 202-222-242-266-298-322 steken. Plaats 1 markeerdraad in het midden van de 7-7-9-9-13-15 opgezette steken onder elke mouw en neem de markeerdraden gaandeweg mee tijdens het breien. Ga verder in tricotsteek in de rondte, brei daarnaast A.1 over de middelste 5 steken aan elke kant (de steek met de markeerdraad is middelste steek in A.1). Meerder bij een hoogte van 3 cm, 2 steken aan elke kant - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (= 4 steken gemeerderd). Meerder zo verder iedere 6-6-6-5-5-4 cm 5-5-5-6-6-7 keer in totaal = 222-242-262-290-322-350 steken. Ga bij een hoogte van 32 cm, verder met rondbreinaald 2.5 mm. Brei 3 ribbels over alle steken. Ga verder met rondbreinaald 3 mm en hecht recht af. De trui meet ongeveer 56-58-60-62-64-66 cm vanaf de schouder tot de onderkant.

MOUW:
Zet de 72-82-90-92-104-114 steken van de hulpdraad aan een kant van het werk op breinaalden zonder knop maat 3 mm en neem daarnaast 1 nieuwe steek op in elk van de 7-7-9-9-13-15 opgezette steken onder de mouw = 79-89-99-101-117-129 steken op de naald. Brei in tricotsteek in de rondte maar brei A.1 over de middelste 5 steken onder de mouw. Minder bij een hoogte van 3 cm in alle maten, 2 steken midden onder de mouw - LEES TIP VOOR HET MINDEREN. Minder 9-13-17-17-23-28 keer in totaal in S: Op iedere 10e naald, in M: Op iedere 6e naald, in L en XL: Op iedere 4e naald, in XXL: Op iedere naald 4 keer in totaal en dan iedere 3e naald 19 keer in totaal en in XXXL: Op iedere naald 8 keer in totaal en dan iedere andere naald 20 keer in totaal = 61-63-65-67-71-73 steken. Brei tot de mouw 33-32-31-28-27-26 cm meet vanaf de scheiding van het lijf. Brei verder met breinaalden zonder knop maat 2.5 mm en brei 3 ribbels in de rondte. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm en hecht recht af. Brei de andere mouw op dezelfde manier.

Telpatroon

symbols = recht
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 steek recht afhalen, brei 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 178-44

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (9)

country flag Angela wrote:

When I work the 5 knit stitches in A1, what do I do with the 2 increased stitches from the previous row?

09.07.2023 - 17:04

DROPS Design answered:

Dear Angela, the 2 YOs from the previous round we knit - it makes a hole (total number of sts stay the same in A.1 as we increase 2 sts and also decrease 2 sts). Happy knitting!

10.07.2023 - 11:03

country flag Robi wrote:

Buongiorno,ma le maglie prima dei segna punti per il raglan devo lavorarle come il motivo A1?Grazie.

26.02.2022 - 07:32

DROPS Design answered:

Buonasera Robi, sì, deve procedere come indicato nelle spiegazioni. Buon lavoro!

27.02.2022 - 21:17

country flag Annika Vikström wrote:

På mönstret står det att jag ska ha 124 maskor. När jag sätter markörer ska jag ha 40 maskor mellan markörerna på fram och bakstycke och 20 maskor mellan markörerna på varje ärm. Det blir 120 maskor totalt. Vad gör jag med de 4 maskorna som blir övertaliga?

24.01.2022 - 07:42

DROPS Design answered:

Hej Annika. Du ska sätta markörerna i maskorna (inte mellan) så det är de 4 maskorna du inte räknat med. Mvh DROPS Design

24.01.2022 - 07:56

country flag Brigitte Peters wrote:

Die Ärmel starten sicherlich mit Nadelspiel Nr. 3, nicht - wie angegeben - mit Nr. 2,5, oder?

10.08.2021 - 08:33

DROPS Design answered:

Liebe Frau Peters, Sie sind ja recht, eine Korrektur erfolgt :) Danke für den Hinweis. Viel Spaß beim stricken!

10.08.2021 - 14:21

country flag Anne Carrel wrote:

Bonjour, Pouriez-vous me dire ce que vous voulez dire par: " serrer le fil " dans le Re-hausse au debut. Merci!

06.01.2020 - 03:17

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Carrel, vous devez simplement serrer le fil pour éviter que la première maille tricotée ne soit trop lâche. Cette vidéo montre comment tricoter la réhausse (ex. à 1:27 on resserre le fil après avoir tourné la 1ère fois). Bon tricot!

06.01.2020 - 09:43

country flag Kami wrote:

Ne tenez pas compte de ma question précédente: on tricote en rond donc le diagramme est correct. Pardon!

30.03.2019 - 17:49

country flag Kami wrote:

Bonjour! Au sujet du diagramme A1: les rangs envers comportent des cases blanches= mailles jersey endroit? Est ce que ce ne sont pas plutôt des mailles jersey envers qu'il faut faire ?

30.03.2019 - 17:32

DROPS Design answered:

Bonjour Kami, ce pull se tricote entièrement en rond sur aiguille circulaire, on va donc tricoter tous les tours sur l'endroit = les tours impairs vont se tricoter en jersey endroit. Bon tricot!

01.04.2019 - 12:29

country flag Lellouche Christine wrote:

Bonjour il est dit pour les augmentations raglan augmenter 2mailles de chaque côté de la maille avec le fil 6 fois puis 1 maille de chaque côté de la maille avec le fil 8 fois est ce que cela signifie que tous les 2 tours on augmente 1 fois 2 mailles et 2 tours suivant 1 maille ? Merci pour votre aide.

24.05.2018 - 16:56

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Lellouche, on augmente 6 fois 2 m de chaque côté de la m avec le marqueur tous les 2 tours = on augmente ainsi de 16 m tous les 2 tours (4 marqueurs x 4 augm à chaque marqueur x 6 fois = 96 augmentations au total) puis on augmente 8 fois 1 m de chaque côté de la m avec le marqueur tous les 2 tours (4 marqueurs x 1 m = 2 augm à chaque marqueur x 8 = 64 augmentations au total. En taille S, on avait 124 m + 96 + 64 = 284 m. Bon tricot!

25.05.2018 - 08:12

country flag Mamen Martinez wrote:

¿Que significa "trabajar tres pliegues sobre todos los puntos"?

12.05.2018 - 22:48

DROPS Design answered:

Hola Mamen, un pliegue= 2 filas de derecho. Entonces 3 pliegues son 6 filas de derecho sobre todos los puntos.

13.05.2018 - 12:54